schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact
Archief oude bulletins

Winterbulletin no 23 door Cees van Zwieten

(18-1-2006)

Uitzicht(2).

Nog steeds hebben de weermodellen grote moeite om de middenlange termijnvoorspelling te maken. Per dag zitten daar wijzigingen in. En ik moet er bij zeggen, dat ik gisteren wat nerveus werd door de uitvoer van ECMWF; deze gaf duidelijk weer hoop op een winterse oplossing in de volgende week. Ik mag er eigenlijk niet meer van maken dan “hoop”; de termijn van 7 dagen is eenvoudig niet betrouwbaar.

De winter komt stapje voor stapje dichterbij. In een groot deel van Europees Rusland worden in de ochtend temperaturen van -30 of lager gemeten. Dat is ook in Moskou het geval. Ook voor de Moskovieten is dat buitengewoon koud. Het is 15 tot 20 graden benden normaal; je zou dat voor ons klimaat kunnen vergelijken met temperaturen van -15 tot -20, bij ongeveer -10 overdag. Het kan nog kouder, want in op 31 december 1978 is -38 gemeten in Moskou; op 31 januari 1956 -38,2°C.

Waar de grens van deze koude luchtmassa komt te liggen, is voor de korte termijn wel aan te geven; dat zal in Polen en op de Balkan zijn. De opmars gaat niet verder omdat in het westen van Europa de luchtdrukverhoudingen nog steeds verkeerd liggen. In het Middellandse Zeegebied is de druk te hoog en bij IJsland is de druk te laag.

Hoopgevend is het feit, dat het hogedrukbastion in het verre noordoosten de komende dagen van geen wijken weet. De strenge kou zal zich dan ook in het oosten van Europa handhaven. Bij ons blijft het de komende dagen vrij zacht weer met vooral op vrijdag kans op regen. In het weekend wordt het dan weer iets kouder. En daarna? Verschillende weermodellen suggereren, dat de luchtdruk op het noorden van de oceaan gaat stijgen, waarmee de kans op winter bij ons toeneemt. Onzeker is het nog steeds, maar het uitzicht op mogelijk iets moois blijft.

Met dank aan Jan Visser wat betreft de temperaturen in Moskou.

pijl terug

Winterbulletin no 22 door Cees van Zwieten

(16-1-2006)

Russische beer(2).

Vandaag begint de grote afkoeling in Rusland. In Moskou mag men rekenen op een aantal dagen met maxima beneden -20. Nachtelijk minima tot omstreeks -30 zijn daar dan aan de orde. Met één zo’n dag zou het ijs binnen 24 uur voldoende dik zijn om toertochten te gaan organiseren. Bij ons zijn dat soort toestanden uitgesloten. Een gemiddelde temperatuur van ongeveer -14° is het laagste wat ooit in De Bilt is gemeten. In het noorden en oosten is dat wel eens lager geweest, tot omstreeks -18°. Zo beleefde Twenthe op 14 januari 1987 een dag met een maximum van -13,0 en een gemiddelde van -15,1. Eelde werd Siberisch koud op 5 januari 1979 met gemiddeld -17,0 (minimum -22,0) en op 16 februari 1956 met gemiddeld -17,2 (minimum -22,9)

Wat doet de beer nu verder? Hij vestigt zich in Rusland en een deel van Scandinavië en Finland. Op korte termijn heeft hij geen aspiraties om ook West Europa te gaan beheren. De strenge kou blijft echter wel in Rusland zitten en wordt niet verjaagd door oceaandepressies. Ons land komt de komende dagen wèl in wisselvallig weer terecht, waarbij de vorst in de nachten weer tot het verleden behoort. Op langere termijn is nog steeds van alles mogelijk; het is nu 16 januari en dat betekent, dat we niet weten hoe de situatie er op pakweg 23 januari zal voor staan. Ver weg in het poolgebied en een deel van Siberië blijft de luchtdruk hoog. Alles zal nu afhangen van het gedrag van depressies op de oceaan en drukontwikkelingen in het overgangsgebied van oceaan en Europees continent.

