schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact

Bulletins 01-02 :
bulletin 25
bulletin 24
bulletin 23
bulletin 22
bulletin 21
bulletins 11-20
bulletins 1-10
Bulletins '00-'01
Bulletins '99-'00

< < < vorige < < <


Het copyright van deze site en haar inhoud, voor zover niet anders vermeld, berust bij Johan Grootveld.

Overname van afbeeldingen of teksten alleen na toestemming, met link en bronvermelding.

Site design:
Johan Grootveld / Blinksoft


Winterbulletin no. 25 door Cees van Zwieten

(15-2-02)

Lente

 

Wat een weelde deze dagen met dat winterachtige weer. Nee, schaatsen hebben we natuurlijk al lang opgegeven voor dit seizoen, maar dit weer met zelfs matige vorst in de nacht is voor mij een mentale opkikker. Weg al die grauwheid, lauwheid, natheid. Je zou bijna zeggen dat deze winter er nog even zin in krijgt : vanochtend -7 in Leeuwarden en elders (m.u.v. Vlissingen) ook een onvervalste vorstdag. Het zal bij een speldenprik blijven, gezien de verwachte ontwikkeling.

Wat we de afgelopen maand hebben meegemaakt mag ronduit extreem zacht worden genoemd en dan met name in duur van die zachte periode. Ik ben aan het rekenen geslagen; voortdurend houd ik in de winterperiode de gemiddelden over 5, 10, 20 en 30 dagen bij. Jan Visser had al een extreem gevonden in de 21-daagse periode van 21 januari t/m 10 februari : gemiddeld 9,1 graad celcius. Inmiddels gaf de periode 24 januari t/m 12 februari 9,6 als gemiddelde. Bij de dertigdaagse periode, zeg maar een maand, vond ik als extreem de periode 15 januari t/m 13 februari :

Gemiddelde temperatuur 		 :    8,6
Gemiddeld dagmaximum  		 :   10,8
Gemiddeld dagminimum  		 :    5,9

De normalen voor april(!) zijn gemiddeld 8,3 , maximum 12,9 en minimum 3,5. Het was dus zachter dan in een normale aprilmaand, en dan hebben we het over de nieuwe normalen over de periode 1971-2000. Helemaal vergelijkbaar is het natuurlijk niet, want je ziet, dat het dagmaximum wel flink achterblijft bij de normaal voor april; maar het geeft wel te denken.

Voor de volledigheid kijk ik ook nog naar de koudste perioden. Hier komen ze :
30 dagen :  13 december t/m 11 januari   Tg=  0,8   Tmax= 3,5    Tmin= -2,7
10 dagen :   1 januari t/m   10 januari  Tg= -0,7   Tmax= 1,9    Tmin= -3,4
 5 dagen :   1 januari  t/m   5 januari  Tg= -2,0   Tmax= 0,6    Tmin= -4,5

Winter 2001-2002 gaat kennelijk de geschiedenis in als een winter met een koude helft, ruim een graad onder normaal en een zachte helft : voor die tweede helft staat het gemiddelde nu op 8,4 , dus ook met een normale laatste 14 dagen komen we nog op 6 à 7 graden als gemiddelde.

Wat doet februari verder? Gezien de weerkaarten van ECMWF en UKMO komen we na deze korte mooie periode weer in wisselvallig weer terecht. Geen echte kou en niet extreem zacht : het gaat een beetje op een normale maart lijken.

We nemen dus afscheid van de winter : leve de lente.

pijl terug

Winterbulletin no. 24 door Cees van Zwieten

(8-2-02)

 

Vergangen

We hebben op dit moment al weer drie(!) weken zacht weer; de ene na de andere depressie komt onvermoeibaar over de Oceaan naar Europa. Ook dat lijkt een eigenschap van het nieuwe klimaat te worden, namelijk de hardnekkigheid van dergelijke westcirculaties. Alle verwachtingen van Jan Versteegt en ondergetekende ten spijt heeft deze winter na een aarzelend koude start de bordjes rigoureus verhangen. Het zou heel goed kunnen uitlopen op een zachte winter; zo uit mijn hoofd geschat zitten we nu al op 0,5 tot 1 graad boven normaal voor de periode 1 december tot heden. Het koudegetal staat nog steeds op een armelijke 22. Van 26 januari t/m 5 februari kwam de temperatuur iedere dag boven de 10 graden uit, met als topper 15,5 op 2 februari.

