schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact
Archief oude bulletins

Winterbulletin no 38 door Cees van Zwieten

(13-3-2006)

Afgesloten

De winter blijkt inderdaad grote moeite te hebben met afscheid nemen. In de vorige koude-periode in de eerste dagen van maart kwam het op uitgebreide schaal in ons land tot sneeuwval. Daarna beleefden we opnieuw op 4 maart een zeer koude nacht met op sommige plaatsen in het land strenge vorst. Vooral in Flevoland en Twente was het raak. Mariënberg meldde een minimum van -12,8°C en Lelystad -10,8°C (Bron: Jan Visser).

In een vorig bulletin schreef ik, dat de spectaculaire winterperiode van maart 2005 niet voor herhaling vatbaar was. Nu zien we toch, dat de huidige koudeperiode op die van 2005 is gaan liijken. Veel sneeuwval en zeer lage temperaturen op 4 maart. Bovendien zat de langste vorstperiode van de winter aan het eind : van 23 februari t/m 7 maart, een serie van 13 vorstdagen (minimum onder 0). Vorig jaar zat de langste periode ook met 13 vorstdagen aan het eind en wel van 22 februari t/m 6 maart.

Dat de winter geen afscheid genomen heeft, dat hebben we dit weekend geweten. Zaterdag was koude lucht uit Scandinavië heel ons land binnen gestroomd. De koude luchtlaag is vrij dik, waardoor de zon de temperatuur niet ver boven het vriespunt uit kan krijgen. Bovendien vielen er zaterdag sneeuwbuien bij temperaturen rond of iets onder 0. Het gaf bij zonsondergang een echt wintergevoel.

Zowel zaterdag als zondag (12-3) is het in het noordoosten van het land de hele dag blijven vriezen; ijsdagen dus en dat is erg laat in het seizoen. Bovendien beleefden we opnieuw zeer koude nachten met in de vroege zondagochtend hier en daar strenge vorst. In Twente ging het kwik onderuit naar -10,2; een welk erg lage waarde voor midden maart. Voor meer informatie over de maartkou zie het bericht van het KNMI daarover.

Het koudegetal sprokkelt nog punten bij elkaar in deze maartkou. In De Bilt telden we zaterdag 0,3 en zondag 2,4 punten. Het koudegetal voor De Bilt staat nu op 29,9; daar zal nog iets bij komen, waardoor we net boven de 30 uitkomen. Daarmee zal deze winter ongeveer gelijk eindigen met de winter van vorig jaar, die uit kwam op 32,4. Door het vrijwel uitblijven van echt zacht weer is het gemiddelde van de wintermaanden dit jaar beduidend lager dan vorig jaar. Deze winter gaat daarmee de boeken in als iets aan de koude kant. Opmerkelijk daarbij is, dat we vanaf 14 november tot heden geen hogere temperatuur gezien hebben dan 11,2°C; dat lijkt een record te zijn of te gaan worden. In die periode kwam het kwik op slecht 5 dagen boven de 10° uit.

Het zal duidelijk zijn, dat de maartkou voor de vorming van schaatsijs geen enkele betekenis had. Daarmee voegt maart, ondanks de inmiddels opvallende kou, zich in het beeld van de winter : wel vorst maar geen ijs. We kunnen als schaatsers deze winter dus als afgesloten beschouwen. Op naar de lente, die misschien nog even op zich laat wachten. Ook de bloeiende natuur moet wachten en is naar mijn schatting een week of twee achter op het normale schema. Des te mooier zal het zijn als het voorjaar echt begint en ik moet toegeven, dat ik er naar uit zie.

pijl terug

Winterbulletin no 37 door Cees van Zwieten

(3-3-2006)

Afscheid

Opnieuw komt de winter op het allerlaatst ons land binnen met sneeuwval van formaat. Het was kermis in de atmosfeer, met boven de Bilt op ruim 5 km, in het 500 hPa-vlak, een temperatuur van -41°. Door de grote onstabiliteit die dat met zich mee brengt, kwam de atmosfeer in heftige verticale beweging en ontstonden er talrijke sneeuw- en hagelbuien.

Op veel plaatsen viel een behoorlijke hoeveelheid sneeuw en hier en daar zelfs veel; zo werd in Elburg gisterenochtend (2 maart) een sneeuwhoogte van 25 cm gemeten. Gisterenavond en vannacht was een groot deel van Zuid Holland aan de beurt; uit pittige sneeuwbuien, met hier en daar onweer, viel een aantal centimeters sneeuw; hier in Rotterdam ongeveer 4 cm.

In mijn vorige bulletin sprak ik van een wind uit zee, waardoor de sneeuw in het westen veelal nat zou zijn. Dat is zelfs dicht bij de kust meegevallen; er viel meest droge sneeuw en hagel; wel deed de vrij krachtige wind, gecombineerd met een al sterker wordende zonnestraling, de sneeuw overdag snel smelten. Vandaag is de wind vrijwel weggevallen en ging de deur voor een pak sneeuw wijd open. Vanochtend ontstond in een groot deel van het land mist en blijft de temperatuur nog lang onder het vriespunt.

In een groot deel van het land is vannacht en/of vanochtend matige vorst gemeten. Rotterdam kwam tot -5,5°C en De Bilt tot -6,4°C. Zelfs Terschelling deed mee met –6,3°C. De Bilt registreerde daarmee de 7-de dag met matige vorst. Een schrale oogst voor een hele winter en dat is typerend voor dit seizoen : weinig echte kou. Omdat het ook zelden echt zacht was, kwam de gemiddelde temperatuur over de drie wintermaanden in De Bilt iets beneden normaal uit: een gemiddelde van 2,8°C tegen 3,3 normaal. Meer informatie over de wintermaanden is te lezen in het overzicht van het KNMI.

