schaatsthuis verhalen archief ijskansen websporen contact

Bulletins 00-01 :
bulletin 1
bulletin 2
bulletin 3
bulletin 4
bulletin 5
bulletin 6
bulletin 7
bulletins 8 tm 15
bulletins vanaf 16
Bulletins '99-'00

< < < vorige < < <


Het copyright van deze site en haar inhoud, voor zover niet anders vermeld, berust bij Johan Grootveld.

Overname van afbeeldingen of teksten alleen na toestemming, met link en bronvermelding.

Site design:
Johan Grootveld / Blinksoft


Winterbulletin no 7

18-12-2000 door Cees van Zwieten
...

Wat nu, wat nu? Paniek onder de voorspellers? Gaat het toch vriezen, en wel in de kerstvakantie? Rainer Dettmann (Berlijn) verwacht voor Berlijn in december eerst nog mild weer, maar gemiddeld 0,6 te koud. Dat betekent, dat de tweede helft van december echt koud wordt!

Daarmee bevestigt hij mijn prognose van een koude 2e helft van december, zoals in mijn bulletin no 6. Röder geeft voor december een duidelijk afwijkende drukverdeling, met hoger bij Groenland en lager bij noord-Rusland en op het zuiden van de Atlantische oceaan. Dat betekent, dat de oceanische druksystemen zuidelijker komen te liggen in de tweede helft van december. Ook dit bevestigt de prognose van kou.

Het KNMI geeft in de 9-daagse voorspelling op zondag (gisteren) een kans van 50% op een vorstperiode met ijsdagen in de periode 23 t/m 26 december. Vandaag ziet het er naar uit, dat in het kerstweekend een overgang naar zachter weer plaats vindt. Zeker is dat zeker niet, maar het doet ook de kans op een witte kerst toenemen! Een echt witte kerst, met een laag sneeuw op beide kerstdagen lijkt me niet zo waarschijnlijk.

Op de voorspellingen van het ECMWF (European Centre for Middle-range Weather Forecast) zie ik wel ontwikkelingen die de sterke weststroming blokkeren, maar nog niet direct een ontwikkeling naar stabiel koud winterweer. Mijn verwachting blijft : licht winters in de rest van december. Ik vul dat nu aan met : in januari veelal te zacht weer, maar in de eerste helft een (kleine) vorstperiode. Van februari verwacht ik opnieuw geen winterweer, hooguit een beetje kwakkelen met een paar zware nachtvorsten.

Winter 81/82, ja die had bijna alles. Na die plotselinge strenge vorst en enkele mooie schaatsdagen op zaterdag (19-12) en zondag, wordt het een beetje choatisch, maar het blijft winteren. Op maandag (21-12) maak ik met Ed Sonneveld en Jan de Schipper een tocht : de "Twee provinciën Poldertocht", met start in Polsbroek. Het sneeuwt bijna de hele ochtend. Dan gebeurt in de avond het volgende : In het hele land vriest het, tot –11 in Eelde, maar in Zuid Limburg is het +2! De vorst houdt nog een paar dagen aan, maar met de kerstdagen is het rond het vriespunt. Maar overal ligt een pak sneeuw, tussen 10 en 20 cm, zodat we een echte witte kerst meemaken. Vanaf 28 december zet (tijdelijk) de dooi in.
(Wordt vervolgd.)

Maar deze winter? Een verlegen sujet is het. Hij verstopt zich nog, maar zal toch wel even tevoorschijn komen. Hij zal zich echter weer gemakkelijk laten verdrijven. Hoe lang hij het vol houdt, is moeilijk te zeggen, maar : houdt de schaatsen gereed en breng de conditie op peil.
Voor het geval dat!

