schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact
Archief oude bulletins

Winter 2012-2013

Winterbulletin no 19 door Cees van Zwieten

(29-1-2013)

Winter exit?

Vanochtend is het laatste beetje sneeuw bij mij op de stoep verdwenen. Het was het restant van een opgeschoven hoop sneeuw van een halve meter hoog. Daarmee is hier de winter geheel uit het zicht verdwenen. Het ijs zal nog niet overal verdwenen zijn, maar dat is dan nog een kwestie van hooguit een etmaal. Want met veel wind en temperaturen boven 10 graden gaat dat bijzonder hard. Een ijsdikte van 10 cm is een eitje voor dit weer; het is in 24 uur verdwenen. Het lijkt er op dat de winter afscheid heeft genomen en met grof oceaangeweld is verdreven. Is daarmee de winter voor dit seizoen verdwenen uit de lage landen? Natuurlijk is het te vroeg om die conclusie te trekken. Kansen op serieus winterweer zijn er nog wel, maar laten zich nog niet in de modellen zien.

Een mooie vorstperiode hebben we achter de rug. In 14 dagen met een daggemiddelde onder 0 liep het koudegetal in De Bilt op tot 52,7. In Rotterdam zelfs nog iets meer namelijk 53,7. Dat laat zien dat de winter in het zuidwesten nadrukkelijk aanwezig was en daar de temperaturen soms iets verder deed dalen dan elders in het land. Het was het gevolg van de sneeuw, die op veel plaatsen 12 dagen ongeschonden bleef liggen. Voor mij een situatie die ik lang niet heb meegemaakt. Of was het toch in de winter van 2010? In mijn herinnering lag er toen vaker sneeuw, maar of het ook zo lang bij aanhoudende vorst bleef liggen in het zuidwesten? In ieder geval was in die winter de langste serie ijsdagen er een van 4 dagen. In de afgelopen periode teken ik in Rotterdam een aaneengesloten periode van 7 ijsdagen op, en daarna nog een van 4. In De Bilt zie ik 12 ijsdagen achtereen. We moeten terug tot 1997 om zo een lange serie ijsdagen in De Bilt terug te vinden.

Een vorstperiode van enig aanzien, vooral door de sneeuw en de aanhoudend aflandige wind. Toch was die sneeuw natuurlijk spelbreker voor de schaatsers. Het duurde lang voor er op uitgebreide schaal kon worden geschaatst, en de sneeuw bedierf aanvankelijk goed ijs ook weer in het weekend van 20 januari. Desalniettemin kon er in heel het land geschaatst worden en werden er ook een aantal toertochten verreden. Voor het 5de jaar op rij schaatsen in Nederland, wie had dat 6 jaar geleden gedacht? Opvallend is wel dat de laatste winters nogal eens met flink wat sneeuw op de proppen kwamen. Is dat het nieuwe winterklimaat van Nederland? Suggesties dat dat zo is, met nog een verklaring erbij, lijken me zeer voorbarig. Klimaat betreft een langere periode; het is niet voor niets dat veelal een periode van 30 jaar wordt gehanteerd. Als we in 2035 kunnen waarnemen dat de winters in voorgaande 30 jaar veel sneeuwrijker waren dan de periode daarvoor, dan hebben we iets in handen. Voorlopig houd ik het op de grillen van ons klimaat. Kou en sneeuw komen en gaan soms in perioden van enkele jaren.

Is het gedaan met de winter van 2013? Voorlopig zitten we in dooi met zeer hoge temperaturen. Volgens Meteoconsult gaat morgen overdag de temperatuur dalen (!) naar een graad of 10. Komende nacht is het extreem zacht met temperaturen van 11 tot 14 graden. Die daling gaat waarschijnlijk verder. In het weekend zijn de temperaturen gedaald naar meer normale waarden, met overdag rond +5 en in de nacht en ochtend rond 0 graden. Op langere termijn zinspelen de modellen op drukstijging op het noorden van de oceaan met daarbij een draaiing van de stroming naar noord, waardoor nog iets koudere lucht onze kant op kan komen. Het is ver weg en de tijd begint te dringen. Is het half februari, dan slinken de kansen op serieus winterweer met de dag.

Bron temperatuurgegevens: KNMI

Winterbulletin no 18 door Cees van Zwieten

(23-1-2013)

Volop winter

Het is volop winter en er wordt geschaatst. De schaatsmogelijkheden worden geleidelijk groter. Nog 3 dagen te gaan voor de dooi. Geniet er van!
Hiermee zou ik kunnen volstaan, maar uw winterweerman zou geen winterweerman zijn als hij niet even verder mijmerde en nog wat informatie doorgaf. En winter is het en dat betekent niet alleen schaatsen. Vandaag heb ik een wandeling gemaakt vanuit Maasland het Westland in en weer terug. Wij doen deze wandeling vaker en vandaag ging het natuurlijk om het opsnuiven van de schitterende wintersfeer. Van het ijs had ik geen hoge verwachtingen en dat bleek wel anders te liggen! Onze start was over het trekkerspad langs de Noordvliet en meteen al zag ik dat er geschaatst werd. Wij gingen het ijs op en merkten dat de ijsvloer hard en dik was; geen gekraak of andere ongemakken. Er was een baan geveegd naar het Jachthuis, voor Westlanders wel bekend, ongeveer 2 kilometer van Maasland. En daar bleek de baan weer verder te lopen over de Vliet en ik denk dat er tot de Vlaardingse Vliet geschaatst werd. Het ijs was op de geveegde baan redelijk glad. Kortom: volop schaatsen in het Westland. En verder was het genieten van het landschap, leuke sneeuwverstuivingen bij slootjes, mooie vergezichten, het geknerp van de sneeuw onder de voeten en van de tintelende kou.

Wat is er verder te melden in deze mooie fase van de vorstperiode die nu al 10 dagen duurt. Het blijft vriezen tot en met zaterdag met overdag lichte vorst en in de nacht en vroege ochtend matige en plaatselijk strenge vorst. De minima zijn afhankelijk van de bewolking en kunnen dus plaatselijk wat verschillen. Midden op de oceaan ontwikkelt zich een diepe depressie die zondag de vorst uit ons land gaat verjagen.

Wat schaatsen betreft is het goed om de situatie ter plaatse in ogenschouw te nemen. Zoals ik al schreef wordt er in het Westland geschaatst. Ook elders zal de situatie leiden tot volop schaatsen in de komende drie dagen; georganiseerde toertochten komen in zicht. Informatie daarover oa hier en hier. Tenslotte nog de ijspluim van Weerplaza van vanavond.Mooi dik ijs van 10 cm en meer, zo te zien. Bedenk wel dat er lokale veschillen kunnen zijn

De aktuele ijspluim van Weerplaza vind je hier

Winterbulletin no 17 door Cees van Zwieten

(22-1-2013)

Voordelen van sneeuw

Ik moet wel zeggen, dat deze winterse periode mij een beetje verrast heeft na de aarzelende start. Op 10 januari de eerste nachtvorst in De Bilt. Op 13 januari de eerste punten voor het koudegetal en op 14 januari de eerste ijsdag. Zo rekenen we de vorstperiode vanaf 13 januari en zo gaan we vandaag de 10-de dag in. Ter vergelijking: de vorstperiode van vorig jaar duurde 15 dagen en het is afwachten of we dat nu gaan halen. Inmiddels schrijven we vandaag de 9-e dag van een serie ijsdagen. Vorig jaar beleefden, nog steeds geldend voor De Bilt tot een langste periode van 10 ijsdagen en dat gaan we zeker overtreffen. Daarmee is lang niet alles gezegd, want de kou was vorig jaar heftiger, wat blijkt uit het feit dat in De Bilt in die reeks sprake was van een koudegolf met 5 etmalen met strenge vorst. Die jaar heeft De Bilt er pas 1 te pakken. Het kan nog gebeuren dat er in de loop van deze week twee bij komen, waarmee de landelijke koudegolf een feit kan zijn geworden.

Opvallend aan deze periode is dat het westen volop meedoet met de kou en vooral met de sneeuw. Hier schrijven we vandaag zoals op meer plaatsen in het land, de 8-ste dag met een sneeuwdek met bijna continu vorst. Gisteren kwam het in Rotterdam heel even tot +0,1 en verder vroor het toch continu. Het zijn opwekkende toestanden voor de winterliefhebber, speciaal als het zonnig weer is. Genieten is dat en dus een groot voordeel van een sneeuwdek. Voor de schaatsers is het jammer dat er zo veel sneeuw op het ijs ligt. De ijsgroei is sterk vertraagd en een dag met weinig vorst zoals gisteren doet het ijs niet groeien. Toch heeft die sneeuw nog meer voordelen. De kou is in eerste instantie aangezwengeld door aanvoer uit Scandinavie, maar de verscherping van de kou heeft veel met die sneeuw te maken. Bovendien ligt die sneeuw in een groot deel van Europa, waardoor het elders ook is afgekoeld; een beetje oostenwind doet de temperatuur zo weer dalen. Dat zagen we vandaag na een tijdelijke verzachting gisteren. In Rotterdam, en ook op andere plaatsen kwam vanochtend nog een temperatuurdaling voor tussen 8 uur 30 en 9 uur; terwijl de zon op kwam ging het zo maar even omlaag van -3,3 om 8 uur 30 tot -5,4 om 9 uur.

