Archief bulletins 2016-2017

Winterbulletin 30 (8-2-2017); door Cees van Zwieten

Nat gaan

Vandaag was het een koude dag met plaatselijk lichte sneeuwval, zoals ik zelf in Amsterdam kon waarnemen. In het zuiden van het land bleef de temperatuur iets boven 0. De vorstgrens schuift heel langzaam naar het zuiden. Om 21:30 zat Rotterdm nipt in de vorst met -0,1. Door de aanwezige bewolking gaat de temperatuur in de nacht maar heel langzaam omlaag. Als door aanvoer van nog iets drogere lucht de hemel vannacht opklaart kan het in het noordoosten van het land nog -4 of -5 worden. In de zuiden niet lager dan -1 of -2. Geen geweldige cijfers voor wie op ijs zit te wachten.

Dat ijs komt er niet of nauwelijks. De verwachting is dat het vrijdag nog iets kouder wordt met minima tot -7 of -8 in het noordoosten en dat daarna de stijging van temperatuur inzet als gevolg van aanvoer van iets minder koude en tevens vochtiger lucht. Vanaf zaterdag komt het kwik overdag steeds ietsje meer boven 0. De verwachting van ECMWF gaf vanochtend op termijn zelfs temperaturen boven +10 aan. Dat ontlokte Peter Kuipers-Munnike in het TV-weerbericht de opmerking dat het misschien een beetje lente zal kunnen worden. Inmiddels is de verwachting iets bijgesteld, echter zonder dat dat een andere trend aangeeft. Na vrijdag zal er nog slechts nachtvorst blijven waardoor het ijs nauwelijks nog kan aangroeien. We hebben geboden op winterweer, de kaarten lagen verkeerd en we gingen down, zoals dat in het bridgen genoemd wordt. Klaverjassers hebben daar een meer toepasselijke term voor: nat gaan. Dat is altijd een teleurstelling, maar de troost is dat er een volgende ronde komt; voor ons zal dat wel volgend jaar zijn.

Winterbulletin 29 (7-2-2017); door Cees van Zwieten

Geblokkeerd

Koudere lucht is het noordoosten van het land binnen gestroomd. Daar vriest het nu, op dinsdag 7 februari om 22:30. Plaatselijk, vooral in een strook over het midden van het land valt neerslag, aan de zuidzijde als regen en aan de noordzijde als sneeuw. Plaatselijk kan een klein laagje sneeuw blijven liggen. Grote hoeveelheden worden niet verwacht. De vorst zal het zuidwesten vannacht nog niet bereiken. Daar blijft het kwik 1 tot 3 graden boven 0. Morgen in het noordoosten een ijsdag met een maximum van ongeveer -1. Elders iets boven 0. Pas woensdagavond zal de koude en droge lucht over het hele land zijn uitgestroomd en in de nacht naar donderdag krijgen we te doen met minima van -3 in het uiterste zuidwesten tot -8 plaatselijk in het noordoosten. Donderdag kan in een groot deel van het land een ijsdag worden.

Voor het vervolg zien we een ongunstige ontwikkeling zich aftekenen op de weerkaart. Het hogedrukgebied dat ons nu de oostenwind brengt met vrieskou breidt zich naar het zuidoosten uit. Doorgaande aanvoer van kou uit het oosten wordt afgesloten. Drukstijgingen op de oceaan en boven de Britse eilanden kunnen dit process niet afwenden. Het betekent slechts dat de doortocht van oceaandepressies eveneens geblokkeerd is. Na vrijdag gaat de temperatuur weer omhoog. Waarschijnlijk komt het maandag tot temperaturen van meer dan 5 graden overdag. In de nachten blijft het licht vriezen, maar dat heeft weinig meer te betekenen. Toch is er nog enige onzekerheid over de ontwikkelingen in het weekend. Het zou dus net iets kouder kunnen uitpakken. Of dat op grote schaal schaatsijs oplevert is ook dan nog de vraag. Ook nu weer lijkt het een dunne vorstperiode te worden, schijnbaar het patent van deze winter.

Winterbulletin 28 (6-2-2017); door Cees van Zwieten

Kaarten

Op dit moment, 22:45 uur, is de temperatuur in het noordoosten van het land tot ongeveer +2 gedaald. In het zuidwesten staat het kwik op ongeveer 5 graden. Dat alles bij een zwakke tot matige oostenwind. De koude lucht die vanuit Duitsland wordt aangevoerd wint geleidelijk terrein. Morgenochtend kan het in het noordoosten iets onder 0 zijn terwijl in het zuidwesten de temperatuur een paar graden boven 0 blijft. In Zeeland komt in de vroege ochtend een frontale zone binnen met regen. Deze neerslagzone trekt langzaam het land in. Intussen blijft de oostenwind geleidelijk koudere lucht aanvoeren en later op de dag trekt de neerslagzone langzaam weer naar het zuidwesten. In een deel van het land kan de regen overgaan in sneeuw of natte sneeuw.

Het lijkt misschien een mooie start van een winterse periode. Mogelijk is woensdag al een ijsdag in het noorden van het land, donderdag kan op veel plaatsen de temperatuur net iets onder 0 blijven. De vorst is donderdag in de nacht licht tot matig. Of de winterse periode echt mooi wordt, valt te bezien. Na donderdag gaat er waarschijnlijk een geleidelijke stijging van temperatuur optreden. Door uitbreiding van het hogedrukgebied naar het zuidoosten is de aanvoer van lucht naar ons land niet zo gunstig voor doorzettende vorst. IJsvorming tot serieus schaatsijs is nog steeds onzeker en zoals de kaarten nu liggen voor een groot deel van het land onwaarschijnlijk. Het koudst zal het noorden van het land zijn.