Vandaag trekt een depressie met veel sneeuw over België en Noord Frankrijk naar het oosten. Het zuiden van ons land kan nog wat van die sneeuw mee krijgen. Vooral zuid Limburg krijgt een aantal centimeters te verwerken. Vanaf morgen keren de sneeuwbuien vanaf de Noordzee weer in terug; de wind draait dan weer naar het westen of noordwesten en de bovenlucht wordt tijdelijk weer iets kouder. Na het weekend wordt het geleidelijk iets minder koud; of we dan direct doorstomen naar de lente is nog de vraag. De winter heeft nog wat moeite met afscheid nemen.

pijl terug

Winterbulletin no 36 door Cees van Zwieten

(27-2-2006)

Niet voor herhaling vatbaar

Langzaam shuffelt er wat kou ons land binnen. Boven een sneeuwdekje vroor het vanochtend matig in uiterste noordoosten van ons land. Nieuw Beerta meldde -7,9°C. De koude arctische lucht begint vanuit het noorden terrein te winnen. Een depressie, tot op grote hoogte gevuld met koude lucht, gaat voor anker in het Noordzeegebied. Dat betekent, dat voor ons land de kans op sneeuw of natte sneeuw de komende dagen groot is. Plaatselijk kan het dan in de nacht of ochtend matig vriezen. Veel heeft dit voor ijsvorming niet om het lijf, want de gemiddelde etmaaltemperatuur ligt te hoog.

De kou in de bovenlucht lijkt wel opvallend te worden in de komende week. Temperaturen tot omstreeks -40° worden boven ons land verwacht op een hoogt van ruim 5 km. Meteorologen bepalen de temperatuur in vlakken van gelijke luchtdruk; zo is het vlak van 500hPa altijd een referentievlak. In kaarten wordt de temperatuur in dat vlak aangegeven. De hoogte varieert enerzijds doordat de gronddruk niet overal gelijk is en anderzijds doordat in koude lucht de druk naar boven toe sneller afneemt dan in warme lucht. In hogedrukgebieden ligt het 500 hPa-vlak in de zomer soms op bijna 6 km, in de winter kan het in koude lagedrukgebieden dalen tot ongeveer 5 km en in de poolgebieden zelfs lager.

Wat we de komende dagen zullen zien, is een daling van het 500 hPA-vlak tot ongeveer 5100 meter en een temperatuur daarin van rond de -40°. Eén van de gevolgen hiervan is, dat de atmosfeer zeer onstabiel wordt, vooral boven het zeewater. Die onstabilitiet kan leiden tot de ontwikkeling van zware buien en de lage temperatuur maakt de kans op sneeuw daarin zeer groot. Met geen mogelijkheid is te zeggen hoeveel sneeuw er zal vallen en waar. Bovendien zal de wind uit zee blijven waaien, waardoor in de westelijke kuststreken de sneeuw waarschijnlijk nat zal zijn bij temperaturen van een paar graden boven 0.

Een periode van koud weer met winterse neerslag zal waarschijnlijk tot en met het volgende weekend duren. De operationele run van KNMI (zie ook de ijspluim) geeft zelfs een zeer koud weekend aan met temperaturen van -10 of lager in de nacht van zaterdag op zondag. Je zou bijna zeggen dat het op een herhaling van 2005 lijkt. Er is echter geen reden om op een zo zware sneeuwval te rekenen. Ook die extreme koude in de nacht van 3 op 4 maart 2005, met op grote schaal zeer strenge vorst, lijkt niet voor herhaling vatbaar.

Intussen gaan mijn gedachten nog wel vaak terug deze dagen naar het vorige jaar. Prachtige winterse toestanden beleefden we toen vanaf 27 februari, met alhier die schitterende arctische sneeuwbuien bij vorst overdag op de 27-ste. En de daarop volgende winterse week met veel sneeuw en extreme kou waren om in te lijsten voor de winterliefhebber. De stroming waarmee alles toen begon was anders dan vandaag. De kou kwam toen nadrukkelijk uit het noordoosten en niet over zee, zoals deze dagen.

pijl terug

Winterbulletin no 35 door Cees van Zwieten

(23-2-2006)

Niet voorbij

Vanochtend viel er hier een klein beetje zeer lichte sneeuw, te weinig om sporen achter te laten. En dat bij een temperatuur van ongeveer een halve graad onder nul. Niet spectaculair, maar toch een klein beetje winter. Tussen een hogedrukgebied tussen Schotland en IJsland en een groot depressiegebied in het zuiden van de Middellands Zee stroomt met noordoostelijk wind vrij koude lucht naar ons land.

In de komende dagen gaat er iets veranderen in de luchtdrukverdeling. Het hogedrukgebied ondergaat versterking in de omgeving van Groenland, terwijl een groot depressiegebied in het poolgebied zich gaat verplaatsen naar Scandinavië en Finland en later ook naar onze omgeving en midden Europa. Als gevolg van deze ontwikkeling ontstaat er een lange stroming van arctische lucht naar West Europa. Daarbij nemen de sneeuwkansen na het weekend aanzienlijk toe. De temperaturen zullen doorgaans overdag iets boven 0 zijn en ’s nachts iets daaronder. Mocht het boven een sneeuwdek opklaren, dan kan het hier of daar tot matige vorst komen.

Ik kom terug op mijn verhaal over de koudegolf van Vlissingen in februari 1956. Alwin Haklander, van de site NLweer, wees mij in verband met de metingen van Vlissingen op het volgende : Voor de meetreeks van Vlissingen is tijdelijk, van 15 augustus 1947 t/m 29 april 1958, uitgeweken naar West Souburg (een stukje landinwaarts), wat een ander licht werpt over de -19.6°C die we op 21 februari 1956 tegenkomen in de temperatuurreeks van Vlissingen.

