schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact

Bulletins 01-02 :
bulletin 11
bulletin 12
bulletin 13
bulletin 14
bulletin 15
bulletin 16
bulletin 17
bulletin 18
bulletin 19
bulletin 20
bulletins t/m 10
bulletins vanaf 21
Bulletins '00-'01
Bulletins '99-'00

< < < vorige < < <


Het copyright van deze site en haar inhoud, voor zover niet anders vermeld, berust bij Johan Grootveld.

Overname van afbeeldingen of teksten alleen na toestemming, met link en bronvermelding.

Site design:
Johan Grootveld / Blinksoft


Winterbulletin no. 20 door Cees van Zwieten

(9-01-02)

Kwakkelwinter?

Wanneer noemen we een winter koud, of eventueel streng? Er zijn verschillende manieren om deze vraag te beantwoorden; het zal soms tot verschillende resultaten leiden. Ik kom op deze vraag, omdat deze winter voor de schaatsliefhebber tot nu toe tegenvalt, na voorspellingen van een "te koude winter". Zonder vooruit te lopen op een eindwaardering van deze winter, kunnen we wel iets zeggen over het karakter van de eerste helft. Gemakshalve ga ik er van uit, dat de komende week geen noemenswaardig winterweer zal opleveren. Volgens het KNMI gaan we zelfs naar iets zachter weer toe de komende week.

Eén manier om een periode te waarderen is het berekenen van de gemiddelde temperatuur. Voor december 2001 valt die inderdaad lager uit dan normaal. Een gemiddelde van 2,9 tegen 4,0 normaal, dat is dus duidelijk te koud. Ook de eerste helft van januari zal te koud zijn, naar schatting 1 graad. Die 4,0 voor december is de nieuwe normaal, berekend over de periode 1971 t/m 2000. (KNMI, klimatologische normalen station de Bilt, 1971-2000). In een voorgaande periode rekenden we nog met 3,3 als normaal. Je ziet hieruit, dat december volgens de normen van het nieuwe klimaat duidelijk te koud is, maar dat we onze normen van warm en koud inmiddels hebben bijgesteld.

De tweede manier is te kijken naar het koudegetal volgens Hellmann : tel alle etmaalgemiddelden beneden 0 (de koude dagen) bij elkaar op en verwijderen het minteken. Zo komt De Bilt op dit moment tot 19,8. Om dit te waarderen kijken we bij het KNMI naar de pagina met alle winters sinds 1900 en de bijbehorende koudegetallen. Komt de winter als geheel op het dubbele van die 19,8 , dan laat winter 2001/2002 de 40 zachtste winters van de 20-ste eeuw achter zich; dat is 40 % .Daarmee zou de winter zich net niet classificeren als "normaal" maar blijven hangen in "zacht". Normaal is tussen 40 en 100. Beter is het, om te kijken naar de winters van 1971 t/m 2000. Dan blijkt, dat met 39,6 als koudegetal deze winter 14 zachtere winters in die periode achter zich laat. Dat is ongeveer 47%. We zouden hieruit de conclusie kunnen trekken, dat de eerste helft van deze winter volgens nieuwe normen wel de classificatie "normaal" krijgt.

We zien het volgende : gemiddelde temperatuur onder normaal, koudegetal ongeveer normaal, maar aan de zachte kant. Dit resultaat bevestigt, dat de schaatser niet in de eerste plaats zit te wachten op een koude winter, maar op een vorstperiode, waarbij de winter als geheel best te zacht mag zijn. Geconcentreerd in een korte periode van hooguit een week is een koudegetal van 20 voldoende om schaatsijs op te leveren. Komt er dan nog een schaatsweek, dan komt het totaal op bijvoorbeeld 40 in die periode. (zie bv 92/93 met eind december/begin januari een vorstperiode met drie schaatsdagen en koudegetal 34,9 in die periode). Is er verder weinig kou in die winter en veel zacht weer, dan kan het temperatuurgemiddelde te hoog uitvallen en het koudegetal normaal. Ik weet het, het is een ideaalbeeld, maar het geeft aan, dat het koudegetal niet altijd spoort met de gemiddelde temperatuur.