Winterbulletin 27 (5-2-2017); door Cees van Zwieten

Randverschijnsel

Het beeld van de vorstinval is volgens de laatste modeluitvoer van vandaag om 12 uur weinig afwijkend van wat ik eerder meldde. In het noorden van het land stroomt dinsdag geleidelijk de koude en drogere lucht binnen. Tegelijkertijd dringt een front van een oceaandepressie op vanuit het zuidwesten. De kou wordt daarbij beperkt tot het noordoostelijke gedeelte van het land. Bovendien zal het front neerslag geven in de vorm van regen, sneeuw en mogelijk ook wat ijzel. De verwachting is op dit moment dat dit front tot stilstand komt boven ons land en dinsdagavond geleidelijk weer wordt terug gedrongen naar het zuidwesten. Een krachtig hogedrukgebied boven Scandinavie veroorzaakt een oostelijke stroming die in de loop van dinsdag en woensdag geleidelijk heel ons land in zijn greep krijgt. Woensdag zal in vrijwel het hele land de temperatuur nog maar heel weinig boven 0 komen

Wordt het nu echt winter of niet? Nu het Europese model vandaag een iets andere ontwikkeling schetst dan het Amerikaanse kan de conclusie opnieuw niet anders zijn dan dat de ontwikkeling onzeker is. In het volgende weekend zal het volgens ECMWF weer zachter worden, met overdag waarden die mogelijk tot 5 graden oplopen. Dat hangt samen met het afbrokkelen van het Scandinavische hogedrukgebied en het stijgen van de druk boven onze omgeving. De oostelijke stroming zou dan tegen het weekend worden afgebroken. GFS schetst een iets gunstiger beeld. In beide modellen wordt de grootste kou gestuurd in de richting van zuid Scandinavie, waarmee de kou bij ons weer eens een randverschijnsel lijkt te worden van de Europese kou. Laten we vaststellen dat woensdag de kou binnen komt. En over schaatsen zullen we het even niet hebben. Onder de gegeven omstandigheden kunnen we dat beter nog achterwege laten. Op basis van ECMWF ben ik daar zelfs nog negatief over. Morgen zien we verder.

Winterbulletin 26 (4-2-2017); door Cees van Zwieten

Virtueel ijs

Vijf jaar geleden kwamen op deze dag extreem lage temperaturen voor, tot -22,9 in Lelystad. Rotterdam beleefde één van de zeldzame dagen met zeer strenge vorst: -16,5. Daar zijn we op dit moment ver vanaf, want een dergelijke kou is niet aan de orde; lichte en hier en daar matige vorst zien we aan de horizen verschijnen. Wel is nu zeker dat in de loop van dinsdag koudere lucht ons land gaat binnen stromen. In de vroege ochtend in het noorden van het land en in de daarop volgende nacht in het midden van het land. Het zuiden moet tot woensdagavond wachten. Dat is voor het zuiden iets eerder dan ik gisteren aangaf. Dinsdag zal de temperatuur waarschijnlijk in het noorden van het land niet meer boven 0 komen, elders in het land nog ruim daarboven. Woensdag vriest het overdag ook in het midden van het land. Daarna lijkt de kou zich te gaan vestigen in de lage landen. Hevigheid en duur is nog onduidelijk.

Moeten we al aan schaatsen gaan denken? Gerrit Hiemstra zei laatst: voor we over schaatsen praten kunnen we beter wachten tot er werkelijk ijs aanwezig is. Verstandige uitspraak. Het betekent dat we pas dinsdag of woensdag daar iets van kunnen zeggen. Op dit moment luidt het niet anders dan dat de kans op serieus ijs geleidelijk toeneemt. IJsdiktes zijn wat mij bereft nog niet aan de orde, al zal iedereen op diverse sites ijspluimen kunnen zien. We zien dan ijsdikte waar we iets aan hebben op de lange termijn van 7 of meer dagen. Virtueel ijs zullen we maar zeggen.

Winterbulletin 25 (3-2-2017); door Cees van Zwieten

Rijk rekenen

Vergeleken met gisteren is de verwachting nauweljks veranderd. De weermodellen laten de kou vanuit het oosten op dinsdag (7-2) of woensdag binnenkomen, het duidelijkst in het noorden van het land. Nog steeds moeten we rekening houden met onzekerheid, de termijn van drie dagen in acht nemend. Zeker is, dat de komende drie dagen de temperatuur geleidelijk omlaag gaat, met maandag maxima van 4 graden in het noorden tot 7 graden in het zuiden van het land. Met de nodige onzekerheid erbij bedacht kan gezegd worden dat de temperatuur zeer waarschijnlijk verder zal dalen.

De koude lucht uit Rusland is aan een opmars bezig naar het westen. Aangestuurd door een hogedrukgebied met op maandag het centrum boven Finland en noord Rusland zal deze stroming met de grootste kou richting zuid Scandinavie gaan. Het ziet er naar uit dat de kern nog iets naar het zuidwesten trekt en dat de kerndruk nog oploopt tot ruim 1050 hPa. Tevens zal op maandag een depressie arriveren boven Italië. Dat is gunstig, maar nog steeds is er onzekerheid over wat er precies in de lage landen gebeurt na maandag. Het gemiddelde van het ensemble van ECMWF geeft aan dat dinsdag de vrieslucht het noorden van ons land bereikt, woensdag het midden en pas vrijdag het uiterste zuiden van ons land. Dit scenario geeft aan dat een kleine verschuiving in de stroming voor ons land veel kan betekenen.

Op maandag ligt er een diepe depressie ten westen van Schotland. Een uitloper daarvan zal waarschijnlijk reiken tot Frankrijk en de Benelux. Deze ontwikkeling, samen met hoge luchtdruk boven Spanje, zal zorgen voor tegengas en de opmars van de kou in onze omgeving in meer of mindere mate vertragen. Daarbij kan dinsdag op de overgangszone tussen koude en zachtere lucht wat neerslag vallen. In de vorm van regen en/of sneeuw. Onzekerheid blijft op termijn van meer dan drie dagen. Laten we ons nog niet rijk rekenen, maar de ontwikkelingen nog afwachten. Kansen zijn duidelijk aanwezig, ook op langere termijn. Er zijn aanwijzingen dat de druk in het noorden van Europa hoog blijft. En daarbij waarschijnlijk luchtdrukdaling in het zuidwesten van Europa. Ook bij deze gunstige ontwikkeling blijft de vraag, hoe koud de lucht zal zijn die op langere termijn naar ons toe komt. Oostenwind is niet altijd garant voor zware vrieskou; bovendien gaat de hoogte van de zon en de daglengte een woordje meespreken.

