![]() |
![]() |
||||||
|
|||||||
|
![]() ![]()
(3-12-2010)
Onieuw een geweldige winterdag. Mooi weer vanochtend met op veel plaatsen strenge
vorst, dus benden -10. Ook Rotterdam deed mee met -10,1. Schitterend winterweer dus, waarbij het verkeer door de lage temperaturen ook op sommige gestrooide
weggedeelten te maken had met wat gladheid. In de loop van de dag steeg de temperatuur tot tegen het vriespunt in het uiterste westen tot ongeveer -4 in het
zuidoosten. In de middag vielen er vooral in het westen sneeuwbuien. Prachtig, maar voor de schaatsers geen goed bericht. Veel ijs dat al ondergesneeuwd was
ligt nu onder een nog warmere deken.
(2-12-2010)
Het
Hoe lang is het geleden dat we dit meemaakten: krachtige wind bij matige vorst overdag? Ik denk de jaren 96 en 97. In 96 kwam de kou aan het eind van
januari opnieuw het land binnen met een stevige oostenwind. In De Bilt bleef op 26 januari 1996 het kwik in de middag steken bij -8,0. Ook in de eerste dagen van janari
1997 was het buitengewoon koud maar dan met iets minder wind. En matige vorst overdag met sneeuw? Voor het westen van het land moeten we zeker terug tot 1985
en 1979 om iets dergelijks te vinden. Matige vorst, wind en smeeuw, het is de mix die als totaalwinter kan worden omschreven
(1-12-2010)
Het is een vliegende start van de meteorologische winter. Wat we nu beleven, is buitengewoon koud voor deze tijd van het jaar. We hebben te maken met transportkou. Dat wil zeggen: er wordt een hoeveelheid zeer koude lucht met een krachtige oostenwind aangevoerd. Ondanks enige bewolking is de temperatuur vannacht flink gedaald, tot -6,6 in Rotterdam en -7,7 in Twente. In de loop van de dag stijgt de temperatuur maar weinig bij een nog iets toenemende oostenwind. Voor het gevoel is het daardoor erg koud, met gevoelstemperaturen van -13 tot -15. IN de loop van de avond en nacht gaat er weer wat sneeuw vallen. Vermoedelijk niet meer dan 1 cm in het midden tot 3 cm in het zuiden.
(29-11-2010)
Vandaag viel in een groot deel van het land, waaronder Rotterdam, de eerste sneeuw. Het winterse plaatje is compleet: een ijsdag (maximum onder 0) en een laagje verse sneeuw. Die sneeuw is wel weer een complicerende factor voor het ijs. Waar al ijs ligt met nu een laagje sneeuw erop kan het aangroeien iets vertraagd worden. Maar, met een beetje geluk blaast de wind morgen en overmorgen de meeste sneeuw weer weg.
(28-11-2010)
Het eerste ijs is gespot in Zuid Holland west. Vanochtend waren singels in Rotterdam gedeeltelijk
dicht gevroren. Van de IJsclub vlietland in Schipluiden komt het bericht, dat er 6 tot 13 mm ijs ligt. Het zou me niet verbazen als de baan daar dinsdag open gaat.
In het noordoosten wordt al voorzichtig hier en daar geschaatst, maar grote vaarten en plassen hebben nog wel een paar dagen nodig om
beschaatsbaar ijs te krijgen. Intussen blijft het ook in het westen opmerkelijk koud. In Rotterdam zie ik om 13 uur nog -1 staan. Dat gaat helemaal de goede kant op!
Een paar dagen geleden was het onzeker hoe het weersverloop van de komende week zou zijn. Onzekerheid over sneeuwval en temperatuur bleef de modellen parten
spelen. Vandaag wordt het steeds duidelijker dat een verdere afkoeling gaat plaats vinden. Door het naar het zuidwesten weg trekken van een storing is ons land in
een noordoostelijke stroming terecht gekomen. Steeds koudere lucht vloeit daardoor over ons land uit. Niet alleen bij ons, ook in Engelend is de winter binnen
gevallen. Koud is het eigenlijk in een groot deel van Europa. Van midden Frankrijk tot in Rusland en van Zwitserland tot Noorwegen. In Noorwegen zijn op diverse
plaatsen novemberrecords gebroken. Zie hierover meer op de site van de VWK .
