Archief bulletins 2017-2018

Winterbulletin 25 (30-4-2018); door Cees van Zwieten

Strenge winter?

Toen we dachten dat de winter voorbij was kwam de kou in het weekend van 17 en 18 maart nog een keer terug. De drukverdeling leek sprekend op die van eind februari: directe aanvoer van extreme koude lucht uit het noorden van SIberië. De kou was minder heftig dan aan het eind van februari; maar toch voelde het op zaterdag winters koud aan met overdag temperaturen onder 0 en een krachtige wind. In De Bilt steeg het koudegetal nog met 2,6 punten tot 34,1.

De maand maart bleef gemiddeld veel te koud vergeleken met het 30-jarig gemiddelde. Met 4,7 graden was maart iets kouder dan december (4,9) en duidelijk kouder dan januari (5,6). Het gevolg was dat het voorjaar zeer laat op gang kwam. Tot Pasen lag de natuur er kaal en nog wat bruin en geel bij. De grote grazers in de Oostvaardersplassen kwamen voedsel te kort. Dat laatste gaf een heel andere discussie, maar daar gaat het hier niet om.

In veel media werd, mede naar aanleiding van het gebeuren in de Oostvaardersplassen, gesproken over “de strenge winter”. Een late kou met een pittige vorstperiode aan het eind van de winter geeft kennelijk aanleiding hiervoor. Het klopt, vanaf ongeveer 15 februari was het koud en tijdelijk zeer koud voor de tijd van het jaar. In de tweede week van maart was het iets aan de zachte kant, maar dat neemt het karakter van “een koude maart” niet weg. Ondanks dat tijdelijk zachte weer liet de natuur het in eerste instantie afweten; zo’n week was te kort om de groei echt op gang te brengen. Strenge winter? Nee, natuurlijk niet, het was zelfs geen koude winter. De gemiddelde temperatuur over de wintermaanden was met 3,7 graden een klein beetje (0,3) boven normaal. Ook het koudegetal, dat doorgerekend wordt tot en met maart, geeft met 34,1 een beeld van een normale winter, aan de zachte kant. Gemiddeld scoort een winter in De Bilt ongeveer 45.

Is dit inflatie van de terminologie? Hoewel je er over kan twisten welk getal er aan het begrip “strenge winter” moet worden gehangen, een strenge winter zal toch veel kouder zijn dan normaal. En deze winter was ongeveer normaal en iets aan de zachte kant. Het lijkt wel of het collectieve geheugen maar een paar maanden duurt. Een koude periode vanaf half februari lijkt het beeld van de hele winter bepaald te hebben. Voor ons als schaatsers was het een winter met een aangenaam en verrassend slot. Toch nog een vorstperiode met een paar dagen schaatsen. Op een strenge winter kunnen we slechts hopen.

De getallen gelden voor De Bilt.
Bron, met veel dank: Koninklijk Meteorologisch Instituut, KNMI.

Winterbulletin 24 (4-3-2018); door Cees van Zwieten

Beter laat dan nooit

Het is vrijwel zeker dat dit het laatste winterbulletin is van dit seizoen, nu deze winter zijn kunstwerk heeft afgeleverd en voltooid. Vandaag is vooral in het noorden van het land nog enige tijd geschaatst. De dooi viel in de loop van de dag het hele land binnen waarbij Terschelling en Vlieland de prijs kregen voor de hardnekkigste winter: rond het middaguur kwam de temperatuur daar boven 0. Op dat moment was het kwik in Rotterdam gestegen tot ruim 6 graden en in Maastricht tot bijna 12 graden. Om 14 uur zat ik in de zon bij ongeveer 10 C; wat een snelle overgang van winter naar lente! Want vrijdagochtend stond ik nog bij -6 in de krachtige oostenwind bij het ijs.

Het is niet zo uitzonderlijk dat maart nog wat winterweer vertoont. Vijf jaar geleden nog was maart bijzonder koud en in 2008 viel er op de paasdagen (23 en 24 maart) hier en daar een pak sneeuw. In 2005 pakte de winter ook nog heel laat triomfantelijk uit; de vorst viel vanuit het noordoosten op 27 februari het land binnen, toen met een krachtige stroming zeer koude lucht over Scandinavië en Finland naar west Europa kwam. De wind viel daarna snel weg, wat tot gevolg had dat het in de ochtend van 28 februari matig en plaatselijk streng vroor. Twente -12,2 was de topper. Ook ontstond een complex lagedrukgebied in onze omgeving dat de oorzaak was van zeer zware sneeuwval in het noorden van het land, tot plaatselijk meer dan 30 cm. In het zuiden viel op 2 maart ook een pak sneeuw, maar daar waren de gemeten hoeveelheden niet zo uitzonderlijk. Toen op 3 maart drogere lucht uit het noordoosten binnen kwam klaarde het op en de temperatuur ging extreem omlaag. Vrijwel overal werden recordwaarden gemeten met in Marknesse de spectaculaire waarde van -20,7. Marknesse ligt in het gebied waar de overvloedige sneeuw viel en die dikke laag verse sneeuw maakte de uitzonderlijk snelle uitstraling mogelijk; om 15 uur gaf de thermometer -1,5 aan, vervolgens om 18 uur -5,8 en om middernacht al -18,6.

Iets verder terug vinden we in maart 1987 vooral in het noorden van het land een vorstperiode die begon met zware ijzel en sneeuw op 1 en 2 maart. Er volgde een extreem koude week met in Eelde drie maal strenge vorst en een serie van 6 ijsdagen. In Eelde werd in maart een koudegetal van 54,1 opgebouwd. De vorst bleef tot 15 maart, toen met westenwind de koude lucht uit het hele land verdreven werd. Die winter had dat jaar al eerder voor extreme kou gezorgd in het midden van januari; op herhaling was er een korte vorstperiode rond 1 februari en in de derde fase kwam een uitzonderlijk koude eerste helft van maart, uniek voor de recente historie.

Wat heeft deze winter ons nu opgeleverd? Naast veel sneeuw op 10 en 11 december natuurlijk die vorstperiode van 9 dagen, van 23 -2 t/m 3-3, die heftig was door de zware transportkou, die gepaard ging met veel ijsvorming in de Waddenzee en sneeuwval met stuifsneeuw op de Waddeneilanden. Het koudegetal van deze vorstperiode staat op 26,7. De hele winter heeft een koudegetal van 31,5. Daarmee staat dit jaar op de 35-ste plaats van onderen af; dat wil zeggen dat er 34 winters zachter waren sinds 1901. Kijken we naar de laatste 30 jaar, dan zien we 2018 in het midden staan: 15 winters waren kouder en 14 zachter. Een andere manier is om naar de gemiddelde temperatuur over de drie wintermaanden te kijken, wat ons voor 2018 het predikaat (iets) te zacht oplevert. De drie wintermaanden gaven een gemiddelde temperatuur van 3,8 tegen de normale waarde van 3,4. Daarmee is dan de kou van 1 t/m 3 maart gemist in de statistiek; en die dagen gaven een gemiddelde van -3,4. Het was weer eens een winter van “beter laat dan nooit”, want van alle koudepunten werd slechts 0,5 voor 1 februari bijeen gesprokkeld. Op 6 en 7 februari kwam er 4,8 bij en de rest kennen we.

Bron temperatuurgegevens: KNMI
Tenzij anders vermeld: gegevens van De Bilt

Winterbulletin 23 (2-3-2018); door Cees van Zwieten

Mooi besluit

Vandaag was het voor het hele land de mooiste schaatsdag. Op veel plaatsen was er dan toch op beperkte schaal ijs aanwezig, voldoende om een stukje weg te kunnen rijden. De winter gaf vandaag nog geen krimp met in de ochtend weer lage temperaturen. Benoorden de lijn Goes-Sittard werd matige vorst gemeten; zo gaf Rotterdam -6,6 als minimum en Twente -9,4. En dat nog steeds bij die krachtige oostenwind. Op veel plaatsen was het opnieuw een ijsdag. De Bilt heeft er nu drie op een rij. Dat lijkt niet veel, maar sinds 2013 hebben we geen serie ijsdagen meer gehad. En dan nu voor een deel in maart. De vorstperiode is vandaag weer met een dag verlengd en in De Bilt heeft deze periode een koudegetal van 21,3 gekregen tot afgelopen nacht om 0 uur. Vandaag zullen er een kleine 4 punten bij gekomen zijn.

De winter geeft zich nog niet direct gewonnen nu een front vanuit het zuiden het land intrekt. Het brengt een beetje sneeuw in het zuiden en midden van het land, mogelijk een paar centimeter. Daarbij blijft het in het noorden van het land droog en dalen de temperaturen weer naar -7 of -8. In het zuiden blijft de vorst licht. Het noorden van het land blijft ook morgen in het restant van de droge, siberische lucht zitten met maxima rond het vriespunt; in het zuiden wordt de lucht vochtiger en daar gaat de temperatuur het meest omhoog, tot ongeveer +6. Later op de dag volgt daar opnieuw neerslag in de vorm van regen of natte sneeuw. Zondag komt geleidelijk het hele land in minder koude lucht terecht. De wind draait naar zuidoost en daarmee worden in de loop van de dag ook uit het noorden de laatste resten van de droge en koude lucht verdreven.