Na al deze extreme zachtheid gaan we nog even terug naar extreme kou in 1985. Die winter begon waarlijk revolutionair met een inval van continentaal-arctische lucht. Ik zie nog voor me, hoe op de Duitse TV de dienstdoende meteoroloog (Herr Dr. Teich, als ik me goed herinner) quasi achteloos vertelde, dat "sehr kalte Festlandsluft" over Zweden uiterst snel op ons af kwam. En dat hebben we geweten : op vrijdag 4 januari viel deze kou bij ons binnen; met NNO wind, gedeeltelijk over zee, zaten we plots in een poolsituatie : af en toe een sneeuwbuitje met maximumtemperaturen van -4 tot -6. De volgende nacht vroor het overal streng tot zeer streng, zelfs Rotterdam had -16. Zo snel ging dat allemaal, dat sommige bomen het loodje legden. Op zondag de 6-de kwam er een sneeuwstoring vanuit de Noordzee over ons land, waarbij het wel overal bleef vriezen. Daarna volgde een nieuwe golf zeer koude lucht : op maandag bleef het kwik steken bij -7 tot -10 overdag. (Twente maximum -10,4). Het was een schitterend heldere dag met een pittige oostenwind.

Een groot deel van Europa kampte in 1985 met hevig winterweer, zelfs in Venetië en Florence was sneeuw gevallen. Aan de andere kant van Europa werd in Lapland een recordtemperatuur van -50 gemeten, terwijl Helsinki een maximumtemperatuur van -23 te verduren kreeg. Dit alles inspireerde de één of andere grappenmaker om te melden, dat we in Europa nog -100 zouden beleven. In de avond van 7 januari viel bij ons de wind snel weg, waardoor het kwik zeer snel naar beneden ging. Alle ingrediënten voor een record leken aanwezig : verse sneeuw, in aanleg al zeer koude, droge lucht, heldere en koude bovenlucht en wegvallende wind. Rond middernacht was hier en daar de -20 grens gepasseerd; vliegbasis Twente meldde al -20,8 .

Ik zie in mijn winterdagboek, dat het na middernacht in het noorden en westen van het land minder koud werd; ik had gehoopt de volgende ochtend in extreme temperatuur te kunnen gaan schaatsen. Alleen op vliegbasis Deelen is het 's ochtends -20, verder overal minder koud. Mijn schaatstocht begint bij -10 of -11 en zwakke zuidwesten wind. De omstandigheden zijn in de loop van de nacht veranderd, waardoor extremen in de officiële waarnemingen zijn uit gebleven; in Deelen werd het die nacht -24.2 graden. Het record van -27,4 (zie vorige bulletin) blijft dus staan. Officieus (ik citeer METEONET.nl) werd gedurende de nacht op de Rheder- en Worth-Rheder heide door weeramateur Leo Wouters op 10 cm hoogte -32 graden aangetekend, in de thermometerhut op 1.50 m -27,3 °C.

Dit jaar extreme zachtheid in ons land. Jan Visser heeft al een beetje vooruit gerekend en komt op een gemiddelde temperatuur van 9,1 over de periode 21 januari t/m 10 februari. Het oude record, uit de winter 89/90, over deze periode is met 1,3 graad geslagen. Vergelijk dat eens met 1942 , toen een gemiddelde van -6,9 ! Zit er nog iets in dit jaar?