Dat betekent dus, dat het kouderecord van 1956 niet vergeleken mag worden met de metingen voor 15 augustus 1947 en na 28 april 1958. Er kunnen, zelfs op die paar kilometer waar het hier over gaat, verschillen opgetreden zijn tussen de temperaturen van beide meetpunten. Dat geldt zeker voor nachtelijke temperaturen bij rustig weer. De -19,6° op een station in Zeeland op nog geen 5 kilometer van Zee blijft intussen een uniek gegeven. Een zo lage temperatuur is bij mijn weten ook in Zuid Holland na 1956 niet meer gemeten. De koudegolf, zoals geregistreerd in West Souburg geeft onverkort aan, hoe zeer de kou ook het zuidwesten van ons land in zijn greep had in 1956. Eenzame hoogte, zo’n wintermaand.

pijl terug

Winterbulletin no 34 door Cees van Zwieten

(19-2-2006)

Kleinigheid

We zijn midden februari gepasseerd en nog altijd is er geen sprake geweest van serieus winterweer, zeker niet in het westen van het land. Op een termijn van ongeveer een week komt er geen aanvoer van zeer koude continentale lucht; we kunnen derhalve deze winter als vrijwel afgelopen beschouwen. Voor schaatsen zullen we opnieuw een jaar moeten wachten.

Is dat niet een beetje te vroeg getreurd? Kan het eind februari niet meer vriezen? We weten nog hoe we vorig jaar aan het eind van de maand verrast werden met een partij arctische lucht, die over Scandinavië naar ons toe kwam. We beleefden toen eigenlijk de mooiste periode van de hele winter, met de aantekening, dat dit ruimschoots gold voor het noorden en midden van het land, maar veel minder voor het zuiden.

Het is bijna onvermijdelijk om nog even terug te blikken op de barre februari van 1956. Die maand was extreem koud en dat in het hele land. Hoezeer ook het zuidwesten van de kou profiteerde blijkt uit de registraties van Vlissingen. Kijk eens naar het onderstaande tabelletje van de koudegolf in Vlissingen.

Acht maal achtereen strenge vorst (<-10) en zelfs twee maal zeer strenge vorst (<-15). Zo’n lange serie nachten met strenge vorst was een unicum bij dit zuidwestelijke kuststation. De hele maand telde Vlissingen 16 nachten met strenge vorst waarvan 2 met zeer strenge vorst. Het minimum op de 21-ste van -19,6 is op andere data in de twintigste eeuw niet in de verte benaderd.

Van Rotterdam heb ik geen gegevens uit 1956, maar we mogen aannemen dat het in Zuid Holland gemiddeld nog iets kouder geweest is dan in Vlissingen. Schiphol had een koudegolf van 18 dagen, van 9 t/m 26 februari, met daarin 13 maal strenge vorst waarvan 6 maal zeer streng. Wat een wintermaand!

In de huidige februarimaand nam, na die paar koudere dagen omstreeks de 12-de, een grote oceaandepressie het heft in handen. Daardoor kwam West europa enige tijd in een zuidwestelijke stroming terecht, waarmee zachte lucht werd aangevoerd. Het kwik kwam in De Bilt op 15 februari zo waar boven de 10°, waarmee het maximum van deze winter, gerekend vanaf 1 december, bereikt werd (zie ook het overzicht 05-06 ).

Genoemde depressie vertoont intussen ongewoon gedrag. In plaats van naar het oosten te trekken, vervolgt de depressie zijn weg in de richting van Frankrijk. Tegelijkertijd stijgt de luchtdruk op de Atlantische Oceaan sterk. Als gevolg van deze ontwikkeling gaat de wind bij ons uit het noordoosten waaien.

Het lijkt er op, dat het seizoen 05-06 vlak voor het vallen van het doek nog iets van winter op het toneel wil brengen. In eerste instantie zien we een probleem : echt koude lucht is er niet aanwezig in het brongebied. Zeer koud is het alleen in het noorden van Scandinavië en het noordoosten van Rusland. De kou wordt zelfs uit Scandinavië verdreven door aanvoer van zachte lucht van zee, gestuurd door een nieuw hogedrukgebied tussen Schotland en IJsland.

Vanaf 25 februari lijkt zich een krachtige noordelijke stroming boven Scandinavië te ontwikkelen onder regie van een hogedrukgebied in de omgeving van IJsland. Het is een ontwikkeling die lijkt op die van de laatste dagen van februari 2005. Of het nu weer tot zo extreem winterse toestanden gaat leiden is niet te zeggen. De kans op sneeuw is in ieder geval aanwezig. Het schaatsseizoen kunnen we beter maar als gesloten beschouwen. Komt er nog een kleinigheid, dan is dat mooi meegenomen.

pijl terug

Winterbulletin no 33 door Cees van Zwieten

(8-2-2006)

Depressie

Het is even stil geweest op deze pagina. Nu was ik zelf ook even stil van de teleurstellende ontwikkelingen in deze winter. En gezien mijn winterverwachting is dat natuurlijk extra hard aangekomen. Ik had eenvoudig veel meer verwacht.

Een soort Tantalus-kwelling was het om te zien, hoeveel strenge kou zo dicht bij ons land aanwezig was. En de winter leek een muur te hebben geplaatst zo ongeveer langs onze oostgrens. Daarachter lag de sneeuw en vroor het regelmatig streng tot zeer streng. We herinneren ons de temperaturen tot beneden -30 in Moskou en beneden -20 in Polen. In de wintersportgebieden is het al lange tijd koud tot zeer koud en er ligt bijzonder veel sneeuw. Sneeuwval werd gemeld uit Portugal en gisteren nog vanaf Sicilië.

Hoezeer de overgang van winter in het oosten naar normaal weer in het westen ook boven ons land te merken was, is te zien in onderstaand overzichtje van de winter tot nu toe. Behalve temperaturen en koudegetal heb ik ook schaatsdagen en ijsdikte vermeld. Deze zijn geschat uit de vorst in de periode vanaf 22 januari. Plaatselijk kan de ijsdikte iets meer geweest zijn, met name in het noordoosten van het land en op ondiep water.

Januari 2006 verliep te koud. In De Bilt kwam het gemiddelde uit op 1,5°C tegen 2,8 normaal. De Bilt telde 22 vorstdagen, waarvan 2 ijsdagen. Het aantal vorstdagen was ver boven normaal, maar doordat de vorst veelal licht was, kwam het niet tot ijsvorming van belang. De laatste opmerking geldt voor het grootste deel van het land. In Twenthe was de kou iets heviger en kwam het nog tot een behoorlijke ijsdikte. Een volledig overzicht is te zien op de website van het KNMI.