Witte kerstdagen gewenst, Cees van Zwieten

pijl terug

Winterbulletin no 6

12-12-2000 door Cees van Zwieten
Onderdanen van Thialf,

Mijn humeur is vandaag stukken beter dan gisteren. Hoe kan dat? Gisterenavond daalde mijn humeur tot een dieptepunt : alweer regen met toenemende zuidwestenwind, alweer een golf van die superzachte lucht. Maar vandaag ontdek ik, dat er verandering in de lucht zit. Gisteravond voelde ik nog iets van walging opkomen over de aanloop van dit winterseizoen; gisteren en vandaag berichten over records wat betreft warmte en late vorst. Deze decemberdagen is de temperatuur normaal voor half oktober of eind april. Dat doet me denken aan 1974 : toen was december zachter dan oktober!

Maar vanochtend : eindelijk een kentering! Niet interessant voor schaatsers, die kunnen beter doorgaan naar de volgende alinea. Nee, meteorologisch gezien is er een ommekeer : de brede ZW-stroming boven Europa wordt eindelijk afgezwakt en tijdelijk gestopt. Dit heeft twee belangrijke gevolgen : bij ons NW-wind met daling van de temperatuur tot normale waarden (0 in de nacht en +6 overdag), en in Scandinavië invallen van de winter. Ook in Rusland wordt het kouder. Zo komt dan eindelijk een situatie tot stand, die normaal al in november optreedt. En vorst bij ons? Reken maar op de eerste nachtvorst rond het weekend. Ik denk dat de tweede helft van december een licht winters karakter krijgt, zonder dat er van een echte vorstperiode sprake zal zijn. Een witte kerst? Over een week weten we meer.

En dan het vervolg van de winter 1981/82 :

In de nacht van zondag 13 op maandag 14 december trok een sneeuwgebied over ons land. In Schiedam dooit het maandagochtend, maar in het noorden van het land vriest het bij oostenwind. En dan : het wordt zomaar winter, want de volgende depressie kan geen vuist meer maken bij ons en trekt zuidelijk van ons land langs. Vanaf dinsdag blijft het bij ons ook vriezen; niks oostenwind, niks hogedrukgebied boven Scandinavië, de kou is hier gewoon ontstaan uit stralingsvorst boven het sneeuwdek.
Woensdag (16-12) zie ik nog voor me :

"Matige vorst en mistig weer; om een uur of 12 doet de zon een poging door de mist heen te branden en dat lukt eigenlijk niet. De kou is hier neergeploft en blijft zitten waar ie zit! Op donderdag en vrijdag is het nog kouder; op beide dagen maximum -7 ŕ -8 in Rotterdam. 's Nachts vriest het op veel plaatsen streng. Op zaterdag is het , wat mij betreft, zo ver : een schaatstocht over de Rotte. Het is opgeklaard en aanzienlijk minder koud, zo rond het vriespunt en er is weinig wind. Het is onwerkelijk mooi op het ijs. Een felle zon schijnt op een besneeuwd landschap; op het ijs ook wat sneeuw. Gekrioel op het ijs en prachtig weer; ik ga op een gegeven moment op mijn jas in de zon zitten : het lijkt wel strandweer!

Wordt vervolgd,         Cees.

pijl terug

Winterbulletin no 5

8-12-2000 door Cees van Zwieten
Beste ijsvrienden,

Ohet moment, dat ik op de weerkaarten enige kentering zie in het stromingpatroon bij noord-Europa, en dus ook afkoeling, lijkt het bij ons nog steeds een combinatie van herfst en lente. We wachten gelaten af. Terugkomend op mijn verhaal van 4 december nog het volgende :
In het schitterende boek "Weer een eeuw" van Harry Otten, Jacob Kuiper en Tom van der Spek zijn de gegevens van alle 1200 maanden van de eeuw (althans tot en met 1999) te vinden : getallen en aanduidingen van bijzondere situaties, zoals hittegolven, noodweer, vorstperiodes, sneeuwstormen etc. Voor mij ook een prachtig naslagwerk om vage herinneringen uit een ver verleden, zoals de jaren 50, te kunnen plaatsen.

