schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact
Archief oude bulletins

Winterbulletin no 26 door Cees van Zwieten

(28-2-2011)

Maartzonnetje

Lang hebben we nog gehoopt op winterweer in februari. Toen zich oost Europa in het midden van de maand een koudegolf ontwikkelde, kwamen de verwachtingen van winterweer bij ons toch weer sterk naar voren. De weermodellen gaven daar eigenlijk nauwelijks voeding aan en zo sukkelde februari in onze streken naar zijn laatste dagen. In Moskou heeft het echter na 10 februari 14 nachten meer dan 15 graden gevroren en daarvan 7 maal meer dan 20 graden. Voor Moskou geen extreme toestanden maar flink beneden normaal, tot ruim 15 graden op 18-2. Dat was de koudste dag, 18 februari, met een minimum van -26,4 en een maximum van -17,0. En dat was uitgerekend de dag dat FC Twente in Moskou moest spelen.

De ochtendruns van de weermodellen van ECMWF en GFS bevestigen wat we al een paar dagen zagen aankomen: de nog aanwezige kou in oost Europa wordt geleidelijk naar het oosten weggedrukt. Die koude lucht met in de nachten strenge vorst, en dieper in Rusland ook zeer strenge vorst (<-15), hield stand boven een sneeuwdek. De sneeuwgrens liep eergisteren ongeveer langs de Pools-Duitse grens en blijkt vanochtend iets naar het oosten te zijn geschoven. Vanochtend was de strenge vorst achter de Pools-Russische grens verdwenen. In Polen wordt al dagenlang geleidelijk zachtere lucht aangevoerd.

Boven Scandinavie ontwikkelt zich een zwakke brug tussen een Atlantisch en een Russisch hogedrukgebied. Daardoor ontwikkelt zich in onze omgeving een oostelijke stroming waarmee lucht wordt aangevoerd die nog iets te koud is voor de tijd van het jaar. Van winterse kou zal zeker geen sprake zijn; daarvoor moeten we diep in Rusland zijn; in de loop van de week wordt de strenge vorst zelfs tot ver achter Moskou verdreven, doordat ten noorden van het in onze omgeving verblijvende hogedrukgebied zachte lucht het continent wordt in geblazen.

Jawel, nog een dag en maart staat op de kalender. Wij kunnen ons opmaken voor een week met droog weer, lichte vorst in de nacht en middagtemperaturen van 5 tot 7 graden. Niet echt zacht weer, maar bij een maartzonnetje zal het toch even aan lente doen denken in de middag. Ook op wat langere termijn (tot 10 dagen) zal er nog geen sprake zijn van zacht lenteweer. Na het wegtrekken van de Russische kou naar het oosten komt vanuit het noorden een nieuwe golf koude lucht over oost en midden Europa. Wij zullen daar niet zo veel van merken, behalve een voortzetting van het iets te koude maartweer.

De koek is op, de winter van 2011 is voorbij. Mijn verwachting van een belangrijk tweede deel van de winter na 15 januari kwam niet uit, helaas. Het bleef kwakkelen wat de klok sloeg. De koudegolf in Rusland heeft voor ons geen betekenis gehad en krijgt dat ook niet bij de verwachte oostenwind van de komende dagen. We sluiten het seizoen, en zien uit naar het volgende. Ik wens alle lezers een mooie zomer toe.

Winterbulletin no 25 door Cees van Zwieten

(22-2-2011)

Mooie winterdag

Matige vorst, ook in Zuid-Holland. In Rotterdam werd vanochtend -5,9 afgelezen; in De Bilt -6,4. De laagste waarde kwam weer uit het noordoosten van Groningen: -7,9 in Nieuw Beerta. De kou wordt in stand gehouden doordat wij nog onder invloed staan van een hogedrukgebied met het centrum boven Rusland met een luchtdrukwaarde van 1045 hPa. Het is geheel gevuld met zeer koude lucht; in vrijwel geheel Europees Rusland vroor het vanochtend meer dan 20 graden. Ook in Scandinavie en Finland is het zeer koud, met plaatselijk temperaturen beneden -30. Met een zwakke tot matige wind uit oost tot zuidoost is ons land nog steeds verzekerd van een plaatsje in het koudegebied.

Schitterend februariweer! Met de lente in zicht is het voor velen natuurlijk weer veel te koud, maar het is beter dan regen en wind bij 5 graden. De lucht is helder en droog. Die droogte van de lucht helpt nog een handje bij de ijsvorming. Door verdamping wordt extra warmte onttrokken aan het ijs; dat betekent dat het ijs ook bij 1 of 2 graden boven 0 droog kan blijven en zelfs aangroeien. Spelbreker in deze tijd van het jaar is de hoge zonnestand: in de middag wordt die een factor van belang voor de ijsvorming. Al met al gaat het aardig met dat ijs: Schipluiden meldde vanochtend ongeveer 2 centimeter ijs. Nog niet genoeg natuurlijk; op de ijsbaan is toch in ieder geval 36 tot 38 mm nodig en ik denk dat dat morgen net niet gaat lukken.

Vandaag is het de laatste mooie winterdag in onze omgeving. De komende nacht zal het nog licht vriezen met minima van om het vriespunt in Zeeland tot ongeveer -5 in het noordoosten. Er komt wat sluierbewolking binnen en de wind draait naar zuidoost tot zuid bij. Morgen neemt de wind iets toe uit het zuiden en de ook bewolking neemt toe. Een frontensysteem van een depressie bij IJsland brengt in de loop van de dag regen. Het is de voorste begrenzing van zachte oceaanlucht die dan geleidelijk het land binnen stroomt. De neerslag kan in de avond en nacht in het oosten nog enige tijd als natte sneeuw vallen. Donderdag staat het kwik in het hele land beduidend boven 0; van 5 graden in Groningen tot 9 of 10 in Zeeland. Het koude hogedrukgebied trekt zich verder terug tot diep in Rusland. In Moskou zal het in maart weer dooien, in Jakoetsk aan het eind van april. Daarmee valt het doek voor deze winter.

Winterbulletin no 24 door Cees van Zwieten

(21-2-2011)

Proeven

Het is er dan toch van gekomen. Na lang aarzelen heeft Thialf dan eindelijk ons land aangedaan. Het gaat niet van harte, al moet gezegd worden dat het noorden van het land wel even flink in de winter is gekomen. Nieuw Beerta meldde vandaag een ijsdag met een maximum van -0,4 na een nacht met -6,1. In de rest van het land kwam het kwik 1 tot 3 graden boven 0 en vroor het in de nacht licht; De Bilt -4,0 en Rotterdam -2,9. De IJsclub Vlietland in Schipluiden meldde al weer nieuw ijs, vanochtend met een dikte van 8 tot 11 mm. Ondanks de lichte dooi zal daar door de droogte van de lucht niet veel zijn weggesmolten.

Al meer dan een week bevindt zich in Oost Europa een reservoir van zeer koude continentale lucht. In Moskou werden aan het eind van vorige week minima gemeten beneden -25. In het uiterste noordoosten van Europees Rusland zelfs -41. Deze koude lucht breidde zich vanaf ongeveer 10 februari over heel Rusland een centraal Europa uit. Er ontwikkelde zich een hogedrukgebied, dat nu al een week boven Scandinavie, Finland en de Baltische staten bevindt. Uitbreiding van de kou naar ons land voltrok zich maar uiterst langzaam, doordat de oostelijke stroming zich niet over ons land kon uitbreiden. De luchtdruk ten zuiden van ons land bleef steeds te hoog. Pas de laatste dagen kon de kou bij aantrekkende oostenwind ons hele land veroveren.

Dat doorkomen van de koude lucht hield verband met een kleine storing die met een beetje regen en sneeuw over ons land naar het oosten trok. In het uiterste noordoosten van ons land was de koude lucht al sinds vrijdag actief, terwijl in het zuidwesten de temperaturen veel hoger waren. Na het passeren van de storing stroomde de koude lucht over het hele land uit. Het is niet voor lang: woensdag komt een nieuwe oceaanstoring het winterspel bederven. Mede doordat het Scandinavische hogedrukgebied zich naar het oosten terug trekt zal de dooiaanval slagen: zachtere lucht zal ons land gaan binnen stromen, voorafgegaan door een neerslaggebied.

Voor het zuidwesten van het land betekent het, dat dit slotoffensief van de winter niet tot noemenswaardige ijsvorming zal leiden. Misschien op een enkel slootje en het is zelfs niet uitgesloten dat Schipluiden de 4 centimeter ijs gaat halen. In het noordoosten kan er wel ongeveer 6 centimeter ijs groeien op het diepere water. Op ondiepe plassen en sloten zal daar de komende dagen wel wat geschaatst worden. Ook in het noorden is de pret van korte duur, want het ziet er naar uit de het opruimen van de vorst in het hele land donderdag een feit zal zijn.

In Moskou heeft men intussen te kampen met een koudegolf, niet extreem maar wel voor plaatselijke begrippen stevig. Al 11 dagen komt overdag de temperatuur niet boven de -10. De koudste dag was afgelopen vrijdag, toen het in de vroege ochtend -26,4 was en in de middag -17,0. De gemiddelde temperatuur was die dag -21,5 en dat is 15 graden beneden het langjarig gemiddelde. Zo n afwijking zou vertaald naar onze normen betekenen dat het in de middag -9 is en in de nacht en vroege ochtend omstreeks -15. De koude is in Moskou intussen iets afgenomen; het eind van de periode met strenge tot zeer strenge vorst is echter nog niet in zicht.

Wij ij mogen even proeven van de continentale kou; het is van korte duur en bovendien wel erg laat in het seizoen: de zon wint aan kracht en warmt de lucht meer op dan in een vergelijkbare situatie in december of januari het geval zou zijn. Het zal het laatste beetje winter zijn van dit jaar. Wie kans ziet om een stukje ijs te vinden, morgen of woensdag: profiteer er van. En anders: wachten op de volgende winter.

Winterbulletin no 23 door Cees van Zwieten

(14-2-2011)

Koffiedikgehalte

Acht dagen geleden is het al weer, dat ik schreef dat de modellen ons geen uitsluitsel geven over het eventueel winters verloop van februari. Sindsdien is er wel het een en ander gebeurd, maar duidelijkheid is er nog steeds niet. Met name het Europese model (ECMWF) is de laatste week kampioen in zwabberen tussen vorst en geen vorst in ons land. De spreiding in de pluim blijkt keer op keer vanaf 5 dagen enorm toe te nemen; dat wijst op onzekerheid. Daar komt bij, dat de richting die de pluim na 5 dagen leek aan te wijzen, van dag tot dag en van run tot run vaak verschilde. Kon je de ene dag het gevoel krijgen dat het geleidelijk echt koud gaat worden, de volgende dag gingen de leden van de pluim weer voor de overgrote meerderheid naar boven toe.

Wat moet je met zo een weermodel? Er is trouwens nog een fenomeen dat opvalt: de operationele run (Oper) zwabberde vaak nog sterker dan de pluim. De ene dag behoorde de Oper bij de meest zachte oplossingen, de volgende dag kon de Oper zo weer bij de koudste behoren. Hetzelfde gold voor de Control-run (de onverstoorde berekening in lage resolutie), die af en toe zelfs een bizar koude richting aangaf en de volgende dag zacht weer. Kortom, een weermodel laat het eenvoudig afweten in een situatie als deze, althans voor de langere termijn van 5 of meer dagen vooruit.