De klokt tikt door en daarmee vervliegt langzaam aan de hoop op winterweer in dit seizoen. Dat het alsnog tot een vorstperiode met schaatsijs komt, lijkt me nu al vrij onwaarschijnlijk. Niets is echter uit te sluiten, want het is pas 8 februari. In een week kan er nog veel gebeuren.

Ik kom nog even terug op de zgn Eastonwinter. Zie voor uitleg de winterverwachting en daarin berichten die onder de definitieve verwachting staan (even scrollen). Het ziet er nu naar uit, dat deze winter niet in de categorie “koude winters” zal vallen. De laatste kans om het patroon volgens Easton-Schuurmans te volgen ligt in het volgende seizoen. In de huidige winter is wel gebleken, dat de algemene circulatie belangrijke afwijkingen van de normale situatie vertoonde. Er was veel hogedrukweer in onze omgeving en veel kou sinds midden januari in een groot deel van oost en zuid Europa. Ook in zo’n winter kan het dus nog mis lopen voor ons land.

De vraag die ik mij stel is deze : is het mogelijk, dat in het nieuwe klimaat een blokkadesituatie met winters weer in Nederland veel moeilijker tot stand komt? Anders gezegd : is de kans op een koude oosten- of noordoostenwind kleiner geworden? Ik kan die vraag niet beantwoorden. Het lijkt me wel een mogelijkheid waar we rekening mee moeten houden. De winter van 2006-2007 moet een volgende aanwijzing zijn hoe de zaken liggen. Is die winter niet koud, dan is voor het eerst sinds eeuwen geen koude winter gevallen in de door Schuurmans aangegeven periode rond het Eastonjaar. Dat zou voor mij een aanwijzing zijn, dat de kans op winterweer inderdaad is afgenomen.

In het blad Weerspiegel van de vereniging voor weerkunde en klimatologie verscheen deze maand een artikel van de hand van Wim Leeuwenstein. Hij beschrijft hoe in het weer periodieke verschijnselen (cycli) optreden en gaat na welke mogelijke oorzaken daar achter kunnen liggen. Er blijkt op dit terrein, met voetangels en klemmen, nog veel onopgelost te zijn. Een terrein voor verder onderzoek, zou ik zeggen. Terloops noemt hij de discussie over de Easton-cyclus. Na bespreking van de gewoonte in vroeger tijden om weersverschijnselen te koppelen aan feestdagen, heiligendagen , zon en planeten, schrijft hij :

Andersom is het tegenwoordig wel erg verleidelijk om deze voorspellers maar meteen allemaal, als zijnde overblijfselen uit een achterlijk verleden vol angst en bijgeloof, terzijde te schuiven. Zo zijn er wel degelijk nog genoeg fysische mechanismen met duidelijke regelmaat, op grond waarvan menig meteoroloog voorspellingen baseert met een cyclisch karakter. In dit verband mag ook niet onvermeld blijven de 'Easton'-discussies (Schuurmans, 2004) over de relatie koude winters en de 11-jarige zonnevlekkencyclus.
Gelukkig weer iemand, die niet alle nog onbekende of niet aangetoonde cyclische bewegingen naar het rijk der achterlijke fabelen verwijst, maar de zaak gewoon nog open laat.

In Europa wordt op dit moment de kou naar het oosten terug gedrongen. De vorstgrens ligt nu in het oosten van Polen. De opruiming van kou wordt veroorzaakt door een depressie die over Denemarken naar het zuidoosten trekt. Aan de achterzijde hiervan is de wind naar het noordwesten gedraaid, waarbij onstabiele lucht met buien wordt aangevoerd. De temperaturen liggen nu ongeveer op een normaal niveau met in de middag omstreeks 6°C. Doordat de luchtdruk na het passeren van de depressie in het Noordzeegebied weer flink stijgt, draait de wind naar noord en wordt de komende dagen iets koudere lucht aangevoerd. Daarbij zijn sneeuwbuien mogelijk met lichte vorst in de nacht.

pijl terug

Winterbulletin no 32 door Cees van Zwieten

(2-2-2006)

Rustig

Als een verrassing kwam er gisteren een ijsdag uit de hoge hoed van deze winter. Doordat in de koude luchtlaag aan de grond mist en lage bewolking ontstond, bij een zwakke aflandige wind, kon de zon weinig uitrichten en bleef het op de meeste plaatsen in ons land de hele dag vriezen. Dat was in De Bilt de tweede ijsdag van deze winter. De koude luchtlaag was slechts een paar honderd meter dun; op 500 meter werden temperaturen van omstreeks +10 gemeten.

De ijstoestand zal door deze koude dag weer een lichte verbetering hebben ondergaan. Al moet er bij gezegd worden, dat mistig weer met weinig wind niet de ideale toestand is voor ijsaangroei. Bij droge lucht met wind verliest het ijs veel meer warmte en gaat de ijsaangroei, bij dezelfde temperatuur, sneller. Het is moeilijk om een goed beeld te krijgen van de ijstoestand. In het uiterste westen van het land is de dooi al weer ingetreden bij een zwakke noordwesten wind. In het oosten van het land vriest het nog steeds; daar zou de ijsdikte vandaag weer redelijk op peil kunnen zijn. In het westen is het op het grote water nog steeds niets; in het midden geldt vermoedelijk hetzelfde, zij het met een centimetertje meer. Een ijsbaan zou hier of daar open kunnen gaan.

De vooruitzichten bieden nog weinig hoop op stevig winterweer. Wel komt de kou over Rusland Finland geleidelijk weer naar het westen opzetten. De strenge kou zal het westen van Europa niet bereiken. Op de lange termijn is dat nog wel mogelijk; ook mogelijk is een terugkeer van het halfbakken winterweer zoals we dat de laatste week gezien hebben. Intussen blijven we de komende dagen in deze licht winterse toestand: lichte dooi overdag en plaatselijk lichte vorst in de nacht.