Voor het schaatsen betekent dat voor het zuiden dat het niet meer gaat. Er zal morgen wat sneeuw liggen en de temperatuur gaat al in de ochtend boven 0 komen en de dooi van de middag met +6 doet de rest. In het midden van het land zal het in de ochtend nog gaan, mits er niet te veel sneeuw valt. Als er eenmaal sneeuw op het ijs ligt lijkt me de situatie al bedenkelijk, omdat de geschiedenis van het ijs niet meer te zien is. In het noorden zal er weinig of geen sneeuw liggen en de temperatuur komt in de middag pas boven 0, waarschijnlijk niet meer dan +2 in Overijssel en omstreeks 0 in het uiterste noordoosten. Dat betekent daar: nog een schaatsdag. Zondag zou een vroege vogel in het noordoosten nog even kunnen schaatsen maar verder is het over en sluiten want de dooi maakt het ijs nat en zwakker. Zo komt er een eind aan een bijzondere vorstperiode; de winter heeft ons met die vorstperiode een mooi besluit geleverd met een paar schaatsdagen tot in maart toe. Wie had dat begin februari gedacht?

Winterbulletin 22 (1-3-2018); door Cees van Zwieten

Schaatsen in maart

Inderdaad, dat is wat op diverse plaatsen mogelijk was en wat ik ook gedaan heb vandaag: een stukje Graafstroom in de Alblasserwaard. In dat gebied was ook te zien dat niet overal ijs lag. Kleine en grote windwakken maakten daar een flink stuk doorschaatsen moeilijk, zo niet onmogelijk. Morgen zal daar niet veel aan veranderd zijn. Op veel plaatsen in het land werd zo goed en kwaad als mogelijk was, geschaatst. Waar zondag of maandag al ijs lag is het tot een redelijke dikte gekomen en daar komt in de komende 12 uur nog iets bij. De lichte tot matige vorst met veel wind doet zijn werk, ook in het in stand houden van de windwakken.

Morgen zal opnieuw een goede schaatsdag worden met temperaturen in de middag van +2 in het zuiden tot -2 in het noorden van het land. Daarbij neemt de oostenwind in kracht af naar matig in het binnenland. Later komt een sneeuwgebied vanuit het zuiden ons land binnen. Die sneeuw zal in de loop van de middag in het uiterste zuiden beginnen en in de loop van de avond en nacht verder naar het noorden trekken. Daarbij verliest het neerslaggebied zijn activiteit zodat de sneeuw hoofdzakelijk beperkt blijft tot het zuiden en midden van het land. Een sneeuwdek van enkele centimeters wordt verwacht in het zuiden van het land. Zaterdag komt geleidelijk iets minder koude lucht het land in waarbij in het uiterste zuiden van het land de temperatuur tot ongeveer +6 of +7 kan oplopen. In het uiterste noorden blijft de temperatuur in de middag rond het vriespunt steken. Een beetje sneeuw, ijzel of regen is mogelijk.

Het lijkt er dus op dat vrijdag de laatste schaatsdag wordt. Zaterdag misschien nog in het noorden van het land. De dagen daarna zal de temperatuur overdag ruim boven 0 komen, met het nodige verschil tussen noord en zuid. In de nacht en ochtend is nog lichte vorst mogelijk, maar dat heeft geen betekenis meer voor het ijs; dat wordt snel onbetrouwbaar. Intussen is het koudegetal in een aaneengesloten reeks opgelopen tot 16,6 waarmee een vorstperiode een feit is. De eerste sinds 2013. De hele meteorologische winter geldt als iets te zacht met een gemiddelde temperatuur van 3,8 tegen 3,4 normaal over de drie wintermaanden. Ook het koudegetal, dat tot omstreeks 25 zal oplopen scoort vrij laag, evenals het aantal vorstdagen. Met 36 vorstdagen zijn we nog ver verwijderd van de 60 die De Bilt normaal krijgt van 1 november t/m 31 maart. Ook het aantal ijsdagen zal het normale aantal van 6 niet halen. Na vandaag staan we op 2 en de derde zal morgen vermoedelijk niet gaan lukken.

Winterbulletin 21 (28-2-2018); door Cees van Zwieten

Historisch

De Winter van 18 schrijft historie op de drempel van de lentemaand. De tweede golf Siberische poollucht zorgde vandaag voor extreem koud weer. Extreem voor de tijd van het jaar, want nooit was het in overdag zo koud op 28 februari (sinds1901). Het maximum was in De Bilt -4,6 bij een matige tot vrij krachtige oostenwind. Die oostenwind maakte het in het hele land snijdend koud; een toestand die ik me slechts van heel lang geleden herinner. Ik moet terug naar 1996/97 om een dag te vinden met een vergelijkbare of koudere toestand. Nu we het toch over extremen aan de rand van de winter hebben: 21 november 1993 kon er ook wat van met 3 tot 4 graden vorst als maximum bij een matige oostenwind.

Al met al een historische situatie waarbij de Waddeneilanden te maken kregen met stuifsneeuw, harde wind bij -6 tot -7. Vandaag kreeg ik beelden van Ameland te zien die aan 1979 deden denken. In het hele land waren de maximumtemperaturen extreem laag: ongeveer -6 in het oosten en noordoosten, rond -5 in het midden en -2 tot -4 in het zuiden. De verwachtingen waren op dit punt iets te voorzichtig. Opvallend was vandaag de kou op 1,5 km hoogte (in het 850hPa-vlak). Die bereikte waarden -18 in het zuidwesten tot -20 in het noordoosten. Zo extreem laag hebben we dat lang niet gehad. Ook eind februari 2005 kwam het zo laag niet. Het is een maat voor de extreme kou die wordt aangevoerd. Bij -20 op 1,5 km kan het aan de grond niet warmer worden dan -5. In de winter blijft het daar meestal onder, in januari doorgaans vele graden.

Het schaatsen blijft een heikel punt. Het nieuws bracht ons vandaag een dramatisch ongeval door slecht ijs. Diverse mensen zijn door het ijs gegaan en in Schipluiden leidde dat tot het weer sluiten van de ijsbaan om 11 uur in de ochtend. Hieruit blijkt eens te meer dat de ijs-aangroei zich niet houdt aan de ijspluimen. Ik begin steeds meer te denken dat de invloed van de zon hier een rol speelt. Bovendien zijn bijna overal grotere of kleinere windwakken gebleven. De toestand zal morgen beter zijn, nu we een nacht tegemoet gaan waarin het al vanaf 18 uur matig vriest met minima tussen -8 in het zuiden tot -10 in het noorden en oosten. "Beter" betekent niet dat het ijs betrouwbaar is. Winterplaza houdt het morgen op 8 cm ijs in het midden en 7 cm in het westen; dat is dan wat het ijs kan zijn, maar niet overal is. Zorg dat je de toestand ter plaatse kent voor je op het ijs gaat, ga niet alleen, mijd de randen van oude windwakken en schaats niet over sneeuw.

De komende nacht dus bitterkoud met -9 in een groot deel van het land bij een matige tot krachtige oostenwind. Morgen in het zuiden iets meer bewolking met temperaturen om het vriespunt. In het noorden meer zon en temperaturen van -2 tot -4 graden. In de loop van donderdag gaat de wind geleidelijk afnemen. In de nacht naar vrijdag opnieuw lage temperaturen, van -6 in het zuidwesten tot -9 in het noordoosten. Vrijdag overdag kruipt het kwik naar het vriespunt; in het zuiden mogelijk 1 of 2 graden erboven. De dooi-aanval die volgt wordt in iedere run van de weermodellen iets verder weggeschoven. Vrijdagavond kan het gaan sneeuwen in het uiterste zuiden van het land. In de nacht naar zaterdag zal het vooral in de noordelijke helft van het land vriezen en het is onduidelijk wannneer de dooi intreedt. Het meest waarschijnlijke is dat de temperatuur in de loop van zaterdag gaat oplopen tot enkele graden boven 0, met name in de zuidelijk helft van het land. Het hangt van de neerslag af of die dag nog geschikt is als schaatsdag.

Winterbulletin 20 (27-2-2018); door Cees van Zwieten

IJsperikelen

Het blijkt onder de gegeven omstandigheden moeilijk om aan te geven hoe het ijs zal groeien. De ijspluimen lijken niet meer dan een indicatie voor ijs dat er zondag al was en sindsdien heeft kunnen groeien. Er zijn twee factoren die ons parten spelen, namelijke de sterke wind en de sterke instraling van de zon. Het is eind februari en dan is die instraling aanzienlijk groter dan in december en de eerste helft van januari. Vandaag konden we horen dat het in Arnhem niet lukte een goede ijsvloer op te spuiten en goed te houden. Door de instraling van de zon, bij toch iets te hoge temperatuur, was de betonbaan onder het ijs te warm geworden waardoor het ijs daar een weinig wegsmolt. Het andere bericht dat ik vernam kwam uit Schipluiden: het ijs was daar nog steeds niet dik genoeg. Ook daar wind en vermoedelijk ook de zon die de aangroei belemmerden. De vereiste 40 mm was nog niet overal bereikt.