Winterbulletin 24 (2-2-2017); door Cees van Zwieten

Imposant en onzeker

De januari-vorstperiode was nog maar kort afgelopen of de weermodellen begonnen al te stoeien met nieuwe drukverdelingen die de deur naar winterkou weer op een kier open zetten. De winters aandoende weerkaarten die op het beeldscherm verschenen werden geprojecteerd op een termijn van een dag of 10. Geen reden om daar meteen een terugkeer van de kou in te zien. Nu dit patroon inmiddels dagenlang in de modeluitvoer consequent aanwezig is, wordt het tijd om op deze ontwikkelingen in te gaan. Het is nu zo ver dat bijna iedereen die iets heeft met winterweer, begint te speculeren over een nieuwe vorstperiode.

Er zijn in de atmosfeer op dit moment ontwikkelingen gaande die, mogelijk voor langere tijd, de drukverdeling gaan veranderen. Dit hangt samen met een snelle opwarming van de stratosfeer in het Poolgebied. Deze wordt aangeduid met de afkorting SSW: sudden stratosferic warming. Als gevolg daarvan wordt de poolwervel, die een belangrijke motor is voor westelijke winden op onze breedte, verdrongen, uit elkaar gewerkt of verplaatst. Op termijn zien we aan het aardoppervlak de luchtdruk in een deel van het noordpoolgebied stijgen. Ik kom daar zo meteen nog op terug. De poolwervel wordt weggedrukt naar noord Canada en Groenland. Of dat voor ons gunstig zal worden valt nog te bezien.

Wat de weermodellen ons de komende dagen laten zien is in eerste instantie een lichte drukstijging, vooral op grotere hoogte, boven Noord Europa. Een hogedrukgebied boven Rusland trekt zich weliswaar naar het zuidoosten terug, maar het versterkt geleidelijk een uitloper in de richting van Noord Scandinavië. Door hogedrukimpulsen vanuit het poolgebied ontwikkelt zich een nieuw hogedrukgebied waarvan het centrum met een druk van plm 1045 hPa boven het noorden van Europees Rusland komt te liggen. Aan de zuidoostzijde van dit hogedrukgebied stroomt siberisch kou richting van, ja van wat? Scandinavie? Midden Europa? Of misschien zelfs naar west Europa.

Hier stuiten we op een groot vraagteken. Het hogedrukgebied ziet er imposant uit en dringt zelfs iets op naar het westen. Maar wat er na maandag gebeurt is onzeker. Het hele systeem ontwikkelt zich te ver oostelijk. Zo te zien houdt dit verband met het verplaatsen van de poolwervel naar Canada/Groenland. Het hogedrukgebied ligt te oostelijk en oceaandepressies zijn vooralsnog iets te duidelijk aanwezig aan de randen van het continent. Bovendien is de luchtdruk in zuidwest Europa te hoog. In deze situatie zou de ontwikkeling van een lagedrukgebied in de buurt van Spanje of Portugal heel welkom zijn om de koude lucht aan te zuigen.

Ondanks alle bedenkingen zijn er wel degelijk kansen dat de diepe kou ook ons land gaat bereiken. Zowel GFS als ECMWF ziet de kou met vorst van betekenis woensdag ons land binnen komen. Maar we weten het: op termijn van meer dan 3 dagen is zo’n ontwikkeling altijd onzeker. Aan het begin van de vorige vorstperiode hebben we dat ook gezien, toen 3 dagen voor de geplande kou-inval het beeld van de weermodellen een enorme draai maakten en de kou al vrijwel afbliezen. De verwachte instroom van zeer koude lucht zou niet plaats gaan vinden. Uiteindelijk viel het resultaat nog mee, met een behoorlijke serie vorstdagen en daarbij ook nog een paar ijsdagen. Dat alles dankzij een hogedrukgebied boven onze hoofden, waaronder door uitstraling nog redelijk wat kou werd geproduceerd. De situatie van dit moment is een geheel andere, met een hogedrukgebied op noordelijke breedte. De onzekerheid is er evengoed, want de details in de stroming die kou moet aanvoeren zijn lang nog niet duidelijk.

Winterbulletin 23 (28-1-2017); door Cees van Zwieten

Bakzeil

Het is gedaan met dit wintertje. Gisterenochtend vroor het in het hele land met mnima van -3 tot -7. In De Bilt was het minimum -7,0. Daarmee was het de 13-e dag met matige vorst. Daarvan vielen er 7 in de afgelopen kouperiode, gerekend vanaf 15 januari. Toch kwam het in De Bilt niet tot een vorstperiode volgens de gangbare definitie. De serie dagen met punten voor het koudegetal werd afgelopen maandag en dinsdag onderbroken, toen de teller stond op K=13,0. Na dinsdag kwam er weer 3,9 bij. Het totaal voor deze winter staat nu op 31,9 waarmee 37 zachtere winters sinds 1909 werden gepasseerd. Zo is 2017 bezig een middenmoter te worden in het klassement van de laatste 117 jaar.