De veroorzaker van het rustige winterweer is een honkvast hogedrukgebied boven west Europa. De kern verschuift de komende dagen naar Engeland; daarbij blijft bij ons een zwakke stroming van zee in stand. Boven Scandinavië ontwikkelt zich een uitloper van een hogedrukgebied met centrum van 1045 hPa boven noordwest Siberië; zeer koude lucht stroomt daardoor over Noord Rusland naar het zuidwesten. Misschien pakken wij daar nog weer een kruimeltje van mee.

pijl terug

Winterbulletin no 31 door Cees van Zwieten

(30-1-2006)

Gedaan

Er is op een aantal plaatsen geschaatst gisteren bij schitterend weer. De ijsdikte was niet altijd om over naar huis te schrijven maar het wintergevoel was er. Zelfs in het westen van Zuid Holland is geschaatst op de ijsbaan van Schipluiden; de ijsdikte was minimaal, maar net voldoende om de baan tot 14.30 uur open te houden.

Intussen is er verandering in het weer opgetreden. Door een draaiing van de wind naar meer noordelijke richting is iets minder koude en vochtiger lucht ons land binnen gestroomd. Daardoor is er weinig vorst meer geweest in de afgelopen nacht. Zo kwam Rotterdam tot -1,2°C, maar die temperatuur is gisterenavond bereikt. Om een uur of tien schoof bewolking binnen waarbij de temperatuur tot boven 0 opliep.

Op de weerkaart zien we nog steeds een hogedrukgebied, nu met centrum bij de oostkust van Engeland. Voor ons winterweer is dat een vrij ongunstige positie omdat daardoor een zwakke aanvoer van lucht over zee plaats vindt. In de komende dagen verplaatst de kern zich in de richting van ons land; dat maakt de verwachting van bewolking en temperatuur onzeker. Komt de kern iets noordelijker te liggen, dan stopt de aanvoer van vochtige lucht; komt de kern iets zuidelijker, dan blijft de zwakke wind in de noord- of noordwesthoek.

Voor het ijs ziet het er niet goed uit vandaag en de komende dagen. Gisteren werden al groter wordende wakken en scheuren gemeld op diverse plaatsen. De dooi maakte het ijs zwakker in de middag. De komende dagen kunnen we bij dooi overdag en een enkele graad vorst in de nacht geen verbetering in de ijstoestand verwachten. Op de meeste plaatsen, met name in het westen van het land verwacht ik eerder een verslechtering. Dat betekent, dat het voorlopig gedaan is met het schaatsen. Op de langere termijn is terugkeer van winterweer mogelijk; of dat werkelijk gebeurt en de mate waarin, is nog niet te zeggen. Als er belangwekkend nieuws is, zal de in het volgende bulletin te lezen zijn.

pijl terug

Winterbulletin no 30 door Cees van Zwieten

(28-1-2006)

Hier en daar.

Daar is ie dan, die mooie winterdag met matige vorst in de nacht. Gisterenavond ging de temperatuur in het gehele land flink omlaag. In de vroege ochtend werd met uitzondering van kuststations, zoals Den Helder en Vlissingen, overal matige vorst geregistreerd. Rotterdam kwam uit op -5,7 en Twenthe op -8,4°C. Goed voor de ijstoestand; in het zuidwesten van het land zal op veel plaatsen ijs gevormd zijn; op plaatsen waar nog oud ijs lag is het aangegroeid. Over de ijstoestand in Zuid Holland kan ik nog niet optimistisch zijn. Het KNMI verwacht op basis van de operationele verwachting ook in de komende dagen in het midden van het land nog niet meer dan een cm of 4 à 5 ijs. Voor het grote water in Zuid Holland reken ik op maximaal 4cm, wat uiteraard veel te weinig is om te schaatsen. Op slootjes kan dat iets meer zijn en morgen juist voldoende ijs opleveren.

Het noorden en oosten van het land staan er uiteraard iets gunstiger voor. Daar geldt : hoe dichter bij de kust, hoe dunner het ijs. Ook uit het zuidoosten van het land komen meldingen van beschaatsbaar ijs. Meldingen zijn te vinden via deze site. Ga naar de link : “Meldpunt natuurijs” en kies vervolgens : “Zoek hier een schaatsplek”. Heb je zelf een schaatsplek gevonden, dan hopen we , dat je deze plaats meldt via : “Meld hier je schaatsplek”. Het ziet er naar uit, dat morgen op diverse plaatsen beperkte schaatsmogelijkheden zijn. Ook op forum.weeronline.com zijn een paar meldingen te vinden.

Waarschuwing : de ijsverwachting van het KNMI geeft aan, dat op groter en dieper water het ijs in het midden en westen van het land morgen (29-1) nog zeer onbetrouwbaar is. Houd daar rekening mee; niet alles vriest in dezelfde nacht dicht en dat betekent, dat een stuk goed berijdbaar ijs over kan gaan in een stuk te dun ijs.

Het mooie weer hebben we te danken aan een hogedrukgebied met centrum boven Schotland en een uitloper in de richting van midden Europa. Mede door een lagedrukgebied in zuid Europa blijft een oostelijke stroming in stand. Daarbij wordt vrij koude continentale lucht aangevoerd. De komende dagen blijft het vrij zonnig en zal het in de nacht en ochtend steeds vriezen; in de middag zal het licht dooien. De temperatuur vertoont een licht stijgende tendens en dat betekent, dat met name in het westen en midden van het land de ijsaangroei geleidelijk minder wordt.

In een deel van het land zal er hier en daar geschaatst worden; op termijn van een dag of vier kan helaas de vlag nog niet uit voor de schaatsers. Hoe de winter zich verder ontwikkelt, zullen we nog moeten zien. Houdt in ieder geval de berichten hier en elders in de gaten.