Er is intussen wel iets gebeurd op de weerkaart. Het hogedrukgebied met kernen boven Zweden en bij Spitsbergen is er gekomen. Siberische kou is intussen in opmars boven Oost Europa. Uit het noorden van Scandinavie worden temperaturen onder -40 gemeld (zie Jan Visser ). Ook uit het hoge noorden van Europees Rusland komen berichten over temperaturen onder -40. Dat is niet extreem voor die omgeving maar wel bijzonder koud. Ook Moskou gaat zijn partijtje meeblazen in het winterconcert. De laatste dagen bleef het bij temperaturen tussen -12 en -17; met het oprukken van de kou gaat het kwik verder omlaag en tegen het einde van de week kan het daar overdag ongeveer 20 graden vriezen, bij nachtelijk minima tussen -25 en -30. Nu zijn de Moskovieten wel iets gewend, maar dit weer geldt ook daar als uiterst koud. Een zware koudegolf lijkt zich daar te ontwikkelen.

Hoe gaat die massa koude lucht zich verder bewegen? Helaas is dat alleen in algemene termen weer te geven: naar het westen. Het hangt van kleine details af of de stroming naar ons land gaat doorzetten of niet. En juist met die details hebben de weermodellen de grootste moeite. Er trekt een depressie over Frankrijk naar het oosten. Hoe snel stijgt aan de druk aan de achterzijde? Dat kan voor ons een groot verschil maken. Bij snel stijgende druk komt de wind niet sterk in oostnoordoosthoek maar meer oostzuidoost, zonder echt contact te maken met het koudegebied. Hoe snel verliest het hogedrukgebied aan kracht en waarheen verplaatst het zich precies?

De laatste dagen trakteerde het Europese model ons op een nogal eenzijdig menu: telkens verscheen op een termijn van 5 dagen de eerste vorst in ons land. Met andere woorden: de winter verschoof steeds verder naar voren. In de run van vandaag 0 uur zien we de eerste vorst over 4 dagen binnen komen. Dat lijkt er een ietsje gunstiger uit te zien. Vanaf 5 dagen begint alweer de onbetrouwbaarheid. Er zijn geen harde aanwijzingen dat de vorst doorzet. Ook het Amerikaanse model(GFS) probeert wankelmoedig de komende weken te voorspellen. Ook daar is op een termijn van 5 dagen geen echt winterweer voor ons land te bespeuren.

Intussen is het 14 februari. Over vier dagen is het 18 februari en de zon gaat steeds meer aan kracht winnen. Een echte schaatsperiode is niet waarschijnlijk meer, hoewel een winters toetje nog vlakbij op de loer ligt. Er is ook nog een kans dat de grens tussen koud en zacht weer over een dag of 5 boven ons land komt te liggen. Dat kan dan voor winterse neerslag gaan zorgen, maar eigenlijk zijn ook dit soort beschouwingen van een groot koffiedikgehalte.

Winterbulletin no 22 door Cees van Zwieten

(6-2-2011)

Lichtpuntje (2)

Al dagenlang zijn de weermodellen, die het weer in de komende dagen moeten voorspellen, aan het stoeien met nieuwe winterse ontwikkelingen. Deze worden dan doorgaans geprojecteerd op een termijn van vele dagen vooruit. Model A laat dan in de ene run een geweldige stroom koude lucht naar west Europa zien en komt in de volgende run weer met een heel andere ontwikkeling. Model B komt op dat moment juist weer met een winterse oplossing. Daar komt dan bij dat de spreiding in oplossingen, de pluim, op een termijn van meer dan 5 dagen vaak al heel groot is. Er is geen touw aan vast te knopen hoe het nu gaat lopen in de slotfase van de winter.

Daar komt bij, dat een termijn van 7 dagen nu al betekent dat we dan half februari leven. Kan er dan nog serieus winterweer uit de bus komen? Jazeker, dat kan. Maar dan moet er wel een aanvoer van kou van grote allure komen, met aanvoer van een dikke laag arctische lucht: dwz lucht die uit noordelijk Siberie afkomstig is. Arctische lucht is tot grote hoogte erg koud, waardoor de aanwarming op weg hierheen maar heel langzaam verloopt. Komt die kou met allure er misschien? Het zou bijna een wonder heten als dat gebeurt, maar in de periode 27 februari tot 6 maart 2005 hebben we gezien dat dit soort wondertjes af en toe gebeuren.

Wat zich nu aftekent op de weerkaarten van de komende dagen is op zich wel hoopvol voor winterse ontwikkelingen. De komende dagen gaat de luchtdruk in onze omgeving stijgen. Het onstuimige weer van de laatste dagen behoort dan tot het verleden. Er ontstaat een rug van hoge luchtdruk die zich zowaar steeds meer in noordelijke richting gaat ontwikkelen. Daardoor ontstaat een hogedrukgebied dat zich tot in de Poolzee gaat uitstrekken. Daarbij blijft de luchtdruk in het oosten van Europees Rusland laag, waardoor Siberische kou in beweging komt. In eerste instantie zal die kou zich vooral uitbreiden over Rusland en de Balkan. Of de kou ons zal bereiken is nog zeer de vraag en de modellen geven daar geen uitsluitsel over.

Komen we dan nog op de schaats? Dat is niet zo waarschijnlijk meer. Er moet nog heel wat mee zitten wil die kou west Europa bereiken en ons land in stevige vrieskou dompelen. Een vorige poging een dag of 10 geleden liep eigenlijk met een sisser af en dat geeft niet zo veel hoop voor de potentie van de winter in deze fase. Mocht het lukken dan is het toch al gauw 14 tot 16 februari, en erg laat in het seizoen. Een heel klein kansje dus nog op schaatsen. Het is opnieuw niet meer dan een lichtpuntje.

Winterbulletin no 21 door Cees van Zwieten

(30-1-2011)

Decemberwinter?

Mooi winterweer was het de afgelopen dagen. Met noordoostelijke wind werd koude lucht uit Scandinavie aangevoerd. In de nacht naar donderdag wilde het nog niet zo vriezen, maar de nachten daarna kwam het gemiddeld tot ongeveer -5. In de nacht van vrijdag op zaterdag vroor het op veel plaatsen matig, tot -8 plaatselijk in het oosten van het land. Dat zou een aardig begin zijn van een vorstperiode maar er zijn twee kanttekeningen te maken. In de eerste plaats loopt de temperatuur in een groot deel van het land overdag telkens tot iets boven 0 op. De etmaalgemiddelden zijn daardoor niet erg laag en de ijsaangroei laat dus te wensen over. En dan: het einde van deze koudeprik komt er aan. Op dinsdag gaat de temperatuur omhoog en dan is het weer afgelopen.

Op het grote buitenwater zal er niet voldoende ijs komen. Op slootjes en ondiepe plassen kan het hier en daar wel vandaag. Ook de ijsbaan in Schipluiden meldt voldoende ijs, nl 36 tot 43 mm, om vandaag beperkt open te gaan. Inmiddels is de temperatuur in het noordwesten van het land in de ochtend gestegen tot rond het vriespunt. Daarbij is de lucht vochtiger geworden, wat niet bevorderlijk is voor de ijsaangroei. Het beste ziet het er uit voor het zuidoosten van het land. Daar komen er nog twee koude dagen aan. Elders neemt de vorst iets gas terug, vooral in het noordwesten. Morgen zal de ijstoestand iets beter zijn en ook dinsdagochtend kan het ijs weer iets aangegroeid zijn. Het zal te weinig zijn voor tochten op natuurijs. De ijspluim van het KNMI geeft voor het midden van het land hooguit 4 centimeter aan.

Deze korte koudeperiode wordt in stand gehouden door een uitloper van een hogedrukgebied met centrum boven de Azoren. Die uitloper ligt net te noorden van ons land en strekt zich uit tot Polen en Hongarije. Doordat de as nog ten noorden van ons land ligt blijft de wind zwak uit de noordoosthoek waaien. Nieuwe kou wordt daarbij niet aangevoerd, dus we moeten het doen met wat hier in de buurt voorhanden is. Door aanvoer van iets vochtiger en minder koude lucht wordt de vorst nu wat getemperd. Vanaf dinsdag komt de as van het hogedrukgebied ten zuiden van ons land te liggen: er steekt dan een zuidwestenwind op waarbij de vorst verdreven wordt.

Op langere termijn zijn er geen aanwijzingen voor een terugkomst van vriesweer. Dat ziet er niet best uit voor de rest van de winter. Een kou-inval rond half februari moet wel heel krachtig zijn wil het nog echt iets opleveren voor de schaatsers. Geleidelijk bekruipt mij het gevoel dat we toch met een decemberwinter te maken hebben: veel winters vertoon aan de start en een zeer koude december zonder een substantieel vervolg. In De Bilt is het koudegetal opgelopen tot 73,1. Een plaats bij de koudere winters is daardoor wel verzekerd, maar daar is voor de schaatsers in het zuidwesten van het land wel zo beetje alles mee gezegd.

Winterbulletin no 20 door Cees van Zwieten

(26-1-2011)

Winterprikken?

Het vervolg van de winter laat lang op zich wachten en eerlijk gezegd begin ik aan een serieus vervolg te twijfelen. Langzaam maar zeker lijkt de drukverdeling te veranderen in een meer winterse, maar daarmee is nog niet gezegd dat er een echte vorstperiode aan zit te komen. Vandaag merken we al iets van een afkoeling en de komende nacht zal het vrijwel overal licht vriezen bij noordoostenwind. In de nachten van vrijdag en zaterdag is ook matige vorst mogelijk; overdag is de temperatuur rond het vriespunt. Daarna is de situatie onzeker en een verzachting kan dan zo maar weer volgen.

Geen opwindende situatie, te meer daar de eerste vorst nodig zal zijn om het water af te koelen. Volgens de ijspluim van het KNMI zien we in het gunstigste geval pas vrijdagochtend het eerste ijs ontstaan. Op dieper water wel te verstaan, want ondiepe sloten en plasjes kunnen morgen al bevroren zijn. Kijken we even verder naar de ijspluim, dan zien we dat het volgens deze verwachting voorlopig niets wordt met het ijs. We hebben dus echt veel meer vorst nodig dan dat er nu in de verwachting zit. Tenzij we onze hoop vestigen op dat ene groene lijntje dat wel tot 7 centimeter ijs komt. Wie durft?

De ontwikkelingen op de weerkaart laten zien dat er toch enige verandering komt, na dagenlang noordenwind onder regie van een Brits hogedrukgebied. Boven Scandinavie gaat de druk stijgen, waardoor de as van het hogedrukgebied ten noorden van ons land in oost-west-richting komt te liggen. De met noordoostenwind aangevoerde lucht is koud, maar van diepe kou is geen sprake. Daarvoor is de kou op grotere hoogte ook te weinig ontwikkeld. Als vrijdag de as van het hogedrukgebied naar het zuiden komt, neemt de wind bij ons af en kan het door nachtelijke uitstraling flink gaan vriezen, tot -7 of -8 in het oosten van het land. Dit afzakken van het hogedrukgebied is meteen ook de zwakte van de ontwikkeling: de invloed van een depressie bij het noorden van Noorwegen wordt groter, waardoor de aanvoer van koude lucht wordt stopgezet. Waarschijnlijk krijgen we dan weer te maken met aanvoer van lucht over de Noordzee; en dan is het gedaan met de vorst.

Kortom: we kunnen spreken van een winterprik, waar geen venijn in zit. De ontwikkelingen op lange termijn geven wel aanleiding om te speculeren over een nieuwe winterprik. De kans dat die uitloopt op een serieuze vorstperiode is aanwezig, maar gezien de ontwikkelingen van de laatste week lijkt me de kans daarop niet groot. Het is als vaak in deze fase van de winter: we hopen op februarikou. Voorlopig is dat ook alles wat we hebben. Het mooie winterweer geeft intussen een beter gevoel dan het grijze weer van de laatste dagen. Januari lijkt zowaar zijn best te doen om een zonnige maand te worden. In De Bilt zal de normale maansom van zonuren vandaag waarschijnlijk al overschreden worden.