Vanochtend vroor het in het hele land met minima van ongeveer -4,5 in Zuid-Holland tot -6,5 in het oosten van het land. Op veel plaatsen, waaronder De Bilt, matige vorst. Overdag steeg de temperatuur op veel plaatsen in het midden van het land tot rond het vriespunt. In het noordoosten bleef het vriezen, met maxima van -1 tot -1,5. De komende nacht kunnen we opnieuw dergelijke minima verwachten, met een goede kans dat het ook in Zuid-Holland tot -5 of iets lager komt. Morgen in vrijwel het hele land een ijsdag, met maxima van 0 in het uiterste zuidwesten tot -3 in het noordoosten. De ijsgroei komt dus behoorlijk op gang. Voor ijs op diep water moeten we nog wel een paar dagen wachten, maar met de temperatuursvooruitzichten voor de komende dagen kan aanstaande donderdag op een redeleijke ijslaag van 6 tot 7 centimeter gerekend worden. Sneeuw kan nog een spelbreker zijn. Sneeuw zit wel in de verwachtingen, maar vooralsnog lijkt het beperkt te blijven.
De weersvooruitzichten mogen op dit moment voluit winters genoemd worden. Een week geleden schreef ik, dat een doorstaande oostenwind voorlopig niet aan
de orde was; welnu, dat is op dit moment wel het geval. Door drukstijgingen boven Scandinavie, nu eens op het goede moment, wordt geleidelijk nog koudere lucht
aangevoerd. Deze lucht is tot op grote hoogte erg koud en dat leidt er toe, dat de Wadden te maken kunnen krijgen met sneeuwbuien die gemakkelijk boven de Noordzee ontstaan en met de noordoostelijke wind binnen drijven. Het zou mij niet verbazen als we morgen berichten krijgen over een pak sneeuw van 10 centimeter op Terschelling. Vanuit het oosten komt later ook wat sneeuw de rest van het land binnen. In de loop van de week neemt de oostenwind iets toe en op woensdag of donderdag is opnieuw wat sneeuw mogelijk door een vanuit het zuidoosten opdringend sneeuwgebied. De maxima liggen dan rond -3 of -4 en de minima rond -7 of -8. En dat in de eerste dagen van december: het mag een forse tik heten van koning winter.
Voor schaatsen ziet het er dus vrij goed uit voor de tweede helft van de week. In het noordoosten iets eerder dan in het zuidwesten. Morgen kunnen we weer een iets scherpere kijk hebben op de ijsvorming, maar zoals het er nu uit ziet gaan we af op schaatsijs op donderdag in het midden van het land en vrijdag in het zuidwesten. Op plaatsen met iets minder diep water kan het een dag eerder. In Friesland en Drenthe wordt morgen al geschaatst, maar zeker niet op grote vaarten en plassen.
(27-11-2010)
Wie de laatste dagen de lange termijn verwachtingen heeft gevolgd, zal gezien hebben dat deze
nogal eens zwabberden tussen verdere toename van de vorst en geleidelijk invallen van de dooi. Ook aan de ijspluim van het KNMI was dit te zien: de ene dag gaf de
Oper (de rode lijn) 5 cm ijs aan, een dag later meer dan 10 en vervolgens zien we nu weer 8 centimeter ijs voor over 9 dagen (6 december). De control-run, dat is de
berekening met onverstoorde beginwaarden met de lagere resolutie van de ensembleberekeningen (blauwe stippellijn), maakt daarbij wel heel gekke sprongen. Vaak
spiegelt de Control ons de laatste week extreme kou voor op de lange termijn. We zien dat vandaag ook weer in de ijspluim met een aangroei tot 14 centimeter.
Onnodig te zeggen dat we hier geen betekenis aan moeten toekennen?
(23-11-2010)
Niemand kan er meer onderuit: de winter gaat geleidelijk binnen komen in Nederland. Dat er iets
stond te gebeuren was al enige tijd duidelijk. Het is intussen zo, dat de verwachting voor de komende dagen ons afkoeling laat zien met temperaturen die geleidelijk
vaker en langer onder 0 zullen komen. Kijken we voorzichtig wat verder, dan zien we aanwijzingen dat de kou nog even blijft en mogelijk strenger wordt. Dat laatst
hangt af van de ontwikkelingen in de stroming en van de hoeveelheid sneeuw die er gaat vallen.