Zachtjesaan komen wat berichten over schaatsen. In Blokzijl wordt waarschijnlijk a.s. vrijdag (25-1) een officiele tocht gehouden; ijs en weder dienende. Intussen is wel duidelijk dat er van de Grote Tochten in het noorden van het land geen sprake zal zijn. Friesland en Groningen liggen onder een dik pak sneeuw, met alle gevolgen van dien voor het ijs. Ook ijs en weder dienende mogen we verwachten dat de ijsdikte beter wordt in de komende 4 dagen; nu is het op veel plaatsen nog onbetrouwbaar. Informeer je ter plaatse of kijk waar al geschaatst wordt.

Het blijft vriezen en het wordt vermoedelijk nog iets kouder. Komende nacht zal het op sommige plaatsen streng gaan vriezen, als de opklaringen lang genoeg duren. Anders is het met -6 wel gedaan. Morgen blijft het 3 tot 5 graden vriezen. Alles dankzij een oostenwindje dat in stand wordt gehouden door een uitloper van een hogedrukgebied bij Groenland en storingen die over Frankrijk naar Italie trekken. Vrijdag trekt een klein hogedrukgebied over Scandinavie naar het oosten. Dan kan het in de nacht naar zaterdag bij meer opklaringen opnieuw op uitgebreide schaal tot strenge vorst komen. Overigens is donderdag en vrijdag ook plaatselijk strenge vorst mogelijk.Na zaterdag, zo berekenen zowel ECMWF als GFS, gaat waarschijnlijk een oceaandepressie hier schoon schip maken met de kou. We moeten er dus rekening mee houden dat zaterdag de laatste schaatsdag is. Zondag zou er neerslag kunnen gaan vallen als voorbode van de dooi.

De aktuele ijspluim van Weerplaza vind je hier

Winterbulletin no 16 door Cees van Zwieten

(20-1-2013)

Sneeuw

Voor wie nog wil schaatsen is er goed en minder goed nieuws. Het goede nieuws is, dat er op veel plaatsen al geschaatst is, tot in het Westland toe en dat de vorst nog een paar dagen blijft, vermoedelijk toch tot aan het volgende weekend. Op de vooruitzichten kom ik zo meteen terug. Ik signaleer wel even het bijzondere fenomeen, dat we nu al voor de 5e keer op rij op behoorlijke tot grote schaal kunnen schaatsen, waarbij ik die ene dag in december 2007 niet mee reken. Wie had dat gedacht in de periode 1998 tot 2007, toen het meestal niet lukte met als positieve uitzondering de winter 2002-2003 met twee vorstperioden. Sommigen dachten al, dat het zo ongeveer voorbij was met wintervertier in Nederland. Het blijkt anders te liggen en gelukkig maar.

Vandaag werd Nederland getrakteerd op een nieuw pak sneeuw, wat door de lage temperaturen vrij wat overlast bezorgde. En overlast natuurlijk ook voor de schaatsers omdat het ijs weer bedekt wordt door sneeuw. Met twee vervelende gevolgen, namelijk de beperking in aangroeien en de onmogelijkheid om het ijs goed te lezen. De sneeuw werd veroorzaakt door een depressie die over Frankrijk naar het zuidoosten beweegt. Aan de oostzijde werd zachtere lucht aangevoerd die de grond niet of nauwelijks zal bereiken. Wel was die aanvoer oorzaak van het ontstaan van het sneeuwgebied. Aan de grond staat een oostenwind die koude lucht blijft aanvoeren waarbij zachtere lucht weer wordt verdreven. Intussen blijft de druk boven Scandinavie hoog wat, hoe kan het anders, de aanvoer van kou blijft bevorderen doordat de wind in deze situatie uit oostelijke richting blijft waaien. Nieuwe storingen vanuit het westen blijven nog even afgeleid worden over Frankrijk naar het zuidoosten. Hoe lang deze situatie blijft bestaan is niet met zekerheid te zeggen. De weermodellen geven wel aan dat er een grote kans is dat het tot en met vrijdag blijft vriezen. Volgens ECMWF zal het zelfs in de loop van de week weer iets kouder worden, nadat de vorst maandag en dinsdag iets getemperd wordt. De Amerikanen geven onveranderd temperaturen die rond -5 schommelen; in de nacht en ochtend matige vorst en in de middag lichte vorst.

Van diverse kanten komen meldingen van schaatsen op groter natuurijs. In het Westland is zaterdag al geschaatst tussen Vlaardingen en Maasland; een deel van het ijs was daar diep zwart doordat het pas na de sneeuw van dinsdag ontstaan is. Van de Alblasserwaard weet ik dat er geschaatst is, maar het is niet duidelijk op welke schaal. In het noorden van het land is de situatie beter ook al werd een tocht bij Eernewoude afgelast; het ijs was er niet dik genoeg voor een massale tocht. De ijstoestand wordt er door de sneeuw niet beter op. Waar al op voldoende dik ijs geschaatst is, zou het morgen weer kunnen en misschien wordt er wel geveegd. Ken je de situatie niet, wees dan voorzichtig want niet overal is het ijs betrouwbaar. De ijspluim van weerplaza geeft voor het westen nog steeds niet meer dan 6 tot 7 centimeter aan voor maandag.

Hieronder de ijspluim van Weerplaza voor het westen van het land van 20-1 in de avond

Winterbulletin no 15 door Cees van Zwieten

(17-1-2013)

Winter blijft!

Het is opvallend hoe deze winterperiode zich ontwikkelt en wel op twee punten. In de eerste plaats leek het aanvankelijk nog om een lichte koudeperiode van vrij korte duur te gaan, maar nu we ongeveer een week koud weer te pakken hebben, ziet het er naar uit dat de periode nog geruime tijd gaat voortduren met de kans op een lange reeks ijsdagen. In de tweede plaats heeft de vracht sneeuw die in het zuidwesten van het land gevallen is een grote invloed op de temperatuur gehad. De afgelopen nacht was van de meetstations van het KNMI Rotterdam het koudste: -13,4. Opnieuw strenge vorst en daarmee meteen een tweede etmaal onder -10. Bijna even koud was Westdorpe in Zeeuw Vlaanderen met -13,2. De grootste kou dus in het zuidwesten en dat beleef de hele dag tot nu toe, om 15:30 uur. Op dat tijdstip stonden de thermometers in het noorden op iets onder 0 terwijl het in Rotterdam -5,9 was en in het westen van Brabant zelfs -7. De omgekeerde wereld ten opzichte van wat we als normaal beschouwen.

In De Bilt schrijven we na vandaag een vorstperiode, dat wil zeggen 5 dagen op rij met een gemiddelde onder 0 en minstens 16 punten voor het koudegetal. Dat koudegetal staat nog op 15,8 in De Bilt en op 15,1 in Rotterdam. Er wordt al gespeculeerd op een landelijke koudegolf, wat wil zeggen dat in De Bilt minstens 5 etmalen de temperatuur onder 0 is gebleven en dat er minstens 3 etmalen geweest zijn waarin het minimum onder -10,0 is geweest. We hebben pas 1 etmaal met strenge vorst gehad in De Bilt; even afwachten dus. Rotterdam heeft er al 2 gehad zodat die plaats eerder kans maakt om aan de criteria van een koudegolf te voldoen.

Intussen houdt de kou stand. Op basis van de modellen van GFS en ECMWF mag de conclusie getrokken worden dat de kans groot is dat er nog een week vorst volgt. Dooiaanvallen lijken steeds te mislukken en afgeleverde sneeuw op het continent versterkt de winter alleen maar. Een volgende oceaanstoring zal waarschijnlijk een nog zuidelijker koers nemen dan zijn voorganger en zaterdag over zuid Frankrijk of noord Spanje naar de Middellandse Zee trekken. Omdat de druk boven Scandinavie hoog is zal de oostenwind bij ons toenemen. De kou blijft waarbij alles er op wijst dat het tenminste vijf dagen blijft vriezen, ook overdag. In de nacht meest matige vorst, waarbij soms plaatselijk strenge vorst zal voor komen. Variaties hangen vooral samen met verschillen in sneeuwdek, wind en bewolking.