Wat we nodig hebben is drukstijgingen op het noordelijk deel van de oceaan en dalingen in de buurt van Portugal. Pas dan komt de weg vrij voor de beer in onze richting. Het Amerikaanse model suggereerde vanochtend een dergelijke ontwikkeling wel, maar de termijn waarop dit wordt aangegeven ligt te ver weg om er enige waarde aan te hechten. Het is slechts een mogelijkheid en we houden de ontwikkelingen scherp in de gaten. De situatie is verre van kansloos voor de winter, de Russische beer ligt op de loer!

pijl terug

Winterbulletin no 21 door Cees van Zwieten

(14-1-2006)

Russische beer.

De Russische beer meldt zich. Volgens alle weermodellen gaat zich in de buurt van Nova Zembla een krachtig hogedrukgebied ontwikkelen, dat later zijn zwaartepunt in de richting van Finland gaat verleggen. Extreme kou in het westen van Siberië komt daardoor in beweging naar het zuidwesten. Als eerste mogen Europees Rusland en Finland daar van profiteren; in Moskou worden in de loop van de week maximumtemperaturen beneden -20 verwacht.

Het wordt spannend, omdat de details nog verre van duidelijk zijn. De details die kunnen uitmaken of de kou in West Europa wel of niet aankomt. De modellen geven voorlopig aan, dat dit op korte termijn nog niet zal gebeuren. De oorzaak is, dat het sturende hogedrukgebied te ver weg ligt. West Europa komt dus nog steeds gemakkelijk onder invloed van depressies op de oceaan. Bovendien maakt het een groot verschil of de luchtdruk in het Middellandse Zeegebied gaat dalen of niet. Daalt in de omgeving Spanje en Italië de druk flink, dan wordt de koude lucht vanuit Oost-Europa aangezogen in onze richting. Bij Spanje lijkt de druk te hoog te blijven onder invloed van het Azoren-hogedrukgebied.

Er is nog iets bijzonders aan de hand met deze ontwikkeling. In de aanloop van de winter heeft er lange tijd een krachtig hogedrukgebied gelegen in centraal Siberië. Voor ons werkte dit lange tijd negatief uit, doordat zachte lucht vanuit het zuiden opgestuwd werd in de richting van Rusland. Serieuze kou was daardoor in Rusland en Scandinavië veelal afwezig. Opvallend was hoe de strenge Siberische kou lang in het oosten van Siberië werd weggedrongen. Pas de laatste weken heeft deze kou zich naar het westen van Siberië verplaatst.

In het westen van Siberië is het inmiddels extreem koud geworden. Zo koud, dat het de nieuwsbulletins heeft bereikt. Op de site van weerman Jan Versteegt is het relaas te lezen van een Nederlander die in die streek aan het werk is. Het werk ligt voorlopig stil, omdat de temperatuur al dagen beneden -50°C ligt; men verwacht tot tegen de -60 en dat is ook voor die streek extreem koud. Een temperatuur rond -50 is normaal voor januari in Werchojansk en omgeving; maar dat ligt in het oosten van Siberië bij de poolcirkel; en dat is wel erg ver weg.

Het Siberische hogedrukgebied gaat zich nu via een omweg, over Nova Zembla, met het weer in Europa bemoeien. Zoals gezegd, het begint met binnen vallen van een massa zeer koude lucht in Rusland en Finland. De strenge kou, zo laat het zich nu aanzien, zal tot in Polen en op de Balkan oprukken. De grote vraag is: wat zal het ons opleveren? Daarover is weinig met zekerheid te zeggen. We zullen de ontwikkelingen met aandacht volgen.

Zoals ik het nu zie, wordt dit het sluitstuk van een ontwikkeling die al vele weken bezig is. Heel geleidelijk is de kou Europa genaderd; de Russische beer steekt nu de Oeral over en bezorgt binnenkort een deel van Europa koude rillingen. Hoe de rillingen bij ons zullen uitpakken, weten we niet. We hopen maar op een gunstige ontknoping van deze thriller.

pijl terug

Winterbulletin no 20 door Cees van Zwieten

(10-1-2006)

Uitzicht.

Hier en daar hoor ik al stemmen die zeggen : het is gedaan met de winter, waardeloze kaarten, uitzichtloos, het wordt nooit meer winter. Op de weerfora klinken al weer de klaagzangen over horrorkaarten, gele terrorist en dodenrug 1). In hun wanhoop schrijven sommige winterliefhebbers deze winter nu reeds af. Volkomen ten onrechte lijkt me, en de historie bewijst dat.