Er zit inderdaad een verandering in de lucht, waarbij het in de loop van de komende week kan gaan afkoelen. Mogelijk zit er nog een koude tweede helft van februari in. Voor schaatsen lijkt me dat te laat, dus : de winter is vergangen.

pijl terug

Winterbulletin no. 23 door Cees van Zwieten

(29-01-02)

 

Malse buien

Het was eergisteren 60 jaar geleden, dat het nationale kouderecord werd gevestigd in Winterswijk : -27,4. De 27-e januari van dit jaar deed het geheel anders : kou, waar is die gebleven? Ver weg in Noord-Scandinavië vriest het nog wel streng, maar de rest van Europa baadt in zachtheid van de Oceaan. Dat duurt nu al weer ruim een week; op zaterdag 18 januari voelde ik plotseling de warmte van de zon in mijn rug. Daar komt de lente, ging er door mij heen. Maar de tweede gedachte was direct : eerst nog een winterse februari! Of daar nog een kans op is? Ik kom er zo meteen op terug.

Toen ik mijn verhaal over extreme kou overlas, en nog eens naar de cijfers van januari 1942 keek, vond ik, dat ik die winter niet geheel recht heb gedaan; er waren namelijk nog twee superkoude dagen. Het was de winter, waarin de legers van Hitler zich vastliepen in de bittere Russische kou. Al in december werd het daar zeer koud, maar bij ons duurde het tot 6 januari voor de echte winter kwam. Het koudegetal stond toen nog maar op 12,7. Met zuid tot zuidoosten wind stroomt de vrieskou binnen, er valt wat sneeuw. Op 10 januari draait de wind definitief naar oost en wordt het veel kouder. Er volgen 12 droge dagen met dalende temperaturen; voorlopig dieptepunt zijn 21 en 22 januari met 's nachts zeer strenge vorst en overdag meest strenge vorst. De etmaalgemiddelden zijn respectievelijk -13,9 en -13,5. (Samen met 26 en 27 januari waren er dus 4 dagen met een gemiddelde beneden -13). Op 22 januari werd de Elfstedentocht gereden bij strenge vorst en in de ochtend veel wind; de wind luwde gelukkig in de middag, waardoor veel rijders de tocht konden uitrijden. Het ijs was hard en sneeuwvrij, ook een voordeel t.o.v. andere tochten. Het koudegetal staat inmiddels op 135,7.

Nog is deze koudegolf niet voorbij. Vanaf 23 januari 1942 wordt de winter grimmiger : er gaat sneeuw vallen en er komt veel wind; de kou neemt wel iets af maar het blijft toch overwegend matig vriezen. Op 25 januari valt in De Bilt 12 cm sneeuw en daalt de temperatuur al weer tot -13. Dan volgt 26 januari met in het noorden het hele etmaal strenge tot zeer strenge vorst; in het zuiden is het minder koud met overdag dooi. Opvallend genoeg komen de laagste minimumtemperaturen niet in het noorden maar in het midden van het land voor ; het wordt daar op veel plaatsen kouder dan -20. Dat hangt kennelijk samen met wat schaarse opklaringen en weinig wind boven het verse sneeuwdek. Op 27 januari worden de laagste minima gemeten : -24,8 in De Bilt en -27,4 in Winterswijk. Dat zijn, althans wat betreft erkende metingen de laagste waarden die in Nederland voorkomen. Op niet erkende metingen kom ik in het volgende bulletin nog terug. Op 27 januari 1942 staat het koudegetal in De Bilt op 188,8. De winter neemt dan even een adempauze, na een aaneengesloten reeks van 18 ijsdagen. Het gaat er opnieuw koud toe in twee koudegolven in februari en één in maart. Zo extreem als eind januari wordt het niet meer, maar de winter sluit af met het indrukwekkende koudegetal van 331,8 : de op twee na strengste winter van de eeuw. (Bron : KNMI)