De ijstoestand verbetert. De ijspluim van Weerplaza voor het westen geeft pas na het weekend voldoende ijs aan, met 6 cm op maandag; uiteraard is de aangroei afhankelijk van de hoeveelheid sneeuw die op het ijs ligt. Hier en daar, bijvoorbeeld op het noordelijk deel van de Rotte bij Bleiswijk is sneeuwvrij ijs gemeld. Uit de Alblasserwaard wordt gemeld dat de Giessen dicht ligt met zwart ijs, maar dat er elders ijs met sneeuw ligt. Hetzelfde bericht las ik over Vaardingen op de site van IJslclub Vlietland (zie link onder aan de pagina). Als er meer bekend is zal ik het melden. Het is oppassen voor wie in het weekend het ijs op wil: waar veel sneeuw op het ijs ligt zal het onbetrouwbaar zijn. Voor het midden van het land geeft Weerplaza op zondag 8 cm aan en voor het noordoosten nu al. Het zijn gemiddelden, dus bedenk dat het niet overal even dik zal zijn. Bij sneeuw op het ijs blijft het de vraag of er genoeg ijs ligt.

Bron temperatuurgegevens: KNMI

Winterbulletin no 14 door Cees van Zwieten

(16-1-2013)

(Zeer) strenge vorst

Wat een prachtige winterdag vandaag! Er ligt sneeuw, de zon schijnt en het vriest. Dit soort toestanden zijn een cadeautje van de winter. Het leuke is daarbij dat je het niet zo lang tevoren ziet aankomen. Het grote pak sneeuw van gisteren heeft de winter vooral in het zuidwesten van het land een heel ander gezicht gegeven. Wat mij betreft is dit genieten, ook al staan we nog niets op de schaats.

Maar eerst iets over die sneeuw van gisteren en de vorst van afgelopen nacht en ochtend. De kleine maar complexe storing die ons de sneeuw bracht liet in Den Haag 15 tot 20 cm sneeuw neer komen; dat is wel buitengewoon veel, zeker zo vlak aan de kust. In Rotterdam was het ongeveer 10 cm, althans in mijn directe omgeving. Ook een pak sneeuw om U tegen te zeggen, zeker ook omdat de vorst bleef. Toen het duidelijk was dat opklaringen in de nacht de overhand zouden krijgen, was te verwachten dat de temperatuur flink onderuit zou gaan, tot onder -10. En dat gebeurde: in een groot gebied werd strenge vorst, dus onder -10, gemeten. Dit gebied omvatte Utrecht, Noord Brabant, een groot deel van Gelderland en Flevoland, een groot deel van Zuid Holland, een deel van Noord Holland en zelfs een deel van Zeeland. De laagste waarde werd uiteindelijk na zonsopgang gemeten in Herwijnen in de Betuwe; daar werd -18,0 als minimum genoteerd en dat heet dan: zeer strenge vorst. De Bilt noteerde -13,0 en Rotterdam -12,2.

Die strenge vorst bracht sommigen er al toe om te speculeren over een koudegolf. Dat lijkt me wat voorbarig, want daarvoor zijn na vandaag in De Bilt nog twee dagen nodig met vorst gedurende het hele etmaal (ijsdag) en minima onder -10. En dat is nog wel even afwachten. Als de wind niet te sterk wordt kan het de komende nacht opnieuw streng vriezen; en dan zou het vrijdag opnieuw moeten lukken; of zaterdag, want ook die dag lijkt wel een ijsdag te worden. Daar zit te veel onzekerheid om dat te verwachten. Het koudegetal, de som van de negatieve etmaalgemiddelden, staat voor deze vorstperiode nu op 8,6 en daar zal vandaag al gauw een slordige 6 tot 7 punten bij komen. In Rotterdam staat de teller op 7,8 en daar kan vandaag 5 tot 6 punten bij komen. Dan zitten we op ongeveer 13. Nog zoÕn koude dag en de 16 is gepasseerd. In De Bilt is dan aan het kriterium voor een vorstperiode voldaan.

Met die 16 punten zou het schaatsijs op groter water in beeld komen, ware het niet dat de sneeuwlaag op het ijs dat verhindert. De ijsaangroei is aanzienlijk vertraagd en het lijkt er op dat de gewenste 6 cm (voor de waaghalzen) pas dinsdag wordt bereikt. Dit op basis van het gemiddelde van de ijspluim van Weerplaza. Zie onder dit bericht. Nu spreek ik steeds voor Zuid Holland; daar is veel sneeuw gevallen. In het noordoosten is de situatie aanzienlijk beter. Daar kan die 6 cm inmiddels aanwezig zijn. Daar is gisteren ook weinig of geen sneeuw gevallen, dus die problemen zijn daar afwezig. Voor Friesland geldt, dat met de noordoostelijk stroming het noordwesten van de provincie minder koud is dan de rest. In Groningen ziet de ontwikkeling er zondermeer erg gunstig uit; daar vroor het om 14 uur nog 3 tot 6 graden en er ligt nauwelijks sneeuw. In de kop van Overijssel ligt ook weinig sneeuw. Ook daar ziet het er voorlopig gunstig uit. De kop van Noord Holland heeft ook weinig sneeuw, maar daar is net als in het westen van Friesland de vorst iets milder. Volgens Weerplaza kan daar vrijdag wel 6 cm ijs liggen en in het weekend 7 tot 8. Voor alle duidelijkheid nog eens: dit is berekend voor water van 1 meter diep.

Wat zijn de vooruitzichten nu voor de komende 5 dagen? Uit voorgaande werd al duidelijk dat ik van aanhouden van de vorst uit ga. Bij ons zal boven de sneeuw de komende nacht en ochtend opnieuw strenge vorst voorkomen; plaatselijk zelfs weer even zeer strenge vorst. Ook overdag blijft het vriezen. Boven Scandinavie ontwikkelt zich een rug van hoge druk die verbonden is met het Siberische hoog. Later ontstaat er een afzonderlijke kern boven Scandinavie; de wind blijft daarbij globaal uit het oosten waaien. Dus: voortzetting van het koude winterweer. Later kan dit hogedrukgebied zich wat verplaatsen naar het noordwesten, in de richting van Groenland, maar dat is op de lange en dus onzekere termijn. Intussen proberen oceaanstoringen het winterbastion aan te vallen. Dit lukt vooralsnog slecht. In het weekend zal zich vermoedelijk een kleine storing afsnoeren die over onze omgeving of Frankrijk naar het zuidoosten trekt. De kans op sneeuw neemt daardoor toe. Op de lange termijn zijn de weermodellen het wel eens, dat de kans op overgang naar zacht weer klein is.

Daar zitten we dan, midden in de winter. De schaatsvooruitzichten varieren sterk over het land en zodra ik meer weet over de situatie in het zuidwesten zal ik dat melden. En omgekeerd: ik hoop dat ieder die iets over het ijs te melden heeft dat ook op deze site doet. Ga daartoe via de link linksboven aan deze pagina, of klik hier . Daar is nu al een mooie melding te lezen.

Bron temperatuurgegevens: KNMI

Winterbulletin no 13 door Cees van Zwieten

(14-1-2013)

Betrekkelijke ijspluim

Dit wintertje ontwikkelt zich wel in de goede richting. De verwachtingen zijn de laatste 36 uur weer naar iets kouder bijgesteld, wat oa te zien is aan de ijsverwachting. Wat het huidige weer betreft zien we een complexe storing over de Noordzee in de richting van de Belgische kust bewegen. Dit systeem heeft een sneeuwgebied bij zich, dat vooral in het zuiden en midden van Nederland een laag sneeuw zal brengen. In de verwachting zie ik hoeveelheden tussen 2 en 10 cm. Zoals altijd bij sneeuwval is de hoeveelheid heel moeilijk nauwkeurig aan te geven. Bovendien was er vanmiddag nog onzekerheid over de vraag tot hoever de sneeuwgrens zou reiken. Ik ga er vooralsnog van uit dat Zuid Holland, Utrecht, Noord Brabant, Zeeland en Limburg in het sneeuwgebied zullen zitten. Voor Zuid Holland betekent dat een complicerende factor voor het schaatsijs. Morgen weten we daar meer over.

Na de sneeuwval van de komende nacht en ochtend krijgen we opnieuw te maken met noordoosten wind, waardoor de kou aanhoudt. In de rest van de week kunnen we minima verwachten omstreeks -6 in Zuid Holland. In het noordwesten van het land iets hoger, in het oosten iets lager. Overdag temperaturen rond het vriespunt of iets daar onder. Het Europese model geeft ons grote kans dat de winter stand houdt in het weekend. Het Amerikaanse model laat deze conclusie ook toe. Als we uitgaan van het gemiddelde van de Europese pluim, dan komen we tot een vorstperiode die tot en met zondag duurt.