Deze winter zien we tot nu toe veel temperaturen rond normaal en af en toe een koudeperiode; meest opvallend was de periode 2 t/m 5 januari met een bijdrage van 10 aan het koudegetal. Echt zacht weer is na 6 december uitgebleven; hoger dan 8 graden is het niet geweest. Het algemene beeld is dus : een kwakkelwinter. Tot nu toe, wel te verstaan! Wat de winter nog gaat doen staat hiermee niet vast. Het zou niet de eerste kwakkelwinter zijn die in februari nog iets laat zien. Nu januari het er uitgerekend rond Driekoningen bij laat zitten, zie ik het voor de rest van januari somber in.

pijl terug

Winterbulletin no. 19 door Cees van Zwieten

(05-01-02)

Rondhangen

Vanochtend liepen de minimumtemperaturen uiteen van -3 in Rotterdam tot -11 in Twente. Daartussen ongeveer -5 tot -6 in het midden en noorden ; ook nu weer die opvallende uitschieter van Lelystad : -10. Dat moet verband houden met het uitgebreide sneeuwdek op de Veluwe en vermoedelijk ook in de Flevopolders.

Voor het westen van het land, waar de temperatuur al weer aardig oploopt, betekent dit weinig aangroei van het ijs en vanmiddag dooi. Op slootjes zal er wel geschaatst kunnen worden, maar voor het grote werk is het te weinig. In het noorden en oosten, en ook het zuid-oosten trouwens, ligt de situatie iets gunstiger. Het ijsaangroeimodel geeft voor De Bilt nu ruim 6 cm ijs.

Voor de komende dagen ziet het er niet gunstig uit. Eerst wat lichte dooi in het weekend, daarna weer iets kouder weer met alleen lichte vorst in de nacht. Voor het ijs zal dit uitdraaien op iets vermindering van de dikte en dan een paar dagen consolidering. Maar ook hiervoor geldt, dat de situatie in het oosten gunstiger zal zijn dan in het westen.

Dit alles danken we aan het rondhangen van een hogedrukgebied boven centraal Europa. Het houdt slecht weer op een afstand, maar kan bij ons geen echte kou opleveren. Op langere termijn ziet het er slecht uit volgens het KNMI : overgang naar wisselvallig en zachter weer. In dat geval zullen we moeten wachten tot de volgende uithaal van Thialf.

pijl terug

Winterbulletin no. 18 door Cees van Zwieten

(04-01-02)

Stevige greep

 

Twee vragen houden ons vandaag bezig :

- Kan er geschaatst worden in het weekend?

- Gaat de winter doorzetten?

Het antwoord op de eerste vraag zal sterk afhangen van de plaats in het land. Vanmiddag zag ik in de Alblasserwaard een enkele waaghals op het ijs. Naar mijn inschatting is het ijs daar plaatselijk net sterk genoeg om een persoon te houden, maar dat is lang niet op alle plaatsen het geval. Wat opviel was het

bobbelige ijs, vermoedelijk ontstaan door sneeuwresten. Dat betekent, dat dit bobbelige ijs er al vanaf oudjaar ligt en de laatste dagen snel is aangegroeid, mede door de sterke wind. De theorie hierachter is, dat door verdamping veel warmte aan het ijs wordt onttrokken, zodat het sneller aangroeit dan zonder wind het geval zou zijn. Die wind is tevens een spelbreker waar het ijs niet op tijd dicht lag : windwakken. De toestand kan dus van plaats tot plaats snel wisselen. Morgenochtend zien we verder aan de hand van de nachttemperaturen.

Hoe is het elders in het land? Ik zou voor het Westland zeggen : onbetrouwbaar. Er is deze dagen wel duidelijk verschil in temperatuur, bv tussen het zuidwesten en elders. In het midden en noorden van het land is het wat kouder, maar in het noorden is het op 1 en 2 januari juist weer zachter geweest. Ik kan over de ijstoestand aldaar weinig zeggen. Als er nog oud ijs lag op 2 januari, kan het in deze twee nachten snel gaan.