De schaatsen kunnen voorlopig in het vet. Of ze er deze winter nog uit komen is onzeker. Gisterenochtend was weer op veel plaatsen schaatsen mogelijk. In de middag liep de temperatuur al aardig op, van 3 graden in het noordwesten tot 10 in Zuid Limburg. De eerste tekenen van het naderend einde. Vanochtend deed een enkeling het nog dunnetjes over bij temperaturen die, met uitzondering van het uiterste noordoosten al niet meer onder 0 waren gekomen; een ijszeiler ging door het ijs op de Reeuwijkse Plassen. Het geeft aan dat het niet slim is om bij sterke dooi nog het ijs op te gaan. Niet alleen wordt het ijs zwakker, maar bovendien is niet goed meer te zien waar de zwakke plekken zitten. Ik vermoed dat de ijszeiler daardoor bakzeil heeft gehaald.

De weerkaart toont geleidelijk opdringen van oceaandepressies terwijl het continentale hogedrukgebied zich langzaam terug trekt naar zuid Rusland. Met zuidelijke tot zuidwestelijke wind wordt de komende 5 dagen geleidelijk zachtere lucht aangevoerd, waarbij de wisselvalligheid toeneemt en de kans op regen iedere dag aanwezig is. Op langere termijn zijn er geen tekenen die op terugkeer van de kou wijzen, maar een verrassing is altijd mogelijk.

Winterbulletin 22 (25-1-2017); door Cees van Zwieten

Mooie diktes?

Er is weinig toe te voegen aan het bulletin van gisteren. Morgen zullen we nog een koude dag hebben met op be meeste plaatsen matige vorst, tot -8 in het oosten. In de middag een graad of 2 boven 0 bij vrij zonnige omstandigheden en een matige zuidoosten wind. Toch nog schaatsweer! Vrijdagochtend opnieuw vorst en in de middag hoger oplopende temperaturen dan donderdag. Dat luidt dan het einde van deze periode met kwakkelende vorst in.

Meldingen van schaatsijs zijn er niet zo veel. Op Ekkel.com zie ik hoofdzakelijk rode balonnetjes: onbetrouwbaar ijs. En dat ondanks de mooie diktes die de ijspluimen suggereren. Wel lijkt het me op ondiep water nog een redelijke schaatsdag te worden: winterse omstandigheden en een weer iets aangegroeide ijslaag. Ik ga het zelf proberen in de buurt van Rijn en Waal achter Arnhem en Nijmegen. Vrijdagochtend zal het ook nog kunnen maar daarna is het afgelopen met de vorst. Over de langere termijn valt weinig te zeggen. Er zou nog iets kunnen komen in februari, maar daarvoor zijn er nu geen aanwijzingen.

Winterbulletin 21 (24-1-2017); door Cees van Zwieten

Optimistisch

Met zo’n zwak wintertje als we nu beleven kan het zo maar gebeuren dat je in de dooi zit: gisteren zag ik in Rotterdam en Dordrecht overal water op het ijs. Het was het gevolg van binnendringen van vochtiger lucht. Met name in het westen van het land was dit het geval. Het dauwpunt lag hier boven 0 terwijl dat in het oosten nog onder 0 lag. Door die vochtige lucht kon het ijs vandaag iets wegdooien terwijl dat eergisteren bij lichte dooi niet het geval was in die mate.

We hadden vannacht te maken een zwakke westelijke stroming waarbij een klein neerslaggebied van noordwest naar zuidoost over ons land trok. Het veroorzaakte lichte regen, ijzel en natte sneeuw. Vandaag hebben weer een dag met temperaturen enkele graden boven 0. Geleidelijk stijgt de luchtdruk weer op het continent. De kern van het hogedrukgebied komt boven Duitsland te liggen en trekt heel langzaam naar het oosten. De wind wordt zuidoostelijk waardoor van dinsdag op woensdag weer iets drogere lucht ons land binnen komt. Het gaat dan in de nacht ook weer vriezen met in de nacht naar donderdag weer op grotere schaal matige vorst. Vanaf vrijdag wordt het geleidelijk zachter. Op langere termijn komt er een einde aan het koude weer. Een westcirculatie met een stroom van depressies lijkt er echter (nog) niet in te zitten.

De ijspluimen van Weerplaza gaven gisterenavond voor het midden van het land 6 cm ijs, oplopend naar 8 cm. De ijspluim van het KNMI geeft 4 cm, oplopend naar ruim 6. In de huidige twijfelachtige omstandigheden lijkt het me beter de KNMI-pluim aan te houden. Voor het westen van het land geeft Weerplaza 4 cm die gaat oplopen naar 6. Lijkt me te optimistisch, zeker voor het gebied tot 30 km uit de kust. In het oosten is de toestand beter, ook doordat de dooi daar iets minder hevig is geweest. Het schaatsen zou donderdag, en plaatselijk al woensdag weer mogelijk zijn. We moeten het dan hebben van ondiep water. Op het grote en diepe water lijkt me schaatsen problematisch.

Winterbulletin 20 (22-1-2017); door Cees van Zwieten

IJspret

Schitterend winterweer was het vandaag! Tegen zonsopgang kleurde de hemel blauw-paars-rood; een prachtige zonsopkomst volgde bij krakend vriesweer. In een groot deel van het land vroor het matig: van plm. -5 in noorden en noordwesten tot -9,7 in Deelen; Rotterdam -6,7 en De Bilt -7,4. In de middag weer lichte dooi met op de meeste plaatsen +3 tot +4. Om half vijf ging het op veel plaatsen al weer naar vorst en om 9 uur vanavond vroor het matig in het oosten van het land. Aan de kust is de vorst getemperd door een zwakke wind uit noordwest.

Nog altijd staan we onder invloed van een groot hogedrukgebied boven de Balkan. In onze omgeving zien we drukstijgingen boven de Britse eilanden, waardoor er tijdelijk bij aanlandige wind iets minder koude lucht wordt aangevoerd. Veel stelt deze opwarming niet voor, want dinsdagavond zal de kou weer iets toenemen als zich een nieuwe kern van hoge druk boven Duitsland gaat vestigen. Dat betekent dus: voortduren van het (gematigde) winterweer. Met aanzienlijke verschillen per regio. Het is een ongebruikelijke winterperiode aan het worden: langdurig hogedrukweer met vorst en veelal licht dooi overdag. Ik kan me een dergelijke periode niet heugen. Een beetje zou het te vergelijken zijn met februari 1959. Toen ging de vorst onder een hogedrukgebied echter met mist gepaard, waardoor het ook overdag meestentijds bleef vriezen.