Volgens de laatste ijspluim van Weerplaza ziet het er goed uit voor komend weekend. Gemiddelde ijsdikte op water van 1 meter op zaterdag gemiddeld ruim 8 cm, op zondag 10 cm en op maandag bijna11 cm. Bedenk daarbij dat de onzekerheid in de dikte geleidelijk groter wordt. En voorts, daar is ie weer, mogelijk de sneeuw als spelbreker. Valt de sneeuw in water, dan wordt dat lelijk ijs. Valt de sneeuw op ijs, dat groeit het ijs minder aan en is de pluim van betrekkelijke waarde.

Edit 15-1: de ijspluim van vanochtend geeft veel minder ijs aan. Kennelijk is rekening gehouden met sneeuw op het ijs. Het uitzicht op 6 cm ijs is verdwenen, want we zien nu ongeveer 4 cm in het weekend. Als dat uitkomt is er weinig kans op grootschalig schaatsen in het zuidwesten van het land. Beter is de situatie in het noordoosten, waar woensdag al ongeveer 8 cm wordt verwacht.

Winterbulletin no 12 door Cees van Zwieten

(13-1-2013)

Eerste ijs

Het laatste etmaal lijkt er meer duidelijkheid te komen over de duur van de huidige koudeperiode. Ik aarzelde of ik vorstperiode kon schrijven, maar daar is nog geen sprake van. Daarvoor moet gedurende minstens 5 dagen het etmaalgemiddelde onder 0 liggen; en een etmaalgemiddelde onder 0 hebben we in De Bilt nog niet gehad. Gisteren was het gemiddelde 0,0 en vandaag zal de eerste dag zijn met een negatief etmaalgemiddelde; daarmee komt de eerste bijdrage aan het koudegetal volgens Hellmann binnen. Om van een vorstperiode te kunnen spreken moet dit koudegetal opgelopen zijn tot 16. Er is een goede mogelijkheid dat dit na vrijdag bereikt is. Het blijft een schatting met de nodige onzekerheid.

Wat alle schaatser zich nu afvragen, is hoe groot die onzekerheid is, want op basis van een koudegetal van 16 zouden we misschien zaterdag het ijs op kunnen. Er is nog een punt, dat ik al vaker heb genoemd: wanneer begint nu de ijsvorming, want daar hangt mede vanaf hoe dik het ijs op termijn zal zijn. Ik kom daar zo op terug. Want we moeten eerst kijken naar de verwachtingen; en die zijn in het afgelopen etmaal iets gunstiger geworden. Op de korte termijn van drie dagen zien we vandaag en depressie van Zuid Frankrijk naar Italie koersen. Het zorgt bij ons voor een oostelijke stroming waarin nog een paar kleine sneeuwbuitjes mee drijven. De komende nacht klaart het op en gaat het veelal matig vriezen, met uitzondering van plaatsen dicht aan de kust, waar de vorst licht zal zijn. Morgen draait de wind naar zuid op het naderen van een storing die over de Britse eilanden naar het zuidoosten trekt. Deze zal waarschijnlijk juist ten zuidwesten van ons land passeren en op veel plaatsen sneeuw veroorzaken. Daarna stijgt de luchtdruk boven Scandinavie en de Noordzee waardoor het koude weer gehandhaafd blijft. Voor de middenlange termijn is het vrij zeker dat bij oostelijke tot noordoostelijke wind de vorst tot en met donderdag aanhoudt. De kans is vrij groot dat het ook vrijdag en zaterdag nog blijft vriezen, waarbij de middagtemperaturen rond het vriespunt liggen.

De ijspluim zoals die vanochtend ons werd geleverd door Weerplaza, laat een gunstiger ijsontwikkeling zien dan gisteren. Het eerste ijs op diep water (1 meter) zien we in het westen pas maandagavond ontstaan. Daarna duurt het waarschijnlijk tot zaterdag voor de 6 cm bereikt is.
Edit 14-1 : de nieuwe ijspluim is weer beter en geeft uitzicht op 7 tot 9 cm op zaterdag!
De onzekerheid is volgens deze pluim tot zondag niet groot. Goed nieuws dus. Of het komend weekend gaat lukken? Een vraag is ook nog hoeveel sneeuw er dinsdag valt; en of die sneeuw in water valt of op het pas gevormde ijslaagje. We wachten af; intussen heb ik in Emmen het eerste ijs in slootjes gezien. Iets dieper water lag nog geheel open op wat ijsrandjes na; kortom: kijkijs.

Winterbulletin no 11 door Cees van Zwieten

(11-1-2013)

Winter geen blijvertje?

De winter is binnen, tenminste het begin is er. Want een paar graden vorst in de nacht en +2 in de middag is nog niet iets om meteen enthousiast over te worden. Wel is het een verademing, dat winterse weer met af en toe een felle zon. Eindelijk is er een eind gekomen aan de lange periode met nat, somber en zacht weer. Nu de rest nog; voor de schaatsers is het perspectief nog niet onverdeeld gunstig. De laatste ontwikkeling in de modelberekeningen geven nog geen aanwijzing voor een lange vorstperiode.

Vanochtend was de drogere en aanzienlijk koudere lucht over het hele land uitgestroomd. De laagste temperaturen werden in Brabant gemeten, tot -4,6 in Gilze-Rijen. Rotterdam kreeg -2,5 aan de broek. Dit in schril contrast met het Mekka van de schaatsers: in Leeuwarden vroor het niet; het minimum was +1,1. Voor de komende nacht worden nog iets lagere minima verwacht, namelijk van -2 tot -5. Plaatselijk kan het zelfs even matig vriezen in de ochtend. Morgen komen we op een iets winterser dagniveau terecht: om het vriespunt. Maandag en dinsdag is het zeer waarschijnlijk nog iets kouder, waarbij op veel plaatsen het kwik net niet meer boven 0 komt: ijsdagen dus. Vanwege de onzekerheid laat ik de langere termijn, na dinsdag, even rusten. Per run van de modellen verandert dit. Wat ik voorlopig concludeer, is dat de kans op prolongatie met een paar dagen zeker aanwezig is.

Wat betekent dit alles voor het natuurijs? In een vorig bulletin heb ik dat al aangegeven. In de verwachting is intussen niet veel veranderd. Vanaf morgen komen de koudepunten binnen doordat het etmaalgemiddelde dan duidelijk onder 0 komt. Met die koudepunten kan ook de ijsgroei beginnen, mits het oppervlaktewater voldoende afgekoeld is. En dat is het niet! De ijspluimen geven voor midden Nederland pas maandagochtend de eerste ijsvorming aan. De KNMI-pluim is op dit moment niet erg scheutig met ijs: tot aan het eind van de termijn is er weinig kans op voldoende ijsvorming. De nieuwste ijspluim van weerplaza geeft voor het westen van het land gemiddeld ongeveer 6 cm ijs aan op donderdag. Geen uitzicht op schaatsijs op buitenwater binnen de betrouwbare termijn.

De laatste uitvoer van de weermodellen stemt niet optimistisch. Wel zien we op korte termijn dat de kou even blijft en zelfs toeneemt. Terwijl een klein hogedrukgebied zich boven zuid Scandinavie handhaaft, trekt een depressie over Frankrijk naar het oostzuidoosten. Daardoor neemt de wind iets toe uit het oosten; als gevolge daarvan wordt het iets kouder. Diepvrieskou is echter niet voorhanden, mede omdat er in Duitsland en midden Europa weinig sneeuw ligt. We moeten het dus doen met iets minder. Na dinsdag passeert vermoedelijk een nieuwe storing zuidelijk van ons; in dat geval blijft de kou nog. Op langere termijn is de kans vrij groot dat de stroming omgaat naar noord of noordwest en dat zou het einde van de vorstperiode betekenen. Of we nog op de schaats komen is derhalve onzeker.

Winterbulletin no 10 door Cees van Zwieten

(9-1-2013)

Winter een blijvertje?

H et is spannend voor de winterliefhebber als er zo duidelijk een omslag zit aan te komen waarbij de vooruitzichten op langere termijn onzeker zijn. Op zich is dat laatste een gegeven dat bij omslagen naar winterweer altijd een rol speelt. Het is nu des te belangrijker omdat de eerste inval van kou niet heel spectaculair is; daar komt bij dat het oppervlaktewater nog warm is. Het KNMI noteert in de ijspluim een temperatuur van 7 graden. Bij de te verwachten temperaturen duurt het nog even voor het water is afgekoeld. Des te belangrijker wordt het voor de ijsaangroei hoe het verloop verder zal zijn vanaf maandag, omdat op zondagavond in midden en west Nederland de ijsaangroei gaat beginnen. Maandag ligt nu op 5 dagen vooruit en dat betekent dat de verwachting voor na maandag de nodige onzekerheid kent.