En verder, wat gaat de winter doen? Alle berichten duiden op stijging van temperatuur in het weekend. Daarna wordt het weer iets kouder, waarbij het KNMI gaat voor lichte vorst in de nacht. Het blijft dus een beetje winteren, maar groots is het niet. Genoeg om het ijs in stand te houden en misschien nog een centimeter te laten aangroeien. Op de ijsaangroeipagina van het KNMI is dit duidelijk te volgen. Wel valt op, dat de ensemble-pluim erg divergeert. Dat duidt er op, dat er nog mogelijkheden zijn op iets ander weer, van lichte dooi tot matige vorst. Het ECMWF tovert ons kaarten voor, waarop het bij ons rustig weer blijft, terwijl boven Scandinavië een vrij sterke westelijke stroming aanwezig blijft. We moeten maar afwachten, hoe dit zich verder ontwikkelt; de winter is nog niet voorbij en heeft zelfs een stevige greep op een groot deel van Europa.

pijl terug

Winterbulletin no. 17 door Cees van Zwieten

(03-01-02)

IJsaangroei

Hoe moet je deze winter nu karakteriseren? Zijn optreden overtuigt in onze omgeving nog steeds niet. Het lijkt wel een knutselaar, soms een beetje onhandig, maar van tijd tot tijd mooi uit de hoek komend. Een fantastisch pak sneeuw van 15 tot 20 cm viel er op 30 en 31 december in het noorden van Drenthe.

Ik was daar zelf en heb er volop van genoten, ook door het prachtige weer op oudejaarsdag. De temperatuur deed weer aardig mee in het winterse beeld, met -11 in Eelde en -15 in Nieuw Beerta. Het wintergetal staat in De Bilt echter pas op ongeveer 8, niet iets om veel ophef over te maken. Het wil tot nu toe niet echt vlotten met het schaatsweer.

Ik moet nog even iets recht zetten. In het vorige bulletin sprak ik van een depressie, die op 2-e kerstdag 1962 over de Noordzee naar het zuidzuidoosten trok; dat moet zijn naar het zuidzuidwesten. Dat was juist het opmerkelijke, dat de depressie ons links liet liggen en in zijn koers een oost-west component had. Het spectaculaire hogedrukgebied met op 23 december waarden boven 1050 hPa bij Denemarken verdween op de kerstdagen razendsnel en werd vervangen door een nieuw hoog bij IJsland, waardoor deze merkwaardige depressiekoers mogelijk werd. Dat typeerde die hele winter : voortdurend afwijkende stromingspatronen, draaiend om een "hogedrukwiel" in de regio Groenland/IJsland/ Schotland. En af en toe een dependance boven Scandinavië natuurlijk.

Deze winter doet het allemaal anders : de kou komt vooral in midden en zuid- Europa terecht. De Hogedruk blokkade ligt voor ons steeds te zuidelijk, waardoor onze omgeving met de regelmaat van de klok met zachtere zeelucht werd geconfronteerd. Ook bleek deze winter niet in staat tot een goed doorstaande oostenwind gedurende een aantal dagen; en daar smachten we als schaatsers allemaal naar. Is alle kans op winter nu verkeken? Wis en waarachtig niet! Je mag van januari iets anders verwachten dan van december, niet alleen wat betreft die 1,5 graad lagere gemiddelde temperatuur, maar ook wat betreft stroming. Ik zie nog steeds mogelijkheden voor een vorstperiode, nu een groot deel van Europa al in de kou zit; de verwachtingen van de diverse weerinstituten wijzen op een voortzetting van de geblokkeerde situatie. Het gaat alleen allemaal langzaam.

Het ijsaangroeimodel van het KNMI (van woensdag 2-1) geeft voor eind volgende week grote kans op een ijsvloer van 8 tot 10 cm. Er zijn zelfs oplossingen in de pluim die gaan naar 15 tot 20 cm. In het verleden is wel gebleken, dat je daar op die lange termijn erg voorzichtig mee moet zijn.