We zagen vandaag dat er op steeds meer plaatsen geschaatst gaat worden. In het westen is de ijstoestand nog niet goed. Tekenend is de situatie op de ijsbaan van IJsclub Vlietland in Schipluiden: vandaag kon de baan voor een paar uur open bij 4 cm ijs. In de middag lukte het al niet meer. Meldingen van schaatsen op het “grote water” heb ik nog niet gezien. Het zijn doorgaans kleinere plassen, ondiepe uiterwaarden en ijsbanen waarop geschaatst is. In ieder geval na drie arme jaren weer eens volop ijspret.

De komende dagen houden we de situatie in de gaten. In het oosten vriest het de komende twee nachten waarschijnlijk meer dan in het westen en midden. Maandag (23-1) en dinsdag is de vorst vooral in het westen afwezig. Vanaf woensdag zitten we weer in koudere lucht met mogelijk weer een paar nachten met matige vorst; overdag lichte dooi. De ijspluimen van Weerplaza geven ijsdikte op donderdag van tegen de 8 cm in het midden van het land; hetzelfde beeld bij het KNMI. In het westen misschien bijna 6 cm en in het oosten bijna 10 cm. Ik heb voor het grote water mijn bedenkingen: daar zal de ijstoestand waarschijnlijk wisselend zijn en het is dus zeer de vraag of daar op substantieel niveau geschaatst gaat worden. Waarschijnlijk wordt de toestand donderdag en vrijdag beter, met name in het oosten van het land. Vanaf vrijdag wordt de verwachting onzeker en na het weekend is de kans groot dat er een einde komt aan het winterweer.

Winterbulletin 19 (21-1-2017); door Cees van Zwieten

Halfbakken

Gisteren kwam het kwik overal enkele graden boven 0. In De Bilt tot ruim 5 graden. De afgelopen nacht bleef het in een smalle kuststrook en in het noordwesten dooien. De vorstgrens lag vanochtend van zuidoost Groningen over de Flevopolders naar het midden van Noord Holland. Elders vroor het licht met als laagste waarde -4,8 in Zuid Limburg. Vanavond wordt de stroming overal zuidoostelijk en wordt iets koudere en drogere lucht aangevoerd. Vannacht zal het overal weer vriezen, in het zuidoosten matig. De komende dagen gaat de temperatuur weer iets omhoog en zo blijven we met dat halfbakken winterweer zitten, met overdag een paar graden boven 0 en in de nacht en ochtend enkele graden eronder

In de ijsverwachting is sinds gisteren niets veranderd. Wat ik aan ijsmeldingen waarneem betreft ijsbanen en ondiep water. De IJsbaan in Schipluiden gaat nog steeds niet open vandaag; en hier betreft het toch ondiep water. De ijstoestand lijkt mij onverminderd bedenkelijk, zeker op diep water. En of het de komende dagen beter wordt moeten we afwachten.

Winterbulletin 18 (20-1-2017); door Cees van Zwieten

IJspluimen

Het hogedrukgebied is niet weg te slaan uit onze omgeving. Ook volgende week lijkt daardoor het rustige, in de nacht en ochtend vriezende, weer voort te duren. Afgelopen nacht was er op veel plaatsen weer matige vorst, tot -8 plaatselijk in het oosten. Rotterdam -5,4 en De Bilt -5,2. Vandaag loopt de temperatuur op tot enkele graden boven 0. Dat weer lijkt zich tot en met het weekend te handhaven. Dat betekent dat het ijs heel langzaam blijft aangroeien.

De ijspluimen van Weerplaza geven een positief beeld met in het zuidwesten ijsgroei tot ongeveer 6 cm op zondag en maandag (22-1). In het midden 5 tot 6 en in het noordoosten 8 tot 9. De ijspluim van het KNMI voor het midden van het land geeft ongeveer hetzelfde beeld. Ik denk dat een waarschuwing hier op zijn plaats is. Doordat de vorst zo beperkt is kunnen plaatsen die altijd al moeilijker dicht vriezen het nu nog moeilijker hebben. Dat kan verrassingen opleveren. Schaats niet in onbekend gebied en houd de ontwikkelingen de komende dagen in de gaten.

Winterbulletin 17 (19-1-2017); door Cees van Zwieten

IJsbanen

De kou is iets vasthoudender dan een paar dagen geleden werd verwacht. Gisterenochtend vroor het op veel plaatsen 5 tot 6 graden. De Bilt en Rotterdam -5,3. In het hele land was het gisteren een ijsdag met maxima van -1 tot -2. Prachtige winterbeelden met berijpte bomen zagen we oa uit Noordlaren, waar de marathon op natuurijs werd gehouden. Vanochtend vrijwel hetzelfde beeld, met bjvoorbeeld Rotterdam -5,8. Vanmiddag zal het op de meeste plaatsen rond 0 graden zijn, in het noordwesten iets hoger.

De kou is nog niet weg, zeker in het zuiden van het land. De maxima zullen iets oplopen en de vorst in de nacht wordt vooral in het noorden beduidend minder. De pluim van ECMWF geeft op zaterdag voor het midden van het land temperaturen overdag en ‘s nachts boven nul. Daarna wordt het weer iets kouder en komt de nachtvorst er weer in. Het hogedrukgebied blijft boven ons land hangen. Zaterdag zal door subtiele verschuivingen mogelijk wat meer wind van zee komen, vooral in het noorden van het land. Als daarna de kern zich naar het vasteland van Europa verplaatst gaat de temperatuur bij aflandige wind iets omlaag. Op lange termijn zijn er voorzichtige aanwijzingen dat het met invallen van wisselvallig en zacht weer niet zo’n vaart zal lopen.