Winterbulletin no 19 door Cees van Zwieten

(21-1-2011)

Korte dagen

Tien dagen geleden noemde ik een lichtpuntje in de verwachtingen. Wordt het nog iets met dat lichtpuntje? Nog steeds niet; een lichtpuntje was het en niet meer dan dat. De winter is het spoor bijster en laat ons zweven tussen hoop en vrees. We zien nu, dat na een paar dagen met zeer zacht weer de temperatuur omlaag gegaan is naar waarden die ongeveer normaal zijn voor deze tijd van het jaar: overdag omstreeks 4 of 5 graden en in de nacht om het vriespunt en af en toe lichte vorst. Het is beter dan dat zachte en sombere weer, waar ik nogal chagrijnig van wordt, maar winter?

Hoe zit dat nu met dat lichtpuntje en die afkoeling? Kennelijk zijn de weermodellen vaak goed in staat om voor een termijn van 10 dagen een richting aan te geven, maar niet om dit goed uit te werken. Dat het zou afkoelen omstreeks 20 januari was verwacht; de uitwerking is niet gunstig voor ons. Boven de Britse eilanden heeft zich een hogedrukgebied gevestigd, dat kennelijk niet van plan is die positie te verlaten. Het gevolg is inderdaad afkoeling, maar niet de afkoeling die de winterliefhebber zich wenst. De stroming is noordelijk en daarmee wordt de komende dagen afwisselend vrij koude lucht en iets zachtere lucht aangevoerd. Een Ňgeen vlees en geen visÓ- weer. Op langere termijn is nog steeds geen uitzicht op kouder weer. Onze laatste hoop is gevestigd op februari.

In welk jaar sprak het winterweer op 19 januari wel tot de verbeelding? Dat is 1963! Menig lezer zal denken: wat nu, dat was toch 18 januari met die uiterst koude en zware elfstedentocht? Dat is waar. Daarover is al veel gepubliceerd en op de site van het KNMI staat weer een leuke pagina over het weer op die dag. Zie Daar is heel gedetailleerd te lezen hoe wind en temperatuur die dag verliepen. Vroor het streng op die dag? Misschien tot verbazing van sommigen liep de temperatuur om 9 uur in de ochtend nog op tot -4,1. De wind woei in de vroege ochtend heel zwak uit het zuidwesten, waarbij het zeer streng vroor. Om 8 uur passeerde een kleine storing waarachter de wind draaide, eerst naar noordwest en later naar noordoost; de temperatuur ging in die periode dus flink omhoog. Na 10 uur wakkerde de wind verder aan tot kracht 5 uit het oostnoordoosten, rond 18 uur tijdelijk tot kracht 6, en de temperatuur daalde geleidelijk tot -10 tegen middernacht.

Op 19 januari werd de Elfmerentocht verreden. Het weer was eigenlijk nog heftiger dan op 18 januari. Er stond in de middag zelfs enkele uren een windkracht 7 bij matige vorst. In de tabel van temperatuur en windchill (gevoelstemperatuur) is dat terug te lezen. Daar is ook te zien dat de windchill op 19 januari nog lager lag dan op de beruchte elfstedendag. De organisatie had uiteraard het barre weer voorzien en had de tocht aanzienlijk ingekort. De winnaar, de 18-jarige Henk Fennema, was de verrassing van de dag. Hij werd gezien als een talent dat mogelijk in de toekomst een elfstedentocht zou winnen. Zo ver kwam het nooit, omdat de tocht heel lang niet is verreden na 1963 en omdat Fennema emigreerde naar Canada.

Hieronder een overzicht van wind en temperatuur in Leeuwarden op 18 en 19 januari 1963. De windchill geldt voor iemand die stil staat in de wind. Bedenk dat een schaatser tegen de wind in zo ongeveer 5 tot 8 meter per seconde rijdt, waardoor de gevoelstemperatuur nog lager kwam te liggen. De verschillen in windsterkte tussen 18 en 19 januari geven ook aan dat de stuifsneeuwproblemen op 19 januari vanaf het begin van de tocht nog groter moeten zijn geweest dan op 18 januari.

Wel, dat waren nog eens tijden. Een lange, extreem koude winter met een historische elfstedentocht en een bijna vergeten elfmerentocht onder uiterst barre omstandigheden. Een kort verslag van die dag, 19 januari 1963, en van de elfmerentocht is ook te lezen in het dagboek 1963.

Terug naar het heden. Ondanks wat licht winterse verschijnselen, zoals lichte vorst in de afgelopen nacht en plaatselijk wat sneeuw en ijzel in het oosten van het land, is er nog steeds geen uitzicht op echt winterweer. Het hogedrukgebied boven of nabij de Britse eilanden lijkt voorlopig heel honkvast te zijn. Kou uit het noordoosten krijgt geen kans om over ons land uit te stromen. Slechts een schampschot van Scandinavische kou zorgde voor wat vorstigheid. Verder is het afwachten of de drukverdeling nog verandert in de komende week. Het kan nog, maar de klok tikt kostbare korte dagen weg.

Winterbulletin no 18 door Cees van Zwieten

(11-1-2011)

Lichtpuntje

Graag zou ik nu schrijven over een ophanden zijnde vorstperiode. Dat gaat helaas niet. Deze winter is kennelijk wisslevallig, waarbij we steeds maar moeten afwachten in welke richting de wisselvalligheid zal vallen op de langere termijn. Voorlopig zitten we in een periode zonder vorst; zelfs gaat het de komende dagen erg zacht worden met temperaturen rond de +10 graden. Niet uitzonderlijk voor januari maar wel erg ver verwijderd van de gewenste temperaturen beneden het vriespunt.

Hoe anders was dit in 1987! Aan de flank van een hogedrukgebied dat zich uitstrekte van Noorwegen tot Nova Zembla was op 10 januari uiterst koude Siberische lucht over west Europa uitgestroomd. Op die zondag de 11-de vroor het overdag 5 tot 9 graden in ons land en werd overal strenge vorst gemeld in de nacht. De lucht was tot op grote hoogte zo koud (-20 op 1500 meter en -40 op 5 kilometer), dat op de waddeneilanden een enorm pak sneeuw viel bij temperaturen ver onder 0; plaatselijk meer dan een halve meter! De sneeuwbuien werden opgewekt door het relatief warme Noordzeewater, zoals dat in de VS soms gebeurt boven de grote meren, als daar zeer koude lucht uit Canada overheen stroomt.

Het resultaat is te zien op onderstaande foto's van Theo Kiewiet op Ameland, gemaakt in die barre winterperiode.

Op dit moment hebben we geen winterweer en ook geen uitzicht op een omslag binnen de termijn van een week. Er is een lichtpuntje: diverse modellen zinspelen toch op winterse ontwikkelingen na 20 januari. Te ver weg om er nu al warm of koud van te worden, maar in het geval dat dit gaat gebeuren is de winter er nog op tijd bij. Lukt dit niet dan is nog niet alles verloren, want ook in februari kan de winter nog wel eens op stoom komen. We schrijven de winter dus nog niet af.

Winterbulletin no 17 door Cees van Zwieten

(4-1-2011)

Impasse

Heel langzaam trekt koning winter zich terug uit West Europa. Tussen kerst en oudjaar tekende zich al wat lichte dooi af in het westen van het land, terwijl in het noordoosten de vorst nog tijdelijk toenam. Veel schaatsers uit het zuidwesten van het land trokken naar het noorden om te profiteren van het daar wel aanwezige ijs. Ik was een van die velen en maakte op 30 december een prachtige tocht in de Weerribben, een magnifiek schaatsgebied. De naderende dooi werd in de namiddag al voelbaar door iets oplopende temperaturen en zelfs een paar druppeltjes lichte motregen.

De winter trekt zich terug. Voor hoe lang? Wie het weet, mag het zeggen. Voorlopig is er geen uitzicht op een triomfantelijke terugkeer van Thialf. De komende dagen gaat de temperatuur omhoog naar waarden boven normaal, met maxima tot ongeveer 8 graden in het weekend. Zulke temperaturen hebben we sinds midden december niet meer meegemaakt; even wennen zal dat zijn. Voor het ijs is het maar beter zo: uithuilen en opnieuw beginnen. Of: wegsmelten en opnieuw bevriezen.

De datum 4 januari roept bij mij wel herinneringen op aan een heel andere winter, namelijk die van 1985. Tot begin januari was er nauwelijks van winterweer sprake geweest: 10 vorstdagen met wat lichte vorst was de oogst op dat moment. Als een soort revolutie ging de stroming boven Europa om in de eerste dagen van die januarimaand. De ontwikkeling van een scherpe tong van hoge druk boven IJsland en Spitsbergen liep uit op een krachtige noordoostelijk stroming die uiterst koude lucht uit noord Siberi‘ op transport zette naar west Europa. In de avond van 3 januari viel de scherpe kou al binnen in het noorden van het land en in de nacht won deze snel terrein langs een front met sneeuwval. De volgende dag, 4 januari, vielen er sneeuwbuien bij ongeveer -5 graden en een noordnoordoostenwind, voor mij het ultieme winterweer. De nacht daarop vroor het op de meeste plaatsen zeer streng; zelfs Rotterdam kwam tot -15,2. Het was het begin van een lange en hevige vorstperiode. Zie ook het (gedeeltelijke) verslag van die winter op deze site. Ga naar Historie.

De weerkaart op dit moment laat nog steeds een blokkade zien bij Groenland. De komende dagen zal blijken dat de kracht er een beetje uit is. Het hogedrukgebied met op dit moment de kern boven midden Groenland met een luchtdrukwaarde van ruim 1040 hPa is niet krachtig genoeg om het opdringen van depressies van de zuidelijke oceaan tegen te houden. Bovendien is op de Balkan de luchtdruk vrij hoog. Het zal resulteren in een zuidelijke tot zuidwestelijke stroming die uiteindelijk zachte lucht naar onze omgeving zal brengen. In eerste instantie wordt nu nog vrij koude continentale lucht uit Frankrijk en midden Europa aangevoerd. Daardoor vriest het nog wat en zal het eerste neerslaggebied weer winterse problemen veroorzaken, voornamelijk in het noordoosten van het land. We zullen ook na morgen te maken hebben met een zuidelijke tot zuidwestelijke stroming waarmee regengebieden worden meegevoerd en waarin de temperatuur in eerste instantie steeds verder oploopt. Kortom: het gaat echt goed dooien.

Na het weekend zal de temperatuur weer iets dalen, maar dat betekent geen terugkeer van de kou. De winter verkeert duidelijk in een impasse. December was een zeer koude maand, met in De Bilt een gemiddelde temperatuur van -1,1. Dat is beslist erg koud te noemen; de koudste decembermaand sinds 1969, die met -1,4 de tweede plaats bezette. De eerste plaats blijft voor december 1933 met een gemiddelde van -2,1 en een elfstedentocht. Het zal toch niet waar zijn dat dit alles was voor deze winter en dat dit seizoen de boeken in gaat als de decemberwinter? De hoop blijft, want er kan nog van alles gebeuren. Er zijn meer winters geweest die pas laat echt op gang kwamen.

Winterbulletin no 16 door Cees van Zwieten

(28-12-2010)

Kwakkelen

Ik zeg niets bijzonders of onverwachts als ik spreek van kwakkelen. Na de mooie eerste 20 dagen van de maand zit de klad er een beetje in bij deze winter, die zo geweldig uit de startblokken ging. Overigens is in een groot deel van Europa de winter nog volop aanwezig. Vanuit het zuidwesten doet de dooi nu een aanval op de vorst; dat lijkt voorlopig niet echt te lukken. Wel is in delen van Ierland, Engeland, Spanje en Portugal de temperatuur tot boven de 10 graden opgelopen. Intussen vriest het naar het westen toe tot in Nederland, Belgi‘ en het uiterste oosten van Frankrijk en naar het zuiden toe tot in Noord Itali‘ en de Balkan.