In het 4e bulletin haalde ik de winter van 84/85 aan als vergelijkbaar seizoen wat betreft de late vorst. Nu blijkt uit genoemd boek het volgende :
november in het zuiden vorstloos, maar in het noorden op 17 november ijzel! Hieruit blijkt, dat er half november al een portie kou in Europa aanwezig was; echte kou, want anders komt het in november niet tot ijzel. Dat betekent, dat de winter van 84/85 zich in de herfst al "warm liep", al was daar in een groot deel van ons land niets te merken. Zo gaat de vergelijking tussen 84/85 en 00/01 nu al geheel mank, want heel Europa zucht onder deze uit de hand gelopen zachte herfst.Dat betekent overigens niet, dat deze winter ook vorstloos zal verlopen. Natuurlijk sluit ik een vorstperiode niet uit; deze winter zal wel een keer uit zijn hol komen, maar ik verwacht niets van formaat, misschien een paar dagen schaatsen. We wachten af wat december doet, in deze maand zal het kwik toch eens gaan zakken!

Ik vind het wel leuk om nu eens een vroege winter in gedachten terug te roepen : 81/82. Die merkwaardige winter, die begon met een uit de hand gelopen stralingsvorst boven een sneeuwdek, zo rond 15 december, met een witte kerst en die als een nachtkaars uitging rond 15 januari, op het moment, dat er weer serieus over de tocht der tochten werd gesproken. Na wat kwakkelig weer met NW-wind en natte sneeuw op 4 december gebeurt er het volgende (volgens mijn winterdagboek van dat jaar) :

"Op maandag (7-12) klaarde het niet echt op. Ik verwacht weer natte sneeuw van een nieuwe depressie. Die natte sneeuw viel dinsdag overdag, maar 's avonds kwamen de eerste echte sneeuwbuien los; het sneeuwde van 20.30 uur tot 22.30 uur. De weerkaart toont een krachtig hogedrukgebied boven Oost-Groenland en een uitgebreid lagedrukgebied boven Noord- en West-Europa. Depressie volgen een zuidelijke baan en Nederland blijft nu in het gebied met koude lucht liggen! " Op zondag 13 december, als ik deze woorden schrijf, valt mij op, dat deze situatie zeer persistent is en bel daarom mijn vriend Ed om hem op de hoogte te brengen van mijn inschatting van de situatie : erg winters. En dan lees ik verder : "Woensdagochtend : verkeerschoas met 170 km files i.p.v. de gebruikelijke 40 km. Door de opklaringen in de ochtend is alles opgevroren. Voor het eerst weer een echte winterdag : zon en sneeuw."

De situatie verandert daarna weinig : tot vrijdag valt er vrijwel geen sneeuw, maar de temperaturen blijven laag. Die dag (11 december) valt er opnieuw wat sneeuw door een depressie die juist ten zuiden van ons land passeert. Zaterdag is het vrijwel windstil en vallen er nog wat sneeuwbuitjes.
En dan gebeurt het , net als vorig jaar (1980) op 7 december : in de buurt van Schiphol daalde de temperatuur tussen 3 uur en 6 uur in de middag van 0 naar –11 , met mist ! En nu dan weer, zoals te verwachten was, die buitengewoon snelle daling : om 6 uur –9 op Rotterdam en Schiphol. Het gevolg is : veel kettingbotsingen, 30 bij Leidschendam, 20 in Noord-Holland; 20 gewonden waarvan 4 ernstig. Ik begrijp niet, dat het KNMI voor dit soort situaties niet waarschuwt. Het fenomeen van stralingsvorst boven verse sneeuw is toch bekend bij meteorologen! De dagen daarna bleef het kwakkelen tot dinsdag 15 december. Hoe het toch tot schaatsen kwam voor kerst, daarover verder in het volgende bulletin.