De temperatuur wil wel de komende dagen. In de komende nacht stroomt met een toenemende oostenwind nog iets koudere lucht binnen. Vanavond om 21:30 uur zagen we al waarden van tussen -7 en -8 in het oosten van het land en -5,4 in Rotterdam. Dat gaat hard, maar de toenemende wind zal een rem zetten op de afkoeling. Plaatselijk in het oosten zal het -10 tot -11 worden en elders varieert het minimum morgenochtend tussen -4 plaatselijk in Zeeland tot -7 à -9 elders. Ook op de Waddeneilanden is het koud. Vandaag viel daar opnieuw sneeuw en niet bevestigde berichten spreken van meer dan 15 cm op Ameland. Bij een krachtige en af en toe harde wind bij -5 tot -6 zal het ook daar bijzonder koud aanvoelen; met stuivende sneeuw. Morgen overdag blijft het overal vriezen met maxima tussen -1 en -4. Dat levert een zeer koud etmaal op met mogelijk een bijdrage aan het koudegetal van 5 of iets meer. Goed voor de ijsvorming, maar opnieuw schuilt hier een gevaar in de sterke wind.

Het ziet er nu naar uit dat de kou nog tot en met vrijdag blijft. Donderdag zal het overdag waarschijnlijk overal weer onder 0 blijven en vrijdag maxima rond het vriespunt. In de nachten vriest het overwegend matig en de oostenwind neemt op vrijdag weer iets af. De verwachte dooiaanval zien we in de modeluitvoer weer ietsjes later verschijnen en de sneeuw die daar bij hoort zal waarschijnlijk pas op vrijdagavond in Zeeland en zuid Limburg beginnen. Dat betekent vanaf nu nog drie koude etmalen met ijs-aangroei waar het dicht ligt en onoverzichtelijke ijsvorming op plaatsen waar het nu nog open ligt.

Met deze temperaturen zou je gaan rekenen op dik ijs en dat rekenen KNMI en Winterplaza ons ook voor. Voor midden Nederland komt de ijspluim van het KNMI op woensdag, donderdag en vrijdag respectievelijk op 7, 9 en 11 cm. Winterplaza met 6, 8 en 10 cm. Voor het westen zie ik bij Winterplaza ruim 4 op woensdag, 7 op donderdag en 9 op vrijdag. In de praktijk zullen we met onbetrouwbare stukken ijs en misschien nog wel grote windwakken te maken krijgen. Als je ergens gaat schaatsen, zorg dan dat je de situatie ter plaatse goed kent of laat je informeren over de geschiedenis van het ijs. Blijf één meter af van de randen van dichtgevroren windwakken.

Winterbulletin 19 (26-2-2018); door Cees van Zwieten

Sneeuw

Nu de zeer koude lucht over west Europa is uitgestroomd komen de sneeuwverrassingen aan bod. Vaak zie je in onze omgeving sneeuwbuien of een sneeuwstoring ontstaan als een dikke laag zeer koude lucht hier aanwezig is. Vandaag ontstonden er talrijke kleine sneeuwbuitjes, vooral in het uiterste noorden en in Limburg. De atmosferisch omstandigheden maakten dit mogelijk onder andere doordat de lucht iets vochtiger was geworden dan gisteren. Dat vocht zal uit de Oostzee afkomstig zijn nu we lucht uit het noordoosten aangevoerd krijgen. De temperatuur kwam overal ongeveer tot het vriespunt. Komende nacht zijn er wat wolkenvelden en een enkel sneeuwbuitje in het noorden. Doordat de wind iets afneemt zal het flink afkoelen. In het midden en zuiden gaan we naar minima van -7 tot -10. In het noorden zal de bewolking de afkoeling iets temperen.

Nu iets over het ijs. Terwijl de KNMI-ijspluim vandaag een cm of 4 à 5 ijs aangaf zagen we ook vandaag weer veel open water. Plassen en meren liggen vooral in het midden en westen nog gedeeltelijk of geheel open. Waar ik in mijn buurt ijs heb gezien in brede sloten waren er ook windwakken. Wat vermoedelijk goed dicht is gevroren zijn de poldersloten. Dit open water door wind maakt mij een beetje sceptisch tegenover de ijspluimen. Op veel plaatsen voldoet het ijs eenvoudig niet aan de verwachte waarden en dat zal dus ook voor morgen en de dagen daarna gelden. Op dit moment zie ik voor het midden van het land bij het KNMI op woensdag 7 cm ijs. Bij Winterplaza is dat ook ongeveer 7cm. Voor het westen kunnen we er zeker 1 centimeter vanaf trekken. Voor donderdag wordt bij beide 2 centimeter meer berekend.

De vraag is wat we met deze waarden kunnen. Alleen op plaatsen waar vandaag enkele centimeters ijs lag kunnen deze getallen waarde hebben. Verder moeten we het nog zien. Er is een positief punt en dat is het feit dat vannacht de wind wat gaat afnemen. Het is dus mogelijk dat vannacht veel water dicht vriest. Gebeurt dat, dan gaan we op woensdag mogelijk naar 4 en donderdag naar 6 tot 7 centimeter. Het blijft op grote vaarten oppassen voor grote en kleine windwakken. Overigens: ijsclub Vlietland in Schipluiden had vanochtend ijs van 2,0 tot 6,2 cm. De meeste wakken waren dicht gevroren. Dat kan dus wel op ondiep water.

Morgen wordt het weer een koude dag, vergelijkbaar met vandaag. Op veel plaatsen kan de temperatuur net iets onder 0 blijven. In de nacht naar woensdag zijn sneeuwbuitjes mogelijk en gaat de wind toenemen; het gaat weer vrijwel overal matig vriezen. Woensdag wordt een zeer koude dag met maxima van -1 tot -4 graden bij een oostenwind kracht 4 of 5. De nacht naar donderdag matige tot strenge vorst met minima van -7 to -11 bij nog steeds die oostenwind. Overdag iets onder 0. Vanaf vrijdag komt de dooiaanval, waarvan nog steeds niet geheel duidelijk is hoe die precies afloopt. Wel zal er sneeuw gaan vallen, later op de dag mogelijk regen, en de verwachting is in ieder geval dat de temperatuur vanaf vrijdag gaat stijgen.

Winterbulletin 18 (25-2-2018); door Cees van Zwieten

Nog kouder

Vandaag was het een prachtige winterdag met temperaturen in de middag van 0 tot +1. In het noorden van het land dreven een paar kleine sneeuwbuitjes binnen. Elders was het stralend zonnig bij een diepblauwe arctische lucht. De wind woei nog steeds met kracht 4 uit het oostnoordoosten. Met de vorming van ijs is het niet overal geweldig gesteld. Ik las dat de ijsbaan in Schipluiden vanochtend 2,2 tot 3,0 cm ijs had met een paar windwakken. Zelfs heb ik op buitenwater bij Maasland nog geheel open water gezien. Grote stadsvijvers lagen ook nog gedeeltelijk open. Het feit dat op het Paterswolder Meer geschaatst is vandaag duidt erop dat het ijs in het oosten en noordoosten in ieder geval dikker is. Ook daar echter een windwak dat zo te zien een aanzienlijk deel van het meer besloeg.

Nu eerst een korte blik op de situatie en de vooruitzichten. Vandaag stroomde dus de arctische lucht binnen en dat was te zien en te voelen. Temperatuur en dauwpunt waren tegenover gisteren een paar graden lager. De komende nacht kunnen we temperaturen verwachten van -4 in het uiterste zuidwesten tot -7 plaatselijk in het oosten van het land. Morgen wolkenvelden en af en toe zon. In het noorden is opnieuw een sneeuwbuitje mogelijk. Maxima rond het vriespunt bij een matige noordoostenwind. In de nacht naar woensdag vriest het opnieuw matig en dan passeert een kleine storing met zeer lage temperaturen op 5 km hoogte, tot beneden -40. Veel neerslag zal daarbij niet vallen en na passeren van de storing stroomt aan de grond nog iets koudere lucht binnen met op woensdag maxima enkele graden onder 0. In de nacht naar donderdag vriest het 5 tot 10 graden bij nog steeds matige en af en toe vrij krachtige oostenwind. Donderdagochtend is het dan ook bijzonder koud met die lage temperaturen en oostenwind kracht 4 of 5. Vrijdag wordt mogelijk een serieuze dooiaanval ingezet door een depressie die van Biskaje naar Ierland trekt. Hoe deze dooiaanval verloopt is nog niet te zeggen; waarschijnlijk gaat er wel sneeuw vallen.

Het ijs wordt een ingewikkeld verhaal. Het westen zal er anders uitzien dan het oosten en noordoosten van het land. Bovendien geven de ijspluimen een beeld dat ik nog niet vertrouw. De KNMI ijspluim geeft nu op woensdag 7 cm of iets meer en donderdag 9 cm. De pluim gaat uit van 5 cm op maandagochtend en dat zal alleen plaatselijk het geval zijn. Windwakken en plekken die later zijn dichtgevroren maken de situatie onoverzichtelijk. Winterplaza houdt het ook op ongeveer 7 cm op woensdag en ruim 9 cm op donderdag. Voor het westen van het land lees ik voor woensdag ruim 5 cm en donderdag 8 cm af. Ook hier gelden de bedenkingen in verband met de wind. Als de kou vrijdag stand houdt kunnen we er overal nog 1,5 cm bij tellen. Dat ziet er toch vrij gunstig uit. De raad is: kijk goed waar de oude en nieuwe stukken ijs liggen. Randen van oude wakken zijn altijd goed herkenbaar; blijf daar minstens een meter vandaan.