IJsbericht: Uit wat ik vanavond las bij de ijsmeldingen maakte ik het volgende op :
De meest westelijke ijsmelding kwam van de Ankeveense Plassen ten zuiden van Amsterdam. Zeer dun ijs, ongeveer 4 cm, en wakken. Zeer dubieus dus, ook morgen.
De meeste meldingen betreffen ondiep water zoals vennen en ander ondiep water. Tussen Kampen en Elburg is al op het Drontermeer geschaatst, op een beperkt gebied.
Wat de ijsdikte betreft concludeer ik, dat vandaag de dikte van 4 cm liep van de Ankeveense plassen naar het zuiden of zuidzuidoosten.
In het westen van Zuid Holland zal het doorgaans 0 tot 3 cm geweest zijn (ik zag hier en daar nog grote wakken te noorden van Rotterdam), in het oosten misschien nog 4 cm.
Westelijk van Utrecht zal de 5 cm grens gelopen hebben en over Kampen de 6 cm.
Morgen kan er in het algemeen 1 tot 1,5 cm bij geteld worden.

pijl terug

Winterbulletin no 29 door Cees van Zwieten

(26-1-2006)

Kruimels

De dooi van gisteren kwam behoorlijk aan. Door de combinatie van wind en dooi, met temperaturen tot ongeveer 6° in het westen van het land, is een deel van het ijs weer weg gedooid. Ook op dit moment vriest het nauwelijks: alleen in het uiterste oosten van het land ligt het kwik iets onder het vriespunt en elders ongeveer een graad boven 0. Morgen wordt iets drogere en koudere lucht aangevoerd; overdag zal de sterker wordende zon de temperatuur tot omstreeks het vriespunt doen oplopen.

Al met al een iets teleurstellende ontwikkeling in het afgelopen etmaal. Op veel plaatsen zal de ijsaangroei opnieuw moeten beginnen. De ijsverwachting van het KNMI voor het midden van het land is iets minder geworden voor het weekend. Dat betekent, dat in Zuid Holland de 6 cm niet gehaald gaat worden. Met andere worden : schaatsen zal beperkt blijven tot een paar slootjes. Na zondag kan de situatie nog iets verbeteren, maar volgens de huidige verwachtingen zal dat niet veel zijn. In het noorden en oosten van het land zal de situatie iets beter zijn dan in De Bilt. Daar zal op sommige plaatsen zondag wel geschaatst kunnen worden.

De komende dagen wordt een noordoostelijke tot oostelijke stroming in stand gehouden door een hogedrukgebied met centrum bij Schotland en een depressie boven Spanje. Het hogedrukgebied ontwikkelt een uitloper in de richting van midden Europa. Onder invloed daarvan krijgen we vanaf morgen mooi zonnig winterweer. Zaterdag wordt waarschijnlijk de koudste dag met in de nacht op veel plaatsen matige vorst; overdag komt het kwik niet of nauwelijks boven 0.

Het gekwakkel waarmee deze winter tot nu toe bezig is doet mijn vertrouwen nu iets afnemen. Nog steeds krijgen we berichten over de hevigheid van de winter in midden en oost Europa en wij moeten ons tevreden stellen met de kruimels die er aan de rand vanaf vallen. Het wachten is nog steeds op een noordoostelijke stroming boven Europa, waarmee de echte kou deze kant op getransporteerd kan worden. Daartoe is een flinke drukstijging nodig op het noorden van de oceaan en Scandinavië; de pogingen daartoe gelukten tot nu toe niet. De tijd gaat dringen; met februari bijna op de kalender zal het spoedig moeten gebeuren, wil het nog tot een mooie winter komen.

pijl terug

Winterbulletin no 28 door Cees van Zwieten

(25-1-2006)

Gunstiger

Vanochtend drong zachtere lucht vanaf de Noordzee ons land binnen. Daarvoor is het nog flink afgekoeld net minima tussen -5 en -8. Ook luchthaven Rotterdam haalde de eerste matige vorst binnen met -5,7°C. De winter maakt slechts een heel kleine pauze, want na het passeren van een storing met wat regen, ijzel en sneeuw draait de wind naar noord tot noordoost en stroomt opnieuw koude lucht binnen. Donderdag en vrijdag beloven weer koude dagen te worden, met lichte tot matige vorst in de nacht en ochtend.

Tijdens een fietstocht gisterenmiddag in het Zuid-Hollandse polderlandschap kon ik goed zien hoe het er met de ijstoestand voor stond. Sloten waren dichtgevroren, grotere vaarten lagen deels dicht en deels open. Het water van de Bergse Plassen bij Rotterdam kabbelde nog alsof het geen winter was. In de afgelopen nacht bij die matige vorst kan alles dicht gevroren zijn; in de komende dagen kunnen we een behoorlijke ijsaangroei verwachten.

De ijspluim van het KNMI geeft meer ijs aan dan gisteren, tot ongeveer 7 cm in het weekend. Als dat uitkomt, betekent het, dat er op ondiep water geschaatst gaat worden in het midden van het land. Voor Zuid Holland moeten we iets voorzichtiger zijn. De Hellmannsom (som van de negatieve etmaalgemiddelden) stond gisteren in Rotterdam op 3,6 en in De Bilt op 4,9. Zuid Holland loopt dus niet geheel in de pas met De Bilt en ik zou voor de omgeving van Rotterdam 1 cm van de ijsverwachting aftrekken. Voor voldoende ijs ga ik uit van een Hellmannsom van minstens 16, dus we hebben nog een paar koude dagen te gaan.

De wind gaat de komende dagen stevig uit het noordoosten waaien. Waar een ijsvloer ligt, zal dit de ijsaangroei versterken. Waar nog stukken open liggen zal het tot windwakken leiden. De ijstoestand zal in het weekend daardoor niet onverdeeld gunstig zijn. In het oosten en noordoosten, waar het al kouder geweest is, is de toestand in het weekend waarschijnlijk al vrij goed. Voor Leeuwarden tel ik al een Hellmannsom van 8,8 en voor Eelde 10,5 en dat is beduidend gunstiger dan in het midden en westen van het land. Het zal niemand ontgaan zijn, dat er al geschaatst is in Friesland; het gaat dan om ondiep water of zelfs een laagje van 5,5 cm ijs op een ondergelopen stukje land. De toestand op het grote water is daarmee niet te vergelijken; om daar te kunnen schaatsen is meer vorst nodig. Of het in het weekend zo ver komt, zou ik niet durven zeggen. De kans lijkt me aanwezig.