Wel is er goed nieuws wat betreft de kansen. Het Europese model ECMWF en het Engelse model gaan op termijn van 6 dagen nu voor een versterking van de rug van hoge druk op het noorden van de oceaan nabij IJsland en Schotland. Dat zou betekenen: geen doorgang voor zachtere lucht en prolongatie van het winterweer. De Amerikanen in de gedaante van GFS geven iets minder gunstige ontwikkelingen aan. In dat model zou volgens de laatste run oceaanlucht wel kans zien het vasteland te bereiken. Twee tegen een zou je zeggen. We moeten dus nog wel afwachten of de Engelsen en Europeanen het bij het rechte eind hebben. Het kan er morgen al weer anders uit zien. Bekijken we de pluim van ECMWF, dwz de uitdraai van 50 verschillende berekeningen met kleine opzettelijke verstoringen in de begintoestand, dan zien we op dit moment dat de meeste leden van het ensemble de winter, al of niet iets milder, tot volgende week zaterdag laten aanhouden. Als dat eens waar werd, het zou een goede laag ijs opleveren, tot ongeveer 8 cm in dat weekend. Nogmaals met de opmerking van gisteren: voor wat het waard is op die termijn. Wat er daarna gebeurt ligt echt te ver in de toekomst om er nog iets zinnigs over te zeggen.

De sneeuwgrens, wel belangrijk voor de temperaturen in Europa, ligt nu in Zweden op de hoogte van Oslo en naar het oosten in Polen. In de komende dagen kan er in diverse gebieden wat sneeuw vallen, ook in het zuiden van ons land als een depressie zondag over Frankrijk naar het oosten koerst. De wind zal dan tijdelijk toenemen uit het noordoosten. De aangevoerde lucht is koud, waardoor het op maandag op veel plaatsen matig kan vriezen, met name in het oosten en zuidoosten van het land. Dicht bij de kust is het minder koud doordat de wind van zee komt. Mogelijk zullen de kuststations geen vorst noteren, maar Rotterdam ligt bijvoorbeeld weer ver genoeg van de kust om toch tot iets van -3 of -4 te komen. Overdag komt de temperatuur op de meeste plaatsen niet meer boven 0. Ook dinsdag houdt de kou vermoedelijk onverminderd aan als bij het passeren van een nieuwe storing over Frankrijk de wind opnieuw aantrekt uit oost tot noordoost.

De lange termijn heeft veel onzekerheden in zich. Het KNMI formuleert het in procenten: 40% voor aanhouden van het winterweer, 40% voor iets milder winterweer en 20% voor duidelijk zachter weer. De grote vraag blijft dus: is de naderende winter een blijvertje of niet? We zullen het spoedig weten, dat wil zeggen: over een dag of twee of drie zal daar een duidelijke kijk op mogelijk zijn. Thialf heeft naar ons in december twee maal de tong uitgestoken. We willen nu wel eens het achterste van zijn tong zien.

Winterbulletin no 9 door Cees van Zwieten

(8-1-2013)

Winters

Geleidelijk gaat het zekerder worden dat de winter toch weer bij ons aanklopt in het komende weekend. De verwachting van de aanvoer van koude lucht, met in de nacht en ochtend lichte en plaatselijk matige vorst, blijft consequent in de verwachting zitten. Vrijdag gaat het kwik al gevoelig omlaag. Maximumtemperaturen van 1 tot 4 graden kunnen we verwachten na een nacht met temperaturen van +1 in het uiterste zuidwesten tot -2 in het noordoosten. In het weekend gaat het nog een paar graden omlaag waarbij er kans op wat sneeuw bestaat. Naar grote hoeveelheden ziet het voorlopig niet uit.

Op korte termijn gaan we drukstijgingen zien tussen Groenland en Noorwegen. Daardoor gaat de stroming in west Europa naar noordoost waardoor de temperatuur een val gaat maken naar winterse waarden. Het levert ons vorst op, waardoor de punten voor het koudegetal vanaf vrijdag gaan binnen komen en daarmee ook de ijsvorming; met enige vertraging natuurlijk op buitenwater van een meter diep. Door de langdurige zachte periode is de temperatuur van het water nog vrij hoog. Het zal wel tot maandag duren voor in het westen de ijsvorming op gang komt. Zie ook de ijsverwachting van Weerplaza onder dit bulletin.

Natuurlijk bestaat er geen zekerheid over de ontwikkelingen na het weekend. Wel geven alle modellen aan dat er op de oceaan volgende week een krachtige rug van hoogdruk gaat ontstaan. Deze maakt toevoer van zachte lucht bij ons onmogelijk en zal op termijn de situatie met winters of licht winters weer prolongeren. Wat dit precies voor de periode met koud weer betekent is nog onzeker, want het gaat dan over een termijn van 7 dagen en meer. Het kan tot verheviging van de kou leiden. We speculeren daar nog maar niet op, maar de uitgangspositie is volgens de modelverwachtingen de laatste dagen aanzienlijk verbeterd voor de winterliefhebber.

De komende dagen gaat het roer dus om, nog niet spectaculair, maar wel in winterse zin. Donderdag wordt met westenwind al iets minder zachte lucht aangevoerd met maxima van 6 tot 8 graden. Vrijdag wordt de stroming noord tot noordoost onder invloed van een depressie bij de Baltische staten. Daar en in het oostzeegebied is het koud en er valt sneeuw. Extreme kou is dan nog niet in Europa aanwezig; alleen in Noord (europees) Rusland en in Noorwegen komen temperaturen van beneden -20 voor. De bij ons aangevoerde lucht laat al enige nachtvorst toe. In het weekeinde trekt een depressie langs Ierland in de richting van Frankrijk. Daardoor trekt de oostenwind iets aan en wordt de kou geconsolideerd. In het oosten kan hier en daar matige vorst voorkomen. In Zuid Holland verwacht ik niet meer dan lichte vorst, met minima omstreeks -4. Overdag schommelt de temperatuur rond het vriespunt. Zolang er bij ons en in de wijde omgeving geen sneeuw ligt, is voorlopig een verdere verscherping van de kou niet voor de hand liggend.

Dan nu het ijs. Omdat we met een lange zachte periode te maken hebben, is het water nog relatief warm, ongeveer 7 graden. Het duurt dus wel even voor er ijsvorming gaat optreden. Kleine plasjes en sloten zijn misschien zaterdag al aan de beurt. Het Òechte werkÓ moet nog even wachten. Hoe lang het gaat duren voor er op het grote water een ijsvloer van 7 cm ligt is nu moeilijk te zeggen. Het KNMI ziet dit in de ijspluim voorlopig niet zitten t/m volgende week donderdag. Het verwachtingsensemble gaat tegen die tijd uit van een paar cm. Er moet bij gezegd worden dat dit op basis van de verwachting van gisteren geldt. De pluim van Weerplaza gaat vermoedelijk van een nieuwere verwachting uit; maar ook daar zien we volgende week donderdag nog slechts 5 cm ijs. Als gemiddelde dan. Voor wat het waard is. Het is nog ver weg en er kan nog veel veranderen in de verwachting.

Winterbulletin no 8 door Cees van Zwieten

(7-1-2013)

Verwachtingshorizon

Het was even stil bij het winterbulletin. Geen wonder, want vanaf de kerstdagen kregen we te maken met voortdurend aanvoer van zachte lucht. Daar komt nu verandering in doordat de drukverdeling een flinke wijziging ondergaat, met als gevolg dat vanaf vrijdag de temperatuur gevoelig omlaag gaat. Dat betekent nog niet dat er een vorstperiode voor de deur staat, maar licht winters zal het in het weekend zeker wel worden.

Vijftig jaar geleden, in de roemruchte winter van 1963, was 7 januari een bijzondere dag. Na een korte periode van lichte dooi met ijzel keerde de vorst overtuigend terug. Het was de dag dat ik mijzelf toesprak met de woorden: Zo ziet een strenge winter er dus uit. Dooi krijgt dan nauwelijks tot geen kans en de vorst keert eenvoudig terug. Vanaf die maandag 7 januari volgde een ijzig koude week, met een aantal dagen met overdag matige en s nachts strenge vorst. Vooral 11 januari was bijzonder koud. In Leeuwarden was het etmaalgemiddelde -15,3 met een minimum van -19,7 en een maximum van -8,6. Zie ook het dagboek 1963. Ga naar de link Historie

Terug naar de huidige situatie. Al een paar dagen gaven de weermodellen aan dat het omstreeks vrijdag de 11-de kouder gaat worden. Nu vrijdag binnen de verwachtingshorizon voor winterweer begint te komen, blijkt deze verwachting nog steeds te staan. Drukstijgingen tussen Noorwegen en IJsland gaan zorgen voor een noordoostelijke stroming waarmee koude lucht uit Scandinavie zal worden aangevoerd. Het is nog niet te zeggen of er een echte vorstperiode in zit. Na vrijdag wordt de onzekerheid wel weer groot, zoals zo vaak in dit soort situaties. Kleine verschillen in de drukverdeling kunnen grote gevolgen hebben.