De samenvatting van dit alles: een ongewoon koude week op de overgang van februari naar maart. Grote kans op schaatsen in op 1 en 2 maart. Dit hebben we lang niet gehad. De laatste keer dat ik schaatste in maart was op 2 maart 1986, maar dat was een heel andere situatie: het had al 4 weken gevroren en het ijs was 25 tot 30 cm dik. Voor 1986 was het in 1971 met de koudegolf in maart en in 1963 als uitloop van de grote winter.

Winterbulletin 17 (25-2-2018); door Cees van Zwieten

Wind

De zeer koude lucht stroomt binnen en dat is te merken aan de lagere temperaturen vanochtend. De minima varieerden van -6 tot -7 in het uiterste oosten naar ongeveer -4 in het westen. In de middag iets boven 0 en plaatselijk kan het zelfs op 0 graden blijven steken. Komende nacht op de meeste plaatsen matige vorst bij een matige oostenwind. Dat er in het noorden een paar kleine sneeuwbuitjes gaan vallen zal de ijsontwikkeling vermoedelijk weinig schaden. In tegenstelling tot de publieke omroep spreekt het KNMI niet van strenge vorst in de komende dagen; -8 is het laagste dat ik in de verwachting zie staan.

Gisterenavond gaf de pluim van het KNMI toch weer iets minder ijs op woensdag, namelijk 6 cm. Het ziet er dus naar uit dat het woensdag minimaal is in theorie, en in de praktijk bedenkelijk op open water doordat de wind een rol speelt bij dichtvriezen. We wachten de ontwikkelingen af. Misschien gaat het donderdag of vrijdag nog wel. De verwachtingen op termijn zijn heel onzeker.

Winterbulletin 16 (23-2-2018); door Cees van Zwieten

Diep winters in maart (?)

Er is weinig nieuws te melden. De plannen liggen klaar en de uitvoering in de komende drie dagen kan ons niet meer ontgaan. En dat houdt in dat de zeer koude lucht zondagochtend vroeg ons land binnen stroomt en in de late avond het hele land bedekt heeft. Morgen zal het weer weinig verschillen van dat vandaag; er blijft een matige oostenwind staan met minima van -3 tot -6. Morgen gaat het omlaag met maxima van +2 in het noordoosten tot ongeveer+ 4 in het westen. Er is opnieuw veel zon. In de nacht naar zondag gaan de minima nog wat lager komen, van -3 of -4 in het zuidwesten tot -6 of -7 in het noordoosten. Overdag zal het weer iets kouder aanvoelen doordat de temperatuur bij 0 tot +2 blijft steken. De matige oostenwind en de droogte van de lucht maken het voor het gevoel duidelijk kouder dan zaterdag. Maandag gaat het nog weer ongeveer een graad naar beneden. Het blijft zonnig met een matige noordoostenwind. Overdag kan de wind aan de kust vrij krachtig worden.

Het weer vanaf zondag zal leiden tot ijsvorming en als we de verwachting voor dinsdag en woensdag er even bij nemen, zien we vooral woensdag de ijsvorming theoretisch nog versnellen. Overdag zal er niets meer wegdooien. Er is echter een complicatie en dat is de wind. Grote wateroppervlakken zullen moeilijk dichtvriezen en wakken kunnen overdag bij windkracht 4 voor stroming gaan zorgen. Dat betekent dat de berekende ijsdikten die opgegeven worden niet overal van toepassing zullen zijn. Wat die ijsverwachting betreft: deze is voor woensdag praktisch onveranderd vergeleken met gisteren. Het KNMI geeft 7 tot 8 cm en Winterplaza 8 tot 9 cm. Dat geldt voor het midden van het land op water van 1 meter diep. Klein en ondiep water kan iets eerder voldoende ijs hebben om te schaatsen. Weilanden en ijsbanen met heel ondiep water kunnen er dinsdag en misschien al maandag bij zijn. Voor het overige: we houden de vinger aan de pols en zullen morgen zien of de ijsverwachting voor woensdag stand houdt.

Zoals uit de ijsverwachting blijkt gaan de weermodellen er van uit dat de vorst een aantal dagen stand houdt. Volgens de voorlopige verwachting zal dinsdag het weer sterk op dat van maandag lijken met maxima rond 0 en minima van -5 tot -8. Dat betekent voor een deel van het land een ijsdag (maximum onder 0). Er komt een beetje bewolking waaruit een vlok sneeuw kan vallen. Woensdag zal een tweede golf koude lucht ons bereiken waarbij de temperaturen nog iets omlaag gaan. Bij een oostenwind kracht 4 en maxima van -2 tot -4 zal het diep winters koud aanvoelen. De minima komen op ongeveer -8 en in het oosten zelfs op ongeveer -10 te liggen. Donderdag verschilt waarschijnlijk nog weinig van woensdag. De trend op langer termijn is dat een depressie invloed krijgt op ons weer. Dat betekent grotere kans op neerslag enige stijging van temperatuur.

Winterbulletin 15 (22-2-2018); door Cees van Zwieten

Zware kou nadert (2)

De naderende siberische kou is al een paar dagen in het nieuws. Soms wordt het in de media aangedikt (de beer is los, we krijgen -15!) en soms wordt er wat laconiek over gedaan (… en na zondag wordt het kouder). Wat voor mij vast staat, is dat we met een bijzondere situatie te maken krijgen; die situatie is aan te duiden met diepe transportkou. Dat komt lang niet iedere winter voor, soms moet je er meer dan 10 jaar op wachten. Het woord “transportkou” duidt aan dat er een grote hoeveelheid koude lucht met een grote snelheid wordt aangevoerd. Het kan ook alleen echte transportkou zijn als de koude luchtlaag dik is; en dan hebben we het over lucht die uit de poolstreken komt maar over land wordt aangevoerd. Aan al deze voorwaarden zal met grote waarschijnlijkheid worden voldaan vanaf zondag. Het gaat om een grote massa zeer koude lucht waarin op 1,5 km hoogte in het brongebied temperaturen tot onder -20 voorkomen. Aan de grond vriest het daar ongeveer 30 graden. De koude lucht aan de grond is bij transport aan opwarming onderhevig. De kou op hoogte verandert iets minder en staat garant voor een beperking van de opwarming. Door instraling van de zon zal het bij ons niet tot zulke lage temperaturen overdag komen, maar de verwachting is wel dat het een paar dagen ook overdag zal blijven vriezen.

Is dat scenario zeker? Nu spreken over woensdag is een behoorlijke overschrijding van de 3 dagen termijn. Er zit dus nog onzekerheid in, maar de verwachting is, met eensgezindheid van verschillende weermodellen, de laatste dagen zo constant dat ik denk dat de werkelijkheid er niet ver vanaf zal zitten. En dan het ijs: harde prognoses zijn niet te maken, een voorzichtige verwachting van een redelijk ijsvloer op het grotere water is inmiddels wel te geven. De ijsgroeimodellen geven voor woensdag ongeveer dezelfde waarden als gisteren. Voor het midden van het land 8 cm volgens het KNMI en volgens Winterplaza. De grootste onzekerheid zit in de ijspluim van het KNMI; volgens deze is tussen 6 en 8 cm het meest waarschijnlijk.

Voor de ontwikkeling van het weer deel ik de verwachting in drie perioden in: 1. de zekere periode; 2. de periode van enige onzekerheid en 3. de trend op lange termijn. Voor de zekere periode ga ik uit van drie dagen, de minder zekere 4 tot 7 dagen vooruit.

1. Voor zeker valt nu aan te nemen dat de komende dagen de zeer koude lucht op transport gaat in onze richting en dat de instroming ervan in de vroege ochtend van zondag (25-2) gaat beginnen. Tot die tijd is er aarzelende ijsvorming, vooral op ondiep water waarbij overdag daar weer een heel beetje van kan wegdooien.

2. De minder zekere periode moet de koudste worden, van maandag tot en met donderdag (1-3). De temperatuur daalt waarschijnlijk verder met de mogelijkheid van één of meer ijsdagen met in de nacht en vroege ochtend meest matige vorst. Hoe koud het precies wordt is nog enigszins onzeker. In de koudste oplossing zal het woensdag misschien 2 tot 4 graden vriezen in de middag bij minima van -8 tot -11. Het zou ook best een tikje minder kunnen uitvallen. We zien de laatste dagen de modeluitvoer nog iets heen en weer bewegen. In alle gevallen is het bijzonder koud voor de tijd van het jaar en zal het schaatsen beginnen, zeker op ondiep water; wat minder zeker is het voor de grote vaarten en plassen. De wind kan op groot water een spelbreker zijn bij de ijsvorming.

3. In de trend-periode lijkt de kou onder druk te komen van een oceaandepressie, waarvan de koers onzeker is. Bij een zuidelijke koers zal het kouder blijven dat bij een meer noordelijke. Er kan sneeuw gaan vallen. Zelfs of die depressie wel in de buurt van ons komt is nu nog niet te zeggen. Er is ook een mogelijkheid dat de kou, zei het iets getemperd, stand houdt.