Die koude dagen komen er waarschijnlijk toch aan. Een nieuw hogedrukgebied ontstaat in het zeegebied tussen Schotland en IJsland; tegelijkertijd trekt vandaag een kleine storing vanuit Denemarken over Duitsland naar het zuiden. Daarbij valt er sneeuw in Duitsland en het oosten van ons land. In het westen zal de neerslag voornamelijk bestaan uit regen of ijzel. Na het passeren van de storing draait de wind naar noord tot noordoost en komt de kou opnieuw binnen. Het is zelfs mogelijk, dat het in Zuid Limburg in het geheel niet tot dooi komt. De aanvoer van koude lucht uit het oosten wordt bevorderd door een depressie die van de oceaan richting Spanje koerst. Deze ontwikkeling maakt het mogelijk, dat we in de winter blijven zitten zonder een hogedrukgebied boven Scandinavië.

In de komende nacht zal het weer licht, en in het zuidoosten mogelijk matig vriezen. Ook vrijdag is het koud en op veel plaatsen een ijsdag; daarna lijkt de kou iets minder te worden maar niet te verdwijnen. Erg betrouwbaar zijn de verwachtingen voor meer dan twee dagen op dit moment niet. Zo ziet de verwachte weerkaart voor morgen er heel anders uit dan de verwachtingskaart die we maandag te zien kregen. De ontwikkelingen zijn gunstiger voor de winter dan ik eergisteren kon voorzien. Dat voorzien geldt de modelberekeningen; mijn eigen gevoel zegt me steeds, dat we een lange winterse periode gaan meemaken.

pijl terug

Winterbulletin no 27 door Cees van Zwieten

(24-1-2006)

Nog niet?

De winterliefhebbers, mijzelf niet uitgesloten, hebben zich op het verkeerde been laten zetten door de eensgezindheid van de weermodellen aan het eind van de vorige week. Op basis daarvan schreef ik over een doorgaande afkoeling in de loop van deze week, zo omstreeks donderdag. Intussen is het beeld veranderd : de eerste fase met lichte vorst pakt iets kouder uit dan verwacht en de afkoeling rond donderdag lijkt nu van de baan.

Vanochtend beleefden we opnieuw matige vorst in een deel van het land. Zuid Holland kwam niet verder dan ongeveer -4°C. Op mijn slaapkamerraam bevond zich vanochtend ijs; voor mij is dat altijd de aanwijzing, dat het om serieuze vorst gaat. Daarbij speelt ook de wind een rol en die kan weer een rem zijn geweest op het geheel dicht vriezen van alle buitenwater. Gezien de ijsverwachting van het KNMI moeten we deze week geen ijs van betekenis verwachten.

Dat de vorst deze week hoogst waarschijnlijk niet door zet is een tegenvaller. De ontwikkeling van een hogedrukgebied op het noorden van de oceaan gaat niet door op de wijze waarop we dat vrijdag dachten. Het centrum komt zuidelijker te liggen; dat is ongunstig voor de winter, waarbij de ontwikkelingen op het continent nog een beetje invloed op de windrichting zullen hebben. In hoofdzaak zoekt de wind de noordhoek op, met aanvoer van lucht over zee. Een beetje draaiing naar NW betekent dan verdere verzachting en een beetje draaiing naar NO kan kouder weer opleveren.

De strenge kou is uit Scandinavië en Finland weer verdreven. Ook in de omgeving van Moskou neemt de kou af. Zeer koud is het nog in midden Europa en de Balkan; daar blijft het koud, al gaan de scherpste kantjes er wel van af. Temperaturen van onder -20 werden in de afgelopen nacht nog gemeten in o.a. Polen, Moldavië, Slowakije en Roemenië. Ook in de Alpenlanden is het nog zeer koud, met name in Oostenrijk.

De komende dagen trekt een kleine storing over Scandinavië naar het zuiden. Deze kan bij ons woensdag en donderdag misschien wat neerslag brengen; veel zal het niet zijn, zo laat het zich nu aanzien. Bij deze ontwikkeling kunnen opnieuw kleine details verschil maken voor zowel neerslag als temperatuur bij ons. Mijn advies voor vandaag : geniet van de wintersfeer en wacht nog even af; de winter is nog niet voorbij.

pijl terug

Winterbulletin no 26 door Cees van Zwieten

(23-1-2006)

Schaatsijs?

Mooi vriesweer hebben we vandaag. Onder invloed van een hogedrukgebied, dat zijn centrum vandaag in Polen vestigt, stroomt met een oostelijke tot zuidoostelijke stroming koude, droge lucht binnen vanuit centraal Europa. Rond of iets na zonsopkomst werden minima gemeten van -2 in Zeeland tot -8 in het noordoosten. Rotterdam kwam om 8.50 uur tot -3,6. In de middag zal het alleen in het uiterste zuidwesten even dooien; De Bilt zal vermoedelijk de eerste ijsdag registreren.

In de komende nacht zal het op veel plaatsen matig vriezen; ik denk dat we in Zuid Holland naar -5 tot -6 gaan; het oosten van het land kan weer een paar graden lager verwachten. Het winterweer zal een paar dagen aanhouden, met later in de week een lichte stijging van de temperatuur. De onzekerheid over het vervolg is groter geworden.

We zien die onzekerheid ook aan de ijspluim van het KNMI (hierboven via een link te bereiken). De rode lijn, geeft nu voor zaterdag minder ijs aan dan in de verwachting van gisteren. Het ensemble (de groene lijntjes) waaiert op de langere termijn sterk uit, wat duidt op die onzekerheid. We zien opnieuw dat verwachtingen op een termijn van 5 dagen op dit moment zeer onbetrouwbaar zijn; kleine verschillen kunnen daarbij voor de ijsvorming grote gevolgen hebben. Laten we daarom niet te ver vooruit willen kijken. Of er in het weekend sprake zal zijn van schaatsijs op het grote buitenwater, is nog niet te zeggen. Nog even nergens op rekenen, lijkt me het best op dit moment.

pijl terug

Winterbulletin no 25 door Cees van Zwieten

(22-1-2006)

Lekkage

Op dit moment, zondagavond om 10 voor elf, wijst mijn thermometer -0,4°C aan. De vorst is nu ook in heel Zuid Holland binnen. Het laatste half uur is het snel gegaan, een daling van 0,6° in een krap half uur. Voor die tijd ging het vanaf 12 uur in de middag met 0,3° per uur; dat is langzaam, maar het ging wel heel gestaag. Nu is het dan zo ver.