Hoe staat het er vandaag voor? Ik zie al weinig kans meer voor de eerste week van februari; dat betekent, dat er voor de rest van dit seizoen geen winterspektakel meer in zit. Februari kan vanaf de 10-de nog wel koud uit de hoek komen, zelfs schaatsen is nog mogelijk, maar een Elfstedentocht? Vergeet het maar. Deze winter stelt opnieuw teleur, want januari pakt als geheel weer behoorlijk te zacht uit, volgens Jan Visser ongeveer 1,5 boven normaal. Februari kan theoretisch de winter nog naar de koude kant trekken, maar dan moet er wel op tijd iets veranderen in de luchtdrukverdeling. Op de kaarten tot 6 dagen vooruit zie ik alleen maar een sterke west tot zuidwest stroming.

Het voorjaarsweer inspireerde HWS al tot een noviteit in de terminologie : "malse buien". Op zondag 19 januari, terwijl ik terugdenk aan mijn enige Elfmerentocht op 19 januari 1987, komt het NOS-journaal met de van HWS komende term. Een vondst, al vraag ik me af of dit flinke buien zijn of juist lichte buien. Voor mij betekent het in ieder geval, dat de buien een voorjaarsachtig karakter zullen hebben. Spreken we ook niet van een mals buitje? Sappig, voedzaam, maar niet te hard, zoiets moet het zijn. Zou de term "malse buien" algemeen ingang vinden?

We zullen zien.

pijl terug

Winterbulletin no. 22 door Cees van Zwieten

(16-01-02)

Uitzicht

Halfweg de winter moeten we vaststellen, dat er voor de schaatser weinig in zat. In bulletin no 20 heb ik daar al bij stil gestaan. Het blijft de vraag, waar je naar moet kijken om een winter aan te duiden als zacht of koud. Meteorologen zijn het daar niet helemaal over eens. Bovendien zitten we met het feit, dat wat we nu normaal noemen in het verleden zacht werd genoemd. Het koudegetal volgens Hellman staat nu voor De Bilt op 21,6 , waarmee deze winter ongeveer normaal scoort als je hem vergelijkt met de winters van 1971 t/m 2000.

Sinds gisteren is er weer een nieuwe luchtdrukprognose van Röder. Deze wijkt nauwelijks af van eerder getekende kaarten. Wel merkwaardig, als je ziet dat zijn prognose voor januari niet goed uitkomt tot nu toe.

Nog eens terug naar die extreme kou in het verleden. Hieronder staat het overzicht nog een keer.

Datum	Tgem	Tmin	Tmax	Gem. windkracht
14- 2-29	-13,9	-18,9	-9,7	3
19-12-38	-13,3	-14,8	-10,6	4
20-12-38	-13,3	-14,8	-11,3	3
26- 1-42	-14,4	-23,4	-11,2	4
27- 1-42	-14,4	-24,8	- 4,8	4
 1- 2-56	-13,7	-15,8	-11,0	4
16- 2-56	-14,5	-21,6	- 7,0	3
14- 1-87	-13,2	-15,2	-10,6	4

Je ziet, dat de extreem koude dagen bijna allemaal ver in het verleden liggen, voor 1960.

1929 : Een strenge winter met een extreme koudegolf in februari. Op 10 februari begint met krachtige oostenwind zeer koude lucht over ons land uit te stromen, waarbij het op 8 opeenvolgende nachten streng vriest. Van die 8 nachten zijn er 6 opeenvolgend met zeer strenge vorst (beneden-15) en op die dagen, van 11 t/m 16 februari, is het etmaalgemiddelde telkens beneden -10. Overdag komt in De Bilt het kwik tot nog iets hoger dan -10. Op 12 februari wordt de elfstedentocht (Karst Leemburg, bevroren tenen) verreden. We hebben dan in het noorden maximaal -7 bij matige tot krachtige wind.