Gegroet,         Cees.

pijl terug

Winterbulletin no 4

4-12-2000 door Cees van Zwieten

Nu er toch geen sprake van winter is, is het maar beter om een paar extra bulletins te schrijven. Dan gebeurt er tenminste nog iets.
Het wordt steeds gekker met deze winter : in Zweden zijn op allerlei plaatsen novemberrecords gesneuveld; ik bedoel absolute records sinds het begin van de waarnemingen. Een greep uit het assortiment (bron : Jan Visser in Trouw van 4-12-00):
Stockholm : 7,0 oude record 5,4 in 1772
Uppsala : 6,0 oude record 4,7 in 1822 en 1847 (normaal is : 1,3)

Je zou bijna denken dat we gewoon een maand achterlopen. Oktobertemperaturen in november, novembertemperaturen in december ! Als gevolg van dit alles is de temperatuur van de Noordzee en de Oostzee ook ver boven normaal. Dat betekent, dat NO-wind nog weinig kan opleveren aan winterkou. Als het al ooit tot noordoostenwind komt! Het opmerkelijke is, dat de stroming boven bijna geheel Europa al maanden Zuid tot Zuidwest is. Normaal verandert het patroon van tijd tot tijd, al is het maar om eens plaats te maken voor noordwestenwind; in dat geval treedt ook vaak nachtvorst op, zeker als de wind voor kortere of langere tijd afneemt. Niets daarvan dit jaar : nog nergens in het land is op normale waarnemingshoogte (1,5 m) vorst gemeten. Nu is dit op zich geen uniek verschijnsel, ook de winter van 84/85 had heel laat de eerste vorst. Ik kom daar verderop in dit bulletin nog op terug.

Zaterdag 1 december stond er in Trouw een artikel over het verband tussen elfstedenwinters en het aantal zonnevlekken. De schrijver heeft van de webstek van NASA een grafiek binnen gehaald waarop vanaf 1850 tot 2000 het aantal waargenomen zonnevlekken is weergegeven. Daaronder heeft hij de elfstedenwinters aangegeven. Zijn conclusie is, dat elfstedentochten alleen gehouden werden in jaren met maximaal 50 zonnevlekken. Topjaren hebben 200 tot 250 zonnevlekken. Als ik zijn grafiek goed lees zie ik de conclusie als zeer slordig : het gaat om jaren met niet meer dan 100 zonnevlekken.
Opvallend is wel, dat het merendeel van de elfstedentochten in de buurt van de minima liggen en dat de laatste vier tochten (63, 85, 86 en 97) vielen in jaren met 10 tot 25 zonnevlekken. De minima in het aantal zonnevlekken treden ongeveer om de 11 jaar op; dat is al een oud verhaal en op basis daarvan heb ik al eens een strenge winter in het midden van de jaren 80 voorspeld. Ruwweg lijkt het statistisch verband wel duidelijk, maar er zijn toch wel een paar opvallende zaken :

  • De barre winter van 1890/91 ligt precies bij een minimum.
  • De groep winters 40, 41 en 42 ligt zo'n beetje tussen een maximum en een minimum, waarbij 42 nog het dichtst bij een minimum ligt; alle drie ongeveer 50 zonnevlekken.
  • Er zijn ook zeer koude winters geweest zonder elfstedentocht : 79 en 96 ; in 79 waren er juist veel zonnevlekken; 96 valt juist bij een minimum van minder dan 10.
  • Als je de minima van de 2e helft van de 20-ste eeuw naloopt, dan valt op, dat het minimum rond 1975 geen enkele winter van formaat heeft opgeleverd. Wat is er in die jaren gebeurd? Eigenlijk alleen zachte winters en 75 zelfs extreem zacht!
  • De laatste zonnevlekkenminima waren : 86 en 96 ; we zien daar clusters van bijzondere winters namelijk : 85-86-87 koud tot zeer koud en dan 96 zeer koud en 97 gemiddeld normaal maar met elfstedentocht. Bij 97 moet aangetekend worden, dat de kou bij ons maar ruim drie weken duurde, maar dat de circulatie boven Europa eigenlijk veel langer abnormaal is geweest : het begon begin december en was pas tegen begin februari afgelopen.
  • Op dit moment zitten we boven de 150 zonnevlekken met het maximum nu of binnen een jaar. Het volgende minimum is rond 2006 tot 2007 te verwachten.

