schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact
Archief oude bulletins

Winter 2011-2012

Winterbulletin no 20 door Cees van Zwieten

(7-2-1-2012)

Toertochten

Wat een februariwinter! Opnieuw vanochtend vroeg zeer lage temperaturen. Lelystad -19,9 ; De Bilt -15,3 en Rotterdam -14,2. Alleen Zeeland kwam net niet aan strenge vorst, die zelfs de Waddeneilanden in zijn greep had. Vandaag liggen de maxima ook erg laag, in een groot deel van het land beneden -5. In het noordoosten stroomt vanuit het oostzeegebied iets minder koude en vochtiger lucht binnen. Om 13.40 uur temperaturen aldaar tussen -2 en -3, terwijl het in delen van Zeeland nog matig vriest. Rotterdam heeft dan nog -6,3 en Lelystad -8,2.

Boven Scandinavie blijft de luchtdruk hoog en boven zuidoost Europa laag. Ons weer wordt in de heersende noordoostelijk stroming mede bepaald door storingen uit het oostzeegebied. Vandaag al draait de wind iets naar noordoost waardoor de vorst iets getemperd wordt in het noorden van het land. De wind is daarbij iets toegenomen uit het noordoosten, waardoor het zeer koud aanvoelt vandaag. Morgen nadert later op de dag een storing vanuit het oosten. De wind zal tijdelijk krimpen naar het noorden; in het noordwesten van het land zal de temperatuur donderdag iets boven 0 komen. Er is kans op wat lichte sneeuw. Vrijdag gaat de wind weer uit oostelijke richting waaien en stroomt de koude continentale lucht weer binnen. Op de langere termijn is er een redelijke kans op een door-aanval in de loop van zondag. Het is nog heel ongewis hoe dit zal plaats vinden en of de vorst terug keert. De run van vanochtend van ECMWF was al weer iets meer winters dan de vorige van gisterenmiddag. Onzekerheid dus, maar niet ongewoon op een termijn van 5 dagen.

Voor het ijs in het hele land beleven we een goed etmaal. Het neemt langzaam in dikte toe en in combinatie met schoon vegen van het ijs kan dit weer tot een ijsaangroei hebben geleid van 1 tot 2 cm; afhankelijk van de dikte en de plaatselijke omstandigheden. Op steeds meer plaatsen vinden toertochten plaats. Zie daarvoor de site van de KNSB. Met de gunstige vooruitzichten tot en met zondag zal er heel wat gereden worden op natuurijs. De tocht der tochten zit nog steeds met gedeelten van het traject waarop het ijs te dun is. We wachten de berichten af, maar ik zie het zo gauw dit weekend nog niet gebeuren.

Hoe extreem is deze kou van 2012 nu. Al eerder zagen we de extreem lage minima tot onder -20. Dat gebeurt lang niet ieder jaar. We kunnen ook kijken naar het koudegetal; dat staat in De Bilt na gisteren op 55,0. Nog niet spectaculair maar al aardig in de richting van een koude winter als we de kou van de komende dagen meenemen. Ik vermoed dat we maandag op 85 tot 90 staan in De Bilt. Dat is meer dan in de vorige winter. Een andere manier is om eens te kijken naar koude perioden van 5 en 10 dagen. Dan doet deze winter al behoorlijk mee in de reeks van koude winters sinds 1902. Zie dit overzicht, waarin de winters zijn gerangschikt naar koudste periode van 10 dagen:

Tg= gemiddelde van de periode
Tng=gemiddelde van de etmaalminima
Tn=minimum in de periode

Op de ranglijst van koude perioden van 10 dagen zal 2012 zeker nog stijgen. Een andere manier is om te kijken naar koudegolven in het verleden. De huidige koudegolf is nu 8 dagen oud en doet het niet gek in gezelschap van koudegolven in het verleden. In een volgend bulletin kom ik daar nog op terug.

Hieronder staat de ijsverwachting van Weerplaza voor het westen van het land. De verwachting is gemaakt op basis van een waterdiepte van 1 meter.

De temperatuur- en ijsverwachting van Weerplaza staat hier

Winterbulletin no 19 door Cees van Zwieten

(6-2-1-2012)

Geruchten

Uit allerlei schaatsgebieden komen berichten dat er geschaatst wordt. Wat het westelijke deel betreft: Alblasserwaard, Westland, Nieuwkoop, Rottemeren en Reeuwijk. Het is nog steeds aan te bevelen om egaal met sneeuw bedekte delen te vermijden. Het ijs is door de lage temperaturen wel aangegroeid, maar onder het sneeuwdek gaat het aanzenlijk langzamer.

Iedereen die iets van weer en klimaat weet, zal inmiddels begrijpen dat we met een bijzondere winter te maken hebben. Ik geniet ongeveer iedere minuut van deze spectaculaire februariwinter, althans voor zover ik geen andere, min of meer noodzakelijke, bezigheden heb. (Ik beklaag de mensen die alleen maar een hekel aan kou hebben)

Neem nu de dag van zaterdag. Ik was toen ruim een week terug van de Weissensee; daar stonden we vrijdag 27-1 in de ochtend bij -15 op de sneeuw naast de startplaats. Ik dacht toen: dat maak je bij ons, zeker in het westen, praktisch nooit mee! En wat gebeurt er 8 dagen later? Ik sta bij ongeveer -15 bij prachtig weer en een juist opgaande zon in de sneeuw! Het schoon krabben van de auto neem ik graag voor lief; sterker nog, dat wil ik niet eens missen.

Je ziet ook hoe snel ons beeld van wat koud is verandert. Zaterdagavond dacht ik: dat valt tegen, het is maar -7 en het wil niet erg kouder worden. Intussen stonden de ijsbloemen op de ruiten, iets wat ik normaal gesproken in de ochtend beschouw als een teken van serieus winterweer. Zondag dan weer maximumtemperaturen omstreeks -5. Op zo'n dag zit je normaal gesproken iedere winter te wachten.

Het kan niet op: extreme temperaturen tot -23 zijn gemeten in ons land en zelfs Rotterdam kwam dicht bij het plaatselijk record uit 1985; de koudegolf is intussen een feit en wordt nog langer, misschien zelfs bijzonder lang. De vooruitzichten wijzen op aanhouden van de vorst, waarschijnlijk nog minstens een week.

De verwachtingen van de ontwikkeling in het weer zijn nog steeds bijzonder winters; ik heb gebiologeerd zitten kijken naar wat de modellen ons voor de komende week voorschotelen: versterking van het hogedrukgebied aan de westzijde en prolongatie van de aanwezigheid van siberisch lucht in Europa. Het lijkt niet op te kunnen. Genieten is dit: een winter van formaat begint zich af te tekenen; voor het eerst sinds 1997. Mogelijk van groter formaat dan 97; gedachten aan 1956 liggen voor de hand, maar dat gaat eigenlijk te ver.

Intussen vroeg ik mij af hoe het met de rivieren staat; ik zag een grafiekje van Hagestein met 1,0 celsius gisteren. Een daling van 3 graden in 5 dagen. In de loop van de komende week zal het vriespunt bereikt zijn; hoe snel ijsvorming dan gaat hangt van temperatuur en wind af. IJsvorming lijkt wel waarschijnlijk tegen volgend weekend.

En dan het E-woord. Ik zou er nu geld op inzetten. Helaas mag ik niet rijden; wel reken ik op de noorderrondritten en hoop mijn iesbewies te verzilveren. Er gaan geruchten dat de Noorderrondritten in roningen a.s. vrijdag gehouden worden.

Winterbulletin no 18 door Cees van Zwieten

(4-2-1-2012)

Extreme kou

Deze winter komt na een dag of 6 al met extreme kou op de proppen. In de afgelopen nacht en vroege ochtend heeft het in het grootste deel van het land zeer streng gevroren; dat wil zeggen dat de temperatuur lager was dan -15. Op een aantal plaatsen werden zelfs temperaturen beneden -20 gemeten! Dat is in Nederland nogal uitzonderlijk. De laatste keer dat dat gebeurde was in 2009 in Limburg, tijdens de vorstperiode in januari. Zo had Ell op 6 januari 2009 een minimum van -20,8. Daarvoor was het Marknesse dat de kroon spande op 4 maart 2005 met een minmum van -20,7.

En uitgerekend Marknesse is weer de plaats waar weer een van de laagste waarden is gemeten vannacht: -22,8. Bij Lelystad zelfs -22,9. Dat zijn de laagste waarden gemeten sinds 1985 in Nederland. Op 8 januari stond het kwik in Deelen op -24,2. Op veel meer stations zijn temperaturen beneden -20 gemeten. Herwijnen -21,4 ; Deelen -20,2 ; Berkhout -21,8 ; Stavoren -20,3. Ook in Rotterdam was de temperatuur extreem laag: -16,5. Nog net niet zo laag als het record uit 1985; op 7 januari was het minimum -17,1. Temperaturen beneden -15 zijn in het westen van het land weinig voorkomend. Uit mijn hoofd ken ik alleen 1963, 1979 en 1985. (In 1956 werd nog niet gemeten bij luchthaven Rotterdam)

Gisteren is op uitgebreide schaal sneeuw gevallen. Tussen de 5 en 12 cm wordt gemeld. Dat is de veroorzaker van deze extreme temperaturen maar ook een tegenvaller voor de schaatsers, die het ijs onder een witte deken zien verdwijnen. Je kunt niet meer zien wat voor ijs er onder de sneeuw ligt. En daaronder ligt op het grote buitenwater hier en daar nog zeer onbetrouwbaar ijs. Bij de zeer lage temeraturen van vandaag groeit het ijs nog wel aan, maar langzamer dan zonder sneeuw. De temperaturen zijn deze dagen echter dermate laag dat er nog wel redelijk ijsaangroei plaats vindt.