Inmiddels is de 9-daagse verwachting (van heden) van het KNMI weer negatief over het doorzetten van de vorst, maar ook voor deze voorspelling geldt : de betrouwbaarheid is te klein om daarop te rekenen.

pijl terug

Winterbulletin no. 16 door Cees van Zwieten

(30-12-01)

Raak

Ja beste schaatsofielen, de winter komt toch steeds dichterbij. Gisteren overdag was het nog nat en waterkoud en vandaag is de wereld een klein beetje wit, en er zit nog meer sneeuw aan te komen. Nu weet ik wel, dat veel schaatsers liever een schone winter zien, maar op tijd gevallen sneeuw kan nog wel een handje helpen aan de kou. Gisteren gebeurde er iets merkwaardigs : terwijl ik dagenlang een stroom van depressies over IJsland op ons af zag komen, verscheen plotseling een kleine depressie bij Normandië. Deze depressie heeft de aanvoer van kou eerst wat opgehouden, maar zorgt in zijn kielzog voor een sterke aanzuiging van onstabiele, koude lucht. Hoe onstabiel de lucht geworden was, bleek gisterenavond, toen zelfs een donderklap viel tijdens een fikse sneeuwbui.

Een opwindende datum, die 30-ste december; 30 december 1978 heb ik in bulletin 10 al gememoreerd; en 30 december 1996 mocht er ook wezen, zie bulletin 12. Maar wat te denken van 30 december 1962? De winter was op de 22-ste goed op gang gekomen, maar op tweede kerstdag volgde een mislukte dooiaanval om de noord. Een kleine depressie trok over de Noordzee naar het zuidzuidoosten(!) en veroorzaakte bij ons het eerste pak sneeuw, waarbij de vorst eigenlijk geen krimp gaf. Op 30 december kwam een nieuwe aanval, maar nu uit het zuiden. In de loop van de ochtend begon het bij ons (Voorburg) te sneeuwen bij oostenwind; regelmatig beluisterden we het weerbericht om te horen hoe het ging aflopen en het leek toch even spannend te worden : in Zuid-Limburg ging de sneeuw over in ijzel. Maar ook deze aanval mislukte en in de avond lag er een dikke 10 cm verse sneeuw. Omdat het toch bleef vriezen, won die winter aan ontzag; maar hoe het er voor de schaatsers bij stond? Ik was in die tijd niet zo'n fanatieke schaatser, maar van winter heb ik altijd gehouden, dus dat zat wel goed. Dat ik een strenge winter meemaakte, besefte ik pas een week later, toen het na een tijdelijke lichte dooi opnieuw begon te vriezen.

Wat is de verwachting nu? Op de kaarten van het ECMWF zie ik nog steeds een afwijkend stromingspatroon en het lijkt erop, dat de blokkade zich weer wat gaat versterken in de loop van de week. De winter begint kennelijk aan zijn "centraal offensief", dat al heel lang is voorbereid. Je zag eigenlijk de kou en sneeuw langzaam oprukken vanuit het noordoosten. Vrijdag (29-12) hoorden we al van sneeuwstormen in Jutland en gisteren en vandaag is het bij ons dan raak. De komende dagen wordt het geleidelijk kouder, waarbij op nieuwjaarsochtend al matige vorst mogelijk is. Een crisis zal nog volgen en die moet de kracht van deze winter bewijzen : erop of eronder. Er op, zou ik zeggen : bereid je voor op buitenijs, ook al is dit niet 100% zeker. En houdt ook rekening met de onhandigheid van deze winter. Mogelijk zal hij na strenge vorst, wat ook wel eens -20 kan worden, ook weer snel dooi brengen.

pijl terug

Winterbulletin no. 15 door Cees van Zwieten

(27-12-01)

Overgangssituatie

Regen, regen en wind, dat is ons deel in deze donkere dagen na kerst. Het lijkt voorlopig niet op winter, althans, dat zou je zeggen. Dat kwakkelt en kwakkelt maar door, terwijl hogedrukgebieden zich verder van ons verwijderen. Na die prachtige zondag, met zeer lage temperaturen zaten we maandag alweer in de regen en de beide kerstdagen in buien, die van regen overgingen naar hagel en (natte) sneeuw. In noord- en oost-Europa blijft Thialf heer en meester; daar zal de winter ook niet gemakkelijk verdreven worden. Dat heeft alles te maken met de algemene circulatie, en de sterkte en ligging van de straalstroom : deze is nog altijd niet sterk westelijk boven onze omgeving.