Winterbulletin no 7 door Cees van Zwieten

(19-12-2012)

Vuile voeten

Moeten we nu toch serieus rekening houden met winterweer? Als het om schaatsen gaat: Nee. Als het om licht winters weer gaat in een deel van het land, met name het noorden: Ja. Doordat er een zuidoostelijk tot oostelijke stroming ontstaat wordt vrij koude lucht naar ons land getransporteerd. Tegelijkertijd dringt zachtere lucht vanuit het zuidwesten op. De grens tussen de koude en zachte lucht komt waarschijnlijk tegen het weekend boven ons land te liggen. In het noorden van het land kan de temperatuur tijdelijk onder 0 komen te liggen. Vanaf maandag wint de zachtere lucht terrein en daarmee stevenen we af op een groene kerst. Waarschijnlijk zal er in het zuiden van het land geen sprake van vorst zijn; waar de grens tussen de luchtsoorten zaterdag zal liggen is niet precies te zeggen.

Het in het vorige bulletin genoemde Russische hogedrukgebied neemt in betekenis af, terwijl intussen de luchtdruk boven Noorwegen en Zweden nog wat stijgt. De kern van het hogedrukgebied ligt zaterdag met ruim 1040 hPa boven west Rusland en een uitloper over Scandinavie zorgt voor een oostelijke stroming die ons land net bereikt, althans het noorden van Nederland. In de aangevoerde koude lucht vriest het in noord Duitsland dan licht. Verder stroomopwaarts vriest het ten oosten van Polen streng overdag. Er is geen schijn van kans dat die zeer koude lucht onze omgeving bereikt. Een depressie op de oceaan ten westen van Schotland en Ierland zorgt voor een krachtige zuidwestelijke stroming die zachte lucht richting Frankrijk en onze omgeving voert. Op termijn van 5 dagen zal deze zachte lucht het gaan winnen in onze omgeving. Het hogedrukgebied trekt zich terug, ver in Rusland.

Aldus het meest waarschijnlijke vervolg. Op de korte termijn is er dus veel onzekerheid. Echt winterweer met aanhoudende vorst zit er niet in, maar het noorden van ons land kan toch met een paar koude dagen te maken krijgen, met mogelijk zelfs een ijsdag. Op de grens van deze koude lucht en de zachtere lucht zal neerslag vallen, deels als regen en in het noorden ook als natte sneeuw. Misschien zelfs hier en daar droge sneeuw. Zo zet Thialf na zijn beleefdheidsbezoekje van een week geleden opnieuw een paar vuile voeten op ons grondgebied. Zijn terrein ligt tot nu toe vooral in noord en oost-Europa. In Scandinavie en Finland is de winter koud tot nu toe. De ijsgroei in de Botnische Golf is ouderwets bezig op het niveau van de periode 1965-1986. In Moskou is het bitter koud; het vriest er ook overdag zeer streng met vandaag een maximum van -16,5. De sneeuwgrens ligt nu in het westen van Polen en dan naar het zuiden door het westen van Roemenie.

Winterbulletin no 6 door Cees van Zwieten

(14-12-2012)

Beleefdheidsbezoek

Even meldde Thialf zich aan onze landsgrenzen. Het bleek van zeer korte duur. Achter een depressie die naar het zuidoosten trok stroomde Scandinavische kou naar het zuiden en bracht ons een paar koude dagen. Gisteren kwam het op een aantal plaatsen in ons land tot een ijsdag. Zo meldde Deelen bijvoorbeeld een maximum van -0,4. In De Bilt werd een maximum van +0,5 gemeten, geen ijsdag dus. Wel werd in De Bilt een punt aan het koudegetal bijgeschreven waardoor dit kwam op 2,8. Daarmee is de zachtste van de laatste 100 jaar (zachtste ooit?) namelijk 1989 gepasseerd. De winter van 89 kwam niet verder dan een bedroevende 1,9. De kou wordt vandaag weer even snel verdreven als dat deze gekomen is.

Op dit moment is wel een groot deel van midden en oost-Europa met sneeuw bedekt. De sneeuwgrens liep vanochtend van de Vogezen langs Luxemburg naar onze oostgrens. De komende dagen zal deze naar het oosten worden teruggedrongen. Onder invloed van een oceaandepressie stroomt zachte lucht het continent op; de vorstgrens zal daardoor worden weggedrukt tot ver in Polen. Opvallend is wel, dat het Russische hogedrukgebied tegengas blijft geven en zelfs voor Thialf versterkingen laat aanrukken. Op termijn van een paar dagen zal de strenge vorst in oost Europa waarschijnlijk weer terrein winnen. De -10 graden grens schuift, volgens het Amerikaanse model GFS, van de grens van Rusland en Witrusland op zaterdag naar het oosten van Polen op woensdag. De Russische beer houdt stand en mogelijk, maar niet erg waarschijnlijk, kan het hogedrukgebied zich over een week weer uitbreiden in de richting van Scandinavi‘.

Wij hebben de komende dagen met een hoofdzakelijk zuidwestelijke stroming te maken, waarmee de temperaturen ruimschoots boven 0 blijven. Ook op langere termijn is het aanhouden van dit weer waarschijnlijk. Een kleine kans dat de kou toch weer terug keert blijft er wel. Het is echter in de week voor kerst onverstandig om daar serieus rekening mee te houden. Voorlopig moeten we het doen met een kort beleefdheidsbezoek van Thialf afgelopen donderdag (13-12). Intussen zullen we de verwachtingen afspeuren naar mogelijk tekenen van zijn terugkomst.

Winterbulletin no 5 door Cees van Zwieten

(9-12-2012)

Kwakkelen

Een beetje vuil sinterklaaswintertje was het. Weinig vorst en veel neerslag. Je zou kunnen zeggen dat de aangekondigde winter in de eerste decade van december dan toch in vuile kleren is verschenen. In de eerste dagen van december bleef het beperkt tot lichte nachtvorst. De gemiddelde temperatuur kroop geleidelijk omlaag naar waarden beneden normaal. In de loop van 5 december kwam vanuit het noorden de koude arctisch lucht binnen met sneeuwbuien. In bijna het hele land werd het wit. Meteen kwam daar een depressie vanuit het noordwesten overheen met winterse neerslag. En hoe!?

Die sneeuw van vrijdag 7 december was vooraf opvallend aanwezig in de media. Er werd 5 tot 10 cm sneeuw verwacht en plaatselijk tussen 10 en 20. Dat zou wat worden! Zou heel Nederland weer ontregeld worden, de spoorwegen voorop? De ophef was ietwat overdreven, eenvoudig vanwege het feit dat er geen lage temperaturen waren; in het hele land kwam de temperatuur boven 0. Verder waren in het zuidwesten van het land de dauwpuntstemperaturen boven 0. Dat leidde tot natte sneeuw. In Rotterdam was het in de ochtend al een natte drap in plaats van een mooi sneeuwdek. Was de verwachting niet goed? Het probleem is dat de weermodellen sneeuw aangaven bij iets lagere dauwpunten. Een heel kleine afwijking levert het verschil tussen natte en droge sneeuw. Ik kon zelf op 8 december constateren dat het sneeuwdek bij Alkmaar en Bergen wel mooi was, en dat een etmaal later. Die plaatsen zaten aan de goede kant van de scheidslijn tussen natte en droge sneeuw.

Voor de schaatsliefhebber is dit verhaal van ondergeschikt belang. Als liefhebber van alle soorten echt winterweer was ik wel gelukkig met het weer op 8 december, en zelfs leidde een koude nacht tot schaatsen op een weilandje in Friesland. De omstandigheden in de nacht van vrijdag op zaterdag waren gunstig voor een sterke afkoeling: binnen komen van drogere en iets koudere lucht, opklaringen en weinig wind. De temperatuur ging onderuit naar onder -5, dus matige vorst, in een aanzienlijk deel van het land. Boven het dikkere pak verse sneeuw op de Veluwe werd strenge vorst gemeten met -13 als laagste. Rotterdam haalde met -4,9 net geen matige vorst.