Toch is opnieuw een waarschuwing op zjn plaats: ga niet op het ijs op onbekend terrein. Geveegde stukken en banen zijn natuurlijk wel veilig. Voor de rest even afwachten tot de kou van dit weekend er overheen gegaan is. Daarna staan ons vrij zeker nog 3 koude dagen te wachten. Op langere termijn neemt de onzekerheid toe. Mogelijk wordt het hogedrukgebied, dat ons al een week winterweer bezorgt, vanuit het westen weer versterkt boven Scandinavie, waardoor de aanvoer van continentale, koude lucht blijft voorduren tot in het volgende weekend.

Intussen is de vorstperiode in De Bilt sinds 2 februari een feit: 5 dsgen met een gemiddelde beneden 0 en een totaal koudegetal van minstens 16. In dit geval is K=18. Met de kou van gisteren en vandaag zal het koudegetal tot ongeveer 35 zijn opgelopen. En de teller draait door... Het is zelfs mgelijk dat we te maken krigen met een heuse koudegolf; dat is een periode van minstens 5 dagen met een minimum beneden 0 en daarin minstens 3 etmalen met strenge vorst (beneden -10). We hebben er al twee te pakken; dus, als het morgenochtend in De Blt weer streng vriest, staat die koudegolf ook. Dat zou voor het eerst zijn sinds 1997.

Bron: KNMI en Weerplaza

Winterbulletin no 17 door Cees van Zwieten

(2-2-1-2012)

Sneeuw

Vandaag is het weer iets kouder dan gisteren. Vannacht en vanochtend matige vorst in een groot deel van het land en strenge vorst plaatselijk in het oosten. Beek (L) had met -11,0 de laagste waarde. In Zuid Holland lagen de minima op -7 in het westen tot -9 in het oosten van de provincie. En dat alles bij een matige oostenwind. Pure transportkou, zoals we die jaren niet gezien hebben. De wind is meteen ook een addertje onder het gras, maar daar kom ik zometeen op. Vandaag blijft het heel koud met maxima van -3 in het noordwesten tot -6 in Limburg. Daar ligt ook nog een laagje sneeuw, dat enige invloed op de temperaturen heeft.

De grote bel met siberisch lucht heeft ons land nu bereikt. De lucht is zeer koud en zeer droog. Die droogte van de lucht heeft een extra gunstige invloed op de ijsgroei. IJsclub Vlietlanden in Schipluiden meldde vanochtend 60 mm ijs; met daarbij de toevoeging: het wordt per uur dikker. De stroming komt vanavond en vannacht tot stilstand. De oorzaak is het iets terugtrekken van het hogedrukgebied naar het oosten, en het stromen van zeer koude lucht over de Noordzee. Daar gaat zich een klein lagedrukgebied met sneeuw(buien) vormen. Met de noordelijke stroming die daar op grotere hoogte heerst, komt dit systeem naar ons land toe. Waar het precies passeert is nog een vraag, die op dit moment niet met zekerheid kan worden beantwoord. Van de precieze koers hangt veel af. Valt er sneeuw? Zo ja, waar het meest? Gaat het tijdelijk dooien in het zuidwesten of ook in het westen en noordwesten van het land.

Globaal is in ieder geval de verwachting dat het morgen een sneeuwdag wordt met tijdelijk getemperde vorst en in de kustgebieden mogelijk enige tijd lichte dooi. Volgens de laatste berekeningen koerst de kern van het gebied in de richting van zuidwest Nederland en Belgie. Dat betekent in dat geval, dat de meeste sneeuw in het westen valt en dat het met de dooi meevalt. Morgenavond draait de wind weer naar noordoost tot oost en wordt opnieuw de uiterst koude lucht aangevoerd vanuit Duitsland. Bij opklaringen en weinig wind kan dit tot lage minima leiden. Het is te vroeg om daarover te speculeren, want extreem lage minima kunnen alleen onder zeer specifieke omstandigheden optreden. We houden het erop dat vanaf zaterdag weer matige tot strenge vorst zal voorkomen, met in de middag lichte vorst. De vorst lijkt in ieder geval t/m dinsdag aan te houden.

Waarschuwing: pas op bij het betreden van het ijs op groot buitenwater. Vanuit het Westland heb ik berichten dat er stukken bij zijn die pas de afgelopen nacht zijn dichgevroren. Daar ligt 3 cm ijs en het zal morgen niet betrouwbaar zijn. Hetzelfde lijkt mij te gelden voor de Alblasserwaard. Wel zijn er delen te beschaatsen, zoals blijkt op de site van ijsclub De Graafstroom, die 6 tot 7 cm ijs meldt vandaag. In de buitengebieden zal het hier en daar door de wind langer open gelegen hebben. Wat de sneeuw gaat doen met het ijs is nog even afwachten. Morgen weten we meer.

Winterbulletin no 16 door Cees van Zwieten

(31-1-2012)

Van formaat

Na de lichte sneeuw van gisteren is in de afgelopen nacht overal de koudere en drogere lucht binnengestroomd. De minima werden kort na zonsopgang bereikt en gaven in het grootste deel van het land matige vorst aan; van -5,1 in Rotterdam tot -7,7 in Nieuw Beerta. Alleen in een smalle kuststrook van Holland en in Zeeland bleef de vorst licht. Overdag temperaturen onder 0; dus opnieuw een ijsdag. Maxima in Zuid Holland en Utrecht meest rond -1; in het noordoosten rond -3. In de komende nacht zal het bij een matige wind vrijwel overal matig vriezen. Van -4 in Zeeland tot -9 of -10 in het noordoosten.

De ijsvorming komt nu goed op gang. Waar het nu dicht ligt, komt er het komende etmaal een paar cm bij. De nieuwe ijspluim van het KNMI gaat voor 8 cm op donderdag, 9 cm op vrijdag en 10 cm op zaterdag. Op 1,5 meter diep water. Dat ziet er mooi uit! Met de nieuwe verwachting van de temperatuur kan de ijsdikte over 8 dagen opgelopen zijn tot een waarde tussen de 12 en 20 cm. Die nieuwe verwachting van vanmiddag duidt op aanhouden van de vorst in de komende week. De twijfel die rees in de ochtendverwachting is deels weggenomen. De kans op sneeuw op vrijdag en zondag is aanwezig, maar niet groot.

De temperatuur zal in de komende dagen nog iets dalen. Strenge vorst is vanaf donderdag in een deel van het land mogelijk. Daarbij zal de wind met kracht 3 uit hoofdzakelijk oostelijke richtingen blijven waaien; alleen vrijdag mogelijk tijdelijk onderbroken door een zuidwestenwind. Dat is dan voor de verandering een zuidwestenwind die geen dooi brengt. We kunnen kort zijn over deze situatie: een vorstperiode van formaat is in de maak.

Nog steeds ligt daar dat krachtige hogedrukgebied met een kerndruk van ruim 1060 hPa boven noord Rusland. Het ziet er naar uit, dat het daar nog een paar dagen blijft liggen. De verbinding met het azorenhogedrukgebied bljft noordelijk liggen, wat voor de winter bij ons gunstig is. Voeg daarbij een lagedrukgebied boven de Middellandse Zee en het plaatje is compleet: een sublieme winterse setting.

Winterbulletin no 15 door Cees van Zwieten

(30-1-2012)

Februariwinters

Een bijna ongelooflijk stevige en zekere vorstinval. Vergelijkingen met 1956 worden al gemaakt. Nu is 1956 een verhaal apart, maar de timing is vrijwel dezelfde: op 30 januari stroomde koude vrieslucht binnen met een daling van temperatuur die leidde tot een diepvrieskoude 1e februari. In De Bilt werd een minimum van -15,8 gemeten. Overdag kwam de temperatuur niet hoger dan -11,0. Zo koud als toen wordt het niet in de komende dagen. Wel gaat de temperatuur verder omlaag. We gaan een zeer koude week tegemoet!

Nog steeds regeert een luchtdrukgigant boven Siberie, Europees Rusland en Scandinavie. In noordwest Siberie zijn waarden gemeten van omstreeks 1065 hPa. Alle meteorologen, weermannen/-vrouwen en weeramateurs kijken hun ogen uit op de weerkaarten bij deze extreme situatie. In het zuiden van Europa is de luchtdruk laag. De oostelijke stroming trekt daardoor nog iets aan en de aangevoerde lucht wordt geleidelijk steeds kouder. Dat dit tot en met het komende weekend doorzet wordt steeds zekerder. Voor ZUid Holland zal dit betekenen dat het vannacht ongeveer -5 wordt, woensdagochtend -7, donderdag -8 tot -9 en vrijdag omstreeks -10. De middagtemperatuur gaat navenant omlaag. Donderdag- en vrijdagmiddag blijft het kwik in een groot deel van de provincie op ongeveer -5 hangen.