Wat het schaatsen betreft is het beeld erg afhankelijk van de regio. Volgens de ijspluim van Weerplaza mogen we in het zuidwesten vandaag 2 cm verwachten met een geleidelijke toename de komende dagen. In het noordoosten ligt al 6 cm en dat kan zich daar handhaven. In het midden 4 cm die ongeveer in stand blijft. Het zuidoosten kan nog een toename van de huidige ijsdikte van 5 cm verwachten. Al met al geen situatie voor schaatsen op diep water. Meldingen van schaatstijs komen van diverse plaatsen in het land; voornameljk ijsbanen, ondiepe plasjes en ondergelopen weilanden. IJsclub Vlietland in het Westland heeft ook vandaag nog niet voldoende ijs, dus nog geen 4 cm.

Winterbulletin 16 (17-1-2017); door Cees van Zwieten

IJsvorming

Een ongewone situatie is ontstaan doordat een hogedrukgebied met de oost-west gerichte as precies boven ons land is komen te liggen. Rustig weer met lichte tot matige vort in de nacht en ochtend is het gevolg. Overdag ligt de temperatuur rond het vriespunt. In deze situatie heeft het zuidoosten de beste papieren. Ook het noordoosten doet het nog goed met -7 tot -9 in de afgelopen nacht. Elders lag het minimum in de buurt van -5, dicht bij zee iets hoger. Rotterdam haalde net geen matige vorst met -4,9. Vandaag loopt de temperatuur op tot +2 in het noordwesten en -2 in het oosten en zuidoosten. Morgen wordt er vanuit het noordwesten geknabbeld aan het winterse weer.

Over de ijsvorming ben ik pessimistisch. Het westen van het land maakt vooralsnog heel weinig kans op serieuze ijsvorming. De kop van Overijssel, met zijn mooie schaatsgebieden, lijkt er een stuk beter voor te staan, maar ook daar is het afwachten. De ijspluim van het KNMI geeft voor het midden van het land hoegenaamd geen ijs in de komende drie dagen; de rode lijn (oper) niets en een kleine 2 centimeter gemiddeld volgens de pluim. Hoe dat zich verhoudt tot de verwachting is mij niet geheel duidelijk. In het midden van het land zullen we vandaag vermoedelijk een ijsdag beleven met een gemiddelde van -2 tot -3. Morgen iets minder koud. Het zou op ondiep water zeker tot een beetje ijs moeten leiden. Die 2 tot 3 koudepunten brengen op het grotere en diepere water geen ijs van betekenis. We zouden een dag of 6 van deze dagen nodig hebben om aan de vereiste 6 tot 7 centimeter ijs te komen. De IJspluimen van Weerplaza geven een beeld van het te verwachten ijs per regio. Van 2 cm in het westen tot 6 in het noordoosten. Het zuidoosten staat er nog beter voor.

Winterbulletin 15 (15-1-2017); door Cees van Zwieten

Precisiewerk

Een domper op de positieve verwachtingen voor de schaatsliefhebbers die al op schaatsen op natuurijs hadden gerekend. De aanvoer van kou in die mate als eerder werd gedacht is onwaarschijnlijk geworden. Het wordt echter precisiewerk met dat hogedrukgebied. Iedere dag zien we op details verschillende verwachtingen en bovendien verschillen tussen de weermodellen. Komt de as van het hogedrukgebied iets ten noorden van ons land te liggen, dan krijgt het hele land vorst. Komt de as midden over ons land, dan zal het zuiden vrij vorstig zijn en het noorden veel minder. Ligt de as ten zuiden van ons, dan is het al snel uit met de vorst.

De laatste verwachting rekent op termijn van drie dagen met de as boven ons land. Dat betekent dat we in het zuiden met wat meer vorst te maken krijgen dan in het noorden. In De Bilt lijken er toch nog twee ijsdagen te komen: dinsdag en woensdag. Verder kijken heeft weinig zin en van de ijspluim neem ik dan ook alleen de verwachting voor woensdag: een pluimgemiddelde van een ongeveer 3 cm. Tussen de uitersten van 1 en 5 cm. Daarna kan het nog verschillende kanten op, al is de kans op het schaatsscenario wel klein.

Winterbulletin 14 (13-1-2017); door Cees van Zwieten

Water of ijs

Vandaag blijkt weer hoe de onzekerheid in de verwachting ons parten speelt. In de laatste run van de weermodellen verschijnt een iets ander beeld van de komende week: minder vorst. Dat heeft te maken met het feit, dat in de laatste berekeningen het hogedrukgebied dat ons de kou moet brengen zuidelijker terecht komt. Gevolg: minder aanvoer van kou en eerder weer stijging van temperatuur. Of dat ook de werkelijkeid wordt, weten we niet. Opnieuw blijkt dat bij al of niet invallen van de vorst het heel moeilijk is om dat meer dan drie dagen van tevoren goed te voorspellen.

Op basis van deze laatste berekeningen ziet de ijspluim er weer heel anders uit. Voor volgende week vrijdag gemiddeld 2 cm. De pluim geeft als uitersten water van 3 graden en 10 cm ijs. We doen er beter aan om ons even vast te houden aan de verwachting voor maandag: dan draait de wind naar noordoost. Dinsdag zal het hoogst waarschijnlijk vriezen en daarna is er veel onzekerheid. Helaas, daar moeten we het nu mee doen.