Intussen is in De Bilt het koudegetal van Hellmann op 1,8 gekomen. Heel weinig dus nog en het ziet er niet naar uit dat binnen de verwachtingshorizon daar veel bij komt. Wel wordt het in het midden van de week weer kouder als opnieuw koudere lucht vanuit het noorden naar onze omgeving uitstroomt. Dit vindt plaats doordat zich tijdelijk een krachtige rug van hoge druk zal ontwikkelen vanaf de oceaan in de richting van IJsland; met een depressie die zich naar centraal Europa verplaatst ontwikkelt zich in onze omgeving een noordelijke stroming waarin de temperatuur flink naar beneden gaat. Omdat de wind aan het aardoppervlak veelal van zee komt zal het overdag tot waarden van 1 tot 4 boven nul leiden. Er zal weer wat winterse neerslag vallen. Het is waarschijnlijk dat donderdag en vrijdag de wind draait naar zuid tot zuidoost; dat kan in een deel van het land een ijsdag geven en weer een paar punten voor het koudegetal.

Op langere termijn zien we een krachtig hogedrukgebied boven Rusland. Tevens laten oceaandepressies zich gelden, met waarschijnlijk gevolg dat in het volgende weekend de temperaturen opnieuw omhoog gaan. Kortom: het is kwakkelen geblazen. Voor schaatsen zijn er nog geen gunstige vooruitzichten. De sneeuw van afgelopen vrijdag is nu al in een groot deel van het land verdwenen. Waarschijnlijk zullen noord Limburg en de Veluwe ook weer groen worden. Dan zijn we weer bij af en begint het spel opnieuw. Een witte kerst dan misschien? Ik zou er maar niet op rekenen. Het zou een wonder mogen heten als dat opnieuw gebeurt na de sneeuw van kerst 2009 en kerst 2010.

Winterbulletin no 4 door Cees van Zwieten

(2-12-2012)

In de wachtstand

Wat moet je nu als winterliefhebber met deze situatie? Laat ik het maar eerlijk zeggen: ik geniet van het licht winterse karakter van het weer: prachtige winterse buienluchten, nu en dan wat wittigheid en een beetje nachtvorst. De winterwind prikt af en toe een beetje aan je gezicht en een hagelbui op de fiets is overkomelijk. Uitzicht op serieuze vorst is er niet. Het blijft waarschijnlijk nog wel een week aan de koude kant, met temperaturen die soms even de normale waarden aantippen en soms licht winterse aspiraties hebben.

Waar is die winter, door sommige weerliefhebbers op fora al lang in de glazen bol gezien? Die winter rommelt wat in Europa, maar kan in onze richting geen vuist maken. Het in mijn vorige bulletin genoemde hogedrukgebied in het poolgebied, tussen Spitbergen en Ijsland, komt ternauwernood uit de startblokken en is te zwak om veel te gaan betekenen. Wel is het in Scandinavie, Finland en een deel van west Rusland erg koud geworden. In Lapland wordt nu ook overdag strenge vorst gemeld. Overigens is de sneeuwgrens de laatste dagen nog nauwelijks naar het westen opgeschoven; deze heeft nog altijd niet de oostgrens van Wit Rusland en de Oekraine bereikt. Jawel, in de Ardennen, hoor ik al zeggen. Dat klopt; ga er kijken als je iets van de wintersfeer wil proeven. En misschien zal er morgen in een wat groter gebied in de Benelux en Duitsland sneeuw liggen.

Voor het weer bij ons is het van belang dat de depressiebanen vanaf IJsland op ons land gericht zijn. Daardoor kan echt zachte lucht ons niet bereiken en zullen we een afwisseling zien van lucht met temperaturen duidelijk boven 0, tot +6 overdag, met temperaturen onder normaal met in de nacht een beetje lichte vorst. Vooral woensdag en donderdag zullen koud zijn met maxima van slechts enkele graden boven 0; in het oosten van het land is de kans op winterse neerslag dan vrij groot. Het Amerikaanse model zinspeelt vandaag weer op termijn van een week op een nieuwe krachtige rug van hoogdruk bij IJsland; dat zou wat meer kou onze kant op kunnen sturen. Het is echter te ver weg om daar nu al serieus rekening mee te houden. Voorlopig is de echte winter in de wachtstand.

Tenslotte: de weermodellen geven toch een redelijke kans dat het licht winterse karakter van nog langere duur zal zijn dan alleen de komende week. Bij het aanhouden van deze situatie gaat het vasteland van Europa geleidelijk verder afkoelen. De kans dat het op termijn toch plotseling voor korte of langere tijd naar echt winterweer gaat neemt daardoor iets toe. Als het sneeuwdek in Europa verder aangroeit is slecht een draaiing van de wind nodig om ons in de vorst te brengen. We houden de vinger aan de pols.

Winterbulletin no 3 door Cees van Zwieten

(25-11-2012)

Iets van (langdurige) afkoeling

Eigenlijk is er wat betreft de verwachting voor komende week weinig veranderd sinds het vorige bulletin. Nog steeds komt, met de meteorologische winter bijna op de kalender, volgens de modellen een ander weerregiem tot stand. Helaas, ik kan nog steeds niet zeggen: het regiem van Thialf. Die gaat zich voorlopig nog niet serieus met ons bemoeien; wel met Scandinavie en west Rusland. Daarover zo meteen meer. Het ziet er naar uit dat na de storm van vandaag de kaarten geschud gaan worden in Europa, met als gevolg dat de temperaturen bij ons in de loop van de komende vijf dagen omlaag gaan naar waarden van een paar graden beneden normaal: overdag omstreeks +4 en in de nacht en ochtend iets onder 0.

De eerder genoemde depressie bij IJsland verlegt zijn zwaartepunt naar onze omgeving en wordt over ongeveer twee dagen voor onze kust verwacht. Het Russische hogedrukgebied verliest zijn invloed voorlopig op de stroming in Europa. Interessant zijn de ontwikkelingen ten westen en noorden van West Europa. Boven de Oceaan en bij IJsland stijgt de luchtdruk. Ook in het poolgebied, ten noordoosten van Spitsbergen, is een hogedrukgebied in ontwikkeling. Dit laatste systeem zorgt ervoor dat zeer koude lucht uit het poolgebied naar Scandinavie en West Rusland gaat stromen. Bij ons verandert er ook iets: de oude depressie trekt het vasteland op en maakt de weg vrij voor koudere lucht om naar onze omgeving te stromen; het leidt tot wisselvalig weer met iets te lage temperaturen. Of de heviger kou in Scandinavie ons ook kan bereiken is erg onzeker en nog niet waarschijnlijk.

Op langere termijn gaat de luchtdruk op het noorden van de Oceaan opnieuw stijgen en komt mogelijk een hogedrukgebied tussen IJsland en Spitsbergen tot stand. Dat zou een impuls geven aan het verder naar het zuidwesten uitvloeien van de noordelijke kou. Ook hier is de onzekerheid groot, want we spreken nu over een termijn van 7 dagen en meer; de kans op winterkou is niet erg groot. Wel blijft de straalstroom waarschijnlijk zeer zuidelijk lopen en zal een volgende depressie mogelijk een zuidelijk koers volgen. Dat levert dan voortzetting van het wisselvalige en vrij koude weer op. Kortom: waarschijnlijk meer van hetzelfde. Het vooruitzicht blijft onveranderd: iets van afkoeling, mogelijk langdurig aan de koude kant.

Winterbulletin no 2 door Cees van Zwieten

(22-11-2012)

Iets van afkoeling

November is begonnen aan de derde decade. Wat betekent dat? In de eerste plaats dat winterliefhebbers nu met extra aandacht de verwachtingen gaan volgen. Begin december kan het zomaar ineens winteren, zoals we twee jaar geleden hebben gezien. Sterker nog: in november begon de kou al en op 26 november begon een vorstperiode die op 2 december leidde tot extreme kou overdag. Voor de tijd van het jaar wel te verstaan; in De Bilt werd een dagmaximum van -6,1 gemeten. Die vorstperiode duurde 9 dagen en gaf al schaatsmogelijkheden. De hele maand was bijzonder koud en sneeuwrijk; in het noorden van het land werd tot op 30 december geschaatst.

Een dergelijk kou-inval hebben we nu niet te verwachten. Wel geven zowel het Amerikaanse model (GFS) als het Europese (ECMWF) aan dat het na zondag geleidelijk iets gaat afkoelen. Het biedt echter nog geen perspectief op aanvoer van transportkou uit het oosten of noordoosten. Dat zou ook wel weer erg vroeg in het seizoen zijn. Dat is ook helemaal niet nodig voor een mooie schaatswinter; dat hebben we dan vorig jaar gezien met, na een bijna uitzichtloze periode van zacht weer, die prachtige vorstperiode met koudegolf. De sneeuw, die het winterse landschap zo mooi maakte, was tevens een beetje spelbreker voor het schaatsen: de sneeuw deed de elfstedentocht de das om. Met een dergelijke kou was het zonder sneeuw vermoedelijk wel gelukt.