(20-11-2010)
En waar zit die kou dan, vraag je je op dit moment af. Niet in de buurt in ieder
geval. In een groot deel van Europa zijn de temperaturen ongeveer normaal. In het hoge noorden en dan speciaal in Noorwegen, Finland en een groot deel van
Zweden zit de winter echter goed in het zadel. De kou, die in Lapland al sinds eind oktober aanwezig was, heeft zich stilaan uitgebreid, waarbij de
vorstgrens vanmiddag lag van het uiterste zuiden van Noorwegen naar het uiterste zuiden van Finland. Merkwaardig genoeg is de kou in Rusland nog steeds
minder dan in deze tijd normaal is. Zo is het in Moskou in november tot nu toe (19-11) 6,7 graden te warm. Er is nog niet meer vorst geweest dan een paar
lichte nachtvorstjes op 7 en 8 november. Gisteren lag de gemiddelde temperatuur nog 5,2 graden boven normaal. In St Petersburg is het iets minder dramatisch;
daar vroor het gisteren heel licht met een minimum van -0,5 en een maandgemiddelde van 4,0 en dat is 3,3 boven normaal.
In het uiterste noordoosten van Europees Rusland vriest het wel stevig op dit moment. In Petsjora vroor het gisterenochtend streng, met een
minimum van -12,2. Dat is mild voor die plaats, want de normaal geeft nu ongeveer -16 aan als minimum. De winter duurt daar gewoonlijk lang en is
bijzonder koud naar onze begrippen. De winter valt gemiddeld rond 20 oktober in om een half jaar later weer het veld te ruimen. Dit jaar is de winter
er dus erg laat; november was er tot nu toe 8,8 graden te warm. Ook in de rest van Siberie zien we te hoge temperaturen. Bijvoorbeeld in midden Siberie
zien we afwijkingen van +5,3 in Irkutsk in het zuiden tot +10,5 in Chatanga in het uiterste noorden. Daar vriest het op dit moment (rond middernacht
plaatselijke tijd) 23 graden en dat is dan nog een graad of 5 te warm voor die plaats. In het noordoosten is ook Werchojansk te warm met een
novembergemiddelde van 9,2 te hoog. Maar dan hebben we het altijd nog over een gemiddelde temperatuur van -25!
De kou gaat dichterbij komen. Voor ik op de situatie van dit moment in ga, eerst iets over historische winterinvallen in november. Alom wordt op dit
moment gespeculeerd over een naderende strenge winter, volgens sommigen zelfs echt streng in de klassieke betekenis. Nu er een winterse omwenteling
op het programma staat verschijnt ook dit H-woord: een historische winterinval. Van een lange en koude winter wordt dan bedoeld. Beginnen historisch
strenge winters wel eens in November? Dat hangt er van af wat je met beginnen bedoelt. Veel koude en strenge winters laten in november al een
voorproefje zien. Meestal was dat een winterprik die werd gevolgd door zachter weer. Maar ook dat kan de inleiding zijn tot een zeer strenge winter,
zoals de winter van 63 liet zien. Ik ken eigenlijk maar een winter die aan het einde van november met grof geschut begon aan een lange winterperiode:
de winter van 1890-1891.
(15-11-2010)
Drie dagen geleden schreef ik : over twee weken kan het helemaal anders liggen. Ik bedoelde, dat de winter die nu in grote delen van de Russische Federatie
afwezig of laat is, zo maar in twee weken op de kaart kan staan. Diverse weermodellen gaan er intussen van uit, dat de winterkou in grote delen van het
continent de komende 10 dagen aanzienlijk terrein zal winnen zal. Zelfs is er daarbij een goede mogelijkheid dat winterkou zich ook in de richting van West Europa
gaat uitbreiden. Als dat werkelijkheid wordt zullen we kunnen spreken van een vroege winter. Op de vooruitzichten kom ik zo meteen nog terug.