Wat betekent dit alles voor het ijs? Ik schat dat het koudegetal in ZH op vrijdag tot ruim 20 zal zijn opgelopen. Dat betekent voor het westen, dat op vrijdag op heel veel buitenwater de ijsdikte voldoende zal zijn om te gaan schaatsen. Op ondiep water zal het donderdag kunnen, en voor de waaghalzen is er woensdag wel hier en daar te schaatsen. Voor het midden van het land verwacht het KNMI een ijsdikte van ongeveer 8 cm op donderdag en 10 cm op vrijdag. Al met al is de conclusie dat in het weekend op uitgebreide schaal geschaatst kan worden. Houd wel de situatie ter plaatse in de gaten, want door de wind kan hier en daar nog water wat langer open blijven.

Vandaag valt hier en daar nog sneeuw. In Limburg worden dikten gemeld van 6 tot 7 centimeter. Lang niet overal zal zo veel vallen. Vannacht klaart het op door aanvoer van de droge en koude lucht. Morgenochtend lichte tot matige vorst met temperaturen van -3 in het zuidwesten tot -8 in het nooroosten. De wind: matig uit het oosten. En dat laatste houden we een dag of 5. Daarna neemt de kans op sneeuw toe. De onzekerheid van de verwachting neemt dan toe, maar ik zie nog geen aanleiding om te vrezen voor een echte dooiaanval. Voorlopig zit de winter vast in het zadel in Europa. Februariwinters geven zich in dit soort gevallen niet snel gewonnen.

Winterbulletin no 14 door Cees van Zwieten

(28-1-2012)

IJs

Wat niemand in december voor mogelijk hield, gaat nu gebeuren: een onvervalste winterinval met transportkou. En ik moet zeggen: wat de modellen ons voor over een dag of vier aan weerkaarten laten zien is van een ongekende winterse schoonheid. We moeten tot eind januari 1996 terug om iets dergelijks te vinden: een zeer sterk en langgerekt hogedrukgebied boven Noord Rusland en Finland. Een indrukwekkend gebied met zeer koude lucht begint zich aanstaande zondag vanuit west Siberie naar het westen uit te breiden. In de oostelijke stroming, die aan de zuidflank van het hogedrukgebied tot stand komt, gaat deze kou in de richting van ons land bewegen. Strenge vorst is maandag in Polen al mogelijk; vrijdag kan dat ook in ons land het geval zijn. In europees Rusland zijn dan al minima tot omstreeks of benden -30 mogelijk.

Wat zou je je nog meer wensen: droge kou en dik ijs in een dag of 5! Een kleinigheid misschien: de sneeuwgrens in Europa loopt over het midden van Polen en Hongarije naar het zuiden. Meer sneeuw in midden en west Europa zou nog mooier geweest zijn. De getransporteerde lucht kan tijdens het transport meer opwarmen als er geen sneeuw ligt. Misschien komt in die situatie de komende tijd nog verandering en dat zou gunstig kunnen zijn voor de ontwikkelingen op lange termijn.

Op het moment dat ik dit schrijf, om half zes in de avond en nog steeds in Oostenrijk, lopen de temperaturen in ons land uiteen van ongever 1 graad aan de oostgrens tot plm. 5 in het westen, met bij Eindhoven zowaar wat lichte sneeuw. In het hele land is de wind om naar oost tot noordoost: de winter van 12 is begonnen. De temperatuur daalt in de komende nacht in het hele land tot enkele graden onder nul. In de aangevoerde lucht drijven wolkenvelden mee. Maandag passeert een kleine storing met wat lichte sneeuw ons land. Daarachter wordt geleidelijk drogere en nog koudere lucht aangevoerd. Dit zal met name donderdag en vrijdag tot zeer koude dagen leiden met plaatselijk strenge vorst in de nacht en ochtend. In de middag kan het kwik het nulpunt niet meer benaderen en blijft bij -3 tot -6 steken.

Heel Europa in de greep van de winter. Hier bij de Weissensee, waar een serie alternatieve elfstedentochten wordt verreden, zullen de schaatsers dat ook goed gaan merken. Het gaat vooral in de middag gevoelig kouder worden. Dinsdag wordt de derde tocht verreden bij een maximum van ongeveer -5 en bij de vierde tocht wordt een middagtemperatuur van -12 verwacht, na een ochtend met -18. Dan hadden wij, de rijders van gisteren, het nog aangenaam bij -15 in de ochtend en -2 in de middag.

Terug naar onze eigen winter. Het spreekt vanzelf dat het ijs de komende week goed gaat aangroeien. Als ik de temperatuurprognose volg voor het midden van het land, dan kan er donderdag op ondiep water geschaatst worden. Vrijdag komt het diepere water in zicht met 8 tot 9 cm en in het weekend zal er op heel veel plaatsen geschaatst gaan worden. Bij midden Nederland kan men denken aan Utrecht, een groot deel van Zuid Holland en Noord Brabant. IJsbanen die met heel ondiep water werken zouden wel eens de primeur op woendag kunnen hebben. IJclub Vlietland paraat? (zie link onder aan de pagina). Voor het oosten en noordoosten ligt de prognose iets gunstiger. Ik zie wel weer een paar Friezen op dinsdag op een weilandje schaatsen.

De ijsverwachting volgens het KNMI: donderdag 6 cm, vrijdag 9 en zaterdag 10. Dit ijsgroeimodel gaat uit van stilstaand water van 2 meter diepte. Het spreekt vanzelf dat het in ondiep water wat sneller gaat; en in diepe grote vaarten langzamer. Meren vriezen vaak nog iets later dicht. Komt het tot strenge vorst aan het eind van de week, dan zullen ook alle grote meren dichtgevroren zijn. Een mooi vooruitzicht.

Winterbulletin no 13 door Cees van Zwieten

(27-1-2012)

Ouderwets vriesweer

Vanaf de Weissensee in Oostenrijk, waar ik vanochtend bij -15 met poolsneeuw mocht starten voor de alternative elfstedentocht, even een kort winterbulletin. Ik probeer de ontwikkelingen van hier uit zo goed mogelijk bij te houden. Gisteren was er opnieuw twijfel ontstaan over de ontwikkelingen in de komende week. Vandaag zijn alle modellen het eens: het roer gaat krachtig om. De verbinding tussen het Russische hogedrukgebied en het azorenhogedrukgebied komt zeer waarschijnlijk op een voor ons gunstige wijze tot stand: de verbinding komt noordelijk te liggen. Daardoor kan de oostelijke stroming gaan doorzetten.

Het grote koudereservoir in het oosten komt in beweging. Nadat morgen een klein lagedrukgebied over onze omgeving naar het zuidoosten trekt, draait de wind naar het oosten. Zondag komt de koudere lucht ons land binnen, waarbij de temperatuur nauwelijks nog boven 0 komt. Maandag iets kouder met minima rond -5 en maxima omstreeks 0. Op veel plaatsen zal het de eerste ijsdag zijn. We krijgen in de loop van de week aanvoer van steeds koudere lucht met donderdag mogelijk maxima van rond de -5. Kortom: ouderwets vriesweer.

Nog even de ijsverwachting van het KNMI: deze is in het voordeel van de schaatsers bijgesteld. We zien nu voor volgende week vrijdag een ijsverwachting die global tussen 5 en 7 centimeter ligt. Dat betekent al op beperkte schaal schaatsen, maar zeker op ondiep water. De termijn van een week is wel wat lang; het zou best kunnen dat de temperatuurverwachting, en daarme de ijsverwachting, de komende dagen nog wordt bijgesteld, zelfs naar nog iets gunstiger waarden. Houd de berichtgeving en het winterbulletin in de gaten.

Winterbulletin no 12 door Cees van Zwieten

(25-1-2012)

De winter komt!

Het roer gaat om. De Siberische krachtpatser gaat de komende dagen zijn invloed richting west Europa doen gelden. Siberische kou? Snel op de schaats? Dat is nog de vraag, hoe snel en heftig het gebeurt. Wel geven intussen GFS en ECWMF aan dat het zeer waarschijnlijk is dat maandag koude vrieslucht ons land gaat bereiken. De ijspluim van het KNMI wijst op 3 tot 7 cm ijs op vrijdag. Dat is ver weg en dus onbetrouwbaar. De kans op schaatsen tegen het eind van volgende week zit er in ieder geval dik in.

Al dagen lang lieten de modellen ons een vorm van invallen van de vorst zien op a.s. maandag. Dit wordt nu consequent volgehouden en steeds meer leden van het ensemble gaan mee met deze ontwikkeling. Beide modellen laten de luchtdrukreus met een kernwaarde van 1055 to 1060 hPA zich uitbreiden in de richting van Scandinavie. Te verwachten is dat zondag de wind als gevolg daarvan uit het oosten gaat waaien. Daarmee wordt geleidelijk koudere lucht aangevoerd, waarin maandag al de temperatuur de gehele dag onder 0 zal blijven in het grootste deel van ons land. Een groot koudereservoir met diepe winterkou boven Rusland gaat opdringen naar het westen. Of deze extreme kou ons kan bereiken is nog allerminst zeker. We wachten met spanning de ontwikkelingen af. Maar zoveel is nu wel zeker: de winter komt!