Mijn conclusie : omdat er geen causaal verband is aangetoond tussen het aantal zonnevlekken en het weer in Europa, maar slechts een statistisch verband, kunnen we de kans op een strenge winter klein achten dit jaar (en misschien ook de komende 4 jaar).
Harde uitspraken zijn er niet te doen. Wel heb ik het idee, dat de winters waarin geschaatst kan worden, in het nieuwe klimaat (sinds 1988) zwakker zijn geworden.
De grote winters zullen blijven, met iets minder allure misschien, en van de kleinere winters zullen er een aantal te zwak blijken om voldoende schaatsijs op te leveren; als voorbeelden zou ik suggereren : 90 met één dag schaatsen ; 94 met één weekend in november en een paar dagen in februari met alles op dun ijs ; 98 met twee keer vorst zonder voldoende ijs en 99 één dag schaatsen in november (voor de waaghalzen) en één dag schaatsen in februari na de beroemde sneeuwweek.

En nu weer die late vorst : ook de herfst van 84 had een bijzonder late eerste vorst, ik meen ergens in december; de winter groeide uit tot een zeer koude, met een elfstedentocht. Maar kijk eens naar het verhaal over de zonnevlekken : 85 had er bijzonder weinig en zat in een duidelijke cluster van koude winters rond een minimum. Die situatie is er nu niet en daarom acht ik het optreden van een soortgelijke, late winter uitgesloten. Ja, je leest het goed : "UITGESLOTEN" . Het klinkt aanmatigend, maar in dit geval loop ik graag het risico om als voorspeller op m'n bek te gaan.

Dan nog wat nieuws van de Sint :

  • Zijn er natte pepernoten, Koude winter uitgesloten
  • Sint op daken koud en glad, Wat een schaatsen wordt me dat.
  • Vindt de Sint het weer zo mooi, Tot aan maart blijft dan de dooi
  • November zacht als in april, Een zot die dan nog schaatsen wil

Sint keert woensdag terug naar Spanje, Wordt't een winter zonder franje? Zijn voorspellers te vertrouwen? Moet je je training daar op bouwen? Ga gerust je eigen gang, Wees voor Röder ook niet bang, Pas in maart zullen we het weten, Dan is Thialf pas echt te meten. Winters zijn niet te vertrouwen, Binnenbanen gaan we bouwen, Rijd je in de Uithof nog, In Capelle komt ie toch! (?)

Sint en Pieterbaas.

pijl terug

Winterbulletin no 3

30-11-2000 door Cees van Zwieten


Waarde glaciatoren,

Wat winter? Hoezo winter? Als je niet wist, dat ontwikkelingen in het weer grillig kunnen zijn,zou je de moed nu al volledig opgeven! Temperaturen van 15 graden of meer, een zachte herfst zonder een greintje vorst (hortensia's staan nog in bloei in onze tuin), een nauwelijks winters Scandinavië, de natste herfst sinds eeuwen in Noord-Holland. Het lijkt allemaal nergens op. Zelfs kreeg ik laatst op een avond de vreemde sensatie, dat het een voorjaarsavond was! Moeilijk te verklaren, want het kan toch niet met geuren te maken hebben en bovendien is het in de herfst wel eens vaker zacht weer.

Maar nu de prognoses. Het beeld is voor mij sinds het vorige bulletin eigenlijk niet veranderd.