Het is al vaker gezegd: een heel vroege winter is geen aanwijzing dat we een koude winter krijgen. Novemberkou leidt meestal tot een normale tot zachte winter,
zoals het klimatologisch gemiddelde aangeeft. Als voorbeeld haal ik dan graag weer de winter van 94 aan. Op 16 november viel met een stevige oostenwind de vorst
binnen. Het leidde tot een vorstperiode van 14 dagen, die duurde van 18 november t/m 1 december; het koudegetal volgens Hellmann liep op tot ruim 33. Op 6
achtereenvolgende nachten kwam het tot matige vorst. Het resultaat was, dat er aan het eind van de maand volop geschaatst werd. Daarna liet de winter het
grotendeels afweten. Even gaf een kou-inval met krachtige oostenwind op 13 februari de winterliefhebber weer hoop. Na drie dagen dooide het al weer overdag en
de opnieuw verscherpende vorst op de 20-ste werd op 22 februari al weer getemperd bij sneeuwval. Daarna was het gedaan met de winter. Met een gemiddelde van 4,0
over de drie wintermaanden was het iets te zacht; het koudegetal van 62,8 in De Bilt kan niet anders dan normaal genoemd worden.
November 1993 was wel een uitzondering, want meestal leidt kou in november niet tot schaatsen op zo grote schaal. In november 1965 werden we ook al vroeg met
heftige kou geconfronteerd. Rond 10 november bouwde zich langzaam een hogedrukgebied op tussen IJsland en Spitsbergen; op 11 en 12 november bewoog het centrum naar
Noord Scandinavie. De kou in noordwest Siberie kwam daardoor in beweging in onze richting. In de late avond van 12 november ging de temperatuur onder het vriespunt;
er volgde een soort van vorstperiode, die echter te weinig kou bracht om aan de norm van 16 Hellmannpunten te komen. Vanaf 18 november begon het te kwakkelen doordat
een depressie een half geslaagde aanval deed op de winter. De kern van het lagedruksysteem trok over Luxemburg, Duistland en Polen naar Rusland. Aan de achterzijde
kwam een noordelijke stroming met sneeuwbuien tot stand, die de winter nog even deed opleven. In de nacht van 23 op 24 november maakte een kleine maar venijnige
depressie een einde aan de novemberwinter. Dit ging nog gepaard met een flink pak sneeuw, dat echter door flinke west- tot noordwesten wind snel werd opgeruimd.
Het koudegetal van november leek met 20 heel aardig, maar het was te verspreid en onvoldoende voor schaatspret als in november 1993.
Geen schaatsen dus in november 1965, maar daarna wel een leuke winter met twee vorstperioden. Een vorstperiode in januari, van de 5-de t/m de 20-ste bracht ruim
55 Hellmannpunten en ook wat sneeuw. Er werd veel geschaatst en in Zuid Limburg kwam het tot zware winterkou met op 18 en 19 januari respectievelijk een maximum van
-9 en -8. In vroege ochtend stond de thermometer daar drie maal beneden -15.
De korte vorstperiode in februari bracht vooral in het noorden van het land kou, met in Leeuwarden nog een koudegetal van 48,2. In de Bilt stond de teller in die
tweede periode niet hoger dan 22,2. Opvallend in die vorstperiode was de sneeuwjacht in het noorden van het land op 8 en 9 februari, toen de scheidslijn tussen koude
lucht in het noorden en zachtere lucht in het zuiden lange tijd boven ons land bleef hangen. Met een koudegetal van 99,3 moet die winter aan de koude kant genoemd
worden; net nog iets kouder dan de winter van 2010.
Terug naar de situatie van vandaag. Opvallend is, dat Noord Scandinavie al sind weken flink in de wintersituatie zit. De afgelopen paar jaar werd de eerste
sneeuw van oktober steeds onderbroken door zacht weer tot in november. Dat is niet het geval dit jaar en ik zie daarin een aanwijzing dat de kou op dit moment
vrij goede papieren heeft. Het lijkt er op dit moment sterk op, dat zich boven de Oceaan een luchtdrukblokkade gaan vormen die koude lucht naar het zuiden doet
opdringen. Het is niet gezegd, dat dit tot winterkou leidt, maar de EPS verwachting (ensemble prediction system) geeft een grote waarschijnlijkheid van lagere
temperaturen de komende tien dagen. Zelfs lijkt er over 8 of 9 dagen wel wat vorst in te zitten, maar dat is nog ver weg.
Nog verder weg zijn de verwachtingen over 14 dagen. De EPS-pluim geeft uiteraard geen uitsluitsel, maar suggereert op die termijn wel aanhoudend te lage
temperaturen. Heel bont maakte gisterenmiddag de operationele run van de Amerikanen (GFS) het: er stond een regelrechte uitbraak van Siberische kou op de kaart
in de richting van West Europa. Daar zullen we maar niet op rekenen, want dat soort kaarten hebben een hoog glazen-bol-gehalte.
Bron temperatuurgegevens: KNMI
(12-11-2010)
Op de reis die ik afgelopen zomer met een vriend maakte in Siberi‘ was een van de hoofddoelen het bereiken van de stad Jakoetsk.
Jakoetsk ligt in het oosten van Siberie op 62 graden noorderbreedte. De stad ligt in het permafrostgebied, dat wil zeggen dat de grond er permanent bevroren is.
Alleen de bovenste anderhalve meter ontdooit in de zomer. Natuurlijk was die permafrost een belangrijke inspiratie voor onze reis. In de stad bevindt zich het
Permafrost-instituut waar onderzoek gedaan wordt. Wij hebben dat instituut bezocht en elders op deze site zal ik daar nog verslag van doen.
Het spreekt voor zich, dat ik nu veel belangstelling heb voor de temperatuurontwikkeling in de herfst en winter in Jakoetsk, en eerlijk gezegd in heel Siberie.
De herfst in Jakoetsk is doorgaans de periode eind augustus tot 1 oktober. Het gemiddelde gaat dan omlaag van 13 graden aan het eind van augustus naar 0 graden aan
het begin van oktober. In september komt al veel nachtvorst voor, dit jaar tot -7 op 26 en 27 september. Razendsnel gaat het verder omlaag in oktober; aan het eind
van oktober is het normale etmaalgemiddelde -17; ochtendwaarden beneden -20 zijn dan heel normaal en soms wordt dan al de -30 gehaald. Gisteren en vandaag een beetje
teleurstellend: de temperaturen schommelen rond de -12 waar het normaal s nachts onder de -30 komt.
Jakoetsk ligt aan de rivier de Lena. Het begrip ijs is daar uiteraard iets anders dan bij ons. Waar wij met geluk een paar weken ijs hebben op plassen en
doorgaans ijsvrije rivieren hebben, begint het dichtvriezen van de Lena eind oktober. Met een ijsaangroeimodel dat uitgaat van stilstaand water van 2 meter diep
kom je met het klimaat van Jakoetsk eind november al op een slordige meter ijs. Op de rivier is dat door diepte en stroming uiteraard veel minder. Toch is in
december het ijs er betrouwbaar genoeg om er een weg op aan te leggen. Het levert dan in de winter goede verbinding op met plaatsen die in de zomer alleen per
boot en in voorjaar en najaar helemaal niet te bereiken zijn.
Winterbulletin no 1 door Cees van Zwieten
(3-10-2010) Zomer en winter Het zomerseizoen zit er op. Voor velen, die laat vakantie hadden viel het tegen: na 23 juli was het meestal wisselvallig weer, er viel veel en langdurig regen en de tempertuur lag iets onder normaal. Toch was de zomer als geheel niet zo slecht: van eind juni tot eind juli was het warm en mooi weer. Van 23 juli t/m 22 juli was de gemiddelde temperatuur 20,6 graden tegen ongeveer 178 graden normaal; zeer warm dus. Juist in een groot deel van deze periode bevond ik mij in Siberie, waar het doorgaans ook erg warm was. Daarover in een volgende bulletin meer. Intussen stellen wij ons weer in op de naderende winter; de ijsbanen zijn weer open en de wintervoorspellingen komen weer van divers kanten los. Koude winter? Strenge winter? Of juist weer een zachte na twee winters met kou? We zullen het zien. Hebben we iets aan wintervoorspellingen? In het algemeen wordt de betrouwbaarheid als zeer klein beschouwd. Er is kennelijk geen goede methode of model dat voor onze streken een seizoen kan voorspellen. Mijn winterverwachting is vaak voor een deel op intu•tie gebaseerd en die werkte vorig jaar wonderwel. De koude sneeuwwinter die ik aankondigde, is inderdaad gekomen. Voor het zuidwesten van het land liet het schaatsijs veel te wensen over. Laten we maar hopen op een geheel ander soort winter met een periode van droge vorst. Of gewoon een strenge winter waarin een pak sneeuw niet zo veel kwaad doet.
|
||||||