Winterbulletin no 11 door Cees van Zwieten

(24-1-2012)

1060 hPa

Weinig nieuws vandaag. Nog geen zekerheid over de ontwikkeling in de volgende week. Het Amerikaase model GFS is een beetje wispelturig maar het Europese model is standvastig en laat in het merendeel van de oplossingen toch vanaf maandag de kou geleidelijk binnen stromen onder regie van een luchtdrukgigant boven Noord Rusland waarin de kerndruk mogelijk tot boven 1060 hPa oploopt. Zekerheid is er nog niet. De kansen op winter in de volgende week zijn nog steeds aanwezig. Ik zie ze licht stijgen maar ben nog niet overtuigd.

Winterbulletin no 10 door Cees van Zwieten

(23-1-2012)

Opdringerige beer.

Winterminnend Nederland begint nerveus te worden. Mede aangemoedigd door ietwat opgeklopte berichtgeving hier en daar is de indruk ontstaan dat we volgende week maandag volop in de winter zitten. Is die nervositeit terecht? Laat ik toegeven dat ik inmiddels ook ga denken aan de mogelijkheid van een winterse periode. Dat betekent niet, dat ik een vorstperiode kan aankondigen. Daarvoor is het te vroeg en is de uitvoer van de weermodellen nog te wisselend. We hebben het wel over een termijn van een week; en die termijn is voor dit soort weersomslagen niet erg betrouwbaar.

Waar staan we nu? De in eerdere bulletins genoemde ontwikkeling van een siberisch hogedrukgebied heeft inderdaad geleid tot een standvastig druksysteem, dat nu met een luchtdrukwaarde van ruim 1048 hPa boven Rusland ligt, ongeveer bij de Oeral op plm. 55 graden NB. Het ligt op dit moment te ver weg om veel invloed op ons weer uit te oefenen. Daar kan op termijn verandering in komen.

Intussen is de vaart weer uit de westcirculatie. Een met vrij koude lucht gevulde depressie trekt over de Oostzee naar het zuidoosten. Een nieuwe depressie zal bij IJsland blijven hangen; de invloed ervan zal niet tot ons land doordringen, doordat drukstijgingen boven Scandinavie en midden Europa en barriere gaan vormen. Aanstaande donderdag zal het Russische hogedrukgebied naar het wesent zijn uitgebreid en de kern zal dan met ruim 1050 hPa boven het noorden van Europees Rusland liggen. Het heeft een duidelijke zonale orientatie, wat betekent dat aan de zuidflank een koude oostelijke stroming gaat doordringen tot Europa.

Er blijven voor ons wel mitsen en maarren. De weermodellen geven na a.s. donderdag allemaal een neergang van de temperatuur te zien. Op langere termijn zijn de weermodellen niet eenduidig in de oplossing, zoals altijd. Er zijn oplossingen die aangeven dat de koude stroming ons in of na het weekend zal bereiken. Het zou tot sterke transportkou kunnen komen. Andere oplossingen van de modellen laten ons zien dat het ook met een sisser kan aflopen. Van belang in de ontwikkeling is hoe de drukverdeling in Europa er uit gaat zien. Wordt het azorenhogedrukgebied opgeslokt en wordt de druk boven Scandinavie en de Noordzee hoog genoeg? Wordt de druk in het middellandse zeegebied en de Balkan laag genoeg? Of komen we in varianten terecht die de kou slechts naar het zuiden afvoeren?

Het is te vroeg om daarover een uitspraak te doen. Tegen of in het weekend zal een klein lagedrukgebied over de Noordzee naar het zuidoosten trekken. Tot die tijd hebben we met wisselvallig en (vrij) zacht weer te maken. Wat daarna gebeurt is cruciaal voor de verdere ontwikkelngen. Intussen doet de Russche beer van zich spreken op een manier die ik lang niet op de weerkaarten gezien heb. Een opdringere beer, die zich kennelijk breed wil maken boven noord Europa; of hem dat lukt? Laten we het hopen; daarvoor moeten alle puzzelstukjes wel eerst een keer op zijn plaats vallen. En laat ik erbij zeggen: als het lukt in de overgang van januari naar februari, dan zie ik wel een lange koude periode in het verschiet.

Winterbulletin no 9 door Cees van Zwieten

(18-1-2012)

Koudegetal 1,3

Het zo ver: de eerste punten voor het koudegetal zijn binnen. Voor wie het idee van koudegetal nog niet bekend is geef ik nog weer eens een toelichting. Om een indruk te krijgen van de hoeveelheid vorst in een winterseizoen bedacht de Duitse meteoroloog Gustav Hellmann (3 juli 1854 - 21 februari 1939) het koudegetal, naar hem ook wel het Hellmanngetal genoemd. Meestal met H aangeduid, en soms ook met K. Zijn gedachte was dat vorst pas duidelijk invloed krijgt als de gemiddelde temperatuur in een etmaal onder 0 is. Hij berekende het koudegetal door dit etmaalgemiddelde van het minteken te ontdoen. Voor het hele seizoen worden al die etmaalgetallen opgeteld. Zo ontstaat het koudegetal voor de hele winter, gerekend van 1 november t/m 31 maart.

Voor dit jaar vinden we in De Bilt tot nu toe het volgende: op 16 januari was de gemiddelde temperatuur -1,0; op 17 januari gemiddeld -0,3. Optellen geeft K=1,3. Dat is de huidige stand voor deze winter; voor de winterliefhebber bedroevend laag. Een koude winter heeft, volgens de oude indeling, een koudegetal groter dan 100. In die indeling, die in het oude klimaat van midden 20-ste eeuw is opgesteld, is een winter met een koudegetal tussen 40 en 100 een normale winter. Vorig jaar beleefden we dus een normale winter met K=84,5. Volgens de huidige klimatologische normen zal hij waarschijnlijk koud genoemd moeten wordem. De winter van 2009-2010 geldt volgens de oude normen ook als normaal met K=94,7. Volgens het huidige klimaat zou ik zeggen: een koude winter, maar zeker niet streng, wat er ook hier en daar over gezegd wordt.

Al die opmerkingen over strenge winters van de afgelopen jaren zijn op zijn zachts gezegd overdreven. Het toont wel aan hoezeer wij koude of strenge winters ontwend zijn. 1996 was de laatste echt koude winter en 1997 de laatste met een spraakmakende vorstperiode met elfstedentocht. Het waren wel opvallende winters in 20010 en 2011 na een lange reeks normale tot zachte winters. Maar dan vooral door de overvloedige sneeuwval, die we ook ontwend waren. De winter van 2009-2010 zorgde voor een langdurig sneeuwdek in het noorden en oosten van het land. En 2008-2009 dan? Dat was een gemiddelde winter met K=56,5. Wel mooi, dat vrijwel alle vorst geconcentreerd was in 1 periode: 26-12 t/m 11-1. Daarin liep K op van 0,5 tot 51,5; gemeten in De Bilt. Het noordwesten inclusief Friesland kwam er slechter vanaf door zwakke dooiaanvallen vanuit het noordwesten. In het zuidoosten was het kouder dan in De Bilt. Maastricht kwam in die periode tot K=73,9 en Ell tot K=83,8. Tot de verbeelding sprak ook het minimum in Ell op 6 janaari boven een vers sneeuwdek: -20,8. Meer informatie over koudegetallen is te vinden op: Hellmann en winters

Terug naar de toestand van vandaag. Na een paar dagen met licht winters weer is het afgelopen met aspiraties van deze zgn. horrorwinter. Zoals te vrezen viel, laten vanaf vandaag depressies zich weer gelden. Te verwachten is dat de wisselvalligheid de komende week weer volop terug zal zijn. Uitzicht op vorst is er dus niet. Een volgend winterbulletin zal verschijnen als dat uitzicht weer enigszins terug is. Hopen we op februari? Het zou kunnen. Een koudegetal van 1,3 is wel heel laag voor een winter; de zachtste van de afgelopen 110 jaar, die van 1989, bracht het nog tot 1,9. Maar dat geldt als extreem zacht.

Tenzij anders vermeld betreffen temperaturen en koudegetallen De Bilt.
Bron: KNMI

Winterbulletin no 8 door Cees van Zwieten

(16-1-2012)

Matige vorst

In de nacht van zaterdag op zondag viel het nog tegen met de vorst. De afgelopen nacht zag het er beter uit. Zelfs matige vorst in Twente. Het minimum bedroeg daar -6,2. Zoals zo vaak in heldere nachten kwam in Twente de laagste temperatuur voor. Ook in Eelde en Woensdrecht kwam het kwik iets beneden -5. In de rest van het land was de vorst licht. Op veel plaatsen is het eerste ijs al gemeld. In Friesland werden op veel plaatsen temperaturen tussen -4 en -5 gemeten. Ondieper water vertoonde een dun laagje ijs. Rotterdam gaf -3,6 als minimum en De Bilt -3,4.