In het vorige bulletin noemde ik de winter van 61/62 , met een op het laatste moment afgelaste elfstedentocht. Hoe verliep die december en die winter nou precies? Oudere lezers kunnen zich dat misschien nog herinneren. Op 15 december viel de vorst in, het zag er goed uit, want er volgden een paar ijsdagen; op 19 december stond het Hellmann-getal in De bilt op 16,5 en in Eelde op 25,1. Het was een teleurstelling, dat op 20 december de dooi inviel. Op 21 december bleef de temperatuur de gehele dag boven nul. Het is voor mij moeilijk nog na te gaan, hoe in die twee dagen het ijs weg dooide; ik ga er van uit, dat er van de 6 tot 10 cm ijs toch iets overbleef, in ieder geval in het noorden van het land. In de nacht van vrijdag 22 december op zaterdag 23 december viel de vorst opnieuw in. Die zaterdagochtend zie ik nog voor me : zonnig en van een ongelooflijke helderheid. Er volgen dan 6 ijsdagen met meest matige vorst in de nacht. In het noorden van het land vriest het 's nachts meest streng. De elfstedenorganisatie draait al op volle toeren en op 29 december wordt de tocht alsnog afgelast; dan zijn al 3000 deelnemers ingeschreven. Op dat moment had in heel het land de dooi zijn intrede gedaan en was rijden onverantwoord geworden.

Op 29 december 1961 staat het Hellmann-getal voor De Bilt, althans voor wat deze periode betreft, op 53,9 en in Eelde op 72,4. De omstandigheden waren heel goed geweest voor het ontstaan van een mooie ijsvloer : weinig neerslag en niet al te veel wind. Ik herinner me uit die tijd ook nog, dat de Vliet bij Voorburg prachtig was dichtgevroren tijdens het lange kerstweekend; er werd niet gevaren waardoor het ijs er schitterend bij lag. De rest van de winter haalde in De Bilt nog zo'n 30 punten binnen, verspreid over de wintermaanden; zelfs maart deed nog mee met een bijdrage van 5,8. Met andere woorden : een echte decemberwinter.

Deze december laat het verder afweten voor echt winterweer. Op de weerkaarten van het ECMWF tekent zich een soort overgangssituatie af : geen duidelijk zacht weertype, maar ook nog geen overtuigende winterkaart. Het KNMI zet nu echter in op overgang naar kouder weer met in de nacht lichte tot matige vorst voor de periode 2 tot 5 januari. Ik denk, dat we even moeten afwachten tot de jaarwisseling; als de berichten dan nog zo positief zijn, dan begint het echt met winteren. Maar het kan natuurlijk ook nog tot 6 januari duren.

pijl terug

Winterbulletin no. 14 door Cees van Zwieten

(23-12-01)

 

Onzeker

 

In de donkere dagen voor kerst gaan mijn gedachten altijd wel een paar keer uit naar die mooie winters, waarin de vorst vlak voor kerst inviel, zoals 1961 (bijna elfstedentocht, op de ochtend zelf nog afgelast wegens dooi) , 1962 en 1996. Het gekke van deze winter is, dat in grote delen van Europa de kou wel heeft toegeslagen, soms met veel sneeuwval, maar dat bij ons winterweer vrijwel uitblijft. Winter 2002 heeft er kennelijk wel zin in, maar krijgt in het noordwesten van het continent geen voet aan de grond. Ik moet wel zeggen, dat het mij als schaatsliefhebber enigszins tegenvalt; de ontwikkeling op de weerkaarten geeft steeds hoop op betere tijden, maar de stroming blijft voor ons net ongunstig.

Vandaag genieten we van een schitterende winterdag; stralend blauwe lucht en een winterse temperatuur. Vanochtend vroor het vrijwel overal, meest matig en in het noordoosten van het land, boven een sneeuwdek, zelfs streng tot zeer streng! Nieuw Beerta meldde vanochtend -17! Dat is dan de eerste zeer strenge vorst van dit seizoen, en als het goed heb, de eerste zeer strenge vorst sinds 1997. Het doet me even denken aan de winter van 1968, toen het kwik op 13 januari boven een sneeuwdek plotseling onderuit ging naar -24 in Dedemsvaart. Verder een winter zonder veel impact met een wintergetal van 45,3. Maar nu dan al voor kerst zeer strenge vorst. Dat betekent natuurlijk niet, dat de vorst binnenvalt, want het gaat om stralingsvorst, die niet blijft omdat er geen koude stroming van het continent zit aan te komen.