Winterbulletin 14 (21-2-2018); door Cees van Zwieten

Zware kou nadert

Wat ons nu wordt vertoond op de verwachtingskaarten is buitengewoon. Vanuit noord Siberië en omgeving Nova Zembla wordt de komende dagen uiterst koude lucht aangevoerd. In noord Siberië nabij de Oeral worden op dit moment maxima van omstreeks -30 gemeten. Op transport naar west Europa wordt de lucht wel opgewarmd, maar doordat de koude luchtlaag dik is gaat dit niet zo snel. In het voor ons gunstigste geval komt over 5 of 6 dagen het maximum niet verder dan -1 tot -3. En dat is voor eind februari bijzonder laag.

In de vorige alinea sprak ik van “het gunstigste geval”. Dat is een mogelijkheid waarvan de kans geleidelijk stijgt. Zeker is nu wel dat de zeer koude lucht ons land in de nacht van zaterdag op zondag vanuit het noordoosten begint binnen te stromen. Het Europese en Amerikaanse model zitten nu wat dat betreft op één lijn. Dat betekent dat op zondagavond in groot deel van het land de lucht behoorlijk is afgekoeld, met name op de hoogte van 1 tot 1,5 km. Aan de grond zien we dan maxima van ongeveer 0 in het noordoosten tot +2 in het uiterste zuidwesten. Het vervolg zullen we nog zien, maar de modellen zijn tamelijk eensgezind over de prognose voor de dagen daarna: nog iets kouder. Inmiddels zijn de ijspluimen verbeterd. Het virtuele ijs op woensdag is ongeveer 6 tot 8 cm in het midden van het land. Het kan ook minder zijn, en eventueel iets meer.

Het zou te wensen zijn dat deze situatie zich in januari zou voordoen. Het effect zou veel groter geweest zijn. De situatie is een beetje vergelijkbaar met 4 januari 1985, 10 januari 1987 en 27 februari 2005. In al die gevallen naderde zeer koude lucht ons vanuit het noordoosten. Vooral 87 was de aangevoerde lucht extreem koud, kouder nog dan nu het geval zal zijn. In 85 ging de inval gepaard met sneeuw en ook daarna viel er sneeuw. Boven de verse sneeuw ging in de nacht van 7 op 8 januari de temperatuur onderuit naar waarden tot omstreeks -25 in het midden van het land. In 2005 herinneren velen zich het enorme pak sneeuw dat volgde en de temperatuurrecords op 4 maart, tot -20 in Flevoland. Sneeuw lijkt er nu voorlopig niet aan te pas te komen. Aanwezigheid van een sneeuwdek zou de kou nog heviger hebben gemaakt.

Winterbulletin 13 (20-2-2018); door Cees van Zwieten

Virtueel ijs

Nu de verwachting in grote lijnen voortdurend hetzelfde blijft slaat de wintergekte toe. We gaan schaatsen! Volgende week marathon op natuurijs! Zelfs het E-woord werd genoemd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dat E-woord op een zeer bedenkelijke site ter sprake kwam. Hoe zeker is dat ijs van betekenis? Als we de ijspluimen bekijken zien we toch pas in het komende weekend een behoorlijke ijsgroei beginnen. En dat is over 4 tot 5 dagen. Wel ver weg nog, zou ik zeggen. Dik ijs wordt in de pluimen zichtbaar op termijn van een dag of 8. Beter is het dan te spreken van virtueel ijs.

De situatie is nu dat een hogedrukgebied bij Ierland bezig is samen te smelten met een hogedrukgebiedje boven zuid Scandinavië; morgen ligt de kern boven de Oostzee. Samen met een lagedrukgebied boven de Middellandse Zee zorgt dit voor een oostelijke stroming die vrij koude continentaal polaire lucht aanvoert. Tot zo ver niets opwindend want de vorst blijft beperkt tot nacht en ochtend. Op langere termijn lijkt het te gaan gebeuren: een hogedrukgebied in het poolgebied neemt in betekenis toe en breidt zich uit in de richting van Scandinavië. Tevens trekt een storing vanuit de omgeving van Nova Zembla naar het zuidzuidwesten. Tussen beide druksystemen komt continentaal arctische lucht in Noord Siberië op transport naar west Europa. Dat is de koudste luchtsoort die in onze omgeving mogelijk is. De koude luchtlaag is dik, zodat de zon er in eerste instantie niet zo veel vat op krijgt.

Hoe zal dat verder gaan? Alles wijst er op dat boven Scandinavië over een dag of 5 een krachtig hogedrukgebied ontstaat dat de oostelijke stroming in stand houdt. Dat betekent een serie zeer koude dagen. Echter: nog niet alles is in kannen en kruiken. De verschillen in timing en de verschillen tussen de richting van de stroming van zeer koude lucht tussen de verschillende modellen laat nog ruimte voor twijfel. Praktisch zeker is dat we een behoorlijk lange koude periode tegemoet gaan. Dat het vanaf het weekend kouder wordt is ook wel zeker; de mate waarin is de onzekerheid. Het kan komen tot een paar ijsdagen met minima tussen -6 en -11. Het kan ook nog tegen vallen; tenslotte gaan we met deze prognose al ver voorbij de drie dagen die bij vorstinval als betrouwbaar kan worden gezien.

Winterbulletin 12 (19-2-2018); door Cees van Zwieten

Gematigd positief

Het zal toch niet gebeuren dat in de laatste dagen van februari een vorstperiode begint met schaatsijs? Schaatsen in maart? Nog steeds is het te vroeg om deze vraag definitief te beantwoorden. Als we de weermodellen vandaag bezien dan is het beeld sinds gisteren nauwelijks veranderd. Wel lijkt het er op dat alle modellen in dezelfde richting wijzen. Alleen de timing van de verdere afkoeling is verschillend. Als de grote bel met extreem koude lucht ons land gaat bereiken, dan is dat op zondag 25 of maandag 26 februari.

Voor de komende dagen is het duidelijk: de wind gaat uit het oosten tot noordoosten waaien en voert geleidelijk iets koudere lucht aan met geleidelijk meer zon. De temperatuur gaat in de nacht en ochtend naar -3 tot -6 , afhankelijk van de regio. Overdag blijft het kwik nog ruim boven 0. Dat betekent dat ijsvorming zeer beperkt is en bovendien afhankelijk van de plaats: uit de wind of in de wind, uit de zon of in de zon.

En dan de middellange termijn, vrijdag t/m maandag. Dan zou het moeten gebeuren met vanaf zaterdag/zondag aanvoer van steeds koudere lucht. Hoe precies, dat zullen we zien. De vraag of dit tot ijsdagen leidt (max onder 0) is voorzichtig met ja te beantwoorden. Ik ga hierbij nadrukkelijk verder dan de veilige drie dagen, zodat een slag om de arm wel gemaakt moet worden. Het feit dat alle modellen dit scenario aangeven maakt dat ik gematigd positief gestemd ben over de uitkomst.

Overigens heeft hevige kou zo laat in het seizoen al eens eerder plaats gevonden. Velen herinneren zich de veeg van 27 februari t/m 6 maart 2005. Het geweldige pak sneeuw maakte op iedereen grote indruk. Dat pak sneeuw zorgde voor extreem lage temperaturen op 4 maart, maar voorkwam tevens dat er nog iets van ijs terecht kwam. Heel bijzonder was 1971 toen op 27 februari een vorstperiode begon. Vanaf 2 maart t/m 6 maart bleef het voortdurend vriezen waarbij het in drie maal tot strenge vorst kwam: een officiële koudegolf. Ik heb toen in maart ook geschaatst, hoewel de mogelijkheden beperkt waren door sneeuwval.

Winterbulletin 11 (18-2-2018); door Cees van Zwieten

Stunt?

Wie de weerberichten heeft gevolgd de afgelopen dagen zal gemerkt hebben dat er toch weer sprake is van naderende kou. Kou aan het eind van februari, wordt dat nog wat? Dat is inderdaad de grote vraag: gaat het eind van februari ons nog een leuke verrassing brengen of blijft het bij een paar flinke nachtvorsten, zoals we die ook rond 7 februari hebben gezien? En het antwoord valt nog niet te geven. Laten we hopen dat de winter er meer zin in krijgt dan twee weken eerder.

In ieder geval staan er in de modeluitvoer voor de komende week bijzonder interessante ontwikkelingen op de kaart. Waarschijnlijk zijn deze gestimuleerd door een SSW, een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven het noordpoolgebied. Zo’n SSW gooit meestal de drukverdeling ondersteboven en leidt dan bij ons tot kouder weer. Dat zien we ook nu gebeuren: een hogedrukgebied in het noordpoolgebied, niet ver van Spitsbergen, begint in betekenis toe te nemen en uit te breiden naar het zuidwesten. Later, woensdag en donderdag, gaat zich een krachtige rug van hoge druk vanuit de Britse eilanden ontwikkelen naar het noorden. Hierdoor komt een groot gebied met uiterst koude lucht boven Europees Rusland en noord Siberië in beweging naar het zuidwesten.

Als alles volgens dit plan verloopt zal zich een krachtig hogedrukgebied gaan vormen boven Scandinavië. Het hangt af van de positie van dit hoog, en de ontwikkelingen aan de zuidzijde, in welke mate de zeer koude lucht ons zal bereiken. Als dit lukt krijgen we te maken met één of meer ijsdagen en volop matige vorst in de nacht. Het Amerikaanse model en het Europese zitten niet precies op één lijn wat betreft details, maar beide laten het rond volgend weekend toch verder afkoelen. Dat is voor verwachting van de vorst te ver weg, maar het kan. De ijspluimen laat ik nog even buiten beschouwing.