Helaas zitten wij net in het overgangsgebied tussen de vorst en de zachtere lucht. De vorstgrens is de laatste dagen wat heen en weer geschoven over ons land. Nu, om 10 uur in de avond ligt de vorstgrens van Petten (NH) over Flevoland naar Zutphen en Doetinchem. Het vervelende bij deze situatie zonder strakke westelijke stroming is, dat subtiele veranderingen in het luchtdrukpatroon flinke gevolgen kunnen hebben voor de temperatuur bij ons. De weermodellen hebben dan ook de grootste moeite om het weer voor een dag of drie vooruit goed te voorspellen. Zo zag het er vorige week nog naar uit, dat het deze week kouder zou worden. Een enkeling sprak al over een elfstedentocht. En nu blijkt dat de dooi, vooral in het zuidwesten zich een, zij het bescheiden, plaatsje in ons land heeft verworden.

Intussen is het niet duidelijk of de dooi terrein wint of verliest. Voorde komende dagen geldt: dooi in het zuidwesten en licht vorst in het noordoosten. De vorstgrens zal wel ergens boven onsland blijven liggen en wat kleine verschuivingen laten zien. Hoe dat precies zal uitpakken ligt opnieuw aan de details in het luchtdrukpatroon en daarmee aan het stromingspatroon in onze omgeving. Iets meer stijging van de druk bij Engeland zal de zachte lucht de weg versperren. Iets stijging van de druk in Scandinavie zal de oostelijke stroming iets doen toenemen en de vorst enige terreinwinst verlenen. Ter illustratie: op dit moment, namelijk 10:45 uur is bij zuidoostenwind de temperatuur in het noordoosten van Groningen al weer onder -5 gedaald. Met een oostzuidoostenwind kan de vorst zo weer in het land enige terreinwinst boeken en mogelijk morgenochtend weer alleenheerser zijn.

Sinds begin vorige week zijn er volop schaatstochten in het noorden van het land en dat gaat deze week gewoon door. Bijvoorbeeld via Schaatstochten-info is te vinden waar er nu tochten gehouden worden. In principe is in Overijssel, Drenth, Groningen en het oosten van Friesland overal goed te schaatsen. Mijn eigen eerste tocht heb ik op 23 december gehad bij Blokzijl in de kop van Overijssel. Bij tot de verbeelding sprekende omstandigheden, vrij krachtige wind en stuifsneeuw, maakten we een paar ronden in een eerder uitgezet parcours. We waanden ons, met dichtstuivende banen die nog een uur tevoren waren geveegd, in 1963. Soms ploeterden we met de krachtige wind in het gezicht door de sneeuwduitjes heen. Ik geef toe, in 63 was het aanzienlijk kouder. Toch was het een mooie ervaring om daar een beetje aan te ruiken.

Wie nog deze week wil schaatsen zal dat in het noorden van het land moeten doen. Elders ligt er te veel sneeuw op het ijs of heeft de dooi het schaatsen onmogelijk gemaakt. We zullen op een volgende vorstperiode moeten wachten om ook weer eens in, ik noem maar wat, de Alblasserwaard te kunnen schaatsen. De hoop daarop is lang niet vervlogen, want de winter is nog lang en er kan nog van alles gebeuren.

Winterbulletin no 15 door Cees van Zwieten

(22-12-2010)

Uniek

Waar lijkt deze winter op? Deze winter lijkt tot nu toe nergens op. Deze winter is natuurlijk uniek, zoals iedere winter uniek is; een winter gaat nooit op herhaling. Maar het unieke van deze decembermaand begint zich steeds meer af te tekenen. Het gemiddelde van december bedraagt nu -1,5 en de maand lijkt af te stevenen op een plaats in de erelijst van zeer koude decembermaanden. Zoals 1969 met -1,4 en 1933 met -2,1 als de toppers van de laatste 110 jaar. Veel sneeuw ligt er in een groot deel van het land en als we de berichten horen, moeten we wel aannemen dat de sneeuw er nog een week blijft liggen.

Schaatsen kan nu hoofdzakelijk in het noorden van het land. Er is gisteren een tocht geweest bij Blokzijl. Elders in het noorden wordt ook geschaatst; er is een melding van de Gouwzee bij Monnickendam. Ook in Groningen en Friesland wordt geschaatst. Uit Zuid-Holland heb ik nog geen serieuze meldingen gezien. Op naar het noorden dus, voor de echte schaatsfanaten in het zuidwesten van het land. De weerberichten zijn niet echt gunstig, maar sterke dooi zit er voorlopig niet in.

Het kon niet uitblijven: de media-hype rond een eventueel te houden elfstedentocht begint op gang te komen. Zelfs Harry Otten van Meteoconsult meende een bijdrage te moeten leveren met de oproep aan de Friezen om massaal sneeuw te gaat ruimen op het ijs. Ik vraag me dan af: weten de Friezen zelf niet dat sneeuw ruimen goed is voor het ijs? En: is het ijs dan overal voldoende dik om er op te kunnen? Tenslotte: als je er overal op kan, betekent dit niet dat er al elfstedendikte is. Daarvoor is misschien nog heel wat vorst nodig. Kortom: de hype is, als altijd, een beetje voorbarig, ook al omdat er nog niets vernomen is van een bijeenkomst van de rayonhoofden.

Vandaag en morgen is er kans op wat sneeuw en ijzel, vooral in de zuidelijk helft van het land. De temperatuur kruipt langzaam naar het vriespunt en zelfs iets er boven. Tijdens de kerstdagen wordt het weer kouder en aan het begin van de volgende week zal het flink gaan vriezen. Voor hoelang? Dat is moeilijk ter zeggen. Een ding is echter zeker: de winter laat zich maar heel moeilijk verjagen. In de loop van de volgende week zal het ijs op veel plaatsen dik genoeg zijn voor tochten. De sneeuw is echter nog steeds een spaak in het wiel, vooral in Zuid Holland.

De winter van 11. Is het echt een strenge winter aan het worden? Uniek is deze in ieder geval wel, zeker voor diegenen die dachten dat het gedaan was met echte winterkou in het opgewarmde klimaat. Wereldwijd gaat de opwarming door. Bij ons is het weer zo grillig, dat we nog steeds allerlei uitschieters kunnen verwachten. Misschien beleven we zelfs een periode met meer koude winters. En die sneeuwhopen, verdwijnen die snel? Vergeet het maar.

Zoek hier naar schaatstochten.

Winterbulletin no 14 door Cees van Zwieten

(20-12-2010)

Winterwonderland

Wat een prachtige winterse toestanden! Vrijdag overvloedige sneeuwval, in de westelijk provincies vooral. Het sneeuwdek op vrijdagavond was alhier ongeveer 11 cm. De temperatuur bleef ondanks de westelijke wind bijna de hele dag onder 0. Zaterdag een prachtige winterdag met een beetje zon en temperaturen onder 0. Een ijsdag dus en dat was in De Bilt al weer de 9-de ijsdag van het seizoen. Genieten dus, van de kou, de zon op de sneeuw en de kleuren in de sneeuw.

En toen kwam de zaterdagavond. Vanuit het zuiden kwam een sneeuwgebied onze kant op, dat aanvankelijk niet zo indrukwekkend was, maar in een deel van het land meer dan 10 centimeter sneeuw bracht. Ik mat zondagochtend 10 cm verse sneeuw. Zo veel sneeuw, bij elkaar meer dan 20 cm, heb ik lang niet gezien en ik moet echt in mijn geheugen graven om zoveel sneeuw in het verleden terug te vinden bij aanhoudende vorst. Ik kom uit bij, opnieuw, december 1981, toen zich uit de aanvoer van koude lucht uit dezelfde richting als dit jaar een stevige vorstperiode ontwikkelde boven een sneeuwdek, dat aangroeide tot ongeveer 20 cm.

Zondag een enorme vracht sneeuw, oa in Zuid-Holland. In de trein zag ik een fenomeen dat nieuw voor me was: langs mijn raam zag ik wolken stuifsneeuw voorbij aan. Zou het er in de winter zo uit zien in de Trans Siberi‘ Express, zo vroeg ik me af. Het moet wel, al zijn de temperaturen daar gauw 10 tot 20 graden lager. Opnieuw een dag om nooit te vergeten. Overal grote sneeuwhopen langs de kant van wegen en trottoirs en ook op mijn veranda een sneeuwhoop van een halve meter hoog. Het is een wonder, deze winter!

Hoe wonderlijk kan het ook gaan met de voorspellingen. Zagen we donderdag nog dooi aangekondigd voor vandaag, in werkelijkheid is het op veel plaatsen een zeer koude dag met in de middag matige vorst. Vanochtend vroor het op een aantal plaatsen streng, zo ook in De Bilt met -11,1 en Rotterdam met -11,2. Vanavond gaat het weer rap omlaag; zelfs al weer strenge vorst om half zes in Ell, Westdorpe, Herwijnen en Volkel. Zeer strenge vorst, beneden -15, zal hier en daar vannacht optreden.

Vanuit het zuidwesten nadert de komende dagen een nieuw lagedrukgebied. Het zal vermoedelijk dooi gaan brengen op woensdag of donderdag. Hoeveel dooi precies is niet helemaal zeker, want in dit soort situaties is de onzekerheid groot. In ieder geval pakken we morgen nog een (zeer) koude dag. Daarna verzachting en tijdens de kerstdagen mogelijk weer iets kouder. Het is alles onzeker en het beste is maar om niet verder dan een dag of drie vooruit te kijken.

Het ijs staat er niet zo best bij, zeker niet in de gebieden waar in het weekend zo veel sneeuw gevallen is. De ijsbaan Vlietland in Schipluiden meldt 60 tot 80 mm sneeuwijs en dat is in principe zwak ijs. Er zou dus hier en daar te schaatsen zijn waar het ijs niet verdwenen is onder het sneeuwdek. Uit het oosten en noordoosten van het land wordt al wel goed ijs gemeld. Hier in het zuidwesten zal het van plaats tot plaats verschillen. Grootscheeps schaatsen zit er nu niet in. Intussen genieten we maar van de wonderlijke wintersfeer.

Winterbulletin no 13 door Cees van Zwieten

(16-12-2010)

Goed op weg

De winter is een beetje aan het kwakkelen. De aangekondigde stroming uit het noorden is er gekomen, maar van doorzettende transportkou is geen sprake. Afgelopen zondag stroomde met een noordoostelijk wind koude lucht ons land binnen. Bij een mooi opklarende lucht ging de temperatuur onderuit naar -6,0 in Rotterdam. Twente kwam tot -8,8. Matige vorst opnieuw in een groot deel van het land; de ijsbaan in Schipluiden kon enthousiast weer een centimeter ijs melden. Veel was het niet, maar het zag er leuk uit. Op dinsdagochtend opnieuw matige vorst en in Twente zelfs strenge vorst met -10,1. Door wind van zee nam de kou al weer af, al was het dinsdagavond nog pittig koud. De thermometer stond laat in de avond weer ver onder 0, maar op woensdag dooide het in het westen van het land flink. Vandaag dooi en regen. Is er nog hoop voor de schaatsers?

Vandaag bereikt ons een frontensysteem van een depressie die van de omregeving van Spitsbergen naar het zuiden trekt. In eerste instantie stroomt lucht binnen vanuit het zuidwesten. Deze lucht is niet zacht maar laat ongeveer normale temperaturen toe in het westen van het land, ongeveer 5 graden, en vrij lage temperaturen in het oosten. Om 14 uur was het in Twente nog niet warmer dan 0,6 graden boven nul, terwijl in Rotterdam 5,6 werd gemeten bij vrij krachtige westzuidwesten wind. Het frontensysteem dat ons vandaag regen en sneeuw brengt is de voorste begrenzing van koude, arctische lucht die met grote snelheid vanuit het noordpoolgebied over de Noordzee naar het zuiden wordt getransporteerd. In de loop van de middag wordt het overal kouder en gaat de regen over in sneeuw of natte sneeuw. Op grote hoogte gaat de temperatuur snel omlaag, waardoor vanaf morgen sneeuwbuien gaan ontstaan boven de Noordzee. Vooral de kuststreken zullen dit gaan merken.