De situatie op de weerkaart verandert heel langzaam. Het hogedrukgebied, dat lang bij Schotland heeft gelegen, heeft zich teruggetrokken naar de Atlantische Oceaan. Het ligt zo noordelijk, dat het de toevoer van echt zachte lucht blokkeert. Op het zuiden van de Atlantische Oceaan,waar normaal gesproken een hogedrukgebied ligt, is de luchtdruk juist laag. Boven Europa is de weg vrij voor aanvoer uit het noordwesten tot noorden. Bij ons leidt dit tot kwakkelweer, waarbij we afwisselend in lucht met normale temperaturen en koude lucht terecht komen. Bij de overgangszone krijgen we steeds te maken met neerslag. Nu zitten we even in de koudere lucht, waarbij vandaag op veel plaatsen in het oosten van het land een ijsdag zal optreden.

Wat staat ons te wachten? Op korte termijn wisselvallig weer met morgen alweer regen en oplopende temperatuur. Geen witte kerst dus. Daarna wordt het weer iets kouder, maar het blijft kwakkelen. De verwachting is, dat het hogedrukgebied "opkruipt" naar Groenland, waardoor nieuwe aanvoer van koude poollucht naar de het Noordzeegebied mogelijk is. Het KNMI is onzeker over de ontwikkelingen na 28 december; het kan vriezen/het kan dooien. Mijn standpunt blijft, dat de winter terug komt, met een fellere vorstperiode dan in december. Misschien moeten we wachten tot omstreeks 6 januari; je kan er van uitgaan, dat Europa dan veel kouder is dan rond half december; een koudegolf zal dan meer impact hebben.

pijl terug

Winterbulletin no. 13 door Cees van Zwieten

(17-12-01)

Excuus

Veel kans op vorst is er de komende week niet. De winter maakt op dit moment pas op de plaats in ons land. Toch zit er behoorlijk wat venijn in de winter in midden- en zuid-Europa. We hebben de beelden gezien van sneeuw op Corsica en Italië en de berichten gelezen over strenge vorst in Spanje en in midden-Europa. In het noordwesten van Europa is het juist zacht. Op Jan Mayen, op 70 graden NB, werd een nieuw decemberrecord gevestigd met 12,3 graden. Wij zitten met ons kwakkelweer er juist tussenin. Nog altijd weet het hogedrukgebied bij Schotland van geen wijken.

Dat kwakkelweer, wat gaat ons dat brengen de komende dagen? De ontwikkelingen wijzen naar sneeuw in de loop van de week. Niet direct om opgetogen over te zijn als schaatser, maar het blijft dus winters en dat is in ieder geval beter dan doorzettende zachte lucht uit het zuidwesten. Ik vind zelfs, dat de kans op een witte kerst aanzienlijk toeneemt en in mijn gevoel de 50% nadert.

Intussen moet ik even iets recht zetten. In het vorige bulletin noemde ik 3 januari 1997 als datum van de laatst gehouden elfstedentocht; dat moet natuurlijk 4 januari zijn. Excuus. Ook excuus zou je mogen verwachten voor de blunder van een lid van het elfsteden bestuur, dat in een interview met het blad METRO opmerkte, dat er bij haar weten nooit een elfstedentocht in december is gehouden. Op 16 december 1933, Abe de Vries dus. Moeten bestuursleden geen examen doen in elfsteden geschiedenis?