Je zou wensen dat dit het begin is van een vorstperiode. Dat is het helaas niet. Een hogedrukgebied aarzelt nog wat boven onze omgeving, waarbij koudere en drogere lucht is binnengestroomd in het weekend. Vandaag gaan de maxima naar +4 tot +5 en in de komende nacht zal het weer op uitgebreide schaal vriezen met opnieuw plaatselijk matige vorst, mogelijk tot -7 of -8 in het oosten en noordoosten. Daarna gaat de temperatuur opwaarts. Wat betreft het koudegetal zal het blijven bij 1 of 2 punten in De Bilt. Iets meer in het noordoosten en vrijwel niets in het zuidwesten.

Op de korte tot middenlange termijn ziet het er naar uit dat een oceaandepressie zijn invoed naar onze omgeving uit gaat breiden. De wind draait naar het westen en op donderdag is de vorst er weer helemaal uit. Langdurig zacht weer zit er echter niet in. De depressie trekt over Denemarke naar het zuidoosten en snijdt daarme de pas voor zeer zachte lucht af. Het is zelfs mogelijk dat de wind rond het weekend naar noord tot noordoost draait waarbij vrij koude lucht binnen stroomt. Wat er precies gebeurt, is op die termijn niet te zeggen. Voorlopig is de verwachting dat het wiselvallig weer blijft. Het lijkt erop dat het Russische hogedrukgebied depressies de voet dwars zit. Mogelijk trekt een volgende depressie via een nog zuidelijker baan over Europa naar het zuidoosten.

De laatst geschetste ontwikkeling zou gunstig zijn voor kou in onze omgeving. Zeker is deze allerminst en een koudeperiode met oostenwind is nog niet te vinden in de verwachtingen op langere termijn. Eigenlijk zouden we beter nog kunnen zeggen: na 5 dagen is het koffiedik kijken. Tot die tijd gaat de temperatuur iets omhoog en vervolgens weer iets omlaag met opnieuw kans op vorst in de nacht. Kwakkelen dus. Voor nu: we genieten maar even van de wintersfeer met eindelijk een beetje echte vorst. De schaatsen van de meesten van ons kunnen voorlopig alleen op kunstijs gebruikt worden; misschien zal er in Friesland ergens op een weiland gereden worden.

Winterbulletin no 7 door Cees van Zwieten

(14-1-2012)

Eerste vorst!

Heel lang heeft de meteorologische winter het volgehouden met zacht weer; de winter verliep vrijwel vorstloos. In De Bilt kwam het op 19 december tot -0,1. Vorst dus; nachtvorst van het allerlichtste soort. Ik weet het, het was niet de eerste vorst van het seizoen, want in november kwam al 8 keer lichte nachtvorst voor, varierend van -0,2 tot -1,5. Dat het in de eigenlijke wintermaanden tot aan 15 januari vrijwel vorstloos bleef is wel opmerkelijk. De extreme zachte winter van 1989 kwam nog tot drie nachtvorsten in deze periode.

Kijk ik naar mijn eigen regio, dan zie ik dat het op luchthaven Rotterdam nog helemaal niet gevroren heeft. Een temperatuur van 0,0 was de laagste die daar gemeten is sinds 1 december. Maar ook hier vroor het al in november, te weten op 4 dagen met een minimum van -3,1 op de 16e. November was vrij zacht, maar hier waren naast zeer zachte perioden ook koudere te vinden, vooral in het midden van de maand.

Ook in januari was het zacht. Met een gemiddelde van 7,7 was januari tot nu toe ongeveer 3,5 boven normaal en zachter dan november (7,2) en December (6,5). Maar daar komt nu zachtjesaan verandering in. De aanvoer van zachte lucht naar ons land is nu afgesloten. Zoals verwacht trekt een depressie over west Rusand naar het zuidoosten. Daarachter stroomt koude lucht naar midden Europa en de Balkan. In de Alpen, met name in Zwitserland en het westen van Oostenrijk worden komende nacht zeer lage temperaturen verwacht, tot omstreeks -20.

Ons land krijgt zijdelings met deze kou te maken. Niet erg koud wordt het, maar de temperaturen gaan de komende dagen een paar graden omlaag. Een hogedrukgebied komt boven ons land te liggen en breidt zich iets naar het oosten uit. Geleidelijk wordt iets drogere lucht aangevoerd waarbij het in heledere nachten een paar graden kan vriezen. Helaas komt er geen noordelijke verbinding tot stand tussen het hogerukgebied in onze omgeving en het Siberische hoog. Dit hogedrukgebied vormt zich, zoals al eerder verwacht werd, door hogedrukimpulsen vanuit de poolzee. De kern wordt woensdag met een luchtdrukwaarde van ongeveer 1050 hPa boven het westen van Siberie verwacht.

Het is waarschijlijk dat dit siberische hogedrukgebied langer op die plaats blijft liggen. Voor ons weer betekent het pas iets als de luchtdruk boven noordwest Europa gaat stijgen. Dat dit gebeurt is vooralsnog niet waarschijnlijk. Een belangrijke mogeljkheid is, dat opdringende oceaandepressies het heft weer in handen nemen en alle winteraspiraties van tafel vegen. Zowel het Amerikaanse als het Europese model kunnen daar echter op termijn geen uitsluitsel over geven. Te verwachten is dat de temperatuur na maandag weer omhoog gaat om vervolgens in de loop van de week weer iets te dalen. In alle koffiedik ziet het KNMI dan nog 40% kans op te koud en wiselvallig weer vanaf zaterdag 22 januari.

Jawel, de eerste vorst van deze winter komt vannacht binnen. Als ik dit schrijf, om 21uur 20, zie ik op luchthaven Rotterdam een gemeten minimum temperatuur van -0,2. Woensdrecht komt al tot -1,8 en de verwachting is dat het op veel plaatsen tot lichte vorst komt. De eerste vorst pas op 14 januari, het moet toch ook niet gekker worden. Waar het toe gaat leiden zien we volgende week wel weer. Het einde van een heel lange periode met zacht weer wordt in ieder geval afgesloten.

Bron gegevens van Nederland: KNMI
Tenzij anders aangegeven zijn het gegevens van station De Bilt.

Winterbulletin no 6 door Cees van Zwieten

(11-1-2012)

Poolwervel

De weermodellen zijn een beetje in verwarring. Gisteren werd ons nog een grote kans op een terugkeer van de westcirculatie voorgeschoteld, maar vandaag spuwen de computers weer kaarten uit die op de lange duur naar winterkou gaan. Op de lange duur, dus op de onbetrouwbare termijn. Zeker bij de ontwikkeling van luchtdrukblokkades zijn de weermodellen meestal niet in staat om de ontwikkelingen op een termijn van meer dan 5 dagen goed aan te geven. Dat de operationele run zowel van ECMWF als van GFS geleidelijk meer kou voorspellen over een dag of 10 moeten we even met een korrel zout nemen en wachten of dit over een dag of vier nog in de verwachtingen zit.

Op de termijn van 5 dagen is wel zeker dat de temperatuur omlaag gaat. Met noordwestenwind wordt vanaf vrijdag koudere lucht aangevoerd (of moet ik zeggen : minder zachte?) onder invloed van een depressie die over Scandinavie naar Rusland trekt. Heel snel komen we dan onder invloed van een hogedrukgebied, waardoor de temperatuur door uitstraling wat verder gaat dalen. Vorst in de nacht staat ons voor zondag en maandag te wachten. Echt koude lucht kan ons niet bereiken; deze stroomt achter de depressie in de richting van de Balkan.

Intussen zijn er wel interessante ontwikkelingen aan de gang. Een depressie bij Kamchatka stuwt zachte lucht in de richting van de poolzee bij de Beringstraat. Dat lijkt ontzettend ver weg, maar het is van invloed op de ontwikkelingen op het noordelijk halfrond. Er ontstaat door deze zgn. warmte-advectie een krachtige rug van hogedruk in dat deel van de Poolzee. Er ontstaat omstreeks 15/16 januari een sterk hogedrukgebied dat zich uitbreidt en over de poolzee verplaatst in de richting van west Siberi‘. In de verwachting van gisteren zag het er naar uit, dat dit hogedrukgebied ongunstig kwam te liggen. Vandaag zien we bij GFS een ontwikkeling geschetst, waarbij een krachtige rug van hoge luchtdruk boven onze omgeving verbinding krijgt met dit Siberische hogedrukgebied dat dan in de kern een luchtdrukwaarde van ongeveer 1050 hPa zou hebben. En dat zou op termijn een koude oostelijke stroming op gang moeten brengen. De komende week zal de kou in Scandinavie en Rusland wel toenemen. Een gunstige randvoorwaarde voor een mogelijke kou-inval bij ons.

Op zich is een hogedrukgebied in het noordpoolgebied altijd een interessant fenomeen, aangezien er normaal een krachtig lagedrukgebied ligt, de zogenaamde poolwervel. Zo lang deze poolwervel krachtig is hebben wij doorgaans te maken met een sterke westcirculatie. We hebben dat in de periode 25 november tot 8 januari kunnen ondervinden. Nu deze poolwervel wordt verdrongen of gesplitst komen er kansen voor winterweer bij ons. Of het daadwerkelijk tot een vorstperiode komt is nog zeer de vraag. We wachten de ontwikkelingen nog even af.