Wat is er nu dan wel zeker? In ieder geval dat er geen sprake is van aanvoer zachte lucht vanuit het westen. Zelfs zal de wind dinsdag al naar oost gaan draaien bij temperaturen die net iets onder normaal liggen. Afgezien van maandag zal er vrijwel geen neerslag vallen en is er geregeld zon. Vanaf woensdag kunnen we weer op uitgebreide schaal op nachtvorst rekenen; daarna zal de temperatuur wat verder dalen. Hoe ver is dus nog de vraag. Als we de verwachting van het KNMI aanhouden, dan zou het tot en met zaterdag overdag nog enkele graden boven 0 blijven. Dat zijn condities waaronder het ijs niet zo snel groeit. We moeten dus wachten op de verdere ontwikkelingen. Die zijn hoopvol, maar de race is nog niet gelopen. Als alles gunstig valt zou het wel een stunt kunnen worden.

Winterbulletin 10 (13-2-2018); door Cees van Zwieten

Geen ijs

Duidelijker kan ik het niet zeggen; in twee opzichten geldt voor mij deze titel. Deze winter biedt tot op heden geen serieus ijs voor de schaatser en ten tweede is er op dit moment geen ijs en nog geen uitzicht daarop. De tijd dringt intussen want het is 13 februari, waarmee de kans op een echte vorstperiode al klein begint te worden. Het koudegetal in staat op een schamele 4,8 punten. Daarmee staat deze winter nog in de regionen van de zeer zachte winters.

Kan er nog iets van winterweer komen dit jaar? Als we het schaatsen even buiten beschouwing laten is het antwoord: ja. Verschillende weermodellen wijzen op een afkoeling op termijn. Heel onzeker en ver weg, maar een lichtpuntje is dat de poolwervel gesplitst gaat raken. Daarmee is de kans op meridionale (noord-zuid) circulatie of zelfs een tegendraadse met oosten- of noordoostenwind groter. Of dit gerealiseerd gaat worden? Volgende week weten we meer.

Vandaag zitten we in een zuidelijke tot zuidoostelijk stroming tussen een zwakke storing boven Engeland en Frankrijk en een hogedrukgebied ver weg in Rusland. Daarmee wordt vrij droge maar niet erg koude lucht aangevoerd. Vannacht kan het weer op uitgebreide schaal licht vriezen. Later in de week dringt een nieuwe storing op maar het Russische hogedrukgebied lijkt enig tegengas te geven. Voor aanvoer van kou is dit onvoldoende. Echte vorst met lage temperaturen zit er voorlopig niet in.

Winterbulletin 9 (7-2-2018); door Cees van Zwieten

Mooi ijs

Een prachtige winterdag met veel zon en weinig wind. In de ochtend op de meeste plaatsen matige vorst met de laagste waarden in Eelde met -8,3 en Wijk aan Zee met -9,0. Wonderlijk dat vanochtend op de publieke omroep werd gemeld dat het de koudste februarinacht in 7 jaar was met op diverse plaatsen -10 graden. Hoe dan ook, het was een pittig nachtje en het ijs was ernaar; in Schipluiden op de ijsbaan werd vanochtend gemiddeld 2,5 cm ijs gemeten. Of het morgen gaat lukken om de 40 mm te halen betwijfel ik; we zullen zien.

Meer ijs ligt er dan gisteren en ik heb veel mooi ijs gezien in mijn omgeving. De komende nacht en ochtend zal er iets bij komen, maar veel zal het niet zijn. De kans op matige vorst is vooral in het zuidoosten van het land aanwezig; in het westen schuift wat bewolking binnen waaruit een beetje lichte sneeuw kan vallen. Van vorst in het westen en noordwesten moeten we ons niet te veel meer voorstellen. En op termijn gaat de temperatuur geleidelijk omhoog, zowel in de nacht als overdag, en neemt de wisselvalligheid toe waarbij na vrijdag de nachtvorst er wel zo’n beetje uit is. Wie van ijs op ijsbanen en ondiep water wil genieten moet dat morgen doen.

Het koudegetal in nam gisteren toe met 2,1 punten. Ik schat de bijdrage van vandaag op ruim 3 punten waarmee we op ongeveer 6 komen. En vannacht komt er weer iets bij; worden we daar blij van? Laat ik het zo stellen: vandaag heb ik genoten van het prachtige winterweer met die prikkelende kou in de ochtend; het is het weer waar we na die sombere december en januari echt wel aan toe waren. De vorst gaat het helaas niet redden om een serieuze ijsvloer te bewerkstelligen.

Winterbulletin 8 (6-2-2018); door Cees van Zwieten

Gezien

Het is zo ver, het eerste ijs is gezien vandaag en er wordt zelfs gesproken over een ijsbaan die open is. Dat moet een baan zijn met 1,5 cm ijs opgespoten op beton. De vorst van afgelopen nacht was licht en op een enkele plaats iets onder -5. Rotterdam had -4,2 als minimum. Ik zag vanochtend hier en daar ijs liggen en op sommige plaatsen open water. En dan gaat het om grachten en singels in en bij de stad. Gaat het beter worden?

De koude-periode die we nu meemaken is niet robuust. Vandaag komt de temperatuur vrijwel overal iets boven 0. Vanavond gaat het weer snel naar beneden en dan volgt hoogst waarschijnlijk de koudste nacht van de week. Minima van -4 tot -8 zijn mogelijk. Voor Rotterdam zal het wel bij -4 tot -5 blijven en in het noordoosten zie ik wel -7 tot -8 verschijnen. Morgen overdag van 0 in het noordoosten tot +2 in het zuidwesten. Donderdagochtend vriest het weer, meest licht en overdag komt de temperatuur iets hoger uit. Zo gaat de kou er geleidelijk weer uit.

Enige kans op ijs is er nog wel voor het noordoosten, maar in de rest van het land wordt het niets meer met ijs op groter water. Dat sluit niet uit dat hier en daar op ondiep water een laagje ijs van 3 tot 4 cm kan ontstaan waarop vervolgens geschaatst gaat worden. Houd de situatie ter plaatse in de gaten. De ijsbaan in Schipluiden had vanochtend ongeveer 1 cm ijs. Kan morgen ruim 2 worden.

Het eerder genoemde hogedrukgebiedje boven Scandinavië trok naar het noordoosten en verdween in een Russisch hogedrukgebied. Dat ligt vrij ver naar het oosten en heeft voor het weer bij ons geen betekenis. Bij ons is nog wel tamelijk koude lucht binnen gestroomd waarbij de noordoostenwind op dit moment veroorzaakt wordt een depressie in het middellandse zeegebied. Een andere depressie ligt boven de Oostzee. Op de oceaan ligt een groot hogedrukgebied en aan de noordflank daarvan komt de weg vrij voor een front behorend bij een depressie bij IJsland. Of dat bij ons neerslag brengt is nog de vraag. Doorstoten van de kou is bij deze ontwikkeling uitgeloten en eerder moeten verwachten dat we geleidelijk naar hogere temperaturen gaan en wisselvallig weer. Deze koude-periode is dus gezien en zal de boeken ingaan als een krachteloze poging tot echt winterweer.

Winterbulletin 7 (3-2-2018); door Cees van Zwieten

Afwachten

Wat er al een beetje in zat is gebeurd : de ijsverwachtingen zijn naar beneden bijgesteld en geven vooralsnog weinig hoop op serieus ijs. Daarbij : ik denk dat het er morgen weer anders uit kan zien. Laten we maar eens wachten tot er ijs ligt en dan over schaatsen gaan denken.

Op dit moment trekt een kleine storing over ons land naar het zuiden. Na het passeren draait de wind naar noordoost en stroomt geleidelijk koudere lucht binnen. Tot veel vorst zal het nog niet leiden zo lang er nog bewolking over trekt, waarbij hier en daar wat (natte) sneeuw kan vallen. Vanaf dinsdag gaat de vorst toenemen en op die dag is -5 tot -7 als minimum mogelijk, waarbij in de middag de temperatuur iets boven 0 komt. Daarna zien we verder.

Winterbulletin 6 (2-2-2018); door Cees van Zwieten

Twijfel

Schaatsen of niet schaatsen? Het is maar hoe je die vraag opvat. Het is waarschijnlijk dat op ondergelopen weilanden en ander ondiep water in de loop van volgende week geschaatst wordt. Voor het grote werk, bijvoorbeeld de vaarten in Alblasserwaard of de Rottemeren zie ik het nogal twijfelachtig in. Iets meer naar het noordoosten is de kans op ijs ietsjes groter. De uitvoer van de weermodellen van vanochtend laten een tikje minder koud scenario zien. Daarbij moeten we bedenken dat weermodellen met zo’n situatie altijd moeite hebben. We wachten af.

De ijspluim van het KNMI van gisteren geeft voor 1 meter diep water als prikwaarde ruim 5 cm in het volgende weekend. Als we de grenzen bekijken dan ligt dat tussen water van 3 graden en 8 cm ijs. Conclusie: op basis van deze verwachting is het nog vrijwel niets ; bovendien is een verwachting voor 8 dagen buitengewoon onbetrouwbaar. Op basis van de modeluitvoer van vanochtend zal het niet beter zijn. De ijspluim van Weerplaza doet er 0,5 cm bij.