Voor de vooruitzichten is het gedrag van de genoemde depressie van belang. In eerste instantie trekt het centrum naar Engeland. Er ontstaat een complex lagedruksysteem dat nog enkele dagen boven onze omgeving aanwezig blijft. Bij ons zal de koude lucht zich handhaven en bij een naar zuid draaiende wind kan het zaterdag bij opklaringen weer flink vriezen. Zaterdag wordt in een groot deel van het land een ijsdag. Nieuwe storingen binnen het lagedruksysteem kunnen bij ons neerslag veroorzaken en het ziet er naar uit dat de wind naar west of zuidwest draait op maandag. De vorst wordt dan weer (tijdelijk?) verdreven. Zeker is dit scenario niet, want het gedrag van het lagedrukgebied laat zich kennelijk moeilijk precies voorspellen. De onzekerheid is dus eigenlijk voor na het weekend al groot.

Van natuurijs hoeven we ons niet zo mooie voorstellingen te maken. In het westen van het land zal op veel plaatsen wel ijs liggen, maar erg veel is het niet en door de wind en dooi van vandaag zal het verder worden aangetast. Aangroei in de komende dagen is er wel; hoeveel is de vraag en ook is de vraag hoeveel sneeuw we nog op ons dak krijgen. Kortom: ook hier onzekerheid troef. Het kan zijn dat in het noorden en oosten de ijstoestand beter is, maar ook daar doet de neerslag zijn werk. Het wachten is op een echte, droge vorstperiode, maar daar heeft deze winter zo te zien vooralsnog geen zin in. Het kan natuurlijk de komende dagen meevallen, als de wind aflandig blijft. Boven een sneeuwdek kan het dan toch rap omlaag gaan, zoals we ook in december 1981 gezien hebben.

De Bilt heeft inmiddels een koudegetal bereikt van 37,0. Daarmee laat deze winter al 42 zachtere winters sinds 1901 achter zich. Het aantal ijsdagen in De Bilt bedraagt 7; dat is even veel als in de hele winter van 2009. Het gemiddelde van december staat nu op -0,7 en dat is 4,9 lager dan het gemiddelde over de eerste helft van december in de periode 1971-2000. Kortom: deze winter is goed op weg.

Winterbulletin no 12 door Cees van Zwieten

(8-12-2010)

Vorst van de kouwe grond

Een merkwaardige dag gisteren. Bij weinig wind bleef de temperatuur overal onder het vriespunt hangen: opnieuw dus landelijk een ijsdag. Weinigen hebben dit verwacht, maar gezien de omstandigheden was het ook weer niet zo gek. Toch las ik in mijn krant gisterenochtend nog: +3 graden aan zee. Het lijkt een soort onveranderlijke gewoonte bij sommige weerinstituten om altijd maar 3 graden hoger aan zee te voorspellen. In dit geval was het aan zee even koud als in het binnenland, op Terschelling zelfs kouder.

Doordat de grond nog koud is en er ook nog op veel plaatsen sneeuw ligt kon het bij opklaringen gemakkelijk afkoelen. Erg koud kon werd het niet door de vrij hoge vochtigheid van de lucht. Er ontstond op uitgebreide schaal mist waarbij bomen en struiken prachtig bekleed werden met ruige rijp. De zon, die nauwelijks doorbrak had weinig vat op de kouwe grond zodat het maar weinig opwarmde; in het noorden van Friesland niet verder dan tot -3,5. Kortom: een compleet winters beeld opnieuw, terwijl we er al aan gewend waren dat de vorst verdreven was. Inmiddels heeft De Bilt er een ijsdag en wat punten voor het koudegetal bijgeschreven. We staan nu op een koudegetal van 30,7. De 30 zachtste winters sinds 1901 hebben we daarmee al achter ons gelaten.

Vandaag opnieuw een koude dag met op veel plaatsen temperaturen onder 0 in de middag. In Rotterdam geen ijsdag doordat in de avond bij westelijke tot noordwestelijke wind minder koude lucht binnen stroomt. In De Bilt vermoedelijk wel een ijsdag en dat zal dan de 7-de van dit seizoen zijn. Een bijzondere prestatie van deze winter; weinig andere winters waren al zo vroeg ijzig. In december 1925 was het al vroeg bijzonder koud geweest en stond de teller op 9 december ook op 7 ijsdagen. Het koudegetal stond toen al op 50. De winter van 26 kwam echter nooit in de lijst van koude winters, want het koudegetal kwam niet verder dan 99,4.

Intussen is duidelijk dat deze slinkse terugkeer van de kou van tijdelijk aard was. De komende dagen zal een noordwestelijk stroming de dooi verder doen oprukken. In het weekend zijn alom temperaturen boven 0 te verwachten met maxima tussen 5 en 8 graden. Ook in de nachten zal het bij een matige noordwesten wind vermoedelijk blijven dooien, hoewel een plaatselijk nachtvorstje niet is uit te sluiten. Deze ontwikkeling wordt veroorzaakt door een hogedrukgebied ten westen van Ierland dat zich in de richting van Frankrijk uitbreidt. Om dit hogedrukgebied heen stromen zachtere luchtmassa s richting west Europa. Tegelijkertijd blijft de druk boven Finland en omgeving laag zodat de stroming enkele dagen uit het noordwesten blijft komen en daarmee worden ook kleine storingen met buien aangevoerd.

Na het weekend zal het hogedrukgebied zich weer naar het noorden uitbreiden terwijl een depressiegebied zich in zuidoost Europa gaat vestigen. Dit zal een noordoostelijk stroming tot gevolg hebben waarmee geleidelijk koudere lucht zal worden aangevoerd. Het lijkt er dus op dat de winter in het midden van de volgende week weer terug is in ons land. De duur en heftigheid moeten we nog even afwachten. Intussen hopen we maar dat er dit keer niet te veel sneeuw valt. Naar mijn indruk ligt er overal een aardige ijslaag, die met de komende dooi niet geheel zal verdwijnen. Als dat klopt, dan zal met een paar koude dagen het ijs snel aangroeien.

Winterbulletin no 11 door Cees van Zwieten

(3-12-2010)

Strenge vorst

Onieuw een geweldige winterdag. Mooi weer vanochtend met op veel plaatsen strenge vorst, dus benden -10. Ook Rotterdam deed mee met -10,1. Schitterend winterweer dus, waarbij het verkeer door de lage temperaturen ook op sommige gestrooide weggedeelten te maken had met wat gladheid. In de loop van de dag steeg de temperatuur tot tegen het vriespunt in het uiterste westen tot ongeveer -4 in het zuidoosten. In de middag vielen er vooral in het westen sneeuwbuien. Prachtig, maar voor de schaatsers geen goed bericht. Veel ijs dat al ondergesneeuwd was ligt nu onder een nog warmere deken.

Die strenge vorst is intussen wel erg vroeg in het land. Bovendien is strenge vorst in Rotterdam niet allejaars. We moeten tot 2005 terug gaan om de vorige strenge vorst te vinden. Maar dat was ook meteen een bijzonder gebeurtenis op 4 maart 2005. Er werd toen een nieuw record voor maart gevestigd: -13,4. Daarvoor vroor het streng nabij Rotterdam op 3 januari 2004, op 14 februari 1999 en daarvoor weer op uitgebreide schaal in de elfstedenwinter van 1997. Strenge vorst komt in De Bilt gemiddeld pas na 16 januari; over de laatste 30 jaar gerekend. Een jaar of 50 geleden was dat 30 december. Een verschuiving dus. Daarover is meer te lezen op de pagina: Veranderen onze winters? .

Over het ijs is weinig goeds te melden. In de Alblasserwaard schijnt een klein stukje van de Graafstroom te zijn geveegd, maar inmiddels weer ondergesneeuwd. Elders zijn mensen op het ijs geweest bij Ankeveen en bij Voorschoten. Omdat morgen opnieuw sneeuw valt en bovendien de temperatuur gaat stijgen lijkt het voorlopig afgelopen met de schaatsmogelijkheden. Tenzij je ergens een plekje gevonden hebt waar het ijs wel dik genoeg is en geveegd. Of een ijsbaan, zoals in Schipluiden.

In De Bilt is de (eerste) vorstperiode een feit: van 26 november t/m 2 december werden Hellmannpunten (koudegetal) gescoord. Het koudegetal van de winter staat nu op 20,5. Dat is meer dan menig winter in het nabije verleden, zelfs al iets meer dan in 2008; toen 20,3.

Winterbulletin no 10 door Cees van Zwieten

(2-12-2010)

Totaalwinter

Het Hoe lang is het geleden dat we dit meemaakten: krachtige wind bij matige vorst overdag? Ik denk de jaren 96 en 97. In 96 kwam de kou aan het eind van januari opnieuw het land binnen met een stevige oostenwind. In De Bilt bleef op 26 januari 1996 het kwik in de middag steken bij -8,0. Ook in de eerste dagen van janari 1997 was het buitengewoon koud maar dan met iets minder wind. En matige vorst overdag met sneeuw? Voor het westen van het land moeten we zeker terug tot 1985 en 1979 om iets dergelijks te vinden. Matige vorst, wind en smeeuw, het is de mix die als totaalwinter kan worden omschreven

Helaas gooien wind en sneeuw onze glazen toch wel enigszins in. Op dit moment kan ik, althans voor het westen van het land geen plaatsen melden op buitenwater waar geschaatst kan worden. Ik heb geen meldingen binnen en heb zelf in de buurt nog niet geprobeerd of er ergens ijs is. Woensdag of misschien pas in de nacht van woensdag op donderdag is op een aantal plaatsen pas ijs ontstaan. Met een sneeuwlaagje daarop is er geen sterke ijsgroei te verwachten. PLaatselijk kan het wel 10 graden vriezen vannacht, maar ik ben bang dat het te weinig is om morgen al tot het gewenste resultaat te leiden. Het koudegetal Is in rotterdam inmiddles wel tot ongeveer 16 of 17 punten gestegen. Het is nog niet genoeg; misschien weten we morgen meer.

Vannacht en morgen zullen er sneeuwbuien vanaf de Noordzee het noorden en westen van het land binnen drijven. Opnieuw sneeuw! Als dit nog een paar centimeter gaat brengen is dat uiteraard ongunstig voor de verdere groei van het ijs. De temperatuur gaat daarbij de komende dagen geleidelijk omhaag. Zaterdag kan het al licht dooien overdag. Of deze aanval op de vorst volledig slaagt is intussen zeer de vraag. Een nieuwe depressie maakt geen haast om noordeljke regionen te bereiken. Aanvoer van zacht lucht vanuit het zuidwesten blijft dan ook achterwege de komende dagen, mede doordat de uchtdruk op het noorden van de oceaan hoog blijft. De vorst zal zich dan ook in een groot deel van Europa handhaven. In ons land lijkt het een paar dagen kwakkelweer te gaan geven. Over het weer over een dag of zeven valt weinig meer te zeggen omdat de onzekerheid op die termijn wel erg groot is.

Gisteren en vandaag was het bijzonder koud overdag. Daardoor is zowel gisteren als vandaag het datumrecord van de maximumtemeratuur verbeterd. Vooral vandaag een spectaculaire verbetering van -1,8 als laagst gemeten maximum (1973) naar ongeveer -6,1 als maximum vandaag. Hieronder een grafiek van de datumrecords laagste etmaalmaximum.