Hoe was het ook weer in 1991? De winter had tot eind januari vrijwel niets gepresteerd; het koudegetal stond op 10 januari op 0,5 en op 28 januari nog maar op 2,0. Half januari had het wel lichtjes gevroren, maar dat stelde weinig voor; zoiets als de afgelopen dagen. Op 29 januari begon een oostelijk stroming, die koude vrieslucht ons land binnen voerde. Rond 6 februari bereikte ons zeer koude lucht uit Rusland en daarmee begon een koudegolf die t/m 11 februari duurde. Daarna viel er nog een week lang regelmatig sneeuw. Pas op 21 februari werd de vorst definitief verdreven. Ik tel naar schatting 12 schaatsdagen.

In 1986 stond het koudegetal op 31 januari op 37,8. De kou zat in november en in een korte vorstperiode rond de jaarwisseling. Hier en daar kan het ijs net dik genoeg geweest zijn, maar er viel in die periode ook sneeuw. Het was meer kwakkelkou dan een fraaie vorstperiode. Wat kon de winter ons nog brengen? De wind zat al wel in de oosthoek op 31 januari, een hogedrukgebied boven Noord Rusland en een lagedrukgebied bij Oost Spanje zouden die stroming wel in stand houden. Echte kou was er niet in de buurt, die zat ver weg verstopt achter de Oeral. Het vervolg kennen we: ongeveer 24 schaatsdagen en een elfstedentocht.

En hoe verliep het in 1956? December was iets te zacht geweest en januari kwakkelde voort. Het koudegetal stond op 29 januari op 6,5 en dat is nog minder dan wat we nu te pakken hebben. We dachten al weer een heuse kwakkelwinter te beleven. In de periode 26 t/m 30 januari werd de weerkaart volledig gereorganiseerd : sterke drukstijgingen boven Noorwegen, Spitsbergen en Nova Zembla brachten een groot koudegebied met zeer strenge vorst boven het noorden van Rusland in beweging. Op 30 januari lag de kern van een krachtig hogedrukgebied met een druk van 1046 hPa boven het noorden van Scandinavië. Toen de druk boven het Middellandse Zeegebied ook nog eens flink daalde bulderde de Siberische kou op 31 januari ons land binnen; op 1 februari bleef in vrijwel het hele land de temperatuur in de middag onder -10. Een extreem koude februari volgde.

Twee jaar daarvoor kwam de winter ook laat op gang. Tot eind januari was er niet veel te beleven geweest; het koudegetal stond op 15,6 op 22 januari. Pas op 23 januari begon er een vorstperiode, waarin het langdurig bleef vriezen. In een koudegolf van 12 dagen kwam 10 maal strenge vorst voor; er kon ongeveer 14 dagen geschaatst worden en de elfstedentocht op 3 februari leverde Jeen van den Berg een record op, dat tot 1985 zou stand houden. Zijn gemiddelde snelheid bedroeg 26,4 km/uur. Evert van Benthem verbeterde dat in 1985 met een tempo van 29,2 km/uur.

Tenslotte waren er ook en paar kleine wintertjes, zoals 1959 en 1978, waarin de vorstperiode pas op respectievelijk 5 en 8 februari begon. Uit beide winters kan ik mij schaatsen herinneren; in 1959 kwam daarbij langdurig mist voor; een verschijnsel dat niet zo vaak voorkomt. Heel bijzonder was het om te zien hoe een week lang alle bomen en struiken wit waren. Geen sneeuw, maar toch een beetje een witte wereld.

1) Dodenrug : een rug van hoge druk over West Europa die in de zomer zeer warm weer veroorzaakt. De term verwijst naar de extreme hittegolf in augustus 2003.

pijl terug

Winterbulletin no 19 door Cees van Zwieten

(6-1-2006)

Grote onzekerheid.

Schaatsliefhebbers volgen nu met toenemende bezorgdheid de ontwikkelingen in het weer. In de afgelopen nacht en ochtend heeft het alleen in het zuiden van het land gevroren. Vliegveld Beek bij Maastricht noteerde een minimum van -2,6°C. Uit het noorden wordt hier en daar wat motsneeuw gemeld bij een temperatuur even boven 0. Is dit een krachteloze winter? Lukt het niet meer dit jaar?