Winterbulletin 13 (12-1-2017); door Cees van Zwieten

Regen, sneeuw, ijs

Dat is de volgorde en mooier kan het eigenlijk niet. De bekende weerman Johan Effing uit Losser placht te zeggen: eerst moet de Dinkel buiten zijn oevers treden en dan kan het gaan vriezen. Ik weet niet of dat nu met de Dinkel gebeurt, maar een flinke hoeveelheid regen en (natte) sneeuw zal er zeker vannacht vallen. Hier in Rotterdam is het vanavond in ieder geval natter dan het in lange tijd geweest is. Veel regen, vannacht wat natte sneeuw en morgen noordwester storm aan de kust. Je zou zeggen: de echte winter is ver te zoeken. Maar die is niet ver weg want de verwachtingen gaan nog steeds in dezelfde richting: vorst vanaf dinsdag.

Er is weinig nieuws te melden. Of het moet zijn dat de pluim van ECMWF er nog iets mooier uit ziet. Natuurlijk blijft er onzekerheid zitten in het verloop van het weer van volgende week, maar de IJspluim KNMI, gebaseerd op de ECMWF-pluim laat weer iets meer ijs zien. Gemiddeld ongeveer 9 cm in het weekend van 21/22 januari. Het moet ook niet gekker worden!

Winterbulletin 12 (11-1-2017); door Cees van Zwieten

Vorstperiode

Een update van de situatie. Om kort te gaan: de zekerheid van schaatsen komt steeds dichterbij. Eerlijk gezegd mag het nog niet zeker heten. De uitdraai van het Europese weermodel wordt geleidelijk nog steeds iets beter, zeker wat betreft de operationele run, ook wel hoofdrun genaamd. Deze hoofdrun schetst ons de komende week een steeds verder dalende temperatuur, waardoor dinsdag de ijsvorming in het midden van het land op gang komt. Het Amerikaanse model schetst ons weerkaarten die iets minder gunstig zijn, maar ook daar zien we in de hoofdrun een situatie met dalende temperature die naar een vorstperiode kunnen leiden. De pluimen, die de onzekerheid aangeven, laten op de langere termijn altijd verschillende mogelijkheden zien. Dat loopt bijvoorbeeld bij ECMWF uit op een verschil tussen dooi en strenge vorst over 10 dagen.

Opvallend is de vasthoudendheid van de uitvoer van het Europese model in het nu aanwezige scenario. Dat was al een paar dagen geleden aanwezig. Wat betreft de komende 5 dagen kunnen daarom inmiddels wel rekenen op deze vorstaanval. Een blokkerend hogedrukgebied zal zich ergens boven Scandinavie nestelen, waarbij de koude lucht boven het vasteland naar het zuidwesten uitvloeit. Voeg daarbij het sneeuwdek, dat zondag vermoedelijk tot halverwege ons land zal reiken en we hebben een prachtige uitgangssituatie voor de vorst. Bij brede opklaringen boven het sneeuwdek kan de kou verscherpen zonder dat daarvoor aanvoer van hevige kou uit Rusland nodig is

Dan nog even het ijs. Volgens de ijspluim van het KNMI zal het ijs vanaf dinsdag tot zaterdag aangroeien tot een dikte ergens tussen 0 en 12 cm. Dat lijkt een bizar verschil, maar dat is het resultaat van de pluim. Waarschijnlijkheid is moeilijk in te schatten en ik ga een beetje op mijn ervaring en gevoel af. De hoofdrun geeft bijna 11 cm op zaterdag. Het ensemble-gemiddelde ruim 6 cm. De kans op 6 cm lijkt me redelijk groot. Die 11 cm laten we maar even rusten.

Het weer van vandaag en morgen is zeer onstuimig. Donderdag (12-1) mogelijk storm aan zee. In de loop van donderdag bereikt ons een storing met regen, natte sneeuw en later ook droge sneeuw. De droge sneeuw lijkt vooral voor het zuidoosten en oosten van het land bestemd en zal eventueel in de nacht naar vrijdag vallen. Geleidelijk daalt de temperatuur in de dagen daarna; af en toe een winterse bui en een wind die maandag naar noordoost draait. Dinsdag is de dag: waarschijnlijk staan we dan voor het eerst sinds 2013 aan het begin van een vorstperiode.

Winterbulletin 11 (10-1-2017); door Cees van Zwieten

Uit het vet

”Uit het vet of in het vet”, was de vraag die op 7 januari 1987 aan Jan Pelleboer werd gesteld. Zijn antwoord was heel beslist: “Uit, …… uit het vet!”. En hij kreeg gelijk, zoals we weten. Bedenk dat in die tijd geen lange termijn-verwachtingen bestonden. Drie dagen vooruit kijken was wel het maximum. Zo stellig zal ik niet zijn, maar de vooruitzichten zijn zeer hoopvol op dit moment. De beide modellen, GFS en ECMWF zijn naar elkaar toe gegroeid wat betreft de verwachtingen voor het komende weekend. GFS laat het nieuwe hogedrukgebied zuidelijker komen dat ECMWF. Dat laatste model gaat voor hoge druk in Scandinavie. Volgens GFS zullen we ook met dalende temperturen te maken krijgen, zij het iets minder dan bij ECMWF

De komende dagen krijgen we te maken met een depressie die van IJsland naar Scandinavie trekt. Tegelijkertijd gaat een krachtig hogedrukgebied op de Oceaan zich uitstrekken in noordelijke richting. Daardoor komt er een noordelijke tot noordwestelijke stroming op gang die van oorsprong zeer koude lucht gaat aanvoeren. Op de nacht van donderdag op vrijdag trekt er een randstoring over de Noordzee naar het zuidoosten. Deze veroorzaakt tijdelijk storm op de Noordzee en zal bij ons (voornamelijk natte) sneeuw brengen. In Duitsland verwacht men vrijdag volop sneeuwval, doordat de temperaturen daar bij het passeren van de storing lager zijn. In de loop van vrijdag en zaterdag stijgt de luchtdruk in een groot gebied tussen Ijsland en Noorwegen, later ook in Scandinavie. De stroming wordt bij ons noordoostelijk waardoor de aanvoer van koude lucht op gang komt

Hoe koud gaat het worden? De pluim van ECMWF laat nog wel behoorlijk wat variatie toe. Schat ik voorzichtig in, dan zal vanaf dinsdag (17-1) de temperatuur in de nacht en ochtend tot ongeveer -5, boven een sneeuwdek enkele graden lager, dalen. Overdag rond het vriespunt, maar ijsdagen (de gehele dag onder 0) zijn zeker niet uitgesloten. Het KNMI laat in de ijspluim vanaf dinsdag ijsaangroei zien die uitloopt op ongeveer 5 tot 6 centimeter op volgende week vrijdag. Voor wat het waard is, want op die termijn kan het er morgen weer anders uitzien.