Uw fortuinlijke weerman is dit jaar ingeloot, en dat voor het eerst in al die jaren. Het gevaar bestaat, dat er enig "wishful thinking" sluipt in mijn beschouwingen, waarvoor bij voorbaat excuus. Het betekent misschien, dat het thema "elfstedentocht" iets nadrukkelijker aanwezig zal zijn in de bulletins. Over de kans op een elfstedentocht ben ik niet zo optimistisch, want het doorgaan daarvan hangt van een aantal factoren af. Ten eerste moet nog maar blijken of deze winter tot een zo geconcentreerde koudeperiode in staat is; verder kan sneeuw een handicap zijn. Weerman Jan Versteegt (www.janversteegt.nl) verwacht deze winter in ieder geval een verhoogde sneeuwkans.

Hoe is de situatie de komende dagen? Het hogedrukgebied gaat zich iets naar het westen terugtrekken en breidt zich mogelijk richting Groenland uit. De details zijn kennelijk moeilijk te voorspellen, want de verschillende modellen presenteren toch iets verschillende weerkaartjes. Zeker is, dat boven Scandinavië kou uit de poolstreken binnenstroomt, maar nu komt het: een kleine verschuiving in de stroming kan voor ons het verschil zijn tussen natte sneeuw en echte sneeuw. In het laatste geval is er grote kans op een witte kerst en bovendien lijkt het erop, dat de winter dan op een ander front aan het werk gaat : kou-opbouw vanuit het noorden. Dat is niet verkeerd, maar het wachten is dan op het opduiken van een hogedrukgebied boven Scandinavië; dat kan nog wel even duren. Intussen blijft de stroming boven Europa geblokkeerd voor zachte oceaanlucht. En dat al bijna twee weken. Deze winter houdt kennelijk vol, maar moet zijn draai nog vinden.

pijl terug

Winterbulletin no. 12 door Cees van Zwieten

(13-12-01)

 

Onhandig

Wat we vandaag op de weerkaarten zien, en ook in de verwachtingen, is een hogedrukgebied, waarvan de hoofdkern hardnekkig bij Schotland blijft liggen. Echt gunstig ligt dit niet, maar het levert wel de mogelijkheid van een tijdelijk kou-transport vanuit Rusland naar onze omgeving. Dit vindt op dit moment plaats met behulp van een kleine depressie, die over Rusland en midden-Europa naar het ZZW trekt. Erachter volgt een kleine hogedrukcel, gevuld met zeer koude lucht. In de vroege vrijdagochtend gaat de temperatuur sterk onderuit en tot plaatselijk -10. Deze hevige kou is van korte duur. In de loop van vrijdag neemt de wind af en op zaterdag staat minder koude lucht alweer op de Noordzee en omgeving te dringen om de pret te bederven. Het is alweer de "dooi om de noord" die roet in het eten gaat gooien.

Dooi om de noord is een verschijnsel, dat ook vaak in langere koudeperiodes optreedt. Het is dan een tijdelijk onderbreking van de vorst, waarna de kou heviger terug komt. Iedereen herinnert zich nog wel de winter van 96-97. Op 20 december viel de vorst ; het zag er solide uit en na een klein sneeuwbuitje op 1e kerstdag stonden we op 27 december op de schaats. Toen kwam die bijna dramatische zondag 29 december, toen het plotseling begon te dooien vanuit het noorden. In een groot deel van het land viel ook regen. Daarachter volgde een periode met hevige kou, die in de nacht van 30 op 31 december binnen viel. Op 1 januari vroor het overdag overal matig en in Zuid-Limburg, waar een flink pak sneeuw gevallen was, zelfs streng. En op 3 januari kwam, 15 dagen na het invallen van de vorst, de elfstedentocht. De vorstperiode duurde uiteindelijk nog tot 12 januari en het ijs was pas weggedooid rond 12 februari.

Deze winter heeft niet zo veel in huis als 96/97. Ik zie geen aanwijzingen dat de kou op korte termijn echt doorzet. En schaatsen in de loop van volgende week moeten we toch maar vergeten. Dat was iets te optimistisch. Inmiddels kan ik nog een eigenschap aan deze winter toekennen : hij is onhandig. Zo'n geweldig hogedrukgebied posteren bij Schotland is mooi als heel Europa al vol ligt met sneeuw en ijs. In dat geval is dooi om de noord niet zo'n bedreiging meer voor de winter; de kou laat zich dan moeilijk meer verjagen. Maar in deze fase van de winter, nee, erg onhandig.

pijl terug

Winterbulletin no. 11 door Cees van Zwieten

(11-12-01)

Schaatsdagen.