Het is veel te voorbarig om de bovenstaande vragen met JA te beantwoorden. Gun een winter als deze de tijd. De vorst van deze periode stelt helaas weinig voor, maar wat zegt dat over het vervolg? Terwijl gisteren en eergisteren de algemene verwachting was, dat het na maandag zachter zou worden, nu bestaat daarover weer onzekerheid. De EPS-pluim, bij het KNMI te vinden, geeft voor de periode na maandag een enorme diversiteit. In de ijspluim zien we dat terug; de leden van het ensemble waaieren uit, van water van 4° tot ijs met een dikte van 13 cm op 15 januari.

Op korte termijn weten we waar we aan toe zijn. Een beetje vorst zonder noemenswaard ijs. Op de langere termijn moet de winterliefhebber maar enig geduld oefenen. Deze winter beschouw ik als een architect, die zijn tijd neemt om tot een goed ontwerp te komen. Een paar schetsen hebben we in november en december al gezien. Als de tekenen niet bedriegen, is het ontwerp thans gereed en wordt de grond bouwrijp gemaakt. Ik meen zelfs de heimachines en betonvlechters in de verte te zien. Het werkelijke bouwen aan een mooie winter kan dus nog in januari beginnen. De institutionele verwachters verkeren intussen in grote onzekerheid.

pijl terug

Winterbulletin no 18 door Cees van Zwieten

(4-1-2006)

Tweede herkansing.

Het wil nog niet echt met de winter. Ook al kondigde Gerrit Hiemstra een vorstperiode aan, die waarschijnlijker wat langer zou duren, de grote kou blijft afwezig. Het zal de komende dagen hoogst waarschijnlijk alleen in de nacht en ochtend licht vriezen. Hier en daar matige vorst is niet uit te sluiten, waarbij het zuidwesten maar niet moet rekenen op meer dan een paar graden vorst. Overdag komt de temperatuur dus iets boven nul. De ijsaangroei zal dan ook niet snel gaan.

Over de ijsaangroei is het KNMI vrij pessimistisch. Meer dan een paar cm zou er volgens de operationele verwachting (rode lijn) niet in zitten. We moeten er zelfs op rekenen, dat de vorstperiode in de loop van volgende week op z’n eind loopt. Daarmee zou dan deze eerste herkansing van deze winter voorbij zijn. Nog niet alle hoop is dan verloren, want op langere termijn, bijvoorbeeld in de derde decade van januari zou het bij wijze van tweede herkansing wel kunnen lukken.

Intussen is december met een gemiddelde van 4,0°C precies volgens de normaal van 1971 t/m 2000 verlopen. Wel bracht december wat winters weer, met name in de laatste week. Te weinig voor schaatsen helaas. Maar bedenk : we schrijven de winter niet af voor het half februari is.

pijl terug

Winterbulletin no 17 door Cees van Zwieten

(2-1-2006)

De spanning stijgt.

Soms vraag ik mij af, of het tegenwoordig met al die computermodellen nu leuker of minder leuk is geworden dan vroeger. Wat hebben we niet in spanning gezeten of het na morgen zou gaan vriezen, of de dooi morgenavond echt zou invallen, etc. En dan waren er ook nog de verrassingen van geheel ander weer dan de vorige avond nog werd aangekondigd.

Ik kijk naar buiten en zie een grijze lucht. Oninteressant weer eigenlijk, met temperaturen die een beetje rondlummelen bij de normale waarden. Geen zon, geen neerslag en weinig wind. Vroeger zou de verwachting slechts luiden : morgen hetzelfde weer. De spanning begon pas als het KNMI repte van drukstijgingen die plaats vonden, bv boven Scandinavië, waardoor de kou in Oost Europa in beweging kwam. Nu zien we zoiets drie tot vijf dagen van te voren al aan komen, en soms eerder. Als het dan eenmaal zover is met die drukstijgingen, lijkt de spanning er al helemaal af.

Het winterweer wordt er niet minder mooi van, maar het moment van de grootste spanning is verschoven. En die spanning is er nu, want nog steeds laten alle weermodellen de ontwikkeling zien van een hogedrukgebied boven Scandinavië en Noordwest Rusland. Het Azorenhoog strekt zich eerst over de Britse eilanden uit naar het noordoosten. Tegelijkertijd komt er vanuit het noordpoolgebied een zwak hogedrukgebied over Spitsbergen naar het zuiden afzakken; daardoor stroomt een nieuwe hoeveelheid poolkou over Rusland uit in de komende week. Tenslotte ligt er nog steeds een tot nu toe honkvast hogedrukgebied boven het zuidwestelijk deel van Siberië.