Winterbulletin no 5 door Cees van Zwieten

(8-1-2012)

Wintermenu

Bijna zes weken keken we tegen een uitzichtloze situatie aan. Maar er is nieuws: de weermodellen van GFS (Amerikaans) en ECMWF (Europees) laten voor het eerst weer mogelijke ontwikkelingen zien die meer kou Europa binnen brengen. Europa, ja maar dan het uiterste noorden. Door drukstijgingen ten noordwesten en noorden van Noorwegen brengen Siberische kou iets naar het westen. Vooral in noord-Rusland en Scandinavie zou het daardoor over een week een stuk kouder gaan worden. Dat deze kou ook ons land bereikt is vooralsnog niet erg waarschijnlijk.

Bovenstaand verhaal is gebaseerd op de hoofdrun (oper) van beide modellen. En dan op een termijn van 7 dagen. In het ensemble, de berekeningen met kleine variaties in de beginwaarden, zien we echter het grootste deel daarvan niet mee gaan in deze ontwikkeling. Met andere woorden: het is onzeker wat er gaat gebeuren; het KNMI gaf vanochtend aan dat er 20% kans is op beduidend kouder weer met temperaturen meest onder 0.

De betekenis van deze verwachtingen is vooral dat de vaart eruit is bij de westcirculatie. Dat betekent dat er ruimte komt voor allerlei andere ontwikkelingen, zonder dat dit perse tot winterse situaties zal leiden. Het is het einde van een lange periode met veel westenwind en veel regen. Dat geeft hoop voor de tweede helft van de winter. En dat er veel regen is gevallen, dat hebben we de afgelopen dagen gemerkt. Daarbij kwam die noordwesterstorm die het zeewater ongeveer 2 meter opstuwde in de Noordzee. Een lastige en onder omstandigheden een gevaarlijke situatie, als het water van twee kanten komt. Het resultaat was dit keer te overzien: hier en daar een paar natte voeten en kelders.

In de winter van 1985 beleefden we van 7 op 8 januari een extreem koude nacht. Een prachtig begin van de winter met invallende koude poollucht die op 4 januari over Scandinavie over ons land uitstroomde met sneeuwbuien. Op 5 januari vroor het plaatselijk al meer dan 15 graden; de minima van die ochtend: De Bilt -14,4 , Maastricht -15,0 , Rotterdam -15,7 , Twente -16,0 en Eelde -17,4. Zo, die winter stond meteen. Na het passeren van een actief polar low (kleine sneeuwdepressie) vanuit de Noordzee over Belgie, draaide de wind opnieuw naar het noordoosten en stroomde extreem koude en droge lucht ons land binnen. Overdag bleef het matig tot streng vriezen met maxima van -8,7 in Rotterdam tot -11,4 in Twente.

De daarop volgende nacht naar 8 januari leek voorbestemd voor het breken van het Nederlands kouderecord (-27,4): de wind viel bijna weg, het was helder, er lag een pak sneeuw en de lucht was tot op grote hoogte bijzonder koud. Dat het net niet lukte, kwam door het aantrekken van een zuidenwind en mogelijk ook wat lichte bewolking. Spraakmakende minima werden gemeten; Twente kwam tot -21,8 en Deelen tot -24,2. Weeramateurs vonden op de Veluwezoom omstreeks 2 uur in de nacht een temperatuur van -27,3! Aan de grond -32!

Dergelijke temperaturen van omstreeks -25 zijn zeldzaam in Nederland. 27 januari 1942, 16 februari 1956, 13 januari 1968, 4 januari 1979 en 8 januari 1985, dan hebben we het ongeveer gehad in de laatste 70 jaar. Menigeen zal verbaasd zijn over de datum van 13 januari 1968. Toch geen koude of strenge winter? Dat klopt, maar na het vallen van zware sneeuwbuien klaarde het in koude lucht op en in de windstilte bereikte Dedemsvaart op 13 januari de uitzonderlijke waarde van -24,1. Twente: -21,0. Heel bijzonder is de serie nachtelijke minima in Ten Post, van 2-1-79 t/m 5-1-79: -23,3 ; -22,1 ; -24,7 ; -23,7.

Het wintermenu van dit moment bevat voorlopig zacht weer met temperaturen overdag en in de nacht flink boven 0, met een tendens tot daling naar het eind van de week toe. Het blijft vrij rustig weer door de nabijheid van een hogedrukgebied waarvan de kern nu ten westen van Bretagne ligt. De komende dagen trekt het richting vasteland waarbij een depressie tussen Groenland en IJsland naar het westen trekt. Dit systeem trekt vrijdag over Scandinavie in de richting van west Rusland. Het ziet er naar uit dat de luchtdruk er achter sterk gaat stijgen. In welke mate dit een stroom koude lucht op gang brengt is onzeker. De laatste run van ECMWF laat al weer een iets minder gunstige ontwikkeling zien. Nieuw is een dergelijke ontwikkeling wel in deze winter. Zou de echte winter dan toch nog komen?

Winterbulletin no 4 door Cees van Zwieten

(4-1-2012)

Horrorwinter

December is een echte herfstmaand geworden. De gemiddelde temperatuur was 6,5 en dat is bijna 3 graden warmer dan het klimatologisch gemiddelde over 1981 t/m 2010. December is de vervanger van november geworden: veel wind en regen en een temperatuur die normaal is voor November. Niets was te bespeuren van winterweer; formeel kan 19 december gelden als de enige vorstdag met een minimum van -0,1. Wat dat betreft is deze december een copie van december 1974. De wat ouderen onder de lezers zullen zich misschien die vreselijke winter van 75 herinneren: december en januari brachten geen vorst en alleen in februari kwam het koudegetal nog tot iets. Iets, veel was het niet met 3,2 koudepunten verspreid over 4 dagen in de periode van 5 t/m 16 februari 1975.

We waren de afgelopen jaren gewend geraakt aan winterweer in december. In 2007 een weekje vorst met mist, wat tot enig schaatsvertier leidde. In december 2008 begon op 2e kerstdag een mooie vorstperiode, met name in het zuiden van het land; in een groot deel van het land werd toen op grote schaal geschaatst. En dan 2009 en 2010: echt winterweer met veel sneeuw in december. Alsof het te veel is geweest en we dat nu moeten bezuren. Nee, het weer is grillig en kan heel verschillende kanten op.

Ook elders in Europa is het slecht gesteld deze winter. Alleen het alpengebied komt goed weg met veel sneeuw in de afgelopen weken. In Scandinavie en Finland: veel te zacht in December. Ook in Moskou wilde het niet vlotten; december was met een gemiddelde van -0,1 zeer zacht: 5,3 boven normaal. Er sneuvelden zelfs datumrecords en wel op 26, 27 en 28 december. De temperaturen liepen op tot 3,6 op de 26-ste, tot 5,8 op de 27-ste en tot 5,7 op de 28-ste. De oude records dateerden van 1980 en 1898.

Het is om treurig van te worden, maar dat zijn de grillen van ons klimaat. Dat intussen het Japanse eiland Hokkaido overspoeld wordt door Siberische kou, het geeft de Japanners veel sneeuw maar het levert ons niets op; bij ons heerst een buitengewoon krachtige westcirculatie, die nu al een week of 5 aanhoudt. Heel lang brachten de weermodellen ons tot op de uiterste termijn van 15 dagen vrijwel niets anders dan voortgang van het huidige patroon: afwisseling van temperaturen omstreeks normaal met temperaturen (ver) boven normaal. Geen virtuele winter in de lange termijnkaarten. Dat is opvallend, want virueel winterweer is vaak wel aanwezig in de langetermijnverwachtingen; ze komen echter meestal niet uit. Maar zelfs dat was er de laatste weken nauwelijks te bespeuren.

Kortom: eigenlijk geen nieuws sinds mijn vorige bulletin van 7 december. Zelfs de vooruitzichten blijven onveranderd herfstachtig. Tot half januari is er geen enkel uitzicht op wezenlijke verandering. Het is een vreselijke winter tot nu toe. De eerste dag van januari was het meteen al extreem zacht. Gisteren vielen er slagregens als was het zomer. Bij mij ging het zicht in de regen tijdelijk terug naar niet meer dan een kilometer, misschien zelfs maar 500 meter. In de avond een bui met twee flinke onweersslagen. Misschien is de term horrorwinter nog wel het meest van toepassing.

Weten we het nog? 15 jaar geleden, natuurlijk weten we dat nog. Het was de dag van de laatste elfstedentocht: 4 januari 1997. Het was een van de mooiste vorstperioden uit onze recente geschiedenis. Ook na de elfstedentocht ging de vorst nog een week door. De vorstperiode duurde in De Bilt 23 dagen, van 21 december t/m 12 januari, waarbij een koudegetal van 127 werd opgebouwd. Van 31 december t/m 11 januari was er sprake van een koudegolf met 6 etmalen waarin strenge vorst (<-10) werd gemeten. Op 2 januari zelfs zeer strenge vorst in De Bilt met een minimum van -16,0. Ik tel in de vorstperiode 18 schaatsdagen achtereen, en voor een deel van het land is dat nog een voorzichtige schatting. Daar komt bij, dat er op veel plaatsen nog weken na afloop van de officiele vorstperiode geschaatst werd. Een superschaatswinter!