In de verwachting van eergisteren schreef ik nog, dat de minima naar -1 tot -5 zouden gaan bij middagtemperaturen van iets boven 0. In de tussentijd blijkt de ontwikkeling iets anders te verlopen dan eerst gedacht. Er lekt nu wel degelijk een deel van de Russische kou ons land binnen. In Polen vriest het verschrikkelijk hard met plaatselijk -27. De grens van -20 is nu Duitsland tot op 50 km genaderd. De grens van -10 ligt ergens in het midden van Duitsland terwijl bij ons in het uiterste oosten al matige vorst wordt gemeld.

De stroming is vandaag iets sterker oostelijk geworden dan we eergisteren konden voorzien. Het zijn kleine wijzigingen in het luchtdrukpatroon, die ontsnappen aan de weermodellen. Deze kleien wijzigingen zijn wel van belang, want in dit geval scheelt het mooi een paar graden. Morgen zal in een groot deel van het land de temperatuur niet boven 0 komen en kunnen we spreken van een ijsdag. De ijsaangroei komt dan morgen op gang; in ondiep water kan in het zuidwesten ijs ontstaan, in het noordoosten van het land zal dit ook op dieper water al kunnen plaats vinden. Ik denk dat ijsvorming op het grote water in het zuidwesten pas dinsdag op gang komt.

De verdere vooruitzichten voor de komende week zijn nog ietwat onzeker. Op woensdag wordt het tijdelijk iets minder koud door een draaiing van de wind naar noord. Na woensdag zal het vermoedelijk weer iets kouder worden; hoeveel kouder is op dit moment moeilijk te zeggen. Het zal daarvan afhangen of er in het weekend geschaatst gaat worden op het grote buitenijs. Bij een voorzichtige schatting ga ik voor het zuidwesten van het land uit van niet meer dan 5 cm ijs op zaterdag; te weinig voor schaatsen. Mocht het na woensdag toch veel kouder uitpakken, dan kan het meer worden.

Op de langere termijn hoop ik op een voortzetting van de winterse situatie. Kansen op meer kou zijn er zeker. Intussen lekt iets van de Russische kou binnen. Dat klinkt een beetje onbenullig, maar het is wel de leukste lekkage die ik mij kan voorstellen.

pijl terug

Winterbulletin no 24 door Cees van Zwieten

(20-1-2006)

Smullen

Het ziet er nu naar uit, dat we een lange periode met winters weer tegemoet gaan. Eergisteren sprak ik van hoop op een winterse oplossing in de voorspellingen, vandaag ben ik positief over de komende tijd. Lange tijd was onduidelijk hoe het weer zich zou ontwikkelen; nu eens verscheen een prachtige winterkaart uit een voorspellingsmodel, dan weer liep alles uit op een miskleun voor ons. Vandaag zien we het model van ECMWF in grote lijnen een doorgaande afkoeling aftekenen, waar gisteren nog twijfel bestond.

Op 6 januari schreef ik over deze winter als een architect die tijd neemt om zijn ontwerp te maken. Het ontwerp leek me toen gereed en ik meende de heimachines en betonvlechters in de verte al te zien. Welnu, in de afgelopen twee weken zijn de fundamenten voor onze winter gelegd en is het bouwen begonnen. Hoe dit gebouw er precies uit gaat zien weten we helaas nog niet, maar de fundamenten beloven in ieder geval veel.

Het moment waarop de winter in Europa vorm begint te krijgen is mooi. Eind januari is wel vaker in het verleden de opmaat geweest voor een lange koude periode. Zit de winter in februari goed in het zadel, dan blijft het vaak lang winteren. De mogelijkheid daartoe is nu ook volop aanwezig.

Vandaag beleven we een zachte dag doordat een depressie bij IJsland een hoeveelheid zachte lucht naar het Europese continent opstuwt; temperaturen omstreeks 10° zijn daarbij in het zuidwesten van het land mogelijk; zo zacht hebben we het trouwens niet meer meegemaakt sinds half december. De genoemde depressie loopt zich stuk op het geweldige hogedrukgebied dat zich met een kerndruk van rond de 1050 hPa boven het uiterste noorden van Rusland handhaaft. Genoemde depressie zal zich in tweeën splitsen; een afzonderlijke kleine depressie gaat zich over Denemarken naar het zuidoosten bewegen. Daar achter stroomt in de nacht van zaterdag op zondag vrij koude lucht ons land binnen bij een naar noordoost gedraaide wind.

Daarmee is dan het startschot gegeven voor een waarschijnlijk lange periode van winterweer. Vanaf zondag zal het niet direct zeer koud worden. Temperaturen van iets boven het vriespunt in de middag en nachtelijke minima van -1 tot -5 zijn te verwachten. Op schaatsijs hoeven voor het eind van volgende week dan ook nog niet te rekenen. In de loop van de week vinden mooie ontwikkelingen plaats; de luchtdruk op het noorden van de oceaan gaat stijgen; als gevolg daarvan zal het Russische hogedrukgebied aanzienlijke versterking krijgen aan de westzijde. Daardoor zal koudere lucht uit oost Europa naar het westen gaan stromen. Omstreeks donderdag zal dit bij ons een verscherping van de kou geven met ook overdag vorst.

Hoe het daarna verloopt, dat ligt te ver weg om er veel over te kunnen zeggen. Wel zien de ontwikkelingen er voor de winterliefhebber zeer goed uit. Van deze vooruitzichten is het al smullen, zeker omdat de kans op schaatsijs op termijn groot is geworden.

pijl terug