Ergens in Berlijn zit iemand tevreden naar de weerkaarten te kijken. Dat is natuurlijk Wolfgang Röder, want de situatie van dit moment voldoet heel goed aan de door hem verwachte afwijkingen. Het ziet er naar uit, dat het gaat uitlopen op een serieuze vorstperiode. En met serieus bedoel ik een vorstperiode met tenminste 10 cm natuurijs gedurende een aantal dagen : ouderwetse ijspret, koek en zopie, toertochten.

Een vreemd bericht vandaag in de krant : geen elfstedentocht, omdat er te weinig politie-menskracht op de been gebracht kan worden; dit in verband met de invoering van de Euro en "Het Huwelijk". Nu acht ik WA nog wel in staat zijn huwelijk op het ijs te laten inzegenen, desnoods in Friesland, maar ik vrees, dat hij daar geen invloed (meer) op heeft. Het blijft gek : alsof er een elfstedentocht op het programma staat, die vervolgens kan worden afgeblazen. Ten eerste is het mij niet duidelijk of deze winter tot elfsteden-condities in staat is en ten tweede ben ik van mening, dat de elfstedentocht los staat van dit soort platte overwegingen. Of hij komt, hangt van het ijs af en verder niet! En : de vereniging beschikt.

Het is tijd om naar het ijsaangroeimodel van het KNMI te gaan kijken. Als je het gemiddelde van de verwachtingspluim neemt, dan zal woensdag de ijsdikte ongeveer 7 tot 8 cm zijn. Kies je een voorzichtiger benadering, dan reken je op 5 cm. De uiterste waarde die in de pluim voorkomt, is 13 cm. Ik trek de conclusie, dat mijn verwachting : schaatsen op donderdag (19-12) kan blijven staan. Als alles mee zit, pakken het weekend daarna ook nog mee.

Maar, hoe serieus is nu deze naderende vorstperiode en hoe sterk is deze winter? Ik heb al mensen over "strenge vorst" horen spreken. Ik geloof daar, gezien de ontwikkelingen op de weerkaart, voorlopig niet in. Wel gaat er een bel zeer koude lucht op transport naar ons land, maar de heersende temperaturen en ligging van de druksystemen geeft mij niet de indruk, dat er een stunt van formaat in zit. Want strenge vorst midden december zou ik wel een stunt willen noemen. Zo'n stunt vond plaats in 1938. Na een aantal zachte dagen met ZO wind, draaide de wind geleidelijk naar O; het kwik ging dagenlang verder om laag. Op 16 december viel de vorst in, met minimumtemperaturen op de achtereenvolgende dagen : -2,6 -8,5 -12,2 -14,8 -14,8 . Op die laatste dag van de reeks, 20 december, bleef het kwik overdag op -11,2 steken. Met een gemiddelde van -13,3 was dat één van de koudste dagen van de eeuw. Een volgende keer zal ik de koudste dagen van de eeuw voor het voetlicht brengen, bijna allemaal dagen met een nog lager gemiddelde. Met zulke temperatuten is 36 uur voldoende voor een schaatsdikke ijsvloer!

Voorlopig doen wij het met de verwachte matige vorst. En dat is al heel wat. De winter 2002 gaat ons een paar mooie schaatsdagen brengen. Zijn methode is grondig, maar wel wat omslachtig. Verder zie ik voor december de blokkade te zuidelijk liggen : boven de omgeving van Schotland ligt een hogedrukgebied op 5 km hoogte. Tot nu toe zie ik in de verwachtingen geen aanwijzing, dat er een verplaatsing komt. De situatie blijft gevoelig voor dooi uit het noorden; met een beetje geluk zit er in december wel iets moois in. Ik gok op Röder en dat betekent, dat de vorst in januari van meer betekenis wordt. Tussen beide vorstperiodes verwacht ik een kwakkelperiode, met een grondige opbouw van een nieuw vorstregiem in Europa. Elfstedentocht? Dat blijft afwachten.

IJsaangroei : www.knmi.nl/voorl/nieuws/lanimain.htm

pijl terug