Bron gegevens van Nederland: KNMI
Tenzij anders vermeld zijn het gegevens van station De Bilt.

Winterbulletin no 3 door Cees van Zwieten

(7-12-2011)

Inhaalslag

Winter op de kalender, volgens de meteorologische indeling. Meteorologen rekenen van 1 december t/m 1 maart tot de winter. Natuurlijk kan het in november en maart ook winters zijn, maar je moet toch ergens een grens trekken. De indeling van 21 december t/m 21 maart vind ik wat gekunsteld. Waarom op het moment als de zon al de laagste stand heeft bereikt en alleen maar in kracht gaat toenemen de winter laten beginnen? De meteorologische indeling sluit in ieder geval iets beter aan bij het temperatuurverloop in het koude seizoen.

We hebben een zachte en zeer droge herfst achter de rug. Een herfst zonder herfst, schreef ik in een vorig bulletin. Ook in noord Europa was de herfst zacht en viel de sneeuw heel laat. In de Alpen lag tot een paar dagen geleden nauwelijks sneeuw op de pistes. Ik kom daar zo nog op terug. Bij ons was november een heel bijzondere maand: vrij zacht, zeer zonnig en record-droog. Hogedrukgebieden kwamen af en aan boven centraal Europa en zorgden voor dit zonnig en droge weer, met alle gevolgen van dien: geen sneeuw in de Alpen en extreem lage waterstanden in de rivieren.

Met december op de kalender is de circulatie, en daarmee het weer, radicaal veranderd. Een sterke westcirculatie zorgt voor wisselvalig en winderig weer, eigenlijk herfstweer zou je zeggen. Toch is duidelijk te merken dat we in het winterseizoen zitten. De lucht die wordt aangevoerd over de Atlantische Oceaan is van oorsprong zeer koud en is van het noordelijk deel van Canada afkomstig. Die koude afkomst is oa te merken aan de kou op grotere hoogte: gisteren was op ongeveer 1500 meter hoogte de temperatuur boven ons land ongeveer -5 graden en op 5,5 km ongeveer -35. Deze temperatuurverdeling zorgt voor het ontstaan van winters aandoende buien met hagel, natte sneeuw en plaatselijk ook onweer. De temperatuur liep gisteren niet verder op dan tot ongeveer 5 graden in het noordoosten tot 7 graden in het zuidwesten. Vandaag waren de maxima nauwelijks hoger./P>

Al met al echt decemberweer, zonder dat het echt winters genoemd kan worden. De vooruitzichten voor de komende week geven weinig anders te zien dan nog meer wisselvalligheid, soms met veel wind en geregeld neerslag. Die neerslag is heel welkom in Europa, deels om het watertekort in de rivieren op te heffen en deels om het gebrek aan sneeuw in de wintersportgebieden teniet te doen. Zoals het zich nu laat aanzien is echte winter voorlopig ver te zoeken.

In Scandinavie en Finland heeft het lang geduurd voor de eerste echte sneeuw viel. Vorig jaar zat Lapland eind oktober al goed in de sneeuw. Dit jaar begon dat pas rond 20 november. Op dit moment ligt er sneeuw in het grootste deel van Noorwegen, in noord Zweden en in Finland. De winter komt daar eindelijk op gang. Een dikke sneeuwlaag ligt er in de bergen van Noorwegen en in een deel van Lapland.

In de Alpen was het ook lang wachten op de eerste sneeuw van betekenis. Tot afgelopen weekend (3 december) lag er vrijwel geen sneeuw in de wintersportgebieden. Nu een stroming met vrij vochtige en vrij koude lucht op gang gekomen is, gaat het los in de Alpen. De grens van sneeuwval pendelt heen en weer tussen 500 en 1500 meter. Met de vrij koude lucht zoals die nu langs komt zakt de sneeuwgrens tot in de dalen. Als tijdelijk zachtere lucht wordt aangevoerd stijgt deze naar 1200 of 1500 meter. Er wordt de komende dagen nog veel meer sneeuw verwacht. Goede condities voor de kerstdagen lijken verzekerd, al weet je nooit zeker of de pret niet bedorven wordt door een partij zeer zachte lucht uit het zuidwesten.

In Rusland is het winter; in het Europese deel nog wat voorzichtig met veelal lichte vorst, en in het zuiden lichte dooi. Achter de Oeral is de winter uiteraard al veel langer bezig. In het uiterste oosten is gisteren in Ojmjakon -53 gemeten. Ook voor die plaats, het koudste punt op het noordelijk halfrond in de winter, is dat aan de koude kant; ongeveer 6 graden onder normaal. De bijzondere ligging van Ojmjakon maakt deze extreme kou mogelijk.

Ojmjakon ligt op ongeveer 63 graden noorderbreedte. Dat betekent dat de zon op 22 december slechts 3,5 graad boven de horizon staat. Ten zuiden van Ojmjakon ligt een bergrug die van die zonnestraling nog weer een groot deel wegneemt. Kortom: vrijwel geen zon in december, als de dag ook maar een uur of 5 duurt. De gebergten rondom Ojmjakon maken deze plek ook nog eens extra tot een verzamelplaats van koude lucht. Zachtere lucht heeft hier ook minder kans om door te dringen dan bijvoorbeeld in Jakoetsk, dat slechts 1 breedtegraad zuidelijker ligt, maar in de winter ongeveer 7 graden warmer is. De gemiddelde januaritemperatuur in Jakoetsk is -39,6 en in Ojmjakon -46,0.

Bij ons, zoals gezegd voortzetting van het wisselvallige weer. Het is alsof de herfst een inhaalslag wil maken, na die rustige november. Vandaag staat er aan de kust een westerstorm en ook vrijdag gaat de wind weer stevig uithalen. Daarbij hebben we ieder dag wel met regen of met stevige buien te maken. Vanochtend werd op veel plaatsen onweer geregistreerd. In Rotterdam telde ik 20 ontladingen in een kleine 20 minuten; knap veel voor een winterbui. De winter waar we met zijn allen op wachten lijkt voor ons voorlopig ver weg. Hopelijk komt later in het seizoen de winter met zijn eigen inhaalslag.

Mijn winterverwachting is sinds 4 december te lezen op deze site.

Winterbulletin no 2 door Cees van Zwieten

(15-11-2011)

Herfst en vorst

Het is herfst want dat staat op de kalender. Het is met de woorden herfst en winter altijd oppassen wat er precies bedoeld wordt. Als iemand zegt: de winter is begonnen, kan dat slaan op het winterweer maar ook op de kalender. Hebben we al echt herfstweer gehad; ik bedoel onstuimig weer met veel wind en regen? Of desnoods regen- hagel en natte sneeuwbuien? Heel weinig. Het ene hogedrukgebied na het andere beheerst het weer in west Europa. In het midden van oktober is wel behoorlijk regen gevallen, maar daarna is het vrij droog gebleven. November heeft in De Bilt pas 6 mm regen gebracht tegen ongeveer 40 mm normaal in een halve maand.

Dit overheersen van de hogedrukgebieden heeft een paar gevolgen. Bij ons was oktober zeer zonnnig en ook november laat tot nu toe al meer dan de normale hoeveelheid zonneschijn zien. De temperatuur kan in dit soort situaties vrij hoog uitpakken, vooral als de kern van het hogedrukgebied oostelijk van ons land ligt. Dat zagen we in de derde decade van oktober, toen de temperatuur lange tijd een stijgende beweging maatkte. Dit zachte weer duurde voort in de eerste dagen van november, toen nog temperaturen tussen de 15 en 19 graden werden gemeten in ons land. In Limburg kwam het nog tot ruim 19 graden.

Geleidelijk is de drukverdeling wat verschoven, waarbij de kern van het hogedrukgebied tijdelijk noordelijker kwam te liggen. Daardoor kon koudere en drogere lucht ons land binnen stromen. Dit is duidelijk te merken geweest aan de temperatuur. Na 4 november kwam deze in een gestage daling terecht; zo kwam de gemiddelde temperatuur in De Bilt van 14,7 op 4 november tot 1,0 op 15 november. Zie ook de grafiek:

Een forse daling, kan je wel stellen: van een waarde die thuis hoort aan het eind van september tot een winterse waarde. Intussen heeft het de afgelopen nachten in het noordoosten gevroren; Nieuw Beerta heeft zelfs de eerste (tienden van) Hellmannpunten binnen. Dat wil zeggen, dat het etmaalgemiddelde daar zondag en gisteren iets onder 0 bedroeg, namelijk -0,1 respectievelijk -0,4.

Ook De Bilt heeft nu de eerste vorst te pakken. In de nacht van 14 op 15 november daalde de temperatuur in een groot deel van het land tot onder 0. Alleen Noord Holland, een groot deel van Zeeland en een deel van de Zuidhollandse eilanden bleven vorstvrij. Op luchthaven Rotterdam daalde het kwik tot -1,5. In De Bilt werd -1,2 gemeten. Doordat de temperatuur in de avond al flink onderuit ging kwam het in feite op 14 november al tot vorst met een minimum van -1,1 in de late avond. Zo registreert De Bilt een eerste vorstdag op een datum waarop dit gemiddeld de laatste 30 jaar ook gebeurd is.