Het ziet er naar uit dat van de drie genoemde druksystemen het Siberische deel gaat wegvallen; uit de andere twee druksystemen zal waarschijnlijk een sterk hogedrukgebied ontstaan, waarvan de kern boven noordwest Rusland komen te liggen. De grote vragen zijn op dit moment : hoe noordelijk komt de kern van het hogedrukgebied te liggen en in welke mate breiden luchtdrukdalingen zich over Zuid Rusland en de Balkan uit.

Details in de ontwikkeling zullen bepalen of de zeer koude lucht over Rusland onze kant op kan komen. Daarover bestaat nog geen enkele zekerheid en de verschillende modellen zijn het ook niet 100% eens. De verwachting is, dat in de komende week de temperatuur omlaag gaat, met lichte vorst in de nacht. Wat er in het weekend gaat gebeuren, is nog steeds onzeker. Het Amerikaanse model is nog steeds volhardend in een winterscenario. Het tovert ons al dagen een winterse setting voor, die volgens hun 14-daagse vooruitblik ook op lange termijn zal blijven bestaan en zelfs verscherping van de kou zal opleveren. De spanning stijgt, het bloed gaat sneller stromen, we gooien er met de schaatsvoorbereiding maar een schepje bovenop!

pijl terug

Winterbulletin no 16 door Cees van Zwieten

(1-1-2006)

Herkansing.

Er gaan geruchten, en er zijn modellen die zinspelen op terugkeer van de kou in de loop van de komende week. Een mogelijke omslag rond Driekoningen (6 januari) kan ons niet onbekend voorkomen: veel winters laten omstreeks die datum een omslag zien, is het niet naar koud winterweer, dan wel naar dooiweer. Er zijn uit de recente geschiedenis vele voorbeelden.

In 2003 begon op 4 januari een vorstperiode; in 1996 trad op 7 januari de dooi in; in 1995 kwam een zwakke vorstperiode ten einde op 8 januari; in 1993 viel de dooi in op 5 januari; in 1987 begon de vorstperiode op 7 januari en viel de arctische kou op 10 januari binnen; in 1986 werd een koude periode, die op 27 december was begonnen, op 10 januari beëindigd door krachtige westcirculatie; in 1985 begon de vorstperiode op 2 januari en viel op 4 januari zeer koude lucht ons land binnen.

De bovengenoemde singulariteit (kalendergebonden klimaatverschijnsel) gaat zelfs op voor grote winters als 1942 en 1963. Ik denk niet, dat er veel lezers zijn, die zich de winter van 42 herinneren. Uit de boeken blijkt, dat de vorst aarzelend binnen kwam op 6 januari. Vanaf 10 januari begon de lange en extreem koude vorstperiode. In 1963, bij enkele lezers bekend uit de herinnering, viel zowel een schijnbaar geslaagde dooiaanval als een zich herstellende winter rond die tijd. Vanuit dit gezichtspunt zou je kunnen zeggen, dat de zeer strenge winter van 1963 hier al zijn grootheid toonde, door de dooiaanval op 5 januari te overleven: de kou kwam al weer terug in de loop van 6 januari en er volgde kort op elkaar twee koudegolven, met 17 en 18 januari als ijzig dieptepunt.

Afgelopen vrijdag beleefde Nederland een echte sneeuwjacht. Voor velen erg lastig en anderen een bron van plezier. Het KNMI was er vrijdagochtend op tijd bij met een weeralarm; wat niet verhinderde dat een aantal mensen in de problemen kwam door vastlopen van het openbaar vervoer. Zo’n sneeuwjacht is altijd weer prachtig om te zien; een echt winterse situatie die in mijn visie laat zien, dat de sneeuwstorm van 25 november geen ongelukje was. Ik denk, dat we op meer sneeuw kunnen rekenen.