Winterbulletin no 9 door Cees van Zwieten

(1-12-2010)

Visitekaartje?

Het is een vliegende start van de meteorologische winter. Wat we nu beleven, is buitengewoon koud voor deze tijd van het jaar. We hebben te maken met transportkou. Dat wil zeggen: er wordt een hoeveelheid zeer koude lucht met een krachtige oostenwind aangevoerd. Ondanks enige bewolking is de temperatuur vannacht flink gedaald, tot -6,6 in Rotterdam en -7,7 in Twente. In de loop van de dag stijgt de temperatuur maar weinig bij een nog iets toenemende oostenwind. Voor het gevoel is het daardoor erg koud, met gevoelstemperaturen van -13 tot -15. IN de loop van de avond en nacht gaat er weer wat sneeuw vallen. Vermoedelijk niet meer dan 1 cm in het midden tot 3 cm in het zuiden.

Vanochtend zag ik de Rotte bij Rotterdam nog volledig open liggen. Ook de Bergse plassen lagen nog voor 95% open. De krachtige wind maakt dichtvriezen nog even onmogelijk. Ik vrees dat dat in Zuid Holland op meer plaatsen het geval is. De ijsvorming wil dus niet zo vlotten op groot en diep water. Schaatsen zit er vrijdag misschien wel in, maar niet overal. Het wordt dus oppassen geblazen met dat schaatsen. Stukken dik ijs kunnen afgewisseld worden met wakken of pas kort geleden dicht gevroren stukken. Sneeuw kan dit beeld nog verslechteren, maar vooralsnog ziet het er niet naar uit, dat er veel sneeuw valt. Intussen is de ijsbaan Vlietland bij Schipluiden vandaag open gegaan; ijsdikte 4,5 cm.

We gaan vandaag een nieuw datumrecord tegemoet. In De Bilt was het om middernacht 3,7 graad celcius. Het is niet te verwachten dat vandaag de temperatuur nog hoger komt. Het etmaalmaximum is daardoor lager dan ooit op 1 december sinds 1902. Het oude record stamt uit 1940, toen de maximumtemperatuur op 1 december -2,9 was. Op 2 december staat het record op naam van 1973, toen het kwik bij -1,8 bleef steken. Meer over barre decemberkou was vandaag te lezen op de site van Jan Visser.

Deze winter lijkt er zin in te hebben, hoewel gezegd moet worden, dat felle kou begin december niet altijd door een koude winter werd gevolgd. Toch zijn de ontwikkelingen van de afgelopen dagen dermate indrukwekkend, dat ik positief gestemd ben over de winter. Is het inderdaad de start van een winter met nog veel meer kou? Of loopt het met een sisser af en raakt de winter van 11 na 5 december de weg kwijt? We zullen het zien. Misschien kunnen we achteraf deze vorstperiode bestempelen als: het vistitekaartje van de winter.

Winterbulletin no 8 door Cees van Zwieten

(29-11-2010)

Eerste sneeuw

Vandaag viel in een groot deel van het land, waaronder Rotterdam, de eerste sneeuw. Het winterse plaatje is compleet: een ijsdag (maximum onder 0) en een laagje verse sneeuw. Die sneeuw is wel weer een complicerende factor voor het ijs. Waar al ijs ligt met nu een laagje sneeuw erop kan het aangroeien iets vertraagd worden. Maar, met een beetje geluk blaast de wind morgen en overmorgen de meeste sneeuw weer weg.

De komende dagen zal het bij een matige noordoosten- tot oostenwind nog kouder worden. Donderdag is er kans op sneeuw. Op woensdag en donderdag blijft de middagtemperatuur bij -4 of -5 hangen. Vooral op woensdag zal de wind het voor het gevoel extra koud maken. Op donderdag kan het kwik plaatselijk zelfs onder de -5 blijven steken. In de nachten zal het in het algemeen matig vriezen en in opklaringsgebieden boven sneeuw bij iets afnemende wind zelfs streng. Kortom: een vorstperiode met een grote impact, gezien de tijd van het jaar. We zitten immers nog op de grens van november en december. Strenge vorst in de nacht en -5 overdag komt zelden voor in deze tijd van het jaar.

Het ziet er naar uit dat de temperatuur na vrijdagochtend geleidelijk gaat stijgen en op zondag valt mogelijk al de dooi in. Zeker is dat niet, want de onzekerheid in de verwachting neemt vanaf vrijdag flink toe. Vrij zeker is echte dat de vorst nog tot en met zaterdag blijft. Hoe het dan precies verder loopt moeten we afwachten. Een depressie koerst zaterdag en zondag vanaf de Azoren in de richting van de Golf van Biskaje. Het gedrag van deze depressie zal van invloed zijn op het verloop van het weer.

Hoe staat het ijs er bij? Er is weinig nieuws te melden sinds gisteren, behalve dat Schipluiden vanochtend 32 tot 33 mm ijs heeft gemeten op de ijsbaan. Voor het grote werk moeten we nog een paar dagen wachten. Het hangt van de hoeveelheid sneeuw af of het gaat lukken. Waar nu geschaatst wordt is, voor zover ik dat kan overzien, op plassen van geringe diepte en ondergelopen weilanden, skate-banen e.d. Toch een schitterend begin van de winter: nog geen december en de -10 graden staat voor de deur, er ligt sneeuw en het schaatsen komt eraan. Houdt U gereed, het kan zo weer over zijn. Wat ik van de rest van de winter denk is binnenkort te lezen op de pagina: Winterverwachting .

Winterbulletin no 7 door Cees van Zwieten

(28-11-2010)

Eerste ijs

Het eerste ijs is gespot in Zuid Holland west. Vanochtend waren singels in Rotterdam gedeeltelijk dicht gevroren. Van de IJsclub vlietland in Schipluiden komt het bericht, dat er 6 tot 13 mm ijs ligt. Het zou me niet verbazen als de baan daar dinsdag open gaat. In het noordoosten wordt al voorzichtig hier en daar geschaatst, maar grote vaarten en plassen hebben nog wel een paar dagen nodig om beschaatsbaar ijs te krijgen. Intussen blijft het ook in het westen opmerkelijk koud. In Rotterdam zie ik om 13 uur nog -1 staan. Dat gaat helemaal de goede kant op!

Een paar dagen geleden was het onzeker hoe het weersverloop van de komende week zou zijn. Onzekerheid over sneeuwval en temperatuur bleef de modellen parten spelen. Vandaag wordt het steeds duidelijker dat een verdere afkoeling gaat plaats vinden. Door het naar het zuidwesten weg trekken van een storing is ons land in een noordoostelijke stroming terecht gekomen. Steeds koudere lucht vloeit daardoor over ons land uit. Niet alleen bij ons, ook in Engelend is de winter binnen gevallen. Koud is het eigenlijk in een groot deel van Europa. Van midden Frankrijk tot in Rusland en van Zwitserland tot Noorwegen. In Noorwegen zijn op diverse plaatsen novemberrecords gebroken. Zie hierover meer op de site van de VWK .

Vanochtend vroor het in het hele land met minima van ongeveer -4,5 in Zuid-Holland tot -6,5 in het oosten van het land. Op veel plaatsen, waaronder De Bilt, matige vorst. Overdag steeg de temperatuur op veel plaatsen in het midden van het land tot rond het vriespunt. In het noordoosten bleef het vriezen, met maxima van -1 tot -1,5. De komende nacht kunnen we opnieuw dergelijke minima verwachten, met een goede kans dat het ook in Zuid-Holland tot -5 of iets lager komt. Morgen in vrijwel het hele land een ijsdag, met maxima van 0 in het uiterste zuidwesten tot -3 in het noordoosten. De ijsgroei komt dus behoorlijk op gang. Voor ijs op diep water moeten we nog wel een paar dagen wachten, maar met de temperatuursvooruitzichten voor de komende dagen kan aanstaande donderdag op een redeleijke ijslaag van 6 tot 7 centimeter gerekend worden. Sneeuw kan nog een spelbreker zijn. Sneeuw zit wel in de verwachtingen, maar vooralsnog lijkt het beperkt te blijven.

De weersvooruitzichten mogen op dit moment voluit winters genoemd worden. Een week geleden schreef ik, dat een doorstaande oostenwind voorlopig niet aan de orde was; welnu, dat is op dit moment wel het geval. Door drukstijgingen boven Scandinavie, nu eens op het goede moment, wordt geleidelijk nog koudere lucht aangevoerd. Deze lucht is tot op grote hoogte erg koud en dat leidt er toe, dat de Wadden te maken kunnen krijgen met sneeuwbuien die gemakkelijk boven de Noordzee ontstaan en met de noordoostelijke wind binnen drijven. Het zou mij niet verbazen als we morgen berichten krijgen over een pak sneeuw van 10 centimeter op Terschelling. Vanuit het oosten komt later ook wat sneeuw de rest van het land binnen. In de loop van de week neemt de oostenwind iets toe en op woensdag of donderdag is opnieuw wat sneeuw mogelijk door een vanuit het zuidoosten opdringend sneeuwgebied. De maxima liggen dan rond -3 of -4 en de minima rond -7 of -8. En dat in de eerste dagen van december: het mag een forse tik heten van koning winter.

Voor schaatsen ziet het er dus vrij goed uit voor de tweede helft van de week. In het noordoosten iets eerder dan in het zuidwesten. Morgen kunnen we weer een iets scherpere kijk hebben op de ijsvorming, maar zoals het er nu uit ziet gaan we af op schaatsijs op donderdag in het midden van het land en vrijdag in het zuidwesten. Op plaatsen met iets minder diep water kan het een dag eerder. In Friesland en Drenthe wordt morgen al geschaatst, maar zeker niet op grote vaarten en plassen.

Winterbulletin no 6 door Cees van Zwieten

(27-11-2010)

Winter in actie

Wie de laatste dagen de lange termijn verwachtingen heeft gevolgd, zal gezien hebben dat deze nogal eens zwabberden tussen verdere toename van de vorst en geleidelijk invallen van de dooi. Ook aan de ijspluim van het KNMI was dit te zien: de ene dag gaf de Oper (de rode lijn) 5 cm ijs aan, een dag later meer dan 10 en vervolgens zien we nu weer 8 centimeter ijs voor over 9 dagen (6 december). De control-run, dat is de berekening met onverstoorde beginwaarden met de lagere resolutie van de ensembleberekeningen (blauwe stippellijn), maakt daarbij wel heel gekke sprongen. Vaak spiegelt de Control ons de laatste week extreme kou voor op de lange termijn. We zien dat vandaag ook weer in de ijspluim met een aangroei tot 14 centimeter. Onnodig te zeggen dat we hier geen betekenis aan moeten toekennen?

De luchtdrukverdeling boven Europa vertoont een opvallend beeld: terwijl bij Groenland nog steeds een stevige hoogdrukblokkade ligt, heeft zich boven west-Europa een hoogtetrog genesteld. De straalstroom slingert met een ongewone noordoostelijke richting naar het zeegebied ten westen van Portugal en van daar uit naar Itali‘ en de Balkan. In de hoogtetrog zijn de temperaturen met name op grotere hoogte erg laag. Aan de grond is de laatste dagen geleidelijk steeds koudere lucht aangevoerd, waarin het vandaag in het noordoosten van het land net zal blijven vriezen.

Door genoemde ontwikkelingen zijn wij in dit weekend overgeleverd aan de grillen van kleine storingen. Door de kou op grotere hoogte geeft een storing op de Noordzee aanleiding tot sneeuwbuien. Een deel van de sneeuw is vannacht neergekomen in Zeeland en Vlaanderen. Jan Visser meldde vanochtend 10 cm sneeuw op Walcheren. Dit weer doet denken aan wat we vorig jaar regelmatig beleefden: geen oostenwind, wel kou en regelmatig sneeuw uit kleine storingen. De winter lijkt in november 2010 de draad op te pakken van de vorige winter. Dat betekent niet dat we een copie krijgen van de vorige winter.