Op de betrouwbare termijn van drie dagen geldt nog steeds: afkoeling maar nog geen ijs. Op de termijn van één week, die in deze situatie dubieus is, is er een klein kansje op voldoende ijs voor het betere schaatswerk. IJsbanen zoals die in Schipluiden maken m.i. een redelijke kans, maar ook daar is het afwachten geblazen. Het motto vandaag is: houd het hoofd koel en de vorm op peil.

Winterbulletin 5 (1-2-2018); door Cees van Zwieten

Opwindend

Het gaat er nu een klein beetje op lijken. Dat wil zeggen: koude lucht boven Scandinavië en noord Rusland komt in het weekend in beweging na het wegtrekken van de depressie die ons nu buien brengt. Daarbij stijgt de luchtdruk boven Scandinavië waardoor zich daar een afzonderlijk hogedrukgebiedje gaat vormen. Vanaf zaterdag gaat de neerslagkans afnemen en wordt geleidelijk drogere en koudere lucht aangevoerd. De wind draait dan via noord naar noordoost.

En nu komt de onzekerheid, want het is nog onduidelijk in hoeverre de zeer koude lucht ons kan bereiken. Als gemiddelde van de ECMWF-pluim zien we vanaf dinsdag wel matige vorst in de nacht en ochtend en temperaturen iets boven 0 overdag. Waarbij de noordelijke provincies de meeste kans hebben op één of meer ijsdagen (maximum onder 0). Als we de termijn van drie dagen in acht nemen moeten we stellen dat t/m zondag de ontwikkeling duidelijk is. Vanaf maandag moet de kou er in meer of mindere mate door komen. Kans op serieuze vorst is er wel maar die is nog allerminst zeker.

De ijspluimen van KNMI en Weerplaza laten nog weinig ruimte om de vlag uit te steken. Bij het KNMI komt er op de heel onzekere termijn van 8 dagen ongeveer 5 cm ijs in zicht in het midden van het land. Dat moeten we maar even vergeten: op die termijn, als dat uitkomt, is het nog steeds erg weinig voor het grote buitenijs terwijl de pluim een grote kans laat voor minder. Weerplaza houdt het op een centimetertje meer, maar ook dat komt pas in zicht op de onbetrouwbare termijn.

Conclusie: het is een opwindende ontwikkeling voor de schaatsliefhebber, waarbij we nog even rondjes moeten draaien op de baan. Ik zou er wel een extra dagje aan wagen, want het kan natuurlijk zomaar gebeuren dat we over ruim een week buiten op het ijs staan.

Winterbulletin 4 (31-1-2018); door Cees van Zwieten

Winter op komst?

Het is heel lang stil geweest op deze pagina. Dat had twee redenen. In de eerste plaats zag ik in de ontwikkelingen van het weer en de luchtdrukverdeling weinig tot geen aanwijzingen dat het langdurige te zachte weer zou omslaan naar winterweer. En verder ben ik bezig om mijn beschrijving van de winter van 1963 uit te breiden en meer achtergrond te geven vanuit krantenberichten. Aan het eind van dit bulletin een stukje over 27 januari 1963 zoals ik dat op het forum weerwoord heb geplaatst.

Al ongeveer twee weken laten de weermodellen veranderingen in het stromingspatroon zien rond of na de maandwisseling. Dan verscheen de ene dag een noordoostelijke stroming met vorst in een modeluitvoer op een termijn van 7 tot 10 dagen en bij de volgende uitvoer van 12 uur later was het weer verdwenen. Het blijft echter steeds terug komen en intussen is de termijn waarop boeiende ontwikkelingen te zien zijn steeds korter geworden. Het is voor mij nu tijd om er over te gaan schrijven.

Wat ook al lang in de modeluitvoer is te zien zijn gunstige ontwikkelingen in het noordpoolgebied. De poolwervel wordt door hogedruk ontwikkelingen uit elkaar geduwd. Dit soort ontwikkelingen zijn ieder jaar wel in één of andere vorm te zien en het hangt van de juiste setting af of het winterse consequenties heeft voor ons. De kans dat dit gaat gebeuren lijkt inmiddels aardig te stijgen. Wat zowel het Europese als het Amerikaanse model ons voorschotelen is een rug van hoge druk die vanaf de Atlatische Oceaan zich gaat uitstrekken naar het noordpoolgebied. Dat zal de kou in Scandinavië versterken en mogelijk op termijn ook bij ons vorst gaan geven.

Voorlopig is er nog onzekerheid, maar in het weekend wordt het zeer waarschijnlijk al kouder. Wat de ECMWF-pluim ons verder voorschotelt zou aanleiding kunnen geven tot speculaties (ijsdagen? matige vorst?). Laten we het er op houden dat het kouder wordt en dat er gerede hoop is op een periode met vorst.

Hier een deel van mijn bericht over de winter van 1963:

27 en 28 januari : Op een ijsschots op de Noordzee

Op zondag 27 januari is het iets rustiger weer, met veel zon. Na en nacht met lichte en in het zuidoosten matige vorst komt de temperatuur in de middag iets boven 0. Geen spectaculair winterweer, wel een spectaculair gezicht op Scheveningen en andere kustplaatsen waar de Noordzee een onafzienbare ijsvlakte was geworden. Alle kranten berichten daarover. In de kustplaatsen was het drukker dan op een gemiddelde zomerdag want heel veel mensen wilden dit bijzondere verschijnsel zien. Een enkeling ging zover om op een schots op zee te stappen en een echtpaar kwam in moeilijkheden toen de schots afdreef en brak.

Het water in Rotterdam is nog niet wat het moet zijn. Op 28 januari wordt nu water ingelaten bij het drinkwaterbedrijf met een zoutgehalte van 510 mg/l. Uit de kraan komt water met 900 mg/l en dat is aanzienlijk boven normaal en dat is te proeven. Morgen verwacht men 700 mg/l en de normale waarde van 300 tot 350 zal pas over langere tijd tot stand komen. Een slimme jongen verkocht gratis verstrekt water aan de deur voor 35 cent per liter. (vergelijk dat maar met € 1,50).

De kolenvoorziening is ook nieuws: de NS lieten 210 extra goederentreinen rijden inzet weekend, waarvan meeste voor vervoer van brandstof, wat wil zeggen hoofdzakelijk kolen. Met 8000 wagons werden olie en steenkool vervoerd vanaf de mijnen in Limburg en de havens van Rotterdam. In Rotterdam werd besloten om scholen die kolen stoken op zaterdag te sluiten. (zaterdagochtend was toen nog schooltijd en werktijd). Het ijs in de rivieren belemmert nog altijd voor een groot deel het vervoer over water. Vervoer over de wegen had in het weekend weer te maken met gladheid.

In de nacht van zondag 27 op maandag 28 valt er weer regen en sneeuw en de temperatuur en er wordt weinig vorst gemeten. Het koudst is opnieuw het zuidoosten met in Zuid Limburg nog minima rond -8 tot -10. In Leeuwarden dooit het dan licht. In de avond komt er in het hele land weer vorst voor. Het blijft nog kwakkelen, zo lijkt het, maar volgens het weerbericht is weer iets koudere lucht onderweg.

Uit het dagboek 1963
——————
27 januari: Rustig weer, vrij zonnig met een matig noordenwindje. Overdag iets boven nul. Op de weerkaart zijn nu twee grote hogedrukgebieden aanwezig : één met de kern boven Engeland en een nieuw hoog bij New Foundland. Bij de Azoren is de druk onverminderd laag. Depressie gaan af en aan over Scandinavië; daar is de vorst dan ook niet hevig en aan de Noorse westkust dooit het. De kou zit voornamelijk in oost en midden Europa. Aan de kust is een uniek schouwspel te zien als gevolg van de barre winter. Door de aanlandige wind van de laatste dagen, draaiend van west naar noord, is een geweldige hoeveelheid drijfijs op de Noordzee naar de kust gedreven. Het spektakel trok veel aandacht en veel mensen gingen naar Scheveningen om het fenomeen te zien. Je zou je bij de poolzee kunnen wanen: ijsbergen en sneeuw op het strand en op zee ijs zo ver het oog reikt. Ooggetuigen spreken van een beklemmend gevoel omdat de zee geen enkel geluid maakte; er was weinig wind en er was geen branding. Die "bevroren zee" ziet men hooguit eens in een mensenleven; de vorige keer dat ijsmassa naar het strand dreven was in februari 1929. De zee zal intussen een temperatuur onder 0 hebben gekregen door de aanhoudende vorst (het vriespunt van zeewater ligt ongeveer bij -2) 28 januari: Er zit enige verandering in de lucht. Bij ons is met regen en sneeuw vannacht vochtiger lucht van de Noordzee binnengedrongen. Koudere lucht is al weer onderweg, maar we moeten nog op een paar dagen kwakkelweer rekenen, aldus het KNMI. Boven Scandinavië is de druk licht gestegen en het hoog bij New Foundland trekt langzaam in noordoostelijke richting, dat is dus richting IJsland. Gaan deze ontwikkelingen de winter weer op de kaart zetten bij ons? Koudegetal : 229,8

Winterbulletin 3 (3-1-2018); door Cees van Zwieten

Prettig gevoel

December bracht ons na de twee dagen met sneeuw niets meer dat aan echt winterweer deed denken. De tweede helft van de maand verliep zeer zacht waardoor het gemiddelde 1,2 graden boven normaal uit kwam. Geen winterweer dus en wel veel neerslag en bedroevend weinig zonuren; in 25 tegen 49 normaal.