Door dit voortdurend heersen van hogedrukgebieden maken we een merkwaardige november mee. De eerste tien dagen verliepen veel te zacht en het vervolg pakt tot nu toe te koud uit. De eerste 14 dagen van november geven in De Bilt een gemiddelde temperatuur van 9,2 en dat is nog altijd 1,1 boven het gemiddelde over de periode 1981 t/m 2010. Die verandering van de afgelopen 10 dagen is ook goed te volgen als je een hygrometer in huis hebt. Ik zag de luchtvochtigheid van tegen de 70% in de eerste novemberdagen dalen naar ongeveer 50% op dit moment. Dat verschil is goed te merken in het binnenklimaat en de huidige waarde geeft al een soort van wintergevoel.

Zakken we nu zo zachtjesaan de winter in? Dat lijkt me niet. Deze eerste periode met relatief koud weer geeft nog geen aanwijzing over naderend winterweer. Bovendien gaat de komende dagen de temperatuur omhoog door het draaien van de wind naar zuidelijke richting. De kern van het hogedrukgebied, die nu boven zuid Noorwegen ligt, verplaatst zich in de richting van de Zwarte Zee. De aangevoerde lucht wordt geleidelijk zachter en vochtiger. Een depressie op de oceaan is mede oorzaak van de zuidelijke stroming; een kern daarvan gaat in de richting van Portugal trekken en gaat op het Iberisch schiereiland voor regen zorgen. De regen die ook de komende 6 dagen bij ons zal uitblijven moet toch ergens vallen, zou je zeggen, en dat is dan opnieuw in Zuid Europa, dat al veel regen te verwerken kreeg in deze herfst.

Op iets langere termijn poogt een volgende depressie greep te krijgen op het weer in Europa. Dat zal dan volgende week maandag en dinsdag gebeuren. Of dit echt doorzet is nog de vraag. De termijn van meer dan 7 dagen is te groot om daar uitspraken over te doen. Wel is het opvallend dat zowel het Europese weermodel van ECMWF als het Amerikaans GFS in de operationele run een nieuw hogedrukgebied laten ontstaan dat het weer stabiliseert. Maar ook in dat scenario is winterweer ver weg. Dat mag ook best, want dan is het pas 25 november. Daarbij lijkt deze herfst zonder herfst op de ingeslagen weg verder te gaan.

Intussen is de winter op het euraziatische continent natuurlijk al volop in opmars. In het verre oosten zijn al weer waarden van -30 tot -40 gemeten. In Jakoetsk bijvoorbeeld was het minimum afgelopen nacht en ochtend -32,4 en bleef het kwik daarna in de middag steken op -26,5; dat zijn ongeveer normale waarden aldaar voor deze datum. Aan het eind van November is de norm: maximum -31 en minimum -39. In Ojmjakon kwam het na een nachtelijk minimum van -45,6 tot een middagtemperatuur van -38,4. Wij kunnen ons die temperaturen niet voorstellen. In Ojmjakon kijken ze daar niet van op, al moet gezegd worden dat het wel iets te koud is voor de tijd van het jaar. In Petsjora, in het noorden van Europees Rusland wilde het de afgelopen dagen niet vlotten met de winter. De temperaturen schommelden tussen -3 en +1 en dat is zo ongeveer 10 graden te warm. Op dit moment ligt de temperatuur er op ongeveer -9 en de verwachting is dat de winter de komende dagen snel terrein zal winnen met temperaturen tussen -10 en -20.

Winterbulletin no 1 door Cees van Zwieten

(18-10-2011)

Zomerse dagen en vorst

Oktober op de kalender is altijd goed voor tegenstellingen. Het kan nog warm zijn begin oktober, maar ook de winter kan om de hoek komen kijken; in menig jaar wordt de eerst vorst in de Bilt in oktober gemeten. Gemiddeld daalt de temperatuur voor het eerst onder 0 op 4 november en de eerste vorst in oktober mag vanuit dit klimatologisch gemiddelde wel vroeg heten. Meer over eerste en laatste vorst in het winterseizoen is te lezen op de pagina Veranderen onze winters?

Sommigen vragen zich af waarom toch altijd De Bilt wordt opgevoerd als maatstaf voor het weer in Nederland. Het kan toch elders in het land al vriezen terwijl dat in De Bilt niet gebeurt. Dezelfde vraag wordt ook wel gesteld bij hittegolven, want in het zuiden van ons land is er vaak eerder een hittegolf dan in De Bilt. En koudegolven? Eenzelfde soort antwoord natuurlijk: een koudegolf in Groningen betekent nog niet een koudegolf in De Bilt. Toch blijft De Bilt als maatstaf voor het weer en klimaat in Nederland heel goed bruikbaar; de Bilt ligt in het midden van ons land en zit met temperaturen doorgaans dicht bij het gemiddelde van Nederland. Soms is het interessant om ook eens te kijken naar een eerste vorstdag in de buitengewesten van Nederland; zie maar eens naar wat er rond 1 oktober van dit jaar gebeurde.

Tegen het einde van september brak een periode aan met mooi, warm weer. Op de site van het KNMI is te lezen dat we te maken hadden met een zeldzame reeks zomerse dagen (maximumtemperatuur van 25,0 of hoger). Plaatselijk werd het zelfs 27 graden. Om op een andere manier te bezien hoezeer deze periode uitzonderlijk was, heb ik gekeken naar de reeks van warme dagen (Tx groter of gelijk aan 20,0). Van 24 september t/m 4 oktober kwam het kwik in De Bilt op 25 of hoger uit. Dat is uitzonderlijk; na enig speurwerk kwam ik op twee vergelijkingsjaren: 1908 en 1983. Voor de drie jaren heb ik de periode gezocht met warme dagen, waarbij ik in 1983 voor lief heb genomen dat de reeks onderbroken werd. Zie deze tabelletjes:

In de kolommen zien we achtereenvolgens datum, etmaalgemiddelde, etmaalminimum, etmaalmaximum en een warmtegetal op basis van de grens van 15 graden. Ter toelichting: voor de zomer wordt het warmtegetal gebruikt, dat de som weergeeft van alle overschrijdingen door het etmaalgemiddelde van de grens van 18 graden. Een dag met een etmaalgemiddelde van 20 graden levert een bijdrage van 2 aan het warmtegetal. In oktober wordt slechts bij hoge uitzondering de grens van 18 graden bereikt. Op 4 oktober 1983 gebeurde dit wel, maar voor een indruk van de warmte in deze tijd van het jaar heb ik gekozen voor een warmtegetal op basis van de 15 graden grens. Een dag met een gemiddelde van 16 graden levert een bijdrage van 1 aan W15. Vergelijking van W15 voor verschillende jaren levert een interessant beeld.

We zien nu dat 2011 er uit springt door de lange reeks warme dagen van 11 stuks, door het aantal van 3 zomerse dagen en door het hoge warmtegetal in de periode. Het gemiddelde dagmaximum ligt in 1908 met 24,3 het hoogst; voor het etmaalgemiddelde geldt dat in mindere mate: slechts 0,3 warmer dan in 2011. Door de lange duur van de warmte, wat we terug vinden in een veel hogere W15, wint 2011 het toch wel. Conclusie: we beleefden een uitzonderlijk warme periode rond de maandwisseling.

Toen de warmte voorbij was ging het snel bergafwaarts met de temperatuur. Op 7 en 8 oktober bleef het maximum onder de 15 graden steken en warempel, op 9 oktober werd in Twenthe in de thermometerhut de eerst vorst gemeten met een minimum van -0,5. Dicht bij de grond zal het op meer plaatsen gevroren hebben; op 10 cm wordt ook gemeten en als het daar vriest spreken we van vorst aan de grond. Het spreken over een grasminimum is onjuist wat dit betreft: ter hoogte van de bodem kan de temperatuur nog weer anders (lager) zijn. Een populaire term voor de 10 cm is ook wel klomphoogte.

Van zomer naar winter in een week! Het was wel even wennen: zo loop je in zomerkleren en zit je s avonds buiten en zo heb je de winterjas weer aan. Zou het een voorteken zijn van plotselinge winterinvallen? Dat is te gemakkelijk; laten we het verloop van oktober eens afwachten. De ontwikkelingen na 9 oktober laten zien dat de hogedrukgebieden in deze maand zich nadrukkelijk laten zien. In het afgelopen weekeinde (15 en 16 oktober) resulteerde dit in pracht zonnig maar ook een beetje fris weer; met etmaalgemiddelden van omstreeks 7 graden was het 3 tot 4 graden aan de koude kant en zo ongeveer 10 graden kouder dan twee weken eerder. Een mooie temperatuurdaling, en dat geeft mij in ieder geval een goed gevoel. De herfst is begonnen; de winter is in de maak. Tenslotte vriest het in het noordoosten van Siberie al weer 15 tot 25 graden.

----------------------------------

pijl

terug