In het noordoosten van het land registreerde men gisteren (26-11) plaatselijk de eerste ijsdag: vorst gedurende het hele etmaal. Vanochtend vroor het daar matig met -8,3 in Eelde als laagste waarneming op een KNMI station. In Groningen en Drenthe vandaag opnieuw een ijsdag. In De Bilt is dat nog niet het geval, maar het ziet er naar uit dat ook het midden van het land aan het begin van de volgende week met ŽŽn of meer ijsdagen te maken krijgt. Dat zou een vroege eerste ijsdag zijn, want in De Bilt kwam de eerste ijsdag de laatste 30 jaar gemiddeld op 17 december. Op de pagina ÔVeranderen onze winters?Ő is over eerste ijsdagen en eerste vorstdagen (en nog veel meer) het een en ander te lezen. Een vroege winter dus dit jaar; hoe deze zich verder ontwikkelt valt te bezien, maar het novemberwintertje lijk over een week toch op zijn retour te zijn.

Voor het verdere verloop van het weer is een lagedrukgebied van belang dat zich boven zuid Europa ophoudt. Het krijgt versterking vanaf de Atlantische Oceaan en trekt langzaam naar het oosten. Tegelijkertijd breidt het hogedrukgebied bij Groenland zich uit over Scandinavie: een klassieker zou ik bijna zeggen, want het lagedrukgebied blijft in zuid Europa en kan geen zachte lucht naar west of midden Europa voeren. Bovendien trekt door toename van de drukverschillen de wind aan uit het oosten. En jawel, er is genoeg kou voorhanden in Europa. Deze ontwikkeling zal leiden tot een paar zeer koude dagen met vooral op woensdag een krachtige oostenwind met overdag meest lichte vorst en in de nacht temperaturen omstreeks -5. Donderdag neemt de wind af, maar de kou blijft. De ontwikkelingen na donderdag zijn onzeker. Een nieuwe depressie zou wel eens een serieuze dooiaanval kunnen beginnen als het hogedrukgebied boven Scandinavie naar Rusland is weggetrokken. Een dooiaanval lijkt op dit moment de meest waarschijnlijke optie.

Hoe staat het met de vooruitzichten op schaatsijs? Dat verschilt denk ik, per regio. Ik ga nu uit van de verwachtingen voor het midden van het land. In De Bilt was het etmaalgemiddelde gisteren voor het eerst onder 0, zij het slechts een tiende graad. Daarmee is dan 0,1 punt voor het koudegetal binnen. IJsvorming op groter water kan misschien in de komende nacht beginnen, maar veel is het nog niet. De dagen erna zal de ijsdikte tot donderdag aangroeien tot ongeveer 5 cm. Geen zekere schaatscondities dus nog, en na donderdag is de ontwikkeling onzeker. Voor het noordoosten staat het er beter voor. Daar kan donderdag wel redelijk ijs liggen en in het zuidwesten loopt de ontwikkeling als altijd iets achter. De komende dagen zien we verder.

Winterbulletin no 5 door Cees van Zwieten

(23-11-2010)

Winter in aantocht

Niemand kan er meer onderuit: de winter gaat geleidelijk binnen komen in Nederland. Dat er iets stond te gebeuren was al enige tijd duidelijk. Het is intussen zo, dat de verwachting voor de komende dagen ons afkoeling laat zien met temperaturen die geleidelijk vaker en langer onder 0 zullen komen. Kijken we voorzichtig wat verder, dan zien we aanwijzingen dat de kou nog even blijft en mogelijk strenger wordt. Dat laatst hangt af van de ontwikkelingen in de stroming en van de hoeveelheid sneeuw die er gaat vallen.

Een krachtige blokkade bij IJsland en Groenland zet de stroming in west Europa op zijn kop. Oceaandepressie hebben geen toegang of zullen met moeite de weg naar zuid Europa vinden. Tussen dit hogedrukgebied en een depressie die langzaam over Polen naar Rusland trekt ontwikkelt zich boven noordwest Europa een noor-noordoostelijke stroming. Daarmee komt geleidelijk koudere lucht onze kant op. Onzeker in de ontwikkelingen was een kleine depressie die langs de kust van Noorwegen in de noordelijke stroming wordt meegevoerd. Onduidelijk was lang de koers van dit lagedrukgebied, maar intussen zijn de verwachtingen volgens alle weermodellen, dat de kern westelijk van ons land passeert. Dat betekent, dat er geen aanvoer komt van zachtere lucht. De hoeveelheid neerslag die het systeem gaat brengen en hoeveel droge sneeuw dat wordt, dat blijft onzeker.

Vandaag komt het kwik nog tot +7, morgen houdt het op bij 5 graden. Geleidelijk gaat het dan omlaag naar waarden van maar net boven 0 in het weekend. De sneeuwkansen nemen toe. Uit de kouder wordende lucht vallen vandaag en morgen een paar buitjes die een licht winters karakter kunnen gaan krijgen. De wind waait uit noordwestelijk tot westelijke richting en neemt in kracht af. Donderdag staat er een noordoostelijk wind die vrijdag op de nadering van de depressie naar het zuiden draait. In het weekend krimpt de wind naar zuidoost tot oost.

Geen doorstaande oostenwind de komende dagen. Met de vorst zal het niet zo hard gaan. Donderdagochtend licht vorst. In de nacht van donderdag op vrijdag kan het plaatselijk matig vriezen. In het weekend blijft de meest lichte vorst in de nacht terwijl het overdag steeds licht dooit. Geen situatie om als schaatser al in alarmfase 3 te komen. De verwachting is, dat pas in het weekend op groter water de ijsvorming voorzichtig begint. Uitzicht op dik ijs is er nog niet. Wie het zelf wil bijhouden: kijk bovenaan deze pagina naar de link IJspluim

Winterbulletin no 4 door Cees van Zwieten

(20-11-2010)

Kou komt dichterbij

En waar zit die kou dan, vraag je je op dit moment af. Niet in de buurt in ieder geval. In een groot deel van Europa zijn de temperaturen ongeveer normaal. In het hoge noorden en dan speciaal in Noorwegen, Finland en een groot deel van Zweden zit de winter echter goed in het zadel. De kou, die in Lapland al sinds eind oktober aanwezig was, heeft zich stilaan uitgebreid, waarbij de vorstgrens vanmiddag lag van het uiterste zuiden van Noorwegen naar het uiterste zuiden van Finland. Merkwaardig genoeg is de kou in Rusland nog steeds minder dan in deze tijd normaal is. Zo is het in Moskou in november tot nu toe (19-11) 6,7 graden te warm. Er is nog niet meer vorst geweest dan een paar lichte nachtvorstjes op 7 en 8 november. Gisteren lag de gemiddelde temperatuur nog 5,2 graden boven normaal. In St Petersburg is het iets minder dramatisch; daar vroor het gisteren heel licht met een minimum van -0,5 en een maandgemiddelde van 4,0 en dat is 3,3 boven normaal. In het uiterste noordoosten van Europees Rusland vriest het wel stevig op dit moment. In Petsjora vroor het gisterenochtend streng, met een minimum van -12,2. Dat is mild voor die plaats, want de normaal geeft nu ongeveer -16 aan als minimum. De winter duurt daar gewoonlijk lang en is bijzonder koud naar onze begrippen. De winter valt gemiddeld rond 20 oktober in om een half jaar later weer het veld te ruimen. Dit jaar is de winter er dus erg laat; november was er tot nu toe 8,8 graden te warm. Ook in de rest van Siberie zien we te hoge temperaturen. Bijvoorbeeld in midden Siberie zien we afwijkingen van +5,3 in Irkutsk in het zuiden tot +10,5 in Chatanga in het uiterste noorden. Daar vriest het op dit moment (rond middernacht plaatselijke tijd) 23 graden en dat is dan nog een graad of 5 te warm voor die plaats. In het noordoosten is ook Werchojansk te warm met een novembergemiddelde van 9,2 te hoog. Maar dan hebben we het altijd nog over een gemiddelde temperatuur van -25!

De kou gaat dichterbij komen. Voor ik op de situatie van dit moment in ga, eerst iets over historische winterinvallen in november. Alom wordt op dit moment gespeculeerd over een naderende strenge winter, volgens sommigen zelfs echt streng in de klassieke betekenis. Nu er een winterse omwenteling op het programma staat verschijnt ook dit H-woord: een historische winterinval. Van een lange en koude winter wordt dan bedoeld. Beginnen historisch strenge winters wel eens in November? Dat hangt er van af wat je met beginnen bedoelt. Veel koude en strenge winters laten in november al een voorproefje zien. Meestal was dat een winterprik die werd gevolgd door zachter weer. Maar ook dat kan de inleiding zijn tot een zeer strenge winter, zoals de winter van 63 liet zien. Ik ken eigenlijk maar een winter die aan het einde van november met grof geschut begon aan een lange winterperiode: de winter van 1890-1891.

Een opvallende kou-inval vond plaats in november 1921. Na een periode met nachtvorst van 8 t/m 17 november kwam de winter goed op gang met een vorstperiode van 25 november t/m 5 december. Het koudegetal was ruim 53,6 in die vorstperiode en het minimum -15,9 op 5 december. Spectaculair was de winter verder niet, maar wel koud. Later nog een vorstperiode van 5 dagen aan het eind van januari en een stevige vorstperiode van 9 dagen in februari, waarin opnieuw sneeuw en strenge vorst. Het koudegetal van de winter was 145,7. Met recht een koude winter, maar door het kwakkelige karakter kwam het niet tot een elfstedentocht. Deze winter wordt zelden meer genoemd als historische winter en toch was deze qua hoeveelheid vorst veel kouder dan de afgelopen winter.

De kou gaat dichterbij komen en op een of ander manier binnen vallen in de loop van de volgende week. Op dit moment trekt een lagedrukgebied ten zuiden van ons land naar het oosten. Het is al het vierde of vijfde systeem dat deze weg volgt en ik vind dat heel opvallend. Het is de koers die depressies van de oceaan moeten volgen om winterweer in onze streken met rust te laten. Intussen is bij Groenland en IJsland de luchtdruk gestaag aan het stijgen. Er ontwikkelt zich een krachtige blokkade die oceaandepressie bij ons uit de buurt houdt. Tevens daalt de druk boven Finland en noord Rusland. Daardoor komt de weg vrij voor koude lucht uit de omgeving van Nova Zembla om naar het zuidwesten af te stromen. Die kou bereikt in het midden van de volgende week ook het Noordzeegebied.

Een complicatie is de ontwikkeling van een storing boven de Noordzee. Het gedrag van deze storing zal nog kunnen bepalen of we na woensdag met koud weer en sneeuw(buien) te maken krijgen of met minder koud weer met natte sneeuw en temperaturen enkele graden boven 0. Het kan dus nog verkeren met die kou en een doorstaande oostenwind is nog even niet aan de orde. Wel een (licht) winters weerbeeld met kans op winterse neerslag. En dat is al een heel aardig begin van de winter omstreeks 25 november.

Winterbulletin no 3 door Cees van Zwieten

(15-11-2010)

Vroege winter?

Drie dagen geleden schreef ik : over twee weken kan het helemaal anders liggen. Ik bedoelde, dat de winter die nu in grote delen van de Russische Federatie afwezig of laat is, zo maar in twee weken op de kaart kan staan. Diverse weermodellen gaan er intussen van uit, dat de winterkou in grote delen van het continent de komende 10 dagen aanzienlijk terrein zal winnen zal. Zelfs is er daarbij een goede mogelijkheid dat winterkou zich ook in de richting van West Europa gaat uitbreiden. Als dat werkelijkheid wordt zullen we kunnen spreken van een vroege winter. Op de vooruitzichten kom ik zo meteen nog terug.