Veel schaatsliefhebbers vragen zich inmiddels af of al niet de helft van de winter verloren is en of dit een slecht teken is voor de hele winter. Een bericht over dalende temperaturen in de volgende week doet de hoop op iets beters herleven. Is er kijk op winterweer en misschien wel op schaatsen? We moeten dat nog maar even afwachten. Ik kom daar zo meteen op terug.

Voor een verslag van de winter 1962-1963, dat ik in delen plaats op het forum weerwoord.be, ben ik weer eens uitgebreid in de cijfers en weerkaarten gedoken en heb er nu ook kranten uit die tijd bij gehaald. Ik ben opnieuw diep onder de indruk van wat toen mogelijk was. Na het invallen van de vorst beleefden we een koudegolf van 13 dagen, met een koudegetal van 78, waar alles in zat. Strenge vorst, sneeuw, strenge vorst bij weinig wind en sneeuwjachten met dagenlang matige tot krachtige oostenwind, waarbij de temperatuur ver onder -5 bleef overdag. Een aardig detail is het krantenbericht, met foto, dat bij Wijhe (ten zuiden van Zwolle) iemand 2 januari al de IJssel overstak! Voor wie dat wil lezen, ga naar forum weerwoord. Op iedere dag vanaf 19 december is daar op het algemene forumdeel een aflevering te lezen. Veel scrollen of gebruik de zoekfunctie en typ bv Cees-Rotterdam.

Zo’n winter lijkt in het nieuwe klimaat onmogelijk; een winter zoals in 2010 lijkt vooralsnog het beste dat we kunnen krijgen. We hopen nu maar op een week vorst waarin de ijzers in ieder geval onder gaan voor een paar dagen. Zit dat te komen? Ik geloof het nog niet. De weermodellen geven voor de volgende week wel veranderingen aan in de drukverdeling, die gaat leiden tot dalende temperaturen. Het Europese model is daarin het meest uitgesproken met de ontwikkeling van een hogedrukgebied boven Scandinavië. Het punt is echter dat dit geen zware vrieskou zal aanvoeren, eenvoudig omdat die in Europa niet aanwezig is, behalve diep in Rusland. Het ziet er niet naar uit dat die kou in beweging komt in onze richting. We doen het dan maar met uitzicht op nachtvorst vanaf zondag. Met het prettige gevoel dat het natte en zachte weer voorlopig voorbij is.

Winterbulletin 2 (14-12-2017); door Cees van Zwieten

Sneeuwvrij ijs?

Nee beste schaatsvrienden, over naderende vorst zullen we het niet hebben, althans niet binnen de voorspellingshorizon van de computermodellen. Weliswaar zinspelen zowel GFS als ECMWF op afkoeling op termijn, maar dat is nog heel voorzichtig en nog niet met echte kou. Het is de bekende glazen bol van de modeluitdraai voor over 10 tot 14 dagen. Voorlopig links laten liggen. Wat dan wel? Ik kom daar zo meteen op terug.

Eerst maar eens terugblikken op de afgelopen dagen. Grote delen van Nederland werden getrakteerd op twee maal een pak sneeuw binnen 36 uur. Het was het tweede winterprikje van dit seizoen, zonder vorst van enige betekenis maar wel met veel sneeuwvertier en sneeuwongemakken. Helaas was de sneeuwpret van korte duur. In sommige gebieden van Nederland groeide het sneeuwdek op zondag (10-12) en maandag aan tot 30 cm en misschien plaatselijk nog iets meer. Dat laatste gold voor de oostkant van de Veluwe waar niet bevestigde berichten spreken over 40 cm op een enkele plaats.

Steeds nadrukkelijker krijgt het weg- en spoorwegverkeer moeite met dit soort hoeveelheden sneeuw. En dan bedenken we dat de sneeuw bij temperaturen van omstreeks 0 graden viel. Als het daarbij ook nog zou vriezen, dan zijn de rapen gaar, bij wijze van spreken. Die rapen speelden in 2013 een belangrijke rol in de wijze waarop de Fyra-treinstellen door de mand vielen. Ze waren daar niet voldoende tegen bestand.

Al met al veel vertragingen, code geel en code rood, slippartijen en blikschade. Mooi was het wel, zoals op zondag rond de middag de wereld omgetoverd werd in één grote kerstkaart. Maandag aan het eind van de middag lag er in onze omgeving weer ongeveer 8 cm nieuwe sneeuw. De buschauffeur van lijn 33 van Rotterdam CS naar Overschie wist nog wel van doorrijden, en dat zonder problemen. Thuis gekomen banjerde ik door een dikke laag verse sneeuw. Een prachtig moment.

Helaas was dit niet het begin van een winterse periode. Integendeel, maandagavond al begon het grote wegsmelten, al ging dat dinsdag nog erg langzaam. Vandaag nog liggen er sneeuwhoopjes hier en daar en op de Veluwe is het dike pak nog niet geheel weggedooid. De komende dagen zal de temperatuur nog iets aan de lage kant blijven maar van sneeuw of vorst van betekenis zal geen sprake zijn. Vanaf het weekend wordt door de weermodellen een temperatuurstijging verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat de rug van hoge druk die zich van de Oceaan richting Ijskland uitstrekt wordt afgebroeken. De noordelijke stroming gaat er daardoor uit en de weg komt vrij voor een meer westelijke stroming.

Wat kunnen we verder verwachten? Niet direct zeer zacht weer met aanvoer vanuit subtropische wateren. Het is waarschijnlijk dat we onder invloed van een hogedrukgebied komen, dat zich vanuit het westen over Europa gaat uitbreiden. Veelal rustig weer met niet veel neerslag en temperaturen iets boven normaal. Op langere termijn lijkt het zeer wel mogelijk dat kou uit het noorden weer terrein wint in Europa. In welke mate dat ook in Nederland gaat gebeuren is nog heel onzeker.

Schaatsen is voorlopig niet in beeld. Intussen staat er op de site van het KNMI een artikel over de kans op sneeuw in Nederland. Te verwachten is dat de hoeveelheden sneeuw in Nederland bezig zijn af te nemen als gevolg van de opwarming. Er komen minder potentiële sneeuwdagen, dat zijn dagen waarop de temperatuur laag genoeg is voor sneeuw en bovendien zal bij koud weer de hoeveelheid sneeuw ook nog eens gaan afnemen. Het artikel eindigt met de voor ons interessante mededeling:
Sneeuwvrij ijs
Minder sneeuw dus in Nederland voor de slee-fanaat tijdens toekomstige koudegolven. Voor de schaatsliefhebber is de grotere kans op sneeuwvrij natuurijs juist wel goed nieuws.

Waarvan akte. Goed nieuws dus voor de schaatsers. Sneeuwvrij ijs? Dan moet het toch wel eerst gaan vriezen. Het koudegetal staat in De Bilt op 0,5 en daar moeten flink wat punten bij voor we op de schaats komen en die punten zijn absoluut nog niet in zicht.

Winterbulletin 1 (2-12-2017); door Cees van Zwieten

Winterprikje

Daar is dan het eerste bulletin, een beetje laat. De afgelopen winter viel tegen. Er waren wel twee perioden met vorst, waarvan alleen de eerste tot schaatsen leidde. De tweede periode, die van februari, was te zwak om vorstperiode te mogen heten. We hopen dit jaar op meer. En de ontwikkelingen maken duidelijk dat het winterseizoen echt is aangebroken. Na een zeer zachte oktober zijn we in november naar meer winterse temperaturen toe gegaan, met name in de laatste dagen.

Dit jaar geeft de winter op tijd zijn eerste prikje: in de laatste dagen van november zagen we de temperatuur geleidelijk dalen. Doordat een hogedrukgebied midden op de Atlantische Oceaan verbinding zocht met een zwak hoog in het poolgebied kon achter een depressie boven Scandinavië koude lucht uit het verre noorden Europa binnen stromen. Deze lucht was erg onstabiel waardoor veel buien vielen, plaatselijk met sneeuw. In de afgelopen nacht kwam het bij wegvallende wind op uitgebreide schaal tot lichte vorst; in Brabant plaatselijk iets onder de -5.

Waarschijnlijk is, doordat het overdag ook vrij koud bleef, vandaag op veel plaatsen de eerste dag met een gemiddelde onder 0: de eerste punten, of tienden van punten, voor het koudegetal zijn binnen. Veel is het niet, maar de winter is nog lang. Verder weten we dat het voorlopig weer afgelopen is met de kou. Vannacht zal het in het oosten en zuidoosten nog wat kunnen ijzelen of sneeuwen en daarna stroomt zachtere lucht binnen. De volgende winterprik lijkt al weer in de maak tegen het einde van de komende week. Opnieuw gaat een rug van hogedruk zicht uitstrekken naar het poolgebied. Of dit meer gaat opleveren dan nu is afwachten. Vooralsnog lijkt de Russische Beer verkeerd te liggen: te zuidelijk. Dat werkt het optreden van een noordoostelijke stroming tegen.

Oudere bulletins:


Kijk voor oudere bulletins in het Winterarchief.



Diversen en Links.

Websites van ijsbanen en -verenigingen:




Weerlinks:





Site design and copyright by Ir Grootveld / Blinksoft.
//