  • Oktober zonder gewenste temperatuurdaling
  • Onrustige en zachte/ natte november. Over de hoeveelheid onweer in november heb ik niet zo'n duidelijk beeld; uit mijn eigen waarneming kom ik niet tot "veel onweer", dus wat dat betreft geen slecht signaal voor de winter.
  • Geen ontwikkelingen in de luchtdruk, met sinterklaas voor de deur, die ook maar in de verste verte aan winter doen denken. Een zeer slecht teken volgens mij. Echt koude winters doen in deze tijd meestal reeds van zich spreken. (63, 70, 79, 86, 96, 97)
  • Alle termijnvoorspellingen die ik gezien heb, spreken over een te zachte winter; daarbij maakt Röder het wel erg bont met 2 tot 3 graden boven normaal.
  • Een duidelijk wintervisioen heb ik niet gehad, maar de speldenprikken op dit gebied gaan in de richting van natte sneeuw. Als ik mijn voorjaarsgevoel van vorige week als visioen zou moeten interpreteren, dan is het voorjaar al begonnen, m.a.w. absoluut geen winter dit jaar.
Kortom, weinig opwekkende berichten.

In een vorstloze winter geloof ik zelf overigens niet ; de grilligheid van ons weer kan nog wel voor een kleine verrassing zorgen. En zoals we weten uit de winter van 84/85 kan het stromingsbeeld op het Europese continent heel plotseling radicaal omslaan. Herinneren jullie je dat nog : binnen een paar dagen sloeg de stroming om naar een krachtige NO-stroming met strenge tot zeer strenge vorst als resultaat. De eerste kouperiode duurde ongeveer 17 dagen. Een tweede volgde in februari; deze duurde ongeveer twee weken en leidde tot de elfstedentocht op 21 februari. Dat was trouwens wel de eerste echte dooidag, met water op het ijs. We zien het allemaal nog wel voor ons : kletsnat ijs en Evert van Benthem, die met een kapotte schaats over de finish gaat en schuin naar achteren kijkt of hij zijn concurrenten inderdaad te snel af is; prachtig beeld, hoewel de ambiance het jaar daarop een stuk mooier was : strak blauwe lucht, vorst en mooi ijs.

Op de baan dan maar,

Cees van Zwieten

pijl terug

Winterbulletin no 2

14-11-2000 door Cees van Zwieten


Beste wintervrienden,

Het zijn slechte tijden voor de schaatsliefhebbers, behalve voor diegenen, voor wie schaatsen betekent : rondjes op de Uithof.
Als we de vooruitzichten op lange termijn bekijken, de komende tien jaar, dan zijn de berichten weliswaar niet éénduidig maar toch weinig opwekkend. Zo is er een suggestie, dat de opwarming, die nu toch duidelijk aan de gang is, ook een versterkte westcirculatie met zich meebrengt. Dat betekent vooral voor de winters : warmer weer de komende tien (20, 30, 40 ?) jaar. Maar dit is nog allerminst zeker, want de versterkte westcirculatie van de afgelopen 12 jaar (uitzondering in de winter van 95/96) wordt door anderen als een tijdelijk fenomeen gezien. Dan zou er de komende jaren weer hoop zijn op schaatswinters.

Maar nu de winter van 2000/2001.
Voorlopig, als hij er al is, verstopt hij zich; nog nergens in Europa, ook niet in het uiterste noorden is het echt winter. Meestal komt de eerste koudegolf in Rusland al eind oktober en krijgt begin november de winter vaste vorm in Noord-Scandinavië. Tot nu toe overheerste in Europa een zuidelijke stroming, die overigens nog steeds niet helemaal verdwenen is.
Over de signalen die ik tot nu toe opving ben ik somber gestemd :