Het is al vaker gezegd: een heel vroege winter is geen aanwijzing dat we een koude winter krijgen. Novemberkou leidt meestal tot een normale tot zachte winter, zoals het klimatologisch gemiddelde aangeeft. Als voorbeeld haal ik dan graag weer de winter van 94 aan. Op 16 november viel met een stevige oostenwind de vorst binnen. Het leidde tot een vorstperiode van 14 dagen, die duurde van 18 november t/m 1 december; het koudegetal volgens Hellmann liep op tot ruim 33. Op 6 achtereenvolgende nachten kwam het tot matige vorst. Het resultaat was, dat er aan het eind van de maand volop geschaatst werd. Daarna liet de winter het grotendeels afweten. Even gaf een kou-inval met krachtige oostenwind op 13 februari de winterliefhebber weer hoop. Na drie dagen dooide het al weer overdag en de opnieuw verscherpende vorst op de 20-ste werd op 22 februari al weer getemperd bij sneeuwval. Daarna was het gedaan met de winter. Met een gemiddelde van 4,0 over de drie wintermaanden was het iets te zacht; het koudegetal van 62,8 in De Bilt kan niet anders dan normaal genoemd worden.

November 1993 was wel een uitzondering, want meestal leidt kou in november niet tot schaatsen op zo grote schaal. In november 1965 werden we ook al vroeg met heftige kou geconfronteerd. Rond 10 november bouwde zich langzaam een hogedrukgebied op tussen IJsland en Spitsbergen; op 11 en 12 november bewoog het centrum naar Noord Scandinavie. De kou in noordwest Siberie kwam daardoor in beweging in onze richting. In de late avond van 12 november ging de temperatuur onder het vriespunt; er volgde een soort van vorstperiode, die echter te weinig kou bracht om aan de norm van 16 Hellmannpunten te komen. Vanaf 18 november begon het te kwakkelen doordat een depressie een half geslaagde aanval deed op de winter. De kern van het lagedruksysteem trok over Luxemburg, Duistland en Polen naar Rusland. Aan de achterzijde kwam een noordelijke stroming met sneeuwbuien tot stand, die de winter nog even deed opleven. In de nacht van 23 op 24 november maakte een kleine maar venijnige depressie een einde aan de novemberwinter. Dit ging nog gepaard met een flink pak sneeuw, dat echter door flinke west- tot noordwesten wind snel werd opgeruimd. Het koudegetal van november leek met 20 heel aardig, maar het was te verspreid en onvoldoende voor schaatspret als in november 1993.

Geen schaatsen dus in november 1965, maar daarna wel een leuke winter met twee vorstperioden. Een vorstperiode in januari, van de 5-de t/m de 20-ste bracht ruim 55 Hellmannpunten en ook wat sneeuw. Er werd veel geschaatst en in Zuid Limburg kwam het tot zware winterkou met op 18 en 19 januari respectievelijk een maximum van -9 en -8. In vroege ochtend stond de thermometer daar drie maal beneden -15. De korte vorstperiode in februari bracht vooral in het noorden van het land kou, met in Leeuwarden nog een koudegetal van 48,2. In de Bilt stond de teller in die tweede periode niet hoger dan 22,2. Opvallend in die vorstperiode was de sneeuwjacht in het noorden van het land op 8 en 9 februari, toen de scheidslijn tussen koude lucht in het noorden en zachtere lucht in het zuiden lange tijd boven ons land bleef hangen. Met een koudegetal van 99,3 moet die winter aan de koude kant genoemd worden; net nog iets kouder dan de winter van 2010.

Terug naar de situatie van vandaag. Opvallend is, dat Noord Scandinavie al sind weken flink in de wintersituatie zit. De afgelopen paar jaar werd de eerste sneeuw van oktober steeds onderbroken door zacht weer tot in november. Dat is niet het geval dit jaar en ik zie daarin een aanwijzing dat de kou op dit moment vrij goede papieren heeft. Het lijkt er op dit moment sterk op, dat zich boven de Oceaan een luchtdrukblokkade gaan vormen die koude lucht naar het zuiden doet opdringen. Het is niet gezegd, dat dit tot winterkou leidt, maar de EPS verwachting (ensemble prediction system) geeft een grote waarschijnlijkheid van lagere temperaturen de komende tien dagen. Zelfs lijkt er over 8 of 9 dagen wel wat vorst in te zitten, maar dat is nog ver weg.

Nog verder weg zijn de verwachtingen over 14 dagen. De EPS-pluim geeft uiteraard geen uitsluitsel, maar suggereert op die termijn wel aanhoudend te lage temperaturen. Heel bont maakte gisterenmiddag de operationele run van de Amerikanen (GFS) het: er stond een regelrechte uitbraak van Siberische kou op de kaart in de richting van West Europa. Daar zullen we maar niet op rekenen, want dat soort kaarten hebben een hoog glazen-bol-gehalte.

Bron temperatuurgegevens: KNMI
Gegevens betreffen, tenzij anders vermeld, De Bilt

Winterbulletin no 2 door Cees van Zwieten

(12-11-2010)

Intussen in Jakoetsk

Op de reis die ik afgelopen zomer met een vriend maakte in Siberi‘ was een van de hoofddoelen het bereiken van de stad Jakoetsk. Jakoetsk ligt in het oosten van Siberie op 62 graden noorderbreedte. De stad ligt in het permafrostgebied, dat wil zeggen dat de grond er permanent bevroren is. Alleen de bovenste anderhalve meter ontdooit in de zomer. Natuurlijk was die permafrost een belangrijke inspiratie voor onze reis. In de stad bevindt zich het Permafrost-instituut waar onderzoek gedaan wordt. Wij hebben dat instituut bezocht en elders op deze site zal ik daar nog verslag van doen.

Het klimaat van Jakoetsk spreekt tot de verbeelding: het is er s zomers buitengewoon warm en in de winter extreem koud. De gemiddelde jaartemperatuur ligt in de buurt van -10. Het wordt ook wel de koudste hoofdstad op aarde genoemd. Die extreme kou in de winter spreekt uit het januarigemiddelde, dat naar de laatste cijfers -39,6 bedraagt; ruim 40 graden kouder dan in Nederland! Wij kwamen aan in Jakoetsk in het midden van juli en liepen daar aan tegen middagtemperaturen van 28 tot 32 graden. Een paar dagen na ons vertrek steeg het kwik tot 35 graden. Dit soort temperaturen zijn daar in juli meer gangbaar dan bij ons. De normale middagtemperatuur in het midden van juli bedraagt 26 graden en dat is ongeveer 3 graden hoger dan bij ons.

Het spreekt voor zich, dat ik nu veel belangstelling heb voor de temperatuurontwikkeling in de herfst en winter in Jakoetsk, en eerlijk gezegd in heel Siberie. De herfst in Jakoetsk is doorgaans de periode eind augustus tot 1 oktober. Het gemiddelde gaat dan omlaag van 13 graden aan het eind van augustus naar 0 graden aan het begin van oktober. In september komt al veel nachtvorst voor, dit jaar tot -7 op 26 en 27 september. Razendsnel gaat het verder omlaag in oktober; aan het eind van oktober is het normale etmaalgemiddelde -17; ochtendwaarden beneden -20 zijn dan heel normaal en soms wordt dan al de -30 gehaald. Gisteren en vandaag een beetje teleurstellend: de temperaturen schommelen rond de -12 waar het normaal s nachts onder de -30 komt.

Jakoetsk ligt aan de rivier de Lena. Het begrip ijs is daar uiteraard iets anders dan bij ons. Waar wij met geluk een paar weken ijs hebben op plassen en doorgaans ijsvrije rivieren hebben, begint het dichtvriezen van de Lena eind oktober. Met een ijsaangroeimodel dat uitgaat van stilstaand water van 2 meter diep kom je met het klimaat van Jakoetsk eind november al op een slordige meter ijs. Op de rivier is dat door diepte en stroming uiteraard veel minder. Toch is in december het ijs er betrouwbaar genoeg om er een weg op aan te leggen. Het levert dan in de winter goede verbinding op met plaatsen die in de zomer alleen per boot en in voorjaar en najaar helemaal niet te bereiken zijn.

Een heel ander wereld dan de onze. Wij zien uit naar een paar graden vorst gedurende een week en dat soms in een hele winter tevergeefs. Op dit moment komen van alle kanten de wintervoorspellingen los. In de link Winterverwachting verschijnt daarover binnenkort meer. In de berichtgeving over de naderende en verleden winter (2010) keert steeds weer de term -strenge winter- op. Volgens de gangbare normen was de winter van vorig jaar niet streng. De winter was lang, taai en vrij koud. Helaas ging mooi schaatsijs aan de bewoners van het zuidwesten van Zuid Holland vrijwel geheel voorbij. Maar, eerlijk is eerlijk, met een klein beetje reizen heb ik toch heel wat mooie tochten gereden. En dat is jaren lang niet mogelijk geweest. Bovendien: dankzij de sneeuw was het wel een heel mooie winter, zeker in het noordoosten van het land, waar de sneeuw langdurig bleef liggen.

Ik hoop dit jaar op een ander soort winter: meer droog weer een iets meer aanhoudende vorst die, ons weer eens een diepzwarte ijslaag van 10 centimeter of meer brengt. Als het dan eens tot een echt koude winter mocht uitgroeien (op een strenge in de klassiek betekenis reken ik al niet meer) dan zijn we als schaatsliefhebbers helemaal gelukkig. Half november, het kan in deze tijd bij uitzondering wel eens gaan vriezen, zoals in november 1993 gebeurde. Dat staat nu niet op het menu, maar vanaf deze tijd ga ik wel regelmatig verslag doen van de ontwikkelingen. De winter is laat in Rusland en grote delen van Siberie; in bijna de gehele Russische Federatie liggen de temperaturen ruim boven normaal in de eerste 12 dagen van november. Van die kant is op dit moment dus nog niet veel te verwachten. Maar, het kan over twee weken ook helemaal anders liggen.

Winterbulletin no 1 door Cees van Zwieten

(3-10-2010)

Zomer en winter

Het zomerseizoen zit er op. Voor velen, die laat vakantie hadden viel het tegen: na 23 juli was het meestal wisselvallig weer, er viel veel en langdurig regen en de tempertuur lag iets onder normaal. Toch was de zomer als geheel niet zo slecht: van eind juni tot eind juli was het warm en mooi weer. Van 23 juli t/m 22 juli was de gemiddelde temperatuur 20,6 graden tegen ongeveer 17,8 graden normaal; zeer warm dus. Juist in een groot deel van deze periode bevond ik mij in Siberie, waar het doorgaans ook erg warm was. Daarover in een volgende bulletin meer.

Intussen stellen wij ons weer in op de naderende winter; de ijsbanen zijn weer open en de wintervoorspellingen komen weer van divers kanten los. Koude winter? Strenge winter? Of juist weer een zachte na twee winters met kou? We zullen het zien. Hebben we iets aan wintervoorspellingen? In het algemeen wordt de betrouwbaarheid als zeer klein beschouwd. Er is kennelijk geen goede methode of model dat voor onze streken een seizoen kan voorspellen. Mijn winterverwachting is vaak voor een deel op intu•tie gebaseerd en die werkte vorig jaar wonderwel. De koude sneeuwwinter die ik aankondigde, is inderdaad gekomen. Voor het zuidwesten van het land liet het schaatsijs veel te wensen over. Laten we maar hopen op een geheel ander soort winter met een periode van droge vorst. Of gewoon een strenge winter waarin een pak sneeuw niet zo veel kwaad doet.

pijl

terug