Het wordt spannend de komende week! Ik kan iedereen aanraden om de komende dagen de berichten te volgen, want alle atmosfeermodellen gaan in de richting van een herstel van een hogedrukgebied op het noordelijk deel van het continent. Deze uitdrukking is rijkelijk vaag, maar dat resulteert dan ook in onduidelijkheid van de verwachtingen. De wijze waarop de drukstijgingen tot stand komen, lijkt me cruciaal voor het weer van pakweg over een week; misschien is het zelfs cruciaal voor het verloop van deze winter.

Volgens het Europese model (ECMWF) zal de druk boven Scandinavië stijgen; er ontstaat dan een nieuwe kern boven Finland en later boven Rusland. Het oude Russische hoog, dat veel te zuidoostelijk lag, is dan verdwenen. Op zich zou deze ontwikkeling meer ruimte moeten geven voor koude lucht om naar het westen te vloeien. Nog steeds echter ligt het nieuwe hogedrukgebied niet gunstig voor aanvoer van zeer koude lucht bij ons; bovendien geeft de EPS-pluim aan, dat er grote onzekerheid is op de termijn van een week. Een aanzienlijk deel van de leden van het ensemble gaan in de richting van normale temperaturen vanaf vrijdag.

Het Engelse model (UKMO), voor zover nu beschikbaar, laat iets minder uitgesproken drukstijgingen boven Scandinavië zien en ondersteunt een terugkeer van de winterkou dus niet zo duidelijk. Het Duitse model (GME) lijkt de visie van ECMWF te ondersteunen. Het Amerikaanse model (GFS) is het meest uitgesproken in zijn winters scenario. In de hoofdrun van dit model ontstaat een krachtig hogedrukgebied boven Finland. “Achterom” stroomt dan zeer koude lucht in de richting van West-Europa. Al dagen zinspeelt GFS op winterse ontwikkelingen in de komende week; daarbij worden de winterse oplossingen steeds meer uitgesproken. Ook hier is een “maar” op zijn plaats: de leden van het GFS-ensemble vertonen grote verdeeldheid wat betreft de situatie op 7, 8 en 9 januari. De koude hoofdrun wijkt dan sterk af van de rest van het ensemble.

Het zou mooi zijn, als het zou gaan gebeuren in de komende week. De winter moet nu maar eens aantonen wat hij waard is. Blijft het bij een kwakkelige kou of komt er iets moois tot stand over een week? Het is inmiddels duidelijk, dat de in mijn winterverwachting genoemde timing niet klopt; de eerste koudeperiode van 23 december tot 5 à 10 januari is er niet gekomen. Een herkansing komt er nu aan; en er is nog alle ruimte voor de winter na 7 januari.

Ik wens alle lezers een goed jaar toe; en natuurlijk veel vorst met een elfstedentocht. Ik hoop op dat laatste om diverse redenen; niet in de laatste plaats omdat uw winterweerman dit jaar tot de gelukkige ingeloten behoort.

pijl terug

Winterbulletin no 15 door Cees van Zwieten

(30-12-2005)

Sneeuw en ijzel

Daar komt het "vuil" van deze winter al weer binnen. Nee, ik ben natuurlijk geen sneeuwhater. Integendeel: eergisteren zocht ik speciaal Appelscha uit als sneeuwrijke splaats om even te vertoeven. Het begrip vuil staat hier voor een te veel aan winterse neerslag, waardoor een winter de kwalificatie "vuile winter" krijgt. Een schoolvoorbeeld van een vuile winter was 1978-1979; waarin het maar niet lukken wilde met de elfstedentocht vanwege het "vuil".

Wat er aanvankelijk uit zag als een kleine vorstperiode met mogelijk wat ijsvorming van belang, is vooral een sneeuwperiode geworden. Wel kwam hier en daar matige vorst voor, tot -9 plaatselijk in het noordoosten, maar het algemene beeld van de laatste dagen was toch meer licht winters dan serieus winters.

In een groot deel van Europa viel op uitgebreide schaal sneeuw, tot in Italië en Spanje toe. Ook een deel van Nederland kreeg zijn portie, vooral het noorden van het land. In dit soort situaties valt het zuidwesten van het land vaak buiten de boot. Zuid Holland lijkt dan wel de enige plek in West Europa waar nauwelijks of geen sneeuw valt. In de afgelopen nacht is er dan toch nog hier en daar, bijvoorbeeld in Den Haag en omgeving, een paar cm bij gekomen.

Intussen schuift een oceaandepressie in onze richting; de wind wakkert daarbij flink aan uit zuid tot zuidoost. Daarmee wordt koude lucht aangevoerd. Het zal bij ons leiden tot sneeuwval bij harde wind, wat doorgaans aangeduid wordt met sneeuwstorm of sneeuwjacht. Het zal mooie winters plaatjes opleveren met sneeuwduinen; voor het verkeer zal het veel overlast geven. Niet alleen sneeuw zal er vallen, ook is er grote kans op ijzel die in de loop van de avond het zuidwesten van het land kan bereiken. Het KNMI heeft een weeralarm uitgebracht.

Sneeuwjacht: grote overlast luidt het alarmbericht van het KNMI, met daarbij de volgende toelichting:
Een gebied met sneeuw heeft inmiddels Zeeuws-Vlaanderen bereikt en trekt vervolgens noordoostwaarts. Halverwege de avond bereikt de sneeuw het noordoosten. Daarbij staat een krachtige, langs de kust harde zuidoostenwind die in de kustprovincies in de loop van de middag aanleiding kan geven tot SNEEUWJACHT.
Vanavond gaat het van het zuidwesten uit ook IJZELEN. De voorste begrenzing van de zone met IJZEL ligt rond middernacht op de lijn Den Helder - Nijmegen.

Het reizen per trein na 16 uur wordt afgeraden. De vraag die bij mij opkomt is dan : hoe dan wel met dat weer? De bedoeling is duidelijk: ook de spoorwegen zullen hinder ondervinden van het winterweer. Vastgevroren wissels en koppelingen, met als gevolg vertragingen en uitvallen van treinen; we kennen dat van eerdere situaties in het verleden. Daartegen kan de NS zich kennelijk niet wapenen. Maar mogen we misschien in de elementen ook nog een keer onze meerdere moeten erkennen?

Voor de schaatser is er nog steeds niets te beleven. Veel ijs ligt er niet en de ijspluim van het KNMI geeft zelfs 0 cm ijs aan op dit moment. Wat er in de volgende week gebeurt, is opnieuw erg onzeker. Er is een kans op terugkeer van de kou; het KNMI houdt het vooralsnog op 70% kans op ongeveer normale temperaturen.

Het ziet er naar uit dat we serieus rekening moeten gaan houden met een vuile winter. Tot nu toe komt een droge vorstperiode niet van de grond; en na morgen kunnen we terugzien op een periode met veel winterse neerslag. Zou dat zo blijven, dat gemodder met lichte vorst, sneeuw en ijzel? Voorlopig geven de weerkaarten weinig hoop op een grootse kou-inval; het Russische hogedrukgebied ligt als maar dwars, door zijn te zuidelijke ligging. Laten we hopen op betere tijden, met een winter die op tijd uit een ander vaatje gaat tappen.

pijl terug

Winterbulletin no 14 door Cees van Zwieten

(27-12-2005)

Winterse dagen

De winter is binnen. Vrijwel overal in het land ligt de temperatuur onder 0, met minima die variëren van -0,2 in Den Helder tot -6,3 in Eelde. Plaatselijk kan boven de sneeuw een nog iets lagere waarde gemeten zijn. Sneeuw is er nu vooral gevallen in het noorden van het land; plaatselijk ligt er een sneeuwdek tot 10 cm. Intussen komen nieuwe sneeuwbuien uit Duitsland ons land binnen; laten we hopen dat die buien tot in het westen een sneeuwdek verzorgen.

De sneeuwontwikkeling hangt samen met een kleine storing met zeer lage temperaturen in de bovenlucht. Deze storing trekt vandaag over ons land richting Frankrijk. Later wordt dit systeem opgenomen in een depressie bij Italië. Deze depressie gaat iets activeren en trekt in de loop van de week in de richting van Zuid Zweden en Denemarken. Voor ons is dat geen gunstige ontwikkeling, omdat de wind dan naar noord of noordwest gaat draaien. Daardoor neemt de vorst later in de week weer af.