Conclusie: meer dan 50% kans op een periode met serieuze vorst. Hoe hevig en hoe lang? We zullen het zien. Houd in ieder geval rekening met natuurijs in het weekend van 21 en 22 januari. Zo, het hoge woord is er uit. En dat is in de afgelopen drie jaar niet mogelijk geweest.

Winterbulletin 10 (9-1-2017); door Cees van Zwieten

Lichtpuntje (2)

Terwijl de regen gestaag neerdaalt zijn we in een stadium van de winter gekomen waarin het gaat spannen. Is er nog steeds dat lichtpuntje? Wordt het groter of kleiner? Gaan we volgende week de kou in of wordt het opnieuw een winterflats van het kaliber waarvan we er nu een handvol gehad hebben? Telkens drong koude lucht vanuit het noorden Europa binnen en telkens kreeg de Benelux daarvan niet veel meer dan een schampschot. Als voorbeeld de laatste mini-koudeperiode van 5-1 t/m 7-1. Drie vorstdagen waarvan één ijsdag; in die periode 4 punten voor het koudegetal.

Andere delen van Europa kregen wel met heftig winterweer te maken. In Moskou daalde het kwik op 7 januari tot -30 bij een dagmaximum van -24. Ook voor Moskou is dat erg koud. Met kent dit soort toestanden wel, al komen ze niet ieder jaar voor. In de vorige winter werd het een enkele keer -20 en hetzelfde geldt voor 2015. Normaal voor deze tijd in Moskou is een maximum van -4 en een minimum van -9. De temperaturen daalden deze week dus tot ruim 20 onder normaal. Vertalen we die afwijking naar ons land, dan zou het gaan om maxima rond -15 en dat is iets dat in het midden en westen van ons land nooit voorkomt. Met maxima van -11 tot -12 is het wel bekeken. Wel daalde in het midden van het land op 31-12-1978 de temperatuur in de middag tot -12 of -13 en in het oosten tot -15. Maar dat waren dan weer geen maximumtemperaturen.

Griekenland en Italië kregen met ongekende kou en sneeuwval te maken. Daar werd de koude lucht van arctische oorsprong met grote snelheid aangevoerd via Rusland en de Balkan. We hebben de beelden in het nieuws kunnen zien. Een vrij groot deel van Europa is nu met sneeuw bedekt: de sneeuwgrens loopt nu van het westen van Zweden via het midden van Duitsland naar de Elzas en zo verder naar de Alpen. Italië is deels sneeuwvrij, maar de sneeuwbedekking in Italië speelt voor ons geen rol. Wel die van Duitsland, Polen en midden Europa, want deze kan invloed hebben op de temperatuur bij ons zodra de wind aflandig wordt.

De gebeurtenissen van de laatste dagen laten zien dat in deze winter bijzondere winterfenomenen mogelijk zijn en de vraag is: wanneer komt ons land aan de beurt. Als we de operationele run van ECMWF volgen dan lijkt het er op dat we volgende week met aanzienlijk kouder weer te maken krijgen. Het scenario laat eerst kou vanuit het noordnoordwesten zien met vooral koude bovenluchten. Dit zal leiden tot sneeuwbuien, waarvan een deel nat zal zijn. Landinwaarts kan er sneeuw van betekenis vallen. Het gaat om de periode van donderdag (12-1) tot en met zondag (15-1). De kans op sneeuw die blijft liggen wordt geleidelijk groter bij een dalende temperatuur.

Met de blik op zondag kijken we zes dagen vooruit en dat is al over de grens van wat betrouwbaar is. Vanaf vrijdag zien we al weer spreiding in de pluim. Verder kijken dan zondag is dus riskant. ECMWF suggereert dat de kans op verdere afkoeling aanzienlijk is onder invloed van een hogedrukgebied dat zich vanaf Engeland uit gaat breiden naar Noorwegen. Daarbij zou de wind iets afnemen en draaien naar noordoost waardoor de kou in onze omgeving stagneert en heviger wordt. Opmerkelijk is dat ECMWF ons al een paar dagen lang deze ontwikkeling in varianten schetst en dat lijkt er op te wijzen dat dit een waarschijnlijk scenario is.

Tot zo ver ECMWF. Het Amerikaanse model GFS laat tot nu toe bijna niets van deze ontwikkeling zien. Eerder duidt de operationele run van GFS op een zogenaamd eurohoog, dat zich boven het vasteland van west en midden Europa ontwikkelt. Dat betekent dat in dat scenario de aanvoer van kou uit het noorden of noordoosten direct wordt afgesneden, waardoor de kou minder hevig zou worden. Zo lang deze twee modellen het nog zo oneens zijn moeten we een grote slag om de arm houden. Het wordt kouder met in het weekend kans op sneeuw en daarna een redelijke kans op nog kouder weer. Het lichtpuntje dat ik meende te zien op 3 januari is groter geworden. Het lijkt ergens op maar is nog te ver weg om te zien wat het precies is. De beginvoorwaarden zijn goed: een uitval van koude lucht en een sneeuwdek in Europa en voor een deel ook in ons land. Nu maar hopen op het beste vervolg.

Oudere bulletins:


Kijk voor oudere bulletins in het Winterarchief.



Diversen en Links.

Websites van ijsbanen en -verenigingen:




Weerlinks:





Site design and copyright by Ir Grootveld / Blinksoft.
//