Op dit moment is er op korte termijn geen sprake van winterweer. Bij IJsland ligt een depressie, die zijn invloed maar mondjesmaat over Europa kan uitbreiden. Dit heeft te maken met zijn tegenspeler, een hogedrukgebied boven Rusland. Hoge druk boven Rusland, vaak een brongebied van koude lucht? Dit idee is zeker in dit geval niet juist. In Europees Rusland vriest het in een groot deel alleen Õs nachts en dan nog slechts licht. Diepe kou is in Siberi‘ te vinden, maar dit hogedrukgebied met de kern iets ten zuiden van Moskou ligt verkeerd voor ons: het blokkeert aanvoer van kou uit het oosten. Bij ons staat een zuidwestelijke stroming, waarin af en toe een storing met regen en/of veel wind voorbij trekt.

Een echte westcirculatie, zoals we die vorig jaar lange tijd kenden, is er niet. De krachtige stroming op grote hoogte, de straalstroom, gaat op termijn van ongeveer 5 dagen een sterk meanderend patroon vertonen. Op het midden van de oceaan gaat zich een krachtige rug van hoge druk ontwikkelen. Daarmee komt de weg vrij voor koude lucht uit de poolstreken, die dan met een noordelijke tot noordwestelijke stroming naar de Britse eilanden stroomt. Het ziet er ook naar uit dat, mede door drukstijgingen tussen Spitsbergen en Nova Zembla, zeer koude poollucht Scandinavi‘ binnen stroomt. Of deze koude lucht ons kan bereiken is de vraag.

Voorlopig tonen de pluimen van de ensembleverwachtingen ons een geleidelijke afkoeling vanaf maandag 26 november. Daarna wordt de onzekerheid groot en gaat slechts een minderheid van de leden naar iets dat op winterweer lijkt. Het is alles onzeker. Iets van afkoeling, met temperaturen onder normaal, staat ons vrij zeker te wachten aan het begin december. Voorlopig is daar echter alles mee gezegd. Ik denk dat we over een dag of drie meer inzicht krijgen in deze ontwikkeling naar kouder weer.

Winterbulletin no 1 door Cees van Zwieten

(1-11-2012)

Poolijs en oktoberkou

Een eerste bulletin in oktober, waar zal dat over gaan? Die vraag stel ik mij ieder jaar weer en ook dit jaar heeft het weer even geduurd voor het eerste bulletin verscheen. Maar het is nu wel een uitgebreid bulletin. Over het ijs in de noordpool-zee oa. Want dat fenomeen was weer eens in het nieuws dit najaar. En over de kou van het afgelopen weekend.

Er was in september nogal wat publciteit over een zogenaamde spectaculaire afsmelt van noordpoolijs (zee-ijs). Ten overvloede nog eens: het gaat niet over landijs, zoals dat op Groenland en Antarctica ligt. Het smelten heeft dus geen invloed op de zeespiegel en is als zodanig geen bedreiging. Maar is er dit jaar dan niet veel ijs gesmolten? Als je alleen naar het ijsoppervlak rond half september kijkt, is het antwoord: ja. Het oppervlak is echter geen maat voor de hoeveelheid ijs die in het poolgebied op zee aanwezig is.

In 2007 was er in september ook een opvallend kleine oppervlakte zee-ijs. Het record van dat jaar is pas nu verbroken. Is er in de jaren tussen 2007 en 2012 dan niets of weinig veranderd? Jawel, en dat is de gemiddelde dikte van het ijs. Die is afgenomen. Het gevolg is, dat de minimum hoeveelheid ijs rond 15 september ook steeds is afgenomen. En die hoeveelheid wordt weergegeven als het volume aan zee-ijs, uitgedrukt in kubieke kilometers ijs. De afname was niet ieder jaar te zien aan verminderde oppervlakte, maar ging wel jaar op jaar gewoon door.

Laten we eens kijken naar de ontwikkeling van het ijsoppervlak. Vaak wordt daarvoor het begrip extent gebruikt, dat is de oppervlakte met minimaal 15% ijs. Daar zit dan met name in de late zomer een gebied met ijsschotsen bij. In onderstaande grafiek zien we hoe het staat met de extent in 2012, 2007 en gemiddeld over 1979-2000. In die laatstgenoemde periode was er in september bijna 7 vierkante kilometer ijs. In 2007 nog maar ruim 4 en dit jaar ongeveer 3,5. Dat is overigens nog altijd een gebied ter grootte van ongeveer 90 keer Nederland.

Maar nu het volume, dat wil zeggen: de hoeveelheid ijs. We zien in onderstaande grafiek niet alleen 2007 en 2012, maar ook 2010 en 2011. Daaraan is af te lezen, dat de afname voortdurend is doorgegaan. Kijken we naar de getallen, dan zien we in 2007 nog een septemberminimum van ruim 6000 kubieke kilometer. In 2010 een kleinere hoeveelheid, in 2011 opnieuw minder en in 2012 een hoeveelheid van ruim 3000 kubieke kilometer. Een halvering t.o.v. 2007. Per jaar 600 kubieke kilometer minder; over Nederland uitgespreid zou dit een ijslaag van 16 meter dik zijn.

Als je dit ziet ga je denken: zeer snel gaat het de laatste jaren. Als het in dit tempo doorgaat zal er over een jaar of 5 of 6 geen of nagenoeg geen ijs meer liggen in september. Het proces is te ingewikkeld om zo maar deze lijn te mogen doortrekken, maar de trend is duidelijk: al jaren smelt het poolijs snel weg. Er is geen sprake van spectaculaire afsmelt in 2012. Wel is er iets meer ijs verdwenen dan de voorgaande jaren maar het is het verdwijnen van het ijsvolume dat in de afgelopen 10 jaar spectaculair is verlopen.

De verwachtingen op dit punt lijken snel te worden achterhaald. De NASA schatte in 2003 nog, dat pas in 2100 de poolzee ijsvrij zou worden. Tot voor kort noemde het KNMI nog het jaar 2050 en op dit moment zie ik schattingen die gaan in de richting van 2020 tot 2035. Het zou mij niet verbazen als dit nagenoeg geheel wegsmelten al voor 2020 is bereikt. Een goede prognose is echter niet te maken.

De zeespiegel zal niet stijgen door dit afsmelten; gesmolten zee-ijs neemt als water hetzelfde volume in als het ijs onder het wateroppervlak innam. Het snelle afsmelten is wel een signaal dat de klimaatverandering af en toe een verrassing voor ons in petto heeft. Deze verrassing lijkt echter weer een invloed op het klimaat van het noordelijk halfrond te hebben. Het lijkt waarschijnlijk dat door dit smelten van het poolijs de temperatuurverschillen tussen pool en (sub)tropen aan het afnemen is. Dat heeft dan weer een matigende invloed op de straalstroom, de krachtige westcirculatie op grote hoogte in de troposfeer.

Er is een onderzoek van meteoroloog Jennifer Francis, dat aantoont dat de straalstroom bovendien grotere slingering aan het vertonen is, oftewel meer gaat meanderen. Dit, samen met de afname van de sterkte van de straalstroom, zou leiden tot het langer aanhouden van geblokkeerde situaties. Meer hierover in mijn winterverwachting.
Zie hier de lezing van Jennfer Francis.

Aan het eind van oktober kregen wij even een glimp van de winter te zen. In een krachtige noordelijk stroming werd koude lucht naar ons land gevoerd, waarin het in de nacht van vrijdag 26 op zaterdag 27 oktober en van zaterdag op zondag op veel plaatsen licht heeft gevroren. In Twenthe kwam het zondag zelfs tot matige vorst met een minimum van -6,4. In De Bilt was 27 oktober de eerste vorstdag van het seizoen. Dat is normaal, want gemiddeld over 30 jaar kwam de eerste vorst altijd op of rond 3 november. Het kan kouder in oktober, want in 2003 beleefden we de eerste Hellmanndag, met een gemiddelde onder 0 dus, met in De Bilt een gemiddelde van -0,2 op 24 oktober. En dat is wel erg vroeg. Dat soort toestanden zijn nu niet aan de orde en er is geen aanwijzing dat in de eerste helft van november al weer winterkou zal optreden. Geen vroege winter. Een vroege winter zegt echter niets over het karakter van wat er zal volgen.

In Lapland is de winter wel sinds ongeveer een week binnen. Er ligt een pak sneeuw en het vriest er overdag. In het noordoosten van Siberi‘ is het juist veel minder koud dan normaal. In Ojmjakon is werden twee datumrecords gemeld: -0,7 op 29 oktober en -1,4 op 30 oktober. Normaal is de maximumtemperatuur er in deze tijd van het jaar omstreeks -19. Eind november is dat al weer gedaald tot -37. Maar daar heeft men dan ook heel andere opvattingen over het begrip winter.

Weergegevens Nederland: bron: KNMI
Weergegevens Rusland: bron: www.pogoda.ru.net

pijl

terug