  • De maand oktober liet geen duidelijke temperatuurdaling zien; begin oktober was koel, en eind oktober was zacht. De statistiek wijst uit, dat koude winters vaak vooraf gegaan worden door een oktober waarin de temperatuur in de loop van de maand zo'n 3 tot 5 graden daalt. Niets daarvan dit jaar.
  • Volgens Röder krijgen we een zachte winter, met in januari een positieve temperatuurafwijking van 3,5 graden en in februari van 2,6 graden. Ook december wordt aan de zachte kant, maar merkwaardig genoeg verwacht hij dan een positie van hoge- en lagedrukgebieden die meer aan winter doet denken.
  • Deze zeer natte herfst doet mij een beetje te veel aan 1998 denken. Toen volgde een winter met vrijwel geen beschaatsbaar ijs. Wel viel er eindelijk weer eens een flinke hoeveelheid sneeuw.

Samenvattend :
ik voorzie voorlopig geen mooie winter, eerder een zachte winter met mogelijk een paar uitschieters met sneeuw en strenge stralingsvorst.
Wisten jullie overigens, dat het in de winter van 67/68 een keer -22 geweest is ergens in het land? Dat was verder een winter om, als schaatser, snel te vergeten. Zoiets dus.
Helaas, ik kan er op dit moment niets meer in zien.

Tot schaats, Cees van Zwieten

pijl terug

Winterbulletin no 1

22-10-2000 door Cees van Zwieten


Wintervrienden,

Gek is dat, hoe mooi de zomer ook is, eind september of begin oktober kijk ik altijd uit naar frisser weer, naar herfst, naar gekleurde bladeren. En dat niet alleen vanwege de naderende winter, maar ook vanwege de saaiheid van het eind van de zomer : we hunkeren naar verandering.

Maar die winter! Het gaat natuurlijk toch weer kriebelen; al dagen kijk ik naar de weerkaartjes of het misschien in Rusland of Scandinavië een keer wil gaan vriezen. Tot die tijd lijkt de winter nog ver weg. Maar vandaag is het dan zover : in het uiterste noorden van Europa wordt sneeuw gemeld met maximumtemperaturen van ongeveer +2. Het lijkt wat aan de late kant, maar dat zegt volgens mij helemaal niets.

Wat gaat deze winter doen? Meer dan vorig jaar? Volop ijs? Weer een kwakkelwinter? Het is nog te vroeg voor een prognose, al zijn onze vrienden in Berlijn al wel zo ver: het zou weer een zachte winter worden. Laat ik de signalen die ik opgevangen heb eens op een rij zetten :

  • In juli was er een sterke neiging tot een hogedrukblokkade tussen IJsland en Noorwegen, in de winter een ideale plaats voor koud winterweer. We kennen de gevolgen : veel koud en somber weer in juli. Wat dit zegt voor de winter? Ik weet het niet, maar het leek me een licht positief signaal.
  • De bronst van de Edelherten op de Veluwe was laat dit jaar. Mogelijk in verband met een lange of late winter? (Aangenomen dat deze dieren dit op deze wijze voorvoelen)
  • Oktober gedraagt zich tot nu toe vrij netjes, maar het is nu afwachten hou koud de derde decade van oktober uitvalt : is dit 3 tot 5 graden kouder dan de eerste decade, dan is er sprake van verhoogde kans op een koude winter.
  • In Berlijn wordt alweer een zachte winter voorspeld. Vorig jaar moest in ieder geval Röder zijn voorspelling in de loop van de winter omgooien, dus wie weet?
  • Ik ben op grond van de serie van drie zachte winters op rij van mening dat de kans op een zachte winter niet zo groot is. Ik ga er nog steeds van uit, dat de kans op een strenge winter geen dobbelspel is, maar dat de wintertemperatuur allerlei golfbewegingen kent, zodat zachte periodes altijd gevolgd worden door koude. Maar in ons nieuwe klimaat ben ik geneigd te denken aan een verhoogde kans op zachte winters.

Pas in november is er weer iets meer over te zeggen, we houden de vinger aan de pols.

Groeten,
Cees van Zwieten

pijl terug