Voorlopig hebben we te maken met een paar echt winterse dagen met minima tussen -3 en -7 en maxima rond het vriespunt. De ijspluim van het KNMI ziet er weer slechter uit dan gisteren; de vorst pakt iets minder uit dan in voorgaande dagen was verwacht; bovendien moet de vorst eerst de watertemperatuur doen dalen tot 0°; daar is kennelijk nog twee dagen voor nodig. Op termijn is alles heel onzeker. De operationele run van het ensemblemodel geeft een voorzichtige terugkeer van de kou aan, terwijl vrijwel alle members van het ensemble voor dooi gaan. We wachten maar weer even af.

pijl terug

Winterbulletin no 13 door Cees van Zwieten

(26-12-2005)

Genieten

Een tweede kerstdag vol verwachting. De dag is hier, na een buitje in de nacht, vrij zonnig begonnen. Maar wat een mooie verwachting: vanmiddag zal in het noordoosten de koude vrieslucht binnenstromen en in de loop van de avond en nacht ook elders in het land. Een kleine depressie beweegt over Duitsland naar het zuidzuidwesten. Bij de depressie behoort een gebied met neerslag; eerst valt dit in de vorm van regen en natte sneeuw maar na het binnendringen van de koude lucht zal er overal droge sneeuw vallen. Het is zelfs mogelijk, dat er in een strook in het noorden van het land veel sneeuw gaat vallen, doordat een buienstraat met sneeuwbuien enige tijd blijft hangen. Volgens het KNMI komen de Wadden, Friesland en Noord-Holland daarvoor het meest in aanmerking.

Een mooie dag, die doet terug denken aan mooie tweede kerstdagen in het verleden. In de laatste winter van formaat, de elfstedenwinter van 96-97, vond op 1e kerstdag 1996 de eerste mislukte aanval op de vorst plaats; in de ochtend van 25 december viel in Rotterdam 1 cm sneeuw, waarbij in de middag de temperatuur iets boven 0 kwam. Op 2e kerstdag scheen de zon weer uitbundig en zette Thialf weer een stap voorwaarts. Daarna werd hij getergd door een korte maar opvallende dooi om de noord op 29 december, om vervolgens met volle kracht door te zetten.

In de elfstedenwinter van 85-86 beleefden we ook een bijzondere 2e kerstdag. In de loop van de avond draaide de wind, onder invloed van een over ons land trekkende depressie, naar het noordwesten en voerde koudere lucht aan. Ik zie me nog bij mijn ouders regelmatig kijken op de thermometer op het balkon. In de loop van de avond ging het omlaag van een graad of 7 naar 2°C. Op de terugweg naar huis reden we door de natte sneeuwbuien. Er volgde een korte vorstperiode; en bij ons viel een lekker pak sneeuw. De vorst was te weinig voor serieuze schaatsactiviteiten en de winter kwakkelde nog wat voort tot 10 januari. Wat er vanaf ruim drie weken daarna gebeurde weten we allemaal.

Tweede kerstdag 1981 is een heel ander verhaal. De koudeperiode was toen al vrijwel voorbij. Er lag toen in een groot deel van het land een dik pak sneeuw. Het was de laatste witte kerst die De Bilt registreerde. Zoals bekend, noemt het KNMI een kerst wit als op beide dagen in de ochtend een gesloten sneeuwdek van minstens 1 cm wordt gemeten. In De Bilt dan wel te verstaan.

Staan we nu aan het begin van een serieuze vorstperiode? De komende dagen kunnen we nachtelijke temperaturen rond -5 verwachten met overdag temperaturen rond het vriespunt. Eén of twee ijsdagen behoren tot de mogelijkheden, waarbij de ijsaangroei vanaf woensdag kan beginnen. De ijsverwachting van het KNMI is nog niet zo geweldig, minder zelfs dan twee dagen geleden. Verschillen per regio zullen er wel zijn : bij een winddraaiing naar noord of west hebben het midden en zuidoosten de beste kansen.

Nog steeds laten de modellen de temperatuur aan het eind van de week weer stijgen. Alle modellen laten op termijn van een week een krachtig hogedrukgebied verschijnen bij de Oeral. Kleine variaties in de kracht en de positie van dit hogedrukgebied kunnen grote verschillen uitmaken voor het weer op de lange termijn. Ik heb de indruk, dat de onzekerheid van de verwachtingen op een termijn van 5 dagen al te groot is; de modellen hebben nogal wat moeite met deze situatie. We zullen dus maar weer afwachten wat er gaat gebeuren en intussen genieten van de inval van de winter.

pijl terug