1942 : Deze winter startte laat, omstreeks 7 januari, maar groeide uit tot één van de strengste van de 20-ste eeuw. Van 14 t/m 27 januari vroor het 's nacht op 12 dagen streng. Twee extreem koude dagen zien we aan het eind van die periode. Bij insiders is deze winter beroemd vanwege het officiële kouderecord voor Nederland : -27,4 op 27 januari in Winterswijk; mogelijk is het hier en daar nog kouder geweest. Een volgend bulletin gaan we terug naar 8 januari 1985 om te zien hoe een poging werd gedaan om het record scherper te stellen.

1956 : Ja 1956, bij dat jaartal denk ik altijd direct aan de februariwinter van dat jaar. Eind januari tekende zich een krachtige wintersituatie af; achter een indrukwekkend hogedrukgebied met het centrum boven midden-Noorwegen stroomde diepvrieskou naar het westen van Europa. De temperatuur ging dagenlang omlaag. Het voorlopige dieptepunt kwam op 1 februari met strenge vorst overdag, Maastricht kwam niet hoger dan -12,7. De vorst werd daarna snel minder om vanaf de 8-ste weer flink te gaan toenemen. Dan volgde (in De Bilt) van 9 t/m 26 februari een indrukwekkende reeks van 18 ijsdagen met in 15 nachten strenge vorst, waarvan 9(!) maal zeer strenge vorst. Dat soort temperaturen konden voorkomen dank zij een overal aanwezige dikke sneeuwlaag. Het dieptepunt lag op 16 februari, twee dagen na de elfstedentocht. Die 14-de februari kwam het maximum nog op -1,7 dus wat dat betreft vielen de omstandigheden wel mee tijdens de tocht. Wel viel er wat sneeuw die dag. Een opvallend aspect van die winter is de lage temperaturen in het zuidwesten van het land : Vlissingen had van 14 t/m 26 februari achtereenvolgens 13 nachten met strenge vorst! Op 21 februari wees het kwik -19,6 , een absoluut record voor die plaats. In totaal had Vlissingen die maand 15 dagen met strenge vorst.

Wat opvalt is, dat 1963 ontbreekt in het rijtje met extreem koude dagen, terwijl dat toch een superwinter was. Waar 1963 sterk in was, was het volharden in echt winterweer. Van 22 december tot 3 maart ontbrak het volledig aan zacht weer en waren alleen 5 januari en 8 februari geen vorstdagen. De maximumtemperatuur bedroeg in De Bilt in de periode 22 december t/m 26 februari slechts +3,5 , gemeten in één van de korte perioden met iets milder weer. Na 26 februari bleef het 's nachts matig vriezen, maar overdag ging het opwaarts met de temperatuur. Ik herinner me het schaatsen op een opgespoten voetbalveldje van VUC in Den Haag. Iedere dag werd de sneeuwlaag dunner en ging het ijs in de middag meer kapot door de dooi. Met het verdwijnen van de sneeuw kwam op 5 maart het kwik definitief boven nul (4 maart had De Bilt nog -5,3) en was het einde van de grote winter een feit.

Had 1963 dan geen extreem koude dagen? Het is maar wat je extreem noemt. Het laagste etmaalgemiddelde was in De Bilt -11,2 op 17 januari; het laagste minimum -18,2 op 18 januari; toen mat Joure -20,6 op de ochtend van de Elfstedentocht (Reinier Paping, eeuwige roem). Op 18 en 19 januari was het wel bijzonder koud door de combinatie van matige vorst in de middag en veel wind. De laagste maximumtemperaturen werden gemeten op 2 januari met -7,7 en 10 januari met -7,9.

Is er voor 2002 nog uitzicht op winterweer? Ik heb mijn hoop gevestigd op februari, al moet ik zeggen, dat ik de onhandigheid van de winter ook dan zie uitlopen op rommelig winterweer. Ook Jan Versteegt ziet nog wel ontwikkelingen aankomen in de laatste fase van januari die opnieuw tot winters weer gaan leiden. In de weerkaarten die het ECMWF presenteert voor de komende dagen is dat nog niet af te lezen. Wel zie je, dat een strakke westcirculatie boven Europa nog steeds niet van de grond komt.

Bron (gegevens in het verleden) : KNMI

pijl terug

Winterbulletin no. 21 door Cees van Zwieten

(11-01-02)

Extreme kou

Nu de winter tijdelijk omschakelt naar de Antoon-lente, richten we de blik eens op een spraakmakende winter in het verleden. Ik bedoel 1987, toen in korte tijd een dikke ijslaag ontstond. Het was de eerste week van januari al aan de koude kant, met af en toe sneeuw en de winter lag duidelijk elders in Europa op de loer, waarbij de stroming meest noord-zuid gericht was. Op vrijdag 9 januari heeft De Bilt 4 achtereenvolgende vorstdagen achter de rug, waarin het koudegetal op 5,2 is gekomen. In de nacht van 9 op 10 januari komt de winter, met niet zo veel wind overigens, definitief huishouden in Nederland. Ik herinner me dat goed : ik sliep er onrustig van. Zaterdag 10 januari was een schitterende winterdag met voortdurend dalende temperatuur : rond middernacht was het -9,0 in De Bilt en dat was meteen de maximumtemperatuur voor zondag! Na zondag stond het koudegetal voor De Bilt al op 24. Maandag maakte ik, samen met mijn schaatsvriend Ed, meteen een grote schaatstocht in de Alblasserwaard en we waren vrijwel de eersten op maandagochtend; prachtig diepzwart ijs, dat mooie messcherpe gekras bij -12 tot -8, een tocht om nooit te vergeten. Men vertelde ons dat we op plaatsen hadden gereden, waar het de vorige dag (misschien ochtend?) nog had open gelegen!

Dat was de start van een buitengewoon koude week. Op Terschelling kregen ze er dat weekend ook nog 40 cm sneeuw bij. In De Bilt was er een reeks van 16 vorstdagen, waarvan van 10 t/m 20 januari 11 ijsdagen. Van die ijsdagen waren er 5 met strenge vorst op rij en zelfs een dag met een maximum van -10,6! Dat was de beroemde dag, 14 januari 1987, waarop het KNMI waarschuwde voor scherpe kou met veel wind overdag; extreem koud met gevoelstemperaturen tot -35. Wij hadden destijds geen dubbel glas in de huiskamer; om 12 uur in de middag zaten de ramen in de kamer van onder tot boven onder de ijsbloemen, terwijl er gewoon gestookt werd!

Die dag, 14 januari 1987, was één van de koudste dagen van de 20-ste eeuw. Ik heb er nog een aantal uitgezocht met een gemiddelde beneden -13 en in chronologische volgorde gezet. (Alle gegevens gelden voor De Bilt en zijn afkomstig van de site : www.KNMI.nl )

Datum	Tgem	Tmin	Tmax	Gem. windkracht
14- 2-29	-13,9	-18,9	-9,7	3
19-12-38	-13,3	-14,8	-10,6	4
20-12-38	-13,3	-14,8	-11,3	3
26- 1-42	-14,4	-23,4	-11,2	4
27- 1-42	-14,4	-24,8	- 4,8	4
 1- 2-56	-13,7	-15,8	-11,0	4
16- 2-56	-14,5	-21,6	- 7,0	3
14- 1-87	-13,2	-15,2	-10,6	4

Je ziet, het kan nog kouder dan in 1987. Er is één dag bij uit de legendarische februari 1929 en twee uit de koudste februari van de eeuw : 1956. Als je de meetreeksen uit die maanden ziet, sta je versteld van de kou; je vraagt je af of zoiets in het nieuwe klimaat nog mogelijk is. Ik wil niet suggereren, dat dit niet het geval is; we weten dat gewoon niet. Bovendien moet je bedenken, dat in het verleden ook reeksen van jaren voorkwamen met vrijwel geen winterkou. In een volgend bulletin meer over die extreme kou in het verleden.